André Malherbe 1956 -2022
In het ziekenhuis van Sart-Tilman overleed André Malherbe, 66. Hij won als motorcrosser 41 grote prijzen en werd 3 keer wereldkampioen. Frappant blijft hoe hij, bijna volledig verlamd na een ijselijk ongeval, het leven zag.
Malherbe komt uit Ben-Ahin, net onder Hoei. Zijn vader drijft er een garage van Honda-motorfietsen. Een gesloten man die zijn ambitie – professioneel motorcrosser – projecteert op zijn ‘Dédé’. Een school ziet de jongen ternauwernood. ‘Gelukkig is de computer uitgevonden’, zegt Malherbe een halve eeuw later. ‘Ik heb nooit fatsoenlijk leren spellen.’
Op zijn elfde rijdt hij zijn eerste cross: zwarte trui, gele broek en grijze helm, net zoals zijn idool Joël Robert. Hij vliegt door de jeugdcategorieën. Op zijn zestiende wil hij overstappen naar de profs van de 125 cc, de lichtste klasse. Wegens te jong moet hij een licentie in Frankrijk aanvragen. In Avignon wint hij meteen zijn eerste GP op een Zündapp.
Hollywood
Hij koerst twee jaar onder Franse vlag. Twee keer Europees kampioen. Dan krijgt hij bij ons een vergunning. Malherbe zit drie jaar op rij in het Belgische team dat de Motorcross der Naties wint, een wereldkampioenschap voor landenploegen, maar zijn eigen carrière stuitert in de subtop. Omdat zijn Duitse Zündapp bleek uitvalt tegen de nieuwe Japanse machines, of door serieuze kwetsuren. Even rijdt hij voor het Oostenrijkse KTM, dat hem inzet in de 500 cc, de koningsklasse, maar in 1979 vist Honda hem op en begint zijn zegetocht.
Van 1980 tot 1986 wint hij drie keer het wereldkampioenschap 500 cc en eindigt drie keer tweede. Ongezien. Concurrenten hebben het van kracht. Malherbe van stijl, foutloos koersen, inzicht en flair. Ook naast het parcours. Terwijl zijn rivalen met zwarte laarzen, leren broeken en dikke truien starten, koerst hij – krullenbol, un beau mec – volledig in het wit. Ook ongezien. En Hollywood, zoals spotters hem noemen, komt op wedstrijden aan in een Ferrari. Eén keer wordt hij sportman van het jaar. Hij trouwt met Sabine, een schoonheid uit een crèmerie in Visé. Hij verhuist naar Monaco maar verblijft veel op zijn domein in Hoei.
Eind 1986 verlengt Honda zijn contract niet: 30 en te oud. Niet eens erg. Malherbe start in Frankrijk in de Formule 3-competitie. Ook op vier wielen lukt het aardig. Met een Yamaha-motor gaat hij in de stille winterperiodes Parijs-Dakar rijden. Bij zijn eerste deelname mist hij tegen hoge snelheid een heuveltje, vliegt over zijn stuur en landt op zijn hoofd. ‘Ik hoorde een knak in mijn nek, bleef bij bewustzijn, maar kon niks meer bewegen of voelen. Ik wist: dit komt nooit meer goed.’ Een helikopter vliegt hem naar de startplaats Tamanrasset. Daar wacht hij 12 uur in een lemen schuur op het repatriëringsvliegtuig. Het vonnis: gebroken wervel 3 en 5, dwarslaesie door een onbehandelde bloeduitstorting. De exclusieve Porsche 959 die hij twee weken voordien bestelde, heeft hij niet meer nodig. Wel een rolstoel.
32 jaar en verlamd vanaf zijn hals. Ruim 2,5 jaar revalidatie in Sart-Tilman. Hij leert er wel tegen alle verwachtingen in zelfstandig ademen en praten. Depressies. Sabine verkast met hun dochtertje voorgoed naar Monaco. Maar terug in zijn villa recht hij de rug. Zijn onvoorwaardelijke jeugdvriend Jean-Claude Laquaye trekt bij hem in. Tot diep in de jaren negentig – dan vervangt een team hem – verschoont die zijn kameraad 24/24, geeft hem eten en drinken, steekt zijn sigaretten op en regelt zijn afspraken. Want Malherbe begint een sportmanagementbureau, met een andere maat een succesvol interimkantoor, hij beheert een lokale vzw… Hij gaat met vrienden op restaurant, drinkt graag rood, reist met zijn dochter en Jean-Claude door Europa.
Geen dag vervalt hij in zelfbeklag. Nooit verwijten. Integendeel. ‘Mijn wereld was zo eng toen ik croste’, zegt hij in 2004 in Het Laatste Nieuws. ‘Nooit was ik helemaal tevreden. Nu ben ik blij dat ik een tolerante, contente mens ben.’