Niemand durft nog een deadline op de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde te plakken. De Franstaligen willen niet mee, en de Vlamingen kunnen niet meer terug. Dat CD&V en de MR hun kartelpartners willen vasthouden, maakt het er niet makkelijker op.
Onverwijld. Ten laatste op 31 december. Halverwege januari. De splitsing van de federale kieskring en het gerechtelijke arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) is het afgelopen jaar meermaals in het vooruitzicht gesteld. Ondertussen zou een doorbraak voor de paasvakantie al een hele prestatie zijn, want de discrete gesprekken tussen Vlaamse en Franstalige partijen zitten vast. Als er geen compromis wordt gevonden vóór de Kamer aan de stemming toe is, zou de splitsing van BHV wel eens Nederlandstaligen tegen Franstaligen goedgekeurd kunnen worden. In dat geval kunnen de Franstaligen de alarmbelprocedure inroepen, en zo een einde maken aan Verhofstadt II. Lang niet iedereen in de Wetstraat vindt dat een afschrikwekkende gedachte, zolang BHV eerst opgelost wordt.
De splitsing van BHV is een oud zeer. Het arrondissement ligt zowel op het grondgebied van Vlaams-Brabant als op dat van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Doordat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tweetalig is, kan iedereen in de kieskring BHV zowel voor Vlaamse als voor Franstalige lijsten stemmen. Inwoners van Nederlandstalige gemeenten mogen dus een stem uitbrengen op een Franstalige lijst. Dat daar iets aan schort, probeert de Vlaamse Beweging de Franstaligen allang diets te maken. Na de provincialisering van de kieskringen in het voorjaar van 2004 lieten de burgemeesters van Halle-Vilvoorde, op die van de faciliteitengemeenten na, zich dan ook luid horen: hun arrondissement moest samen met Leuven in één volledig Nederlandstalige provinciale kieskring worden gegoten. Ook het Arbitragehof oordeelde dat de uitzonderingspositie van Vlaams-Brabant discriminatoir is, en gaf de federale regering tijd tot 2007 om daar een mouw aan te passen.
In het regeerakkoord van Verhofstadt II werd echter niet over BHV gerept. Dan maar onze partijgenoten in het parlement een wetsvoorstel laten indienen, dachten de verongelijkte burgemeesters. Ze dreigden zelfs de Europese verkiezingen van 13 juni 2004 te boycotten als hun voorstel tegen die tijd geen groen licht had gekregen. Een paar dagen voor de stembusgang betoogden ze in Halle samen met duizenden sympathisanten, onder wie Vlaams parlementslid Eric Van Rompuy (CD&V). ‘ Splitsen nu! was ons motto’, zegt Van Rompuy. ‘En we geloofden dat nog ook.’ Toenmalig Vlaams minister-president Bart Somers (VLD) en de partijvoorzitters van VLD, SP.A en Spirit versterkten die hoop een paar dagen later met de belofte de kieskring na de Vlaamse verkiezingen ‘onverwijld’ te splitsen. Dat engagement werd overgenomen in het Vlaamse regeerakkoord, en dus ook onderschreven door CD&V en N-VA. Meteen circuleerde 31 december 2004 als absolute deadline.
Pakt de mayonaise?
Net voor het jaareinde zag het ernaar uit dat het parlement eindelijk met de bespreking van de ondertussen twaalf wetsvoorstellen zou beginnen, maar dat was buiten de federale regering gerekend. Een maand uitstel vroeg minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (VLD), en hij kreeg die nog ook. De zeventien ministers uit de betrokken regeringen wilden ondertussen de weg proberen te effenen in een interministeriële conferentie. Halverwege januari zou een vertegenwoordiger van de federale regering verslag komen uitbrengen in het parlement, en zou de commissie Binnenlandse Zaken met de bespreking van de wetsvoorstellen kunnen beginnen. ‘Op 15 januari beginnen we er dus aan’, concludeerde CD&V-fractieleider Pieter De Crem. Dat 15 januari op een zaterdag valt, is niet de enige reden waarom hij wellicht ongelijk krijgt: de interministeriële conferentie is nog niet samengekomen. Niet omdat de excellenties te veel familiale verplichtingen hadden tijdens de eindejaarsfeesten, maar omdat de informele contacten met de Franstalige partijen de Vlaamse partijvoorzitters niet meteen hoopvol stemden. Volgens Kamervoorzitter Herman De Croo (VLD) staat dan ook nog niet vast wanneer de commissie aan BHV zal beginnen. ‘Natuurlijk kan de bespreking ook niet te lang uitblijven en zal het wellicht voor eind januari gebeuren’, zegt hij. ‘We gaan niet wachten op de eindconclusies van de interministeriële conferentie, maar we moeten natuurlijk wel weten of de mayonaise al dan niet pakt.’ Als die pakt, zal het parlement zich wellicht niet over de wetsvoorstellen moeten uitspreken, maar wel over een gloednieuw wetsontwerp.
Aan de Vlaamse partijen zal het alvast niet liggen. Zij willen allemaal hetzelfde: de splitsing van BHV, waartoe ze zich keer op keer publiekelijk hebben verbonden. Ook CD&V, dat op federaal niveau tot nader order oppositie voert, houdt zich koest. Niet alleen heeft de partij haar nek uitgestoken voor de splitsing, inbreken in de federale regering wordt ook pas aantrekkelijk als dat heikele dossier van de baan is. Voorlopig ziet het er ook niet naar uit dat kartelpartner N-VA zal opstappen omdat het allemaal te lang aansleept, zoals nogal wat Franstaligen verwachten. ‘De N-VA weet precies waar haar grens ligt’, luidt het bij CD&V. ‘Het zou dwaas zijn op te stappen omdat het niet snel genoeg gaat, en dat weten ze maar al te goed.’
Toch is het geduld van het Vlaams kartel niet eindeloos. Hoewel CD&V over BHV geen oppositie wil voeren, heeft de partij de boodschap van de jongste peilingen niet gemist: de kiezers zien haar op federaal niveau niet als een oppositiepartij, en dus riskeert CD&V voor de fouten van de meerderheid te worden gestraft. Eric Van Rompuy dreigde er al mee niet met de meerderheid mee te stemmen als het dossier na de krokusvakantie niet in een stroomversnelling komt, en daarmee wijkt hij niet zo veel af van de rest van zijn partij. ‘Wij willen dat de parlementaire afhandeling ten laatste halverwege februari begint. Ook als het overlegcomité geen gunstige resultaten boekt’, zegt Luc Van den Brande, specialist communautaire zaken van CD&V.
De prijszetting
Zoals CD&V kartelpartner N-VA niet kwijt wil, is de MR niet van plan om het FDF los te laten. Het zijn dan ook de Franstalige liberalen die zich het minst flexibel opstelden tijdens de informele contacten met de Vlaamse partijvoorzitters. ‘We vergeten vaak dat er ook in Franstalig België een radicalisering aan de gang is’, zegt een Vlaamse liberaal. ‘En het FDF, dat ook deel uitmaakt van de MR, blijft een anti-Vlaamse partij.’ De Franstalige liberalen moeten dus voorzichtig aftasten hoe rekbaar de grenzen van hun Mouvement Réformateur precies zijn.
Misschien wil PS-voorzitter Elio Di Rupo wel bemiddelen om zijn Vlaamse kameraden te helpen? Zelf zou hij immers niet zo zwaar tillen aan het hele dossier. Een tijd geleden stuurde hij zelfs signalen uit naar SP.A en CD&V dat ze het gerust tot een stemming over BHV mochten laten komen: de splitsing zou goedgekeurd worden, de regering zou vallen na de alarmbelprocedure en Di Rupo kon zijn intrek nemen in de Wetstraat 16. Maar eind december gooide onder meer de goedkeuring van de ‘rondzendbrief-Peeters’ door de Raad van State roet in het eten. Voor de Franstaligen betekent dat een uitholling van de taalfaciliteiten in de Brusselse rand, en dat maakt het hen wel heel moeilijk om toegevingen te doen op het vlak van BHV.
Dat de N-VA vorige week met twaalf vrachtwagens vol nepbiljetten de taalgrens overstak om de miljardentransfers naar Wallonië aan te klagen, heeft ook niet bepaald geholpen. Die actie neutraliseerde meteen Steve Stevaerts (SP.A) pogingen om zijn Franstalige vrienden ervan te overtuigen dat N-VA-voorman Bart De Wever niet de baarlijke duivel is. Of zoals MR-voorzitter Didier Reynders het achter gesloten deuren formuleerde: ‘Ik zou snel die kieskring moeten splitsen alleen maar omdat CD&V zijn kartelpartner niet kan bijhouden? Laat me niet lachen.’
Ondertussen zetten de burgemeesters van Halle-Vilvoorde hun queeste verder. Op 13 januari organiseren ze weer een Staten-Generaal van burgemeesters en schepenen uit hun arrondissement. Leo Peeters (SP.A), burgemeester van Kapelle-op-den-Bos, heeft alvast nieuwe moed gehaald uit de legitimatie van zijn beruchte rondzendbrief. ‘Aan Vlaamse kant is het nu haast voor iedereen onbespreekbaar om de rondzendbrief als pasmunt te gebruiken voor BHV’, zegt hij. Voor hem staat als een paal boven water dat er geen prijs kan worden betaald voor de splitsing. Peeters: ‘We moeten de Franstaligen voor eens en altijd duidelijk maken dat we niet meer vragen dan de correcte toepassing van de wet. Sinds wanneer moet daarvoor betaald worden?’
Dat de Vlamingen de splitsing zonder slag of stoot zullen binnenhalen, is echter ondenkbaar. Voorlopig heeft ook niemand zin om het dossier alsnog naar het Forum, dat op 19 januari samenkomt, door te sluizen. Dan zou het dossier-BHV, nadat het op de grote hoop van communautaire ruilcontracten is gegooid, wel eens heel duur verkocht kunnen worden. Zolang het dossier apart wordt behandeld, zijn alle ogen op de prijszetting gericht. ‘De kunst is niet om geen pasmunt te bieden, maar wel om dat onopvallend te doen’, zeggen ze bij de VLD. Dus niet met toegevingen van grote symbolische waarde, zoals de vooral voor CD&V onaanvaardbare betonnering van de faciliteiten voor Franstaligen in de Brusselse rand. ‘We moeten realistisch blijven’, zegt SP.A-voorzitter Steve Stevaert. ‘Wij Vlamingen willen één eis gerealiseerd zien, helemaal gratis én op onze manier. Dat is een beetje veel, hè. We zullen dan ook compromissen moeten sluiten over de modaliteiten van de splitsing.’ Die oefening kan maar slagen als alle partijen elkaar toestaan om onopvallend hun wonden te likken en ondertussen de grote overwinnaar te spelen.
Ann Peuteman