Zondagavond wordt de competitietopper Anderlecht-Club Brugge gespeeld. Bij winst staat Anderlecht tien punten voor op zijn grote rivaal. Waar kan men beter zijn voor een analyse dan bij een analist? Franky Van der Elst.
De kranten hebben er vol van gestaan. Enfin, sommige kranten toch. Rik De Saedeleer is terug. Uit Knokke opgestaan, als analist bij de Champions-Leaguewedstrijd tussen Club Brugge en Celta de Vigo. Een juichkreet ging door land en lezersrubrieken: ‘Eindelijk weer Rik.’ ‘Die tenminste spreekt zodat de mensen het kunnen verstaan.’ ‘Zegt in één zin meer dan Eddy Demarrez in anderhalf uur.’ ‘En allemaal juist.’
Dat Rik maar één zin gebruikt, komt omdat hij zo traag spreekt. Een goede truc, Louis Tobback gebruikt hem ook. Toen Rik nog rechtstreekse commentaar gaf bij grote matchen, ging hij vooraf altijd zijn licht opsteken bij buitenlandse collega’s. Zo kwam hij dan twee of hooguit drie anekdotes te weten, en die spon hij over de hele match uit. Moderne verslaggevers hebben tussen toss en aftrap al zodanig veel verhalen en weetjes over ons uitgekapt dat het plezier van de match weg is nog voor ze begint. Wij wensen het niet te weten, waar de keeper vorig jaar heeft gespeeld en hoeveel assists de linkermiddenvelder heeft gegeven, dat Michel-Wuytsisme moet worden uitgeroeid.
Wat zei Rik nu tijdens de rust van Club-Celta dat de mensen zo onder de indruk waren? Twee dingen. Eén: ‘Als Brugge met elf tegen elf al niet aan een kans geraakt, hoe zal het dat dan na de uitsluiting van Mendoza met tien tegen elf kunnen?’ Twee: ‘De Vigorianen spelen elke week tegen Real of Barcelona, ze hebben dus een betere fysiek dan de Bruggelingen.’
Twee sterke voorspellingen. Na de rust kreeg Brugge eerst ook nog een goal tegen, waarna de Spanjaarden met elf tegen tien fysiek onderuitgingen en Club kans na kans afdwong.
De analist is ondertussen een oprukkend fenomeen dat zich bij ons heeft ontwikkeld dankzij Canal+, voorheen SuperSport en FilmNet, waar Franky Vercauteren en Eddy Snelders de trend hebben gezet. Velen zijn hen gevolgd zoals Gunter Jacob, Wim De Coninck, Georges Leekens, en de uitstekende Hein Vanhaezebrouck. Velen van hen doken ook bij andere stations op om ons tijdens de rust en na de wedstrijd uit te leggen wat we eigenlijk hadden moeten zien zo we goed gekeken hadden.
Bij Canal+ leggen de analisten zelfs vóór de aftrap al uit wat we gáán zien. Aan de hand van de ploegopstellingen staan Gunter of Hein dan met een elektronisch potlood op een lichtbak te tekenen hoe straks Standard-Genk zal verlopen: ‘D’Onofrio speelt met een offensieve driehoek in het midden. Dat betekent dat Standard problemen gaat krijgen als Moreira naar rechts uitwijkt en Papy Kimoto de dekking niet kan overnemen tegen Thys. Want dan kan Theo Janssen twee kanten uit: links naar Daerden die sneller is dan Turaci, of rechts naar Beslija die elke keer vrij in de rug van Gonzague Vandooren zal opduiken. Dat wordt 0-2 voor Genk.’ En dan begint de match, blijkt Kimoto te kort te komen tegen Thys, waarna Janssen Beslija aanspeelt in de rug van Vandooren en het na vijftig minuten effectief 0-2 staat. Na die voorbeschouwing zetten wij meestal de tv af en gaan iets anders doen.
Bij VTM en Het Nieuwsblad is Franky Van der Elst de huisanalist. Vier jaar trainer geweest van Germinal Beerschot, nu op zoek naar werk in eigen streek. Boezemvriend Marc Degryse is ondertussen sportief directeur bij Club Brugge, waar de Noor Trond Sollied aan zijn seizoen te veel bezig is. Wij zeggen niks, maar denken des te meer. En u kennende, u ook. Hoe komt het dat Club Brugge, vier maanden geleden ongenaakbaar kampioen, nu al zeven punten achteropligt bij Anderlecht, en bij eventueel verlies in de topper van zondag tien?
FRANKY VAN DER ELST: In alle vier de compartimenten zijn ze net dat tikje minder goed dan vorig seizoen, en die mankementen versterken elkaar. Daardoor hebben ze moeilijkheden gekregen of zelfs punten verloren in matchen die ze eigenlijk op zak hadden moeten hebben: Genk, Gent, La Louvière, Sint-Truiden. Dat zijn er vier van de zeven. Vooraan creëren ze minder kansen dan vorig jaar, en de afwerking laat het een beetje afweten. Ik zeg wel: een beetje, want zestien goals in zeven matchen is niet slecht. Maar ze hangen af van Gert Verheyen en Andres Mendoza, de andere spitsen zijn voorlopig nergens. Ik ben het niet eens met de kritiek op Mendoza. Hij is niet de pure goalgetter, maar hij is voorlopig wel topschutter in België met één goal per wedstrijd, wie klaagt dan? En bij negentig procent van de Brugse kansen is hij betrokken. Ook Gert Verheyen draait prima.
Het grote manco zit hem in het Brugse middenveld. Van de gevreesde driehoek Simons-Ceh-Englebert zijn de laatste twee door blessures en een gemiste voorbereiding niet op hun niveau van vorig seizoen. Gaetan Englebert met zijn onschatbare fysieke arbeid en Nastja Ceh met zijn technische surplus waren toen samen met de klasse van Timmy Simons de motor van het succes. Sergiy Serebrennikov en Alin Stoica zijn niet bij machte die rol over te nemen. Dat betekent minder aanvoer naar de spitsen, en minder breekwerk voor de verdediging. Achterin hebben ze één goal per match tegen, meestal door een individuele fout. De twee flankverdedigers Olivier De Cock en Peter Van der Heyden gingen een paar keer niet vrijuit. Een back moet weten wanneer hij mee mag oprukken. Dat doe je niet in de laatste minuut als je maar met 1-0 voor staat, zoals tegen Gent. Counter en 1-1, twee punten kwijt. En dan was er ten slotte de doelman, good old Dany Verlinden, die in het begin ook een paar foutjes heeft gemaakt.
Je collega-analist Raymond Goethals zegt, en het heeft trouwens ook al in ‘Knack’ gestaan, dat Trond Sollied best een goede trainer zal zijn, maar geen goede coach. Zijn tactische ingrepen en zijn wissels in moeilijke wedstrijden lopen te vaak faliekant af. Zoals pas nog op Sint-Truiden.
VAN DER ELST: Dat is te scherp gesteld. Wat ik wel vind, is dat Sollied in de competitie soms te hardnekkig vasthoudt aan zijn 4-3-3 veldbezetting, en binnen dat systeem te lang het vertrouwen geeft aan bepaalde spelers die niet ten volle renderen. Dat gaat ten koste van de anderen en leidt tot irritaties. Wat Sint-Truiden betreft, heeft Goethals een punt. Op het moment dat hij 1-2 voor staat en de match gespeeld lijkt, haalt Sollied middenvelder Serebrennikov eraf en vervangt hem door spits Rune Lange die al maanden niet meer gespeeld heeft. Het wordt 2-2, Club moet absoluut opnieuw scoren, en dan vervangt hij zijn beste aanvaller Mendoza terwijl hij de bleke Sandy Martens laat staan. Als je dan met 3-2 verliest, ja…
Jaja… Drie puntjes betekenen veel, zeker in voetbal. Het Clubbestuur is compleet vernieuwd. Is het een goede zaak dat Marc Degryse de sportieve leiding krijgt?
VAN DER ELST: Zonder twijfel. Michel D’Hooghe als voorzitter, een meer professionele uitbouw van de commerciële tak, en Degryse om het sportieve beleid te sturen, dat zijn goede ingrepen. Ik weet dat Marc in deze functie voorlopig de ervaring van Antoine Vanhove mist, maar hij was zo een goede voetballer en een zo grote persoonlijkheid dat hij de ideale man voor die functie is. Mensen met zijn kwaliteiten moet je verantwoordelijkheid geven. En de manier waarop hij het tot nu toe zeer diplomatisch heeft aangepakt in zijn samenwerking met Sollied en Vanhove, die toch geen van beiden stonden te springen voor zijn komst, is een eerste bewijs.
Kijken we tenslotte naar Anderlecht, badend in de spelersweelde.
VAN DER ELST: Ze hebben veelbelovende jongeren en op zowat alle plaatsen een dubbele bezetting. Dat is voor het Belgische niveau zeer fraai, en Hugo Broos lijkt voorlopig succes te hebben met het bij ons ongebruikelijke rotatiesysteem. Maar! Dé sleutelspeler van Anderlecht is Aruna Dindane. Met hem gaan ze niet roteren. Hij was er niet bij op Heusden-Zolder, de laatste in de stand en tot dan toe geen enkele keer gescoord, en Anderlecht zat al meteen in de problemen. Aruna steekt er in België met kop en schouders bovenuit. Hij is niet van de bal te zetten, waardoor de rest kan bijschuiven, en zijn dribbels zijn scherp naar doel gericht. Hij dribbelt niet in de breedte, zoals andere pingelaars wel eens doen. Hij zoekt het duel op, durft de actie maken tegen twee of drie tegenstanders, en altijd levert het direct doelgevaar op. Mocht hij zelf beter afwerken, dan speelde hij nu al bij een Europese topclub. Hij is bovendien niet eens 23, zijn beste jaren komen nog. Ik heb voor zondag één gouden raad voor mijn vrienden van Brugge: stop Aruna af.
Hoe?
VAN DER ELST: Dat weet ik niet.
We sturen alvast de ‘Knack’ naar Brugge. Ze zullen blij zijn met de tip.
Koen Meulenaere
Dat Rik maar één zin gebruikt, komt omdat hij traag spreekt.