Elke Neuville leeft zonder maat en houdt niet van zeuren. Haar productiehuis De Chinezen heeft in korte tijd een uitstekende reputatie opgebouwd met oprechte reality-tv. Geen sinecure, in tijden van besparingen. ‘We blijven tot het uiterste gaan, ook al is het vet van de soep.’

De mediacarrière van Elke Neuville (34) schiet pijlsnel de hoogte in. Haar jongere zus Maaike maakt vooral furore voor de camera, zij (meestal) achter de schermen. Na haar studie sociale en politieke wetenschappen ging Elke aan de slag bij Het Laatste Nieuws. Op haar 23e kon ze bij Woestijnvis beginnen en werd ze redacteur en later eindredacteur van ‘het allerbeste programma dat ooit heeft bestaan’, Man Bijt Hond. In 2011, toen Woestijnvis bezig was met de overname van de zenders Vier en Vijf, richtte ze samen met Arnout Hauben en Mikhael Cops het productiehuis De Chinezen op. Dat maakt furore met humaninterestprogramma’s als People of Tomorrow en Ten Oorlog. Het voorbije jaar was Elke ook voor het eerst op het scherm te zien, in het schitterende Manneken Pis.

We hebben afgesproken in de Hungaria, een hippe keet vlak naast het hoofdkwartier van De Chinezen, aan de rand van Leuven. Ze gaat voor een klassieker: balletjes in tomatensaus en droge, witte wijn. ‘Dit is onze vaste refter. En hieronder is een café, waar we vaak met alle Chinezen samen uitgaan.’ In 2011 zijn ze begonnen met hun drieën, intussen werken er bij De Chinezen al 35 mensen. ‘Het wordt stilaan tijd om die groei te stoppen. Nu kunnen we nog allemaal samen op café en weet iedereen van iedereen wie een lief heeft en waar hij op vakantie is geweest. Als we met vijftig zijn, kan dat niet meer. Maar het voordeel is wel dat we nu taken kunnen uitbesteden. In het begin deden we alles met z’n drieën: elk idee bedenken, elke knoop doorhakken, samen in de montagecel kruipen… Nu kunnen we weer diep in onze eigen programma’s duiken, zonder die constante druk op onze schouders. Ik kan naar hartenlust mopjes en vragen verzinnen voor De Quiz van het Jaar, Arnout en Mik kunnen samen op pad voor Ten Oorlog II. Als dat niet meer kan, hoeft het niet meer. Ik wil nooit iemand worden die vanuit een bureautje projecten binnenhaalt.’

Wat was voor u het hoogtepunt van het afgelopen jaar?

ELKE NEUVILLE: Toch wel De Quiz van het Jaar, maar dat kan ook zijn omdat ik daar nu middenin zit. Het is onze eerste quiz en zelfs ons eerste studioprogramma, dus dat is best spannend. Maar we waren al een tijdje aan het denken dat het tijd werd voor iets nieuws. Het valt op hoe snel je een soort label krijgt als productiehuis. We wilden voorkomen dat de mensen zouden denken: ja, die Chinezen maken mooie human interest, maar heel spannend is dat niet. We weten wat we kunnen en wat we graag doen, maar dat is niet het einde van ons verhaal. In het voorjaar kwam Eén met een briefing: ze wilden graag een laatavondprogramma dat een beetje terugblikt op het afgelopen jaar, maar geen talkshow. Wij zijn daarop gesprongen, met het idee van een quiz. Het is allemaal toevallig gekomen, we hadden – en hebben – nooit een groot masterplan. We willen gewoon veel proberen. Nu hebben we al enkele opnamedagen achter de rug en de vibe zit goed.

Jullie staan bekend om jullie warme, authentieke programma’s. Daarmee spelen jullie perfect in op wat de kijker vandaag wil.

NEUVILLE: Als dat binnen een trend past, is dat mooi meegenomen. Maar ook dat is dan toeval. Ik wil gewoon programma’s maken die ik zelf mooi vind, zonder dat daar een hoger ideaal achter schuilt. We zijn geen wereldverbeteraars en ik geloof niet dat onze programma’s de wereld beter of mooier maken. Maar als mensen me vertellen dat ze geraakt waren door een personage, geeft dat een goed gevoel. Ik ben een onverbeterlijke optimist en focus in mijn werk dus ook graag op het positieve. Niet alles is prachtig en fantastisch, maar ik wil niet dat er dingen inzitten waarvan je weet dat ze, helemaal uit hun context gerukt, op YouTube zullen belanden.

De tijd van uitlach-reality is voorbij?

NEUVILLE: Geen idee. Ik moet toegeven dat ik vroeger ook weleens naar Temptation Island of Expeditie Robinson keek. Maar ik wist toen al dat ik dat nooit zou willen maken. Het woord reality heeft zo’n foute bijklank gekregen. Terwijl wat wij doen, eigenlijk échte reality is. Wij gebruiken geen scenario’s. Voor goede reality moet je gewoon je ogen openhouden en op het juiste moment de juiste vragen stellen. Soms zelfs maar één vraag. En het dan ook nog mooi monteren, achteraf.

Bent u niet bang dat mensen ook die ‘echte reality’ op een dag beu raken?

NEUVILLE: Dat zal niet snel gebeuren, denk ik. Al sinds het ontstaan van de mens leven wij van verhalen. Moppen, roddels, strips, YouTubefilmpjes: dat zijn allemaal verhalen. Al moet je wel altijd op zoek naar nieuwe vormen, want die raken mensen wel beu. Nu zijn we bezig met Afspraak in Rio, een programma dat dit voorjaar op tv komt. We volgen atleten die zich voorbereiden op de Olympische Spelen. Daar heb ik een onmetelijke bewondering voor: zij geven alles op, drie jaar lang, voor één of twee wedstrijden. Als die mislukken, zijn alle inspanningen voor niets geweest. Met zulke verhalen kun je een groot publiek aanspreken.

VoorPeople of Tomorrow, een programma over het muziekfestival Tomorrowland, was de missie duidelijk: Eén wilde vooral jonge kijkers winnen.

NEUVILLE: Meestal denken wij helemaal niet in doelgroepen of marketing. En ik geloof ook niet in ‘jong doen’. De camera wat scheef hangen, flitsend monteren, hippe muziek: daar trappen jongeren echt niet in. We hebben dus gewoon ons ding gedaan. Ik vond het vooral fijn dat de generatie van mijn vader me aansprak over dat programma. Zij dachten dat Tomorrowland plat geboenk was en stonden versteld van de mooie verhalen. Ik maak het liefst programma’s zoals de spellen van MB: voor mensen van 7 tot 77 jaar. En gelukkig was de VRT ook tevreden.

Begin dit jaar maakte u ook uw schermdebuut, als gezicht vanManneken Pis.

NEUVILLE: Ook dat was, zoals alles wat ik doe, ongepland.

Dat klinkt sympathiek. Maar is het ook echt waar?

NEUVILLE: Ja, absoluut. Ik weet niet wat ik volgend jaar ga doen, ik weiger om plannen te maken. Als je op voorhand paden uitstippelt, moet je die ook volgen. Terwijl ik nu veel meer opties heb. Al besef ik ook wel dat de komende jaren niet zomaar alles kan: als je net een productiehuis hebt opgericht, moet je niet een eethuisje gaan openen. Er zijn bepaalde krijtlijnen, maar daarbinnen kan heel veel. Als iemand naar ons komt met een leuk fictie-idee, wil ik daar meteen opspringen. Met dat schermdebuut ging het ook zo: we hadden al drie reporters – mijn zus, Linde Merckpoel en Dieter Coppens – en ineens kwam het idee van een vierde. Arnout vond dat ik dat moest doen. Dus ja, waarom niet. De kans krijgen om naar al die landen te reizen, zo veel mensen te ontmoeten, te slapen op plaatsen waar je normaal nooit zou belanden… Daar hoefde ik geen twee keer over na te denken.

Behalve programmamaker bent u, sinds de oprichting van De Chinezen, ook ondernemer. Hoe bevalt dat?

NEUVILLE: Eén ding weet ik intussen heel goed: dat ik daar het best zo ver mogelijk van wegblijf. Zakelijke opportuniteiten, efficiëntie, kosten besparen, ik heb daar nul talent voor. Mijn eigen boekhouding is een puinhoop, dus moet ik niet proberen om de slimste zakelijk leider te worden. Daarom hebben we Harald Hauben aan boord gehaald, de broer van Arnout. Hij is wél goed in de zakelijke kant.

Maar het moet toch anders voelen om ‘voor jezelf’ te werken?

NEUVILLE: Ik heb altijd graag hard gewerkt als ik ergens in geloofde, maar nu krijgt dat nog een andere dimensie. Als die eindejaarsquiz gesmaakt wordt, mogen we dat volgend jaar misschien nog eens doen, en dat is goed voor ons bedrijf. Dan doet het ook minder pijn om een paar maanden lang zestien uur per dag te werken, zeven op zeven. Maar er werken ook veel mensen bij ons in loondienst die zich volledig geven. Wij vragen heel veel van hen: lange dagen, betrokkenheid, samen op weekend gaan, frisse ideeën hebben. Het is tof om te zien dat ze dat opbrengen.’s Avonds extra uren kloppen, gewoon om die ene quizvraag een tikkeltje beter te krijgen: fantastisch toch? Als mensen zich goed voelen in een groep, ontstaat er een dynamiek waarmee je zotte dingen kunt doen.

Het doet wat denken aan de begindagen van Woestijnvis.

NEUVILLE: Die heb ik zelf niet meegemaakt, toen ik er ging werken, waren ze al met zestig. Maar de sfeer was nog altijd heel aangenaam en we hebben veel van die dingen meegenomen naar ons eigen bedrijf. Mensen veel vrijheid geven, bijvoorbeeld. Toen ik zelf nog bij Man Bijt Hond werkte, was ik vaak ook het losse kanon waar dingen uitkwamen waarvan de rest dacht: nooit meer. Maar af en toe was het raak. Het liefst van al zou De Chinezen een grote schuur willen zijn, waar iedereen zijn ideetjes mag komen uitproberen.

In De Tijdlazen we dat De Chinezen, ondanks de grote successen, dit jaar verlies heeft geboekt.

NEUVILLE: Tja, dat hoort erbij, vrees ik. Natuurlijk zou ik het erg jammer vinden om failliet te gaan. Maar iedereen die een eigen zaak opstart, weet dat je de eerste vijf jaar keihard moet knokken. Dat het zo hard zou zijn, wisten we gelukkig niet op voorhand. Maar ik wist wel dat je niet meteen miljonair wordt, als je een bedrijf uit de grond stampt. Al hoeft niemand zich zorgen te maken: we worden nog elke maand uitbetaald, we hoeven dit niet gratis te doen.

Toch ziet de toekomst er niet rooskleurig uit, met de zware besparingen bij de VRT.

NEUVILLE: Dat baart me wel wat zorgen. Op dit moment werken wij tegen hele scherpe prijzen, er zit geen vet meer aan. Het is keihard werken. Maar omdat wij in de eerste plaats makers zijn en geen ondernemers, gaan we toch tot het uiterste. Ik zou nooit een montagedag laten vallen omdat die niet binnen het budget past. Punt uit.

Er zijn een vijftigtal productiehuizen in Vlaanderen, misschien is dat gewoon te veel.

NEUVILLE: Dat heeft voor- en nadelen. Het is ongelofelijk hoeveel eigen content er wordt gemaakt voor zo’n kleine afzetmarkt. Zet op een willekeurige avond je televisie aan en je kunt heel veel Vlaamse programma’s zien. Terwijl veel andere landen worden overstelpt door buitenlandse programma’s. Maar er is ook een keerzijde. Je hebt al een productiehuis als je twee freelancers bij elkaar zet. Zulke kleintjes kunnen natuurlijk voor hele lage prijzen werken, terwijl wij 35 mensen moeten betalen. Als er echt een uitholling van de budgetten komt, dan kunnen wij niet meer meedoen. Ik hoop dat het niet in die richting evolueert. Maar dat gezegd zijnde: de sfeer tussen die productiehuizen onderling is eigenlijk best goed. Ik heb nog veel vrienden bij Woestijnvis, we gaan zelfs bij elkaars programma’s in het publiek zitten. De Slimste Mens Ter Wereld vind ik nog altijd een heel straf programma en ik ben blij dat ze zo veel kijkers halen, ook al staan ze nu pal tegenover onze quiz geprogrammeerd. Ook met Tom Lenaerts, die nu een eigen productiehuis opgericht heeft, spreek ik nog vaak af, hij heeft zelfs raad gegeven over onze quiz. We zitten echt niet allemaal in ons eigen hokje plannen te smeden om elkaar zo snel mogelijk kapot te maken. Iedereen supportert voor elkaar.

Iedereen die u kent, omschrijft u als het zonnetje in huis, een grote mensenvriend.

NEUVILLE: Ik ben heus niet altijd vrolijk, maar ik kan wel moeilijk om met gezeur. Als je aan het zeuren bent, los je niets op. Focus liever op het positieve. Er hangen geen kleffe spreuken boven mijn bed, maar ik probeer wel altijd voort te doen. Dat motiveert ook andere mensen. Wie wil er nu extra hard zijn best doen voor iemand die hem afsnauwt?

U hebt een donkere periode doorgemaakt toen uw moeder anderhalf jaar geleden is gestorven.

NEUVILLE: Nu begint het pas tot me door te dringen welke impact dat heeft gehad. Plots besef je dat je leven eindig is en dat je niet te veel tijd mag verliezen. Dat heeft me nog gesterkt in mijn overtuiging dat ik geen plannen wil maken. Laat alles open, dan gebeuren er dingen die je niet verwacht. Het zet de dingen ook in perspectief: met je kop in de krant komen, kijkcijfers, dat is allemaal niet belangrijk. Ik stelde me ook de vraag voor wie ik dit eigenlijk allemaal doe. Mijn moeder was de grootste fan van Maaike en mij. Toen ik een programma had afgewerkt, kon ik ineens niet meer blij zijn. Want ook al sprak iederéén erover, er was er altijd eentje die het niet had gezien. Wat voor zin had het dan? Gelukkig kon ik na een tijdje weer die knop omdraaien. Ik doe het ook voor mezelf, voor mijn vader, voor mijn omgeving.

Op uw 34ehebt u al heel veel bereikt.

NEUVILLE: Ik ben blij dat ik niet zomaar wat aan het aanmodderen ben, want daar ben ik iets te oud voor, vind ik. Ik ben trots op wat we bereikt hebben, maar ik heb niet het gevoel dat ik er ben. Ik probeer het leven te zien als een speelveld, waarop geregeld leuke dingen komen aanwaaien. Het kan nog alle kanten op.

Wat is de reden voor uw succes, denkt u?

NEUVILLE:Goesting. Als je ’s ochtends uit bed stapt en geen zin hebt in de dag, zal er niet veel lukken. Bovendien ben ik heel gulzig. Er staat geen enkele maat op. Als ik rook, rook ik twee pakjes per dag. Als ik op café ga, ga ik niet om halfelf naar huis. Dat kan soms heel vermoeiend zijn, zonder maat leven, maar mij helpt het vooruit.

Nog één vraag, omdat we allemaal gek zijn op lijstjes. Wat vond u dit jaar het beste programma dat niet uit de schuur van De Chinezen kwam?

NEUVILLE: Dat is een moeilijke. Hoewel ik graag tv kijk, heb ik dit jaar veel te weinig tijd gehad. Maar ik blijf een hele grote fan van De Ideale Wereld op Vier. Stiekem ben ik zelfs een beetje jaloers op dat programma. Ik weet hoe moeilijk het is om zoiets te maken: elke dag proberen om een nieuwe twist te vinden, een nieuw inzicht. Daar zit ontzettend veel talent bij elkaar. Het doet mij denken aan de manier van werken die ik ken van bij Man Bijt Hond en dat blijft voor mij het allerbeste programma dat ooit heeft bestaan en dat ooit zal bestaan. En verder vond ik de VTM-serie Amateurs ook heel goed, al is dat programma vreemd genoeg een beetje onder de radar gebleven.

En wat vond u het slechtste?

NEUVILLE: Nogmaals, ik heb zo weinig gezien dat er zeker geen tijd was voor slechte dingen. Trouwens, als tv-maker weet ik dat ook daar mensen heel hard aan gewerkt hebben. Ik zou het hautain vinden om daarover te oordelen. Ja, dat is een tsjevenantwoord, ik weet het. Goed dan: als er iets slecht was, dan kwam het zeker uit het buitenland.

DOOR STEFANIE VAN DEN BROECK, FOTO’S KAAT PYPE

‘Voor goede reality moet je gewoon je ogen openhouden en op het juiste moment de juiste vragen stellen.’

‘De camera wat scheef hangen, flitsend monteren, hippe muziek: daar trappen jongeren echt niet in.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content