Voor het WK in Kopenhagen van dit weekend, en de naderende scheiding met cosponsor OmegaPharma, praat Marc Frederix van de Nationale Loterij over de toekomst van het internationale wielrennen.
Al 27 jaar sponsort de Nationale Loterij een professionele wielerploeg. Statistici zouden het nader moeten nagaan, maar het zou verbazen als een van die 27 seizoenen succesvoller was dan 2011. Volg even mee, want de lijst is lang. Wielerjaar 2011 is nog niet ten einde en bracht voor OmegaPharma-Lotto al twee ritten in de Ronde van de Algarve, één etappe in Tirreno-Adriatico, één in de Driedaagse De Panne-Koksijde, één in de Tour of Turkey, één in de Ronde van Italië, drie ritten en het eindklassement in de Ronde van België, een etappe in de Dauphiné Libéré, een rit en het eindklassement in de Ster ZLM Tour, drie zeges in de Ronde van Frankrijk en twee in de Eneco Tour.
Pas op, we zijn er nog niet, dat waren enkel de rittenkoersen. In het eendagswerk pakten de mannen van Marc Sergeant de bloemen in de Montepaschi Strade Bianchi, de Brabantse Pijl, de Amstel Gold Race, de Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik, het BK in lijn en de titel bij het tijdrijden, de Clasica San Sebastian en de GP de Québec.
Uitgerekend na zo’n boerenjaar valt het project uiteen. De hoofdsponsors scheiden en zullen in 2012 elk een andere topploeg ondersteunen. Hoe de boedel precies verdeeld wordt, is op dit moment nog onbekend.
‘Ik snap dat mensen zich afvragen: waarom doen jullie dat, uiteengaan net nu het team zo goed draait?’ stelt Marc Frederix, directeur marketing bij de Nationale Loterij en verantwoordelijk voor de wielerploeg, de logische vraag. ‘Een deel van het antwoord is: hoe dan ook kan niemand garanderen dat 2012 even goed zou zijn, zelfs al hou je het team in zijn huidige vorm bij elkaar. 2011 was inderdaad een hoogtepunt, maar op het einde van dit seizoen liep ons onderlinge contract af, en we hadden afgesproken goed op voorhand door te nemen of we nog op dezelfde lijn zouden zitten. Dat bleek niet het geval. OmegaPharma ziet het meer internationaal, zij hadden bijvoorbeeld oren naar het voorstel om een internationale wielerunie op te zetten buiten de UCI om, wat een beperking zou leggen op het aantal wedstrijden in België.
‘In dat verhaal kan de Nationale Loterij niet meestappen, want de Belgische markt is voor ons bijzonder belangrijk. Wij verkopen voor 1,1 miljard euro binnen België, OmegaPharma maar 100 miljoen, als ik me niet vergis. Dan snap ik dat zij meer brood zien in het project van Patrick Lefevere, wat duidelijk een meer internationaal georiënteerde ploeg is. Kijk maar naar hun vele buitenlandse toptransfers. Wij hebben zeven jaar goed samengewerkt met Marc Coucke, maar het is duidelijk dat we een andere visie hadden op hoe het nu verder moest. Oké, dan scheid je beter. Dat de sponsors uit elkaar gingen, heeft niet gewogen op de resultaten van de ploeg. We hebben van 2011 desondanks een absoluut topjaar kunnen maken. Een pluim voor manager Sergeant.’
Heeft Marc Coucke geen gelijk in zijn analyse? Topwielrennen is internationaal.
Marc Frederix: Internationaal, maar met een stevige en noodzakelijke landelijke verankering, want het is erg moeilijk om grote sponsors met internationale belangen te vinden. De internationaal georiënteerde topploegen zijn momenteel zeer kwetsbaar en moeten, vaak noodgedwongen, fuseren.
Op het moment dat wij de knoop doorhakten om niet door te gaan met OmegaPharma, zijn heel wat andere ploegen bij ons komen aankloppen. Die fusievoorstellen hebben we afgewimpeld, omdat het Belgische wielrennen er als verliezer zou uitkomen. Een wielerploeg is een kmo die werk geeft aan een zestigtal mensen, en bij een fusie verdwijnen altijd jobs. Hadden wij samengesmolten met een van de zeven teams die zijn komen praten, dan mochten wij maximaal vier Belgische renners en één Belgische sportbestuurder meebrengen, naast enkele verzorgers en mecaniciens. Dat was voor ons onaanvaardbaar. Wij mikken op een ploeg die qua omkadering overwegend Belgisch is, met minimaal twee derde Belgische renners en maximale kansen voor jonge talenten.
Internationaal wielrennen betekent ook dat er voor toppers flink betaald moet worden. Is er bij een Lottoploeg ruimte voor contracten van drie miljoen euro en meer?
Frederix: België is een klein land en als Belgische sponsor kunnen wij een investering enkel op de eigen markt afschrijven. Dus nee, aan megacontracten doen wij voorlopig niet mee, die vallen budgettair niet te verantwoorden. Haak je dan af? Volgens mij niet. Wie een budget van rond de tien miljoen euro goed besteedt, mag dromen van een ploeg bij de top twaalf. In een seizoen dat het meezit, kan het zelfs nog meer zijn, dat bewijzen we dit jaar. We zullen de internationalisering van het wielrennen goed monitoren en misschien komt er een dag dat ook wij mee moeten doen met die zware contracten, maar voorlopig denk ik: zuinig lukt het ook.
Wij zijn een landgebonden sponsor, zoals Rabobank voor Nederland of Euskaltel-Euskadi voor Spaans Baskenland. Dat zijn meestal de meer duurzame projecten. Commerciële sponsors hebben dikwijls een kortetermijnperspectief: in drie, vier jaar naambekendheid halen en dan uitstappen. Dat brengt ploegen in de problemen, want de financiële basis van de profteams blijft erg beperkt. Als de hoofdsponsor afhaakt, stuikt het project in elkaar. Kijk wat er bij HTC-Highroad gebeurt, nochtans een succesvol team.
De echt grote bedrijven stappen niet in het wielrennen wegens de dopingverhalen. Zij vrezen terecht te komen in een aangebrande sport, die hun imago meer kwaad dan goed doet.
Frederix: Dat is aan het keren. Het wielrennen werd de laatste jaren properder, dankzij het bloedpaspoort en de volgehouden inspanningen van de UCI en de wedstrijdorganisatoren. Dat merk je onder meer aan de nivellering van de sport, wat de koersen trouwens ook weer veel spannender maakt. Een imago verander je natuurlijk niet van de ene dag op de andere, maar ik denk echt dat we de dopingstrijd aan het winnen zijn.
Wielrennen blijft een zeer goedkope sport, waar je met relatief kleine investeringen snel een grote naambekendheid verwerft. Voor elke euro die de Nationale Loterij erin stopt, genereren wij een marketingwaarde van drie en in een topjaar zelfs vijf euro. Bovendien is de absolute top nog betaalbaar.
Ik hoor dat het Belgisch voetbal 55 miljoen krijgt uit de tv-rechten en 75 miljoen heeft opgehaald op de transfermarkt. Dat is de helft van al het geld dat omgaat in het internationale topwielrennen. Ik herhaal: deze sport is spotgoedkoop. Van eind februari tot half oktober halen je logo en je naam bijna dagelijks de media. Nergens anders koop je voor die prijs zoveel visibiliteit.
Vlak voor de Tour de France werd Wim Vansevenant, een oud-renner die voor OmegaPharma-Lotto met de vips rondreed, gearresteerd met verboden voedingssupplementen. Hoe erg is de schade die zo’n verhaal aanricht?
Frederix: De ploeg zat de dag daarna samen met een groot bedrijf dat wou investeren in het wielrennen en prompt heeft afgehaakt. Die schade is dus erg groot. Wielrennen is een sport die door de journalisten met veel vuur gevolgd wordt. Een spijtig neveneffect is dat men de dopingproblematiek zeer breed uitsmeert.
Te breed?
Frederix: Als je vergelijkt met andere sporten wel. De dag na de affaire-Vansevenant werd een vroegere verzorger van BMC aangehouden. Dan staat er in de krant: dopingschandaal breidt uit. Terwijl er geen verband was tussen de twee en het in beide gevallen eigenlijk om een storm in een glas water ging.
En wat is de return wanneer het wel goed gaat? Als Philippe Gilbert Luik-Bastenaken-Luik wint, worden er dan de week daarna meer Lottoformulieren ingevuld?
Frederix: Uiteraard niet. Maar het cre-eert wel een positieve mood rond Lotto, wat op lange termijn onze naambekendheid en ons imago versterkt.
Sporteconoom Trudo Dejonghe vindt dat een overheidsbedrijf geen professionele wielerploeg moet sponsoren. Dat geld wordt beter besteed aan breedtesport. ‘Hoeveel jeugd kun je niet opleiden met het loon van Jurgen Van den Broeck?’ vraagt hij zich af.
Frederix: Als we enkel dat zouden doen, schoten we inderdaad tekort. Maar behalve de profploeg zijn er nog negentig andere wielerprojecten waarin we investeren. En we sponsoren de wielerbond, de Vlaamse wielerschool, het Bloso en zijn Waalse tegenhanger Adeps. Daar halen we niet of amper commerciële return uit, maar het hoort bij onze maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Als wij niet investeren in een Belgische topploeg, wordt de sport ook minder aantrekkelijk voor jongeren. Ze moeten kunnen dromen ooit zelf Jurgen Van den Broeck of Jelle Vanendert te worden. De top heeft een voorbeeldfunctie.
Ander citaat van dezelfde sporteconoom: ‘Al die zogenaamde viparrangementen op kosten van Lotto om al die zogenaamde BV’s in de Tour te laten rondrijden, dat is vooral politiek en persoonlijk belang.’
Frederix: Je stakeholders moeten zich betrokken voelen. Die vips zijn belangrijke mensen die we op dat moment tonen dat onze investering zin heeft. Kijk bij de Tour de France maar eens hoe populair de koers is en hoeveel Belgen die sport intens be-leven. Je hoeft maar twee minuten in een volgwagen te zitten om dat te beseffen.
Als die vips dan toch daar zijn, dan hebben we tegelijk de kans om te praten over andere zaken die de belangen van de Nationale Loterij dienen. Zo’n vipactie is goed besteed geld.
Lotto wil zich opwerpen als de vaandeldrager van het Belgische wielrennen. Hoe jammer is het dan dat de twee populairste Belgische coureurs, namelijk Tom Boonen en Philippe Gilbert, niet voor uw ploeg zullen rijden?
Frederix: Wat Gilbert betreft, is dat inderdaad ontzettend jammer, maar we hebben beslist dat we niet mee zouden stappen in een opbod. Ik begrijp zijn keuze. Die jongen heeft de top bereikt en kan nu in een groter project stappen en veel meer geld verdienen. Natuurlijk vertrekt hij dan. Hetzelfde gebeurt bij Anderlecht en Standard. Vroeg of laat moeten die Romelu Lukaku en Steven Defour laten gaan. Voor ons is belangrijk dat de fundamenten van ons wielerproject goed zitten, dat alles aanwezig is om de Philippe Gilbert van overmorgen op te leiden.
Tom Boonen is een ander verhaal. Een ontzettend populaire renner, maar hij is de laatste jaren te dikwijls met extrasportieve zaken negatief in het nieuws gekomen. Dat bezorgt hem een imago dat niet verenigbaar is met de waarden van de Nationale Loterij.
Zou u hem hebben ontslagen na die cocaïnezaak?
Frederix: We hadden niet anders gekund. Als overheidsbedrijf kun je niet aanvaarden dat je merk op die manier in het nieuws komt. De publieke opinie zou dat niet pikken. Ik geef toe dat de nieuwe Lottoploeg misschien een absolute toprenner mist, een naam die heel de wereld kent, maar wij hebben wel de ambitie om zulke renners te kweken. Na de lichting Boonen-Gilbert staat een heel talentvolle generatie klaar, en wij willen vermijden dat die talenten te vroeg als helper aan de slag moeten in een buitenlands team. De Lottoploeg wil die jongeren nu de kans geven om een zekere status te behalen, dan kunnen ze later nog naar het buitenland, eens ze volgroeid zijn. Ik denk aan Jürgen Roelandts of Jelle Vanendert. Sympathieke, onbesproken jongens die aansluiten bij ons imago en onze fans nog mooie tijden zullen bezorgen.
Bent u er zeker van dat die renners volgend jaar voor u zullen rijden? Daar schijnt discussie over te zijn, want alle lopende contracten van renners van het huidige OmegaPharma-Lotto zijn in het bezit van de holding van Coucke.
Frederix: Wij hebben enkel gesproken met renners die zeiden vrij te zijn voor 2012. En daarmee is wat mij betreft de kous af.
Dat Omega Pharma wegging, tot daar, maar had u verwacht dat Marc Coucke zich in de armen van Patrick Lefevere zou storten?
Frederix: Ik herinner mij een interview in februari in De Morgen, waarin dat al als mogelijkheid naar voren werd geschoven. Dus verrast ben ik niet. Zoals gezegd: OmegaPharma wou zijn sponsoring internationaliseren. Dan lijkt het mij niet abnormaal dat je dat doet met mensen die je vanuit de Belgische context kent.
Er werd, ook al in februari, gesuggereerd dat Patrick Lefevere uw cosponsor bij u heeft losgeweekt.
Frederix: Ik heb het zo niet aangevoeld. Maar in zakendoen zijn er altijd dubbele en soms zelfs driedubbele agenda’s. Het zou dus kunnen, wie zal het zeggen. We hebben zeven jaar mooi samengewerkt en ik denk niet dat de twee scheidende partners elkaar iets te verwijten hebben.
Vroeger was Quick Step de grote broer en het Lottoteam de underdog. Dat is dit jaar gekeerd, nu waren jullie duidelijk de dominante ploeg. U dreigt in 2012 wel terug naar af te gaan.
Frederix: Laten we volgend jaar afwachten, iedere koers moet gereden worden. Wij hebben een sterk project, vol jonge talenten die nog moeten ontbolsteren. Het Lottoteam zal de sympathieke challenger zijn en een ploeg die gebouwd wordt, niet gekocht. Of we veel gaan winnen, moet je altijd afwachten, maar ik denk dat het hoe dan ook een ploeg wordt waar de fans positief tegenover zullen staan.
Uw nieuwe project wordt Lotto-Ridley genoemd in de pers. Wordt dat ook de naam?
Frederix: Nee. Ridley is een belangrijke sponsor, maar geen titelsponsor.
U zoekt nog een cosponsor?
Frederix: Er zijn gesprekken aan de gang. Vanaf oktober wordt Lotto geherlanceerd en het is dus essentieel dat de ploeg maximaal het Lottomerk ondersteunt. Je kunt niet om het even welk merk daaraan koppelen. Dat was de laatste jaren ook een probleem met OmegaPharma, wat een merknaam is die vooral bij financiële journalisten en apothekers bekend moest worden. De seizoenen daarvoor schoof Marc Coucke zijn individuele merken naar voren en dat werkte beter. De link tussen de vitaminen van Davitamon en Lotto, daar kun je je iets bij voorstellen. Of met Silence, want er zullen ongetwijfeld Lotto-spelers bestaan die snurken.
En met de zwangerschapstest Predictor?
Frederix: Natuurlijk. Ook dat is een consumentenproduct dat zich in de leefwereld van onze klanten bevindt.
Gaat de Nationale Loterij alleen door als er geen cosponsor bij komt?
Frederix: Dat is een optie. Maar daar is nog niets over beslist.
Van hoeveel renners bent u momenteel zeker?
Frederix: Meer dan twintig.
Daar zijn maar een twaalftal namen van bekend.
Frederix: Dat is bewust. We hoeven niet iedere dag in de krant te staan met nieuwe transfers. We presenteren onze ploeg liever als een afgerond geheel.
Moet de nieuwe ploeg op WorldTour-niveau actief zijn?
Frederix: Aangezien Lotto enkel op de Belgische markt verkocht wordt en we de meeste grote koersen binnen België sponsoren, zou je kunnen redeneren: waar is dat WorldTourstatuut voor nodig? Ons team zou sowieso mogen starten in bijna alle koersen die voor ons publicitair belangrijk zijn. Maar van de andere kant vind ik wel dat je je niet mag afsluiten voor wat er buiten de grenzen gebeurt. En je moet onze Belgische talenten de kans gunnen om in de lastigste buitenlandse wedstrijden er-varing op te doen of zelfs te winnen. We hebben daarom een WorldTourlicentie aangevraagd. Begin december beslist de UCI daarover.
Lotto sponsort ook de Belgische wielerbond en de nationale ploeg. Wat verwacht u van het wereldkampioenschap in Kopenhagen, dat zondag plaatsvindt?
Frederix: Ik verwacht een verrassing. Want als iedereen zegt dat het een sprintersparcours is, dan loopt het dikwijls anders. Voor de meeste toprenners is het wel een uitzonderlijk zwaar seizoen geweest. Afwachten wie nog de jus heeft om in Kopenhagen het verschil te maken.
Als het een massasprint wordt, zal het waarschijnlijk niet voor de Belgen zijn. We missen topsprinters in België, een nieuwe Tom Steels zie ik momenteel niet. Dat kan een uitdaging voor ons wielerproject zijn: weer een topland worden voor spurters.
Philippe Gilbert heeft dit jaar de eendagskoersen gedomineerd. Hij zou de terechte wereldkampioen zijn.
Frederix: Als zijn voorbereiding goed is, dan valt Gilbert moeilijk te kloppen. Daar zagen we dit seizoen voorbeelden genoeg van. Vraag is hoe hij er mentaal en fysiek voor staat. Zondag weten we het.
DOOR JEF VAN BAELEN
‘Het imago van Tom Boonen is niet verenigbaar met de waarden van de Nationale Loterij.’