‘Angst drijft de nieuwe manier van leven’
Iedereen thuiswerk? Allemaal de fiets op? Alleen nog online shoppen? Ja, de lockdown heeft ons gedrag veranderd. Maar voor hoelang? Twaalf experts over de verwachte omslag in uw leven.
1 Gaan we anders werken?
‘De baas kan opnieuw meer voorwaarden stellen’ Stijn Baert, econoom
De belangrijkste verandering op de arbeidsmarkt post corona is volgens econoom Stijn Baert (UGent) niet de definitieve doorbraak van het thuiswerken, wel de veranderende verhoudingen tussen werknemer en werkgever. ‘De baas kan opnieuw meer voorwaarden stellen.’
Vóór de corona-uitbraak stond de vacaturemarkt roodgloeiend: veel vacatures en weinig kandidaten. Dat zal straks anders zijn: minder vacatures én veel meer kandidaten. ‘Dat heeft tot gevolg dat de werkgever sterker staat bij de aanwervingsonderhandelingen. Hij zal meer voorwaarden en bijkomende eisen kunnen stellen aan sollicitanten.’
Baert denkt dat thuiswerk minstens voor een deel behouden zal blijven. Zijn vakgroep aan de UGent hield half maart een enquête bij een representatieve groep van bijna 4000 werknemers over de veranderende werkomstandigheden als gevolg van corona. ‘Daaruit bleek dat heel wat thuiswerkers het best aangenaam vinden dat ze zich niet elke dag door de file hoeven te worstelen. Een grote meerderheid gaf aan productiever, efficiënter en meer geconcentreerd te kunnen werken. Ook de kans op een burn-out is volgens velen veel kleiner bij telewerk. Negatieve aspecten zijn: sociale isolatie, minder kans op promoties en mogelijk een lager loon. Vrouwen en hoger opgeleiden geloven meer in thuiswerk, en het is vooral populair bij werknemers in de publieke sector, in de aankoop, administratie, communicatie, IT-diensten, personeelsdiensten en marketing.
Vooral werkgevers zullen aandringen op meer telewerk. Zij kunnen besparen: minder kantoorruimte, minder verplaatsingsonkosten.’ Jan Denys, Randstad
Een overgrote meerderheid denkt dat er ook in de toekomst veel meer aan telewerk (85%) en digitaal vergaderen (81%) zal worden gedaan. Tegelijkertijd zijn er grenzen aan thuiswerk. Op de vraag ‘welk percentage van uw werk thuis kan worden uitgevoerd’, antwoordt slechts een op de tien werknemers dat dit kan voor het totale werkpakket. 9 procent denkt dat de helft van het werk thuis kan gebeuren, en 30 procent zegt dat telewerk onmogelijk is.
Gebrek aan zelfdiscipline
Jan Denys, directeur communicatie van uitzendbedrijf Randstad, leert uit een onderzoek van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven dat 60 procent van de jobs nog altijd niet geschikt is voor thuiswerk omdat ze tijd en-/of plaatsgebonden zijn. ‘De winst voor telewerk zit dus in dat overblijvende deel van 40 procent. Het gaat om mensen die in precoronatijden af en toe een dag thuis werkten. De helft van die groep is echter niet echt geïnteresseerd om dat structureel te doen, onder meer omdat ze niet genoeg zelfdiscipline hebben of bang zijn voor de eenzaamheid. Daarnaast is er een groep van 12 procent werknemers die zegt dat ze hun job wél thuis zouden kunnen en willen doen, maar dat ze het niet mogen van hun baas. Dat gaat om bijna een half miljoen werknemers. Dáár zit de grootste winst voor thuiswerk in de toekomst.’
Denys denkt dat vooral werkgevers straks zullen aandringen op meer telewerk. ‘Het maakt besparingen mogelijk, bijvoorbeeld doordat er minder kantoorruimte nodig is, en ook de verplaatsingsonkosten dalen.’ Hij raadt hen aan om zich toch maar niet rijk te rekenen. ‘Vakbonden lopen niet warm voor thuiswerk, want zo verliezen ze vat op hun leden. Organiseer maar eens een vakbondsactie als iedereen thuis zit. Bovendien zullen ze eisen dat een deel van de winst door telewerk terug moet vloeien naar de werknemers.’
Jan Denys ziet nog een andere wijziging in het bedrijfsleven na corona: ‘Zeker hippe start-ups deden meewarig over de wendbaarheid van oude en grotere bedrijfsorganisaties, zeg maar de economische fossielen. Maar ik stel vast dat net die bedrijven zich enorm snel hebben aangepast. Zij en hun werknemers bleken veel wendbaarder dan gedacht. Kijk ook hoe in de medische sector chirurgen zich in enkele dagen omschoolden tot longspecialisten. Dat is fenomenaal. Die flexibiliteit zal straks blijken in andere sectoren.’ Hij verwijst daarvoor naar het succes van de online omscholingscursussen van de VDAB. ‘Werknemers zijn zich tijdens de lockdown op grote schaal aan het heruitvinden. Dat bewijst dat, als de nood hoog is, mensen veel flexibeler zijn dan gedacht.’
Jorg Snoeck, verkoopspecialist achter RetailDetail en auteur van het boek The Future of Shopping, ziet nog een ander effect. ‘Meer dan ooit wordt duidelijk hoe kwetsbaar mensen zijn. Hoewel werkgevers en burgers nu lippendienst bewijzen aan de “helden” van de crisis, die zich elke dag inzetten in moeilijke en gevaarlijke omstandigheden, zal na de crisis een andere realiteit naar boven komen: menselijke arbeidskrachten vallen uit, ze zijn duur en… op termijn vervangbaar. Robots en machines, daarentegen, kunnen niet ziek worden. Die hoeven geen mondmaskers en eisen geen compensatiepremies.’
2 Gaan we anders leven?
‘Terug naar de negentiende eeuw’ Fons Van Dyck, marketeer
‘Dit is een kantelmoment in onze geschiedenis. Hier zit ik al twintig jaar op te wachten.’ Fons Van Dyck weet zeker dat we de komende jaren echt anders gaan leven.
Dé onderstroom voor die nieuwe levensvorm is volgens het hoofd van het merkadviesbureau Think BBDO angst. ‘En die angst is significant toegenomen als gevolg van deze pandemie. Ze zal niet onmiddellijk weggaan. Als je dan weet dat België in de wereldtopvijf staat van landen met de meest risicoaverse burgers, dan heeft dit grote gevolgen voor ons. Belgen en Vlamingen staan veel minder open voor veranderingen dan bijvoorbeeld Aziaten en Amerikanen.’ Dat verklaart volgens hem ook waarom de nu al legendarische uitspraak van minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD), ‘Blijf in u kot’, meteen aansloeg. ‘Zij heeft – vermoedelijk onbedoeld – de tijdgeest zeer goed gevat en een soort “verkoting” van onze samenleving versneld.’
Het eigen huis en de tuin staan volgens Van Dyck centraal in die nieuwe realiteit. ‘Het is voor het eerst sinds het einde van de negentiende eeuw en de agrarische samenleving dat ons huis opnieuw onze belangrijkste werkplek is geworden. Dat is spectaculair. Ons huis is een bubbel of cocon geworden waarin we ons terugtrekken en waar we ons veilig voelen.’ Hij wijst ook op een woontrend die al enkele jaren bestaat maar nu nog wordt versterkt. ‘Populair bij jonge mensen zijn huizen waarvan de voorkant bijna helemaal gesloten is en de achterkant zo open mogelijk, waardoor de tuin in het huis wordt getrokken.’
De bevolking beseft dat ze de vakantie hoogst waarschijnlijk in eigen land zal moeten doorbrengen, en ze bereidt zich daar massaal op voor. Zo is de vraag naar zwembaden de laatste weken verdubbeld. Patrice Dresse, directeur-generaal van de Groepering van Algemene Aannemers van Zwembadbouwers: ‘In 2019 hadden we een jaarlijkse groei van 27 procent. Halfweg april 2020 zitten we al aan 21 procent.’
Tribale samenleving
De mentale tegenhanger van de nieuwe levensvorm is een keuze tegen globalisering en voor lokaal kopen. Van Dyck: ‘We keren terug naar een meer gesloten of tribale samenleving. De eerste voortekenen daarvan waren al te zien bij de verkiezing van Donald Trump in de VS en bij de brexit, maar ook deze trend zal sterker worden. Als er vandaag een enquête zou worden georganiseerd over de toekomst van Europa, zou een meerderheid zich wellicht uitspreken voor een terugkeer naar de nationale staten.’ Maar er zal ook een tegenbeweging opstaan, meent hij. ‘Anderen hunkeren vanuit de angst naar een soort renaissance. Voor hen is deze crisis een unieke kans om te werken aan een andere wereld. Zingeving en spiritualiteit zitten bij hen sterk in de lift. Ze lopen storm voor bio en veggie. Voor sommigen zal dit karikaturaal overkomen, maar in een meer extreme vorm voorspel ik dat er nieuwe goeroes, sekten en heilsprofeten zullen opduiken die puritanisme, minimalisme en new age zullen prediken.’
Het is gedaan met het ongegeneerd rondvliegen in Europa. Vliegtuigtickets worden weer duurder.’ Willy Miermans, verkeersdeskundige
3 Gaan we revolteren?
‘De sociale onrust groeit’ Johan Leman, Foyer
In Italië vreest de overheid de terugkeer van de anarchisten. In de VS bestormen gewapende extreemrechtse betogers het parlement van Michigan. In Wallonië wordt ‘Aux armes, citoyens’ gepost op Facebook. Komt er een opstoot van sociale onrust?
Na deze pandemie zal er in ons land geen revolutie uitbreken, sust Fons Van Dyck. ‘Belgen zijn geen revolutionairen, maar ik denk wel dat we meer protestacties, stakingen enzovoort zullen zien in het postcoronatijdperk.’ Ook de Facebookposts in Wallonië moeten met de nodige relativiteit gelezen worden. Guy D. uit Vielsalm, die ons op die berichten wees: ‘Denk nu niet meteen dat de Walen de wapens zullen opnemen. (lacht) Die sarcastische posts komen meestal van oudere en gefrustreerde mannen, maar het zegt volgens mij wel iets over de woede die bij veel Franstaligen leeft over het amateuristische geknoei van onze politici. Ik denk dat die boosheid in Wallonië groter is dan in Vlaanderen. Iemand zal straks de rekening gepresenteerd krijgen. Ik hou mijn hart vast voor de volgende verkiezingen.’
Johan Leman, voormalig directeur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (Unia) en huidig voorzitter van Foyer, het integratiecentrum van Molenbeek, zegt dat de angst voor de ‘onzichtbare vijand’ voor andere sociale relaties kan zorgen. ‘Mensen moeten afstand houden van elkaar. Ze lopen door de straten met mondmaskers en wantrouwen onbekenden als ze te dicht bij hen in de buurt komen. Sommige burgers zullen daar goed mee om kunnen, andere niet. Die laatsten zullen zich ofwel terugtrekken in hun eigen bubbel en alleen nog willen omgaan met gelijkgezinden, of ze zullen vereenzamen en het contact met de buitenwereld verliezen.’
Die laatste twee groepen zijn volgens hem niet zonder risico. ‘Er kunnen bubbels groeien waarin agressiviteit gekweekt wordt, en waar jongeren zich gaan afzetten tegen het establishment. Dat zal de sociale onrust en de dualisering van de samenleving vergroten.’
In Kuregem, vlak bij Molenbeek, kwam het aan het begin van de lockdown tot zware rellen met jonge Marokkanen die er niet voor terugschrokken om de politie frontaal aan te vallen. ‘Via de Foyer hebben wij goede contacten met de jonge Marokkanen in Molenbeek’, zegt Leman. ‘Het is er nu rustig. “Onze” jongeren doen niet mee met hun vrienden in Kuregem. Niet dat ze applaudisseren voor de politie, maar ze houden het hoofd koel.’
Gevoel van ongelijkheid
Fons Van Dyck is nog het meest bang voor de gevolgen van de coronacrisis bij de middenklasse. ‘De vorige generaties wisten dat het voor hen steeds beter zou worden. De welstand is er sinds de Tweede Wereldoorlog alleen maar op vooruitgegaan. Velen vinden twee vakanties per jaar, aangevuld met enkele citytrips, vanzelfsprekend. Net als dat wekelijkse etentje op restaurant. Dat zou wel eens gedaan kunnen zijn. De vraag is dan hoe de jongere generaties (twintigers tot vijftigers) daarop zullen reageren. Ik hoop dat ze niet op zoek zullen gaan naar een zondebok, zoals dat gebeurde tijdens de jaren dertig in Duitsland. Maar bij de verkiezingen van vorig jaar piekte extreemrechts in Vlaanderen al bij de nieuwe kiezers. Dat is een teken aan de wand.’
Hoogleraar geschiedenis Antoon Vrints(UGent) bestudeerde het interbellum, en ziet parallellen met de huidige situatie. ‘De afgelopen weken was er soms kritiek op experts en politici die deze pandemie vergeleken met een oorlog. Ik vind die vergelijking niet helemaal onterecht. Natuurlijk vielen er tijdens de Eerste Wereldoorlog meer doden dan nu, maar de bevolking is wel, net als toen, gemobiliseerd voor de strijd tegen covid-19. Dat heeft een golf van solidariteit op gang gebracht die ook tijdens een oorlog merkbaar is. Tegelijk zie je ook nu, net zoals in een oorlog, dat het grootste deel van de beproevingen gedragen wordt door specifieke groepen: medisch personeel, vakkenvullers of bouwvakkers. De betere middenklasse zit grotendeels behaaglijk thuis. Dat kan leiden tot een gevoel van ongelijke behandeling. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was er bijvoorbeeld ongenoegen bij het volk omdat men dacht dat de rijke elite zich zat te amuseren in de casino’s van Spa. Het doet me een beetje denken aan de heisa over de tweedeverblijvers.’
Het is volgens Vrints niet ondenkbaar dat zij die de grootste offers brachten tijdens de pandemie straks compensaties zullen eisen. ‘Na de Eerste Wereldoorlog vroegen de oud-strijders een beter sociaal statuut. Dat leidde tot straatacties en zelfs de bezetting van het parlement.’
Op de vraag of de jaren dertig kunnen terugkeren, zoals Fons Van Dyck oppert, antwoordt Antoon Vrints genuanceerd. ‘Aan een historicus moet je geen voorspellingen vragen. Ik zie vooral dat sommige tendensen die er al waren, nu versterkt worden. Nationalisme is nooit weggeweest, maar het kan groeien. De kloof tussen de winnaars en de verliezers was er al voor covid-19, maar hij zal groter worden.’
Nieuwe klassenstrijd
Op wereldvlak vreest Van Dyck een grote toename van hongersnoden. ‘En hongersnoden leiden tot opstanden en revoluties’, klinkt het. In ons land ziet hij dat steeds meer OCMW ’s alarm slaan over de toenemende armoede en ongelijkheid. ‘Het zijn altijd de meest kwetsbaren die het eerst en het ergst te lijden hebben onder zulke crisissen.’
Dat zegt ook Frank Snowden, medisch historicus aan Yale University (VS) en auteur van het onlangs verschenen Epidemics and Society: From the Black Death to the Present. ‘God verhoede dat het virus Bombay bereikt, of de favela’s van Rio en de townships van Zuid-Afrika. Social distancing is daar zinloos – doe dat maar eens als je met meerdere gezinnen in één kamer woont. De ramp zou niet te overzien zijn’, zei hij in een gesprek met de Volkskrant.
Artsen en verpleegkundigen zijn nu even de helden. Tot de Tour de France weer wordt gereden.’ Jef Brouwers, sportpsycholoog
Het coronavirus zal volgens hem leiden tot een nieuwe klassenstrijd. Hij verwijst daarvoor naar steenrijke Russen die, voor het geval ze besmet zouden raken, de schaarse beademingsapparaten hamsteren, naar de exodus van New Yorkse welgestelden naar de Hamptons en andere buitenwijken, ‘op de vlucht voor de rest van ons’, zoals New York Magazine kopte. Ook opmerkelijk: filmsterren en voltallige NBA-basketbalselecties kregen moeiteloos een coronatest, terwijl er in de hele wereld een tekort is. Snowden: ‘Dat zal niet zonder gevolgen blijven.’
4 Gaan we ons anders verplaatsen?
‘De NMBS is het vertrouwen kwijt’ Kris Peeters, mobiliteitsdeskundige
‘Is het bij u in de buurt nog rustig, zonder druk autoverkeer en mét een opgeklaarde lucht?’ Verkeersdeskundige Willy Miermans van de UHasselt gaat ervan uit dat ten minste een deel van de bevolking straks goed zal nadenken voordat hij of zij in de auto stapt. ‘Het was fantastisch dat iedereen zich zo lang aan het begrip “essentiële verplaatsing” heeft gehouden. Het maakte een einde aan de verschrikkelijke luiheid op vier wielen, waardoor we haast automatisch in de auto stappen om 800 meter verder naar de bakker te rijden. Houden zo.’
Vóór corona was 55 procent van de autoritten korter dan 15 kilometer, en bijna een derde was zogenaamd kerktorenrijden (minder dan één kilometer). ‘Veel mensen hebben ontdekt dat het ook zonder auto kan’, zegt Miermans. Hij wijst erop dat zelfs een stad als Milaan zichzelf heruitvindt als fietsstad, dankzij corona. En hij broedt op een ander voorstel: ‘Waarom stoppen we geen chip in elke auto die ervoor zorgt dat er 3 euro van je rekening gaat zodra je de motor start? Dat zal het aantal niet-essentiële verplaatsingen drastisch verlagen.’
Definitieve fietsstroken
Mobiliteitsexpert Kris Peeterswerkt aan een boek over het leven na corona, dat niet alleen over mobiliteit zal gaan. ‘Mobiliteit heeft ook veel te maken met de manier waarop we onze publieke ruimtes indelen. Ik hoor sommigen nu pleiten voor een stadsvlucht omdat men in de stad te dicht op elkaar woont in appartementsgebouwen. Please, laat dat niet gebeuren. We gaan toch niet terug naar de verkavelingscultuur?’
Peeters maakt een onderscheid tussen wat er zal gebeuren na corona, en wat we zouden willen dat er gebeurt. ‘Ik denk dat een meerderheid van de bevolking toch genoten heeft van de herwonnen rust in de omgeving. Het is alsof de autoloze zondagen van de jaren zeventig terug zijn, en die zijn deel gaan uitmaken van het collectieve geheugen. Natuurlijk zal een deel van de bevolking straks hervallen in zijn oude gewoontes, maar een deel ook niet. En die laatste groep zal groter zijn dan sommigen vermoeden.’
Volgens Willy Miermans moeten we de omslag niet overlaten aan de burgers. ‘De overheid moet ingrijpen met flankerende maatregelen. Brussel, Berlijn en Wenen beslisten om het aantal rijstroken in belangrijke lanen te beperken om meer ruimte te geven aan wandelaars en fietsers. Een deel daarvan zal behouden blijven, want je zult zien dat de bijkomende capaciteit snel zal worden ingenomen door fietsers. De zwakke weggebruikers voelen dat de tijd rijp is om terrein te herwinnen op de auto.’
Kilometerheffing
Miermans hoopt dat de Vlaamse regering zo snel mogelijk komt met een tweede kans voor de kilometerheffing. ‘Maar dan misschien niet voor heel Vlaanderen en de klok rond. Begin met een tolheffing op de ringwegen rond Antwerpen, Brussel en misschien ook Gent. Dat is makkelijker en sneller in te voeren. Er zal ook een groter maatschappelijk draagvlak voor zijn.’
Peeters denkt niet dat het fileleed op lange termijn zal verdwijnen of fors verminderen. ‘Natuurlijk zullen er minder salariswagens rondrijden als mensen vaker aan telewerk doen. Maar veel zal afhangen van hoe dat georganiseerd zal worden, bijvoorbeeld in welke mate het thuiswerk gespreid zal worden.’ Miermans is optimistischer: ‘Als we ons beperken tot echt essentiële verplaatsingen, dan daalt het autogebruik met een kwart. Dat betekent meteen het einde van het structurele fileleed.’
Fiscaal expert Michel Maus wijst er fijntjes op dat het terugdringen van het autoverkeer flinke financiële gevolgen zal hebben voor de schatkist. ‘De auto levert onze overheden elk jaar 20,7 miljard euro op aan fiscale inkomsten. Minder auto’s betekent dus ook minder inkomsten.’
Openbaar vervoer
Kris Peeters en Willy Miermans denken dat het openbaar vervoer mogelijk het grootste slachtoffer zal worden van de coronacrisis. Peeters: ‘Ik ben een trouwe abonnee van de NMBS, en toch duurde het zes weken voordat ik als klant geïnformeerd werd over de gevolgen van corona voor de dienstverlening. Dat gebeurde ook nog eens op een weinig creatieve en defensieve manier. Een gemiste kans.’ De NMBS heeft trouwens ook nog niet gecommuniceerd over de gevolgen voor de lopende abonnementen.
Ook na de terroristische aanslagen in Brussel duurde het een tijd voor de reizigers weer vertrouwen kregen in het openbaar vervoer. Dit keer zou het volgens Peeters langer kunnen duren. ‘Mensen hebben een grote besmettingsvrees. Er wordt gepraat over “het einde van het openbaar vervoer”. Ik lees op allerlei fora dat mensen oproepen om de treinsporen te verbouwen tot fietssnelwegen omdat de service zo beneden peil blijft.’
En wat met het vliegverkeer? Alexandre de Juniac, topman van de internationale sectorfederatie IATA, zei dat ongeveer een derde van de vliegtuigstoelen moet verdwijnen als de overheden ook daar social distancing verplicht maakt. Tickets zouden daardoor minstens 50 procent duurder worden. Luchtvaartexperts voorspellen bovendien dat het vliegverkeer pas tegen de zomer van 2022 opnieuw een beetje normaal zal verlopen.
De eigenzinnige Michael O’Leary, ceo van Ryanair, vindt het ‘dwaas’ om te vliegen met twee derde van de maximale capaciteit. ‘Hij heeft ongelijk’, zegt Willy Miermans. ‘Het is van moetens. De luchtvaartsector vliegt door zwaar weer. Overheidssteun zal nodig zijn, maar dat zal alleen kunnen mits er aan voorwaarden wordt voldaan, zoals ecotaksen. Dat betekent meteen ook het einde van het ongegeneerd en bijna gratis rondvliegen door heel Europa. Het kan niet anders dan dat vliegtuigtickets in de toekomst weer duurder worden.’
5 Gaan we anders sporten?
‘Sporters zijn bang, en dat zie je aan hun prestaties’ Jef Brouwers, sportpsycholoog
Is er nog wel een sportleven na corona? Dat vragen heel wat topsporters zich tegenwoordig af die op consultatie komen bij sportpsycholoog Jef Brouwers. ‘Ik hoor hier dramatische verhalen. Sporters zijn bang, en dat is te zien aan hun prestaties.’
Elke samenleving heeft helden nodig. Tot voor kort waren dat voor velen topsporters zoals Remco Evenepoel of Kevin De Bruyne. Volgens Brouwers hebben artsen en verpleegkundigen die plaats ingenomen. ‘Dat zal wel tijdelijk zijn, tot de Tour de France weer wordt gereden.’
Op de website van Sporza namen enkele tienduizenden voetballiefhebbers deel aan een onderzoek over de sportbeleving in de toekomst. Op de vraag of ze straks weer naar het stadion trekken, antwoordt 24 procent dat zeker niet te doen voor er een vaccin is. Een ongeveer even grote groep (26 procent) keert pas terug naar de stadions als ze zeker weten dat het virus er niet aanwezig is.
Op basis van die resultaten meent Brouwers dat fans hun sport in de toekomst veel meer zullen volgen op tv, alleen of met enkele vrienden, of via streamingdiensten – en dus niet in het stadion. De financiële gevolgen daarvan zijn voor veel clubs niet te overzien.
Ook sportjournalist Hans Vandeweghe denkt er zo over: ‘Zal er nog wel evenveel publiek als vroeger worden toegelaten bij voetbal- of basketbalwedstrijden? Wat moet er gebeuren met de sfeertribunes, waar het publiek veel dichter op elkaar zit dan zeg maar in de hoofdtribune met de vips? Het is best mogelijk dat de toegangstickets duurder zullen worden.’
Lonen topsporters
Minder publiek heeft volgens hem niet alleen gevolgen voor de sfeer in de stadions, maar vooral ook voor de inkomsten van de clubs en de topsporters. ‘Ik ben er zeker van dat topsporters de komende jaren een deel van hun loon moeten inleveren. En daar is marge voor, zeker in het voetbal. Het gemiddelde salaris van een voetballer bij de zes grootste clubs in ons land bedraagt 350.000 euro per jaar, en daar betalen ze minder belastingen op dan u en ik.’
Het voetbal in België zal covid-19 wel overleven, maar Vandeweghe maakt zich meer zorgen om kleinere sporten zoals volleybal en basketbal. ‘Die leven al een tijd boven hun stand. Er lopen hier buitenlandse volleyballers rond die 100.000 euro per jaar verdienen. Die tijd lijkt me voorbij.’
En wat met het wielrennen? Daar zijn de grote vedetten nog altijd het meest benaderbaar en aanraakbaar voor de fans. ‘Dat is toch al enkele jaren minder’, zegt Vandeweghe. ‘Bij een kermiskoers kun je misschien nog eens een vuistje maken met je idool, maar niet meer voor of na de klassiekers. Renners hechten ook steeds meer belang aan hygiëne en gezondheid. Doordat ze zo scherp staan, zijn ze ook meer vatbaar voor besmetting.’
Kunnen massa-evenementen nog zoals Olympische Spelen en het WK voetbal? Dit jaar misschien niet, maar wel als er een vaccin is. Vandeweghe: ‘Als ik naar Kenia reis om een langeafstandsloper te interviewen, mag ik het land niet binnen zonder mijn vaccinatieboekje waarin staat dat ik ingeënt ben tegen bijvoorbeeld gele koorts. Dat zal volgend jaar ook moeten als ik als verslaggever of als bezoeker naar Tokio ga voor de Olympische Spelen.’
Brouwers twijfelt. ‘Ik was aanwezig op verschillende Olympische Spelen en was ook van plan om naar Tokio te gaan, maar zal dat nog wel kunnen? Ik ken weinig andere plaatsen waar zo veel mensen op zo’n kleine ruimte samenleven. Nu al spreken ze van 2021 of 2022. Soms bekruipt me het gevoel dat ze de bevolking niet aan het voorbereiden zijn op uitstel maar op afstel.’
6 Gaan we anders winkelen?
‘Mannelijk shoppen in minder en kleinere winkels’ Jorg Snoeck, retailexpert
Runshoppen zal in de toekomst het funshoppen vervangen. Dat betekent dat je als klant niet langer op je dooie gemak kriskras door winkels en winkelstraten kunt struinen. In plaats daarvan word je volgens een circulatieplan à la Ikea rondgeleid. En betalen doen we voortaan enkel met de betaalkaart.
Jorg Snoeck van RetailDetail noemt het nog anders. ‘We moeten mannelijk gaan shoppen. Als een jager recht op je doel af. Als je een winkel binnenstapt, moet je op voorhand goed weten wat je wilt kopen. Vrouwen zullen in de toekomst als ze een nieuw jurkje willen, eerst in de webwinkel moeten kiezen en pas daarna naar de fysieke winkel gaan om het te passen.’
Gino Van Ossel, professor ‘retail en trade marketing’ aan Vlerick Business School, voorspelt dat er na deze coronacrisis veel minder en kleinere winkels zullen overblijven. ‘Nu al zie je dat grote winkelketens, zoals Mediamarkt en Hema, als gevolg van deze crisis dreigen om te vallen.’
De oorzaak daarvan is de flinke versnelling van het internetshoppen. ‘E-commerce is er natuurlijk al een tijd, maar nu nemen we een voorsprong van enkele jaren. Zeker inzake functionele aankopen zoals koffie, wasproducten of luiers.’ In de Verenigde Staten bestaan voor die repetitieve aankopen abonnementsdiensten. Die trend zal overwaaien naar hier.
In het eerste kwartaal van dit jaar steeg de wereldwijde onlineomzet ‘dankzij’ corona met 20 procent. Onlineshoppers gaven gemiddeld 4 procent meer uit per bezoek. Daarmee overtrof het eerste kwartaal het eindejaarsseizoen van 2019, berekende Salesforce in zijn ‘Q1 Shopping Index’. Salesforce is een Amerikaanse aanbieder van bedrijfssoftware op het gebied van klantrelatiebeheer. De CRM-leverancier analyseerde de (online) winkelactiviteit van ruim een miljard mensen in 34 landen. Wat bleek? Het aantal unieke digitale shoppers steeg met 40 procent in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Vooral de oudere generaties maken zich het digitale winkelen (noodgedwongen) eigen.
Voor essentiële goederen, zoals voeding en persoonlijke verzorging, zijn de online uitgaven tussen 10 en 20 maart zelfs met 200 procent gestegen. Ook andere categorieën deden het goed: huishoudelijke artikelen stegen met 51 procent, sportieve/outdoor-kleding met 31 procent, speelgoed en games met 34 procent. Amazon, de grootste webwinkel ter wereld, moest in de VS alleen al 200.000 extra mensen aanwerven om de tsunami van pakjes te verwerken. In ons land verwerkte Bpost op sommige dagen tot 500.000 pakjes per dag.
Gedaan met lintwinkelen
Gino Van Ossel denkt dat de Vlaming straks niet meer naar de winkel zal gaan voor de aankoop van wasmachines of stofzuigers. ‘In de webwinkel zie je meteen aan de hand van erkende classificaties hoe goed of minder goed een toestel is. Die apparaten hoeven niet mooi te zijn, wel functioneel. Dat geldt niet voor tv-toestellen. Die staan prominent in de woonkamer. Dat wil je wel nog checken in de winkel.’
Het gevolg daarvan is dat heel wat winkels, vooral grote ketens, plaats te veel zullen hebben. ‘Ikea heeft recent beslist om zijn expansieplannen terug te schroeven. Er komt geen tweede vestiging in Antwerpen, en ook die in Zuid-West-Vlaanderen is geschrapt. In plaats daarvan overweegt de Zweedse keten kleinere city stores. ‘
Die tendens luidt volgens Van Ossel het einde in van het zogenaamde lintwinkelen in baanwinkels die naast elkaar staan langs invalswegen naar de stad. Wouter Torfs van de gelijknamige schoenenketen heeft al aangekondigd dat sommige vestigingen zullen sluiten. Van Ossel denkt dat consumenten terug naar de kernsteden zullen gaan om te winkelen. ‘Jongeren doen dat nu al. Een van de redenen is dat ze niet meer geïnteresseerd zijn in een auto. Probeer maar eens een Billy-boekenkast uit Ikea te vervoeren op je fiets.’
Jorg Snoeck is het daar niet mee eens. ‘Ik verwacht de komende maanden en jaren net een ware ravage in de winkelstraten.’ In ons land dreigen onder meer E5-Mode, Maxi Toys en FNG (het winkelimperium boven Brantano, Fred & Ginger, CKS en Miss Etam) om te vallen. Voor de corona –uitbraak, zo becijferde het studiebureau McKinsey, zat 34 procent van de kledingbedrijven in de VS en Europa in de problemen. Na de crisis zal dat 80 procent zijn. ‘Ik schat dat de leegstand met minstens 30 procent zal toenemen. Dan komen we in de buurt van de Franse spooksteden, zeker in onze regionale steden.’
De zogenaamde korte keten komt als winnaar uit deze crisis, zeg maar: kopen in buurt- en hoevewinkels. Gino Van Ossel denkt dat de oproep om lokaal te kopen een blijvertje zal zijn. ‘Vlamingen kopen nu al meer lokaal dan vroeger. De Belgische modemerken doen het online bijvoorbeeld opvallend goed. De consument doet dat niet uit chauvinisme, wel uit solidariteit.’ Maar als die golf van solidariteit voorbij is, komt het er volgens Van Ossel opaan dat de lokale winkels hun toegevoegde waarde bewijzen ten opzichte van de buitenlandse ketens. ‘De recente campagne van Unizo, met de slogan ‘Winkel hier’, was daar een perfecte voorbode van. Plots zagen mensen welke winkels zouden verdwijnen als ze er niet meer zouden kopen.’