Het Kerenski-offensief van juli 1917 was de laatste poging van het Russische leger om de beloften tegenover de geallieerden na te komen. De Oktoberrevolutie was het resultaat.

Het plan van de Duitse onderminister van Buitenlandse Zaken Arthur Zimmerman was simpel en geniaal tegelijk. Zimmerman stelde voor om in Rusland een revolutie te organiseren om zo de tsaar tot een aparte vrede met Duitsland te dwingen. Zodra Rusland uit het geallieerde kamp was geweekt, kon Duitsland zijn militaire slagkracht concentreren op het westelijke front.

In 1915 al, het jaar dat Zimmerman zijn plan uitwerkte, had agent Alexander Helphand – ook bekend onder zijn pseudoniem Parvus – het eerste contact gelegd met Lenin, die toen al in Zwitsersland verbleef.

De oorlog met Duitsland was voor Rusland met een klinkende nederlaag begonnen: de slag bij Tannenberg in Oost-Pruisen (nu Stebark in Polen), waar de Duitse legeraanvoerders Paul von Hindenburg en Erich Ludendorff in augustus-september 1914 het 1e en 2e Russische leger verpletterden. Nauwelijks 10.000 van de 150.000 Russische soldaten konden ontkomen. De rest was gesneuveld of werd gevangengenomen. De Russische generaal Alexander Samsonov, aangegrepen door de omvang van het militaire debacle, had zelfmoord gepleegd. Na de overwinning bij Tannenberg was het front steeds oostelijker geschoven, tot het zich eind 1916 uitstrekte van net bezuiden de Baltische haven Riga tot onder de Donaumonding in Roemenië. In 1915 alleen al, tijdens de terugtocht uit Galicië, waren ongeveer 1 miljoen Russische soldaten in Duitse gevangenschap verdwenen. De overgrote meerderheid gaf zich vrijwillig over.

Begin 1917, wanneer de Franse legerchef Robert Nivelle zijn voorbereidingen treft voor diens moordende offensief bij de Chemin des Dames, storten in Rusland de economie en het tsaarregime compleet in elkaar. Nijpende voedseltekorten in Petrograd (Sint-Petersburg) leiden in februari-maart (volgens de Gregoriaanse kalender) tot een volksopstand. De opstand ontaardt in een revolutie nadat troepen weigeren op de opstandelingen te schieten en zich uiteindelijk bij hen aansluiten. Tsaar Nicolaas II, gedwongen door zijn legerstaf, doet op 15 maart troonsafstand. Zijn broer Michael begrijpt de uitzichtloosheid van de situatie en weigert de kroon. De Doema, het parlement, installeert een voorlopig bewind voorgezeten door George Lvov, een adellijke grootgrondbezitter geboren in Dresden. Hij zal later worden vervangen door minister van Oorlog Alexander Kerenski.

In een missive naar Londen bestempelt George Buchanan, de Engelse ambassadeur in Petrograd, het voorlopig bewind als ‘een macht zonder gezag’. Dat weten ze ook in de Berlijnse Wilhelmstrasse, waar het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken is gevestigd. Ze volgen daar de gebeurtenissen in Petrograd op de voet.

Zimmerman, intussen minister van Buitenlandse Zaken, acht de tijd nu rijp om zijn oude plan te reanimeren. Want de tijd dringt. In Berlijn zijn ze op de hoogte van het nakende Franse apriloffensief. Zimmerman weet intussen ook dat een Amerikaanse oorlogsverklaring aan Duitsland op komst is.

Via een Estse agent, Alexander Kesküla, gerekruteerd door Gisbert von Romberg, Duits zaakgelastigde in Bern, pompt Berlijn al geruime tijd geld in de bolsjewistische zaak. In ruil daarvoor bezorgt Kesküla aan zijn Duitse betaalheren kopieën van de vertrouwelijke rapporten die Lenin uit Rusland ontvangt. Ook Lenin, die nu in Zürich woont, is ongeduldig. De gebeurtenissen in Petrograd tonen aan dat Rusland rijp is voor de grote revolutie. Lenin verneemt echter dat het voorlopige bewind de oorlog tegen Duitsland wil voortzetten, ‘om de republiek te verdedigen’. Ook de bolsjewieken in het thuisland lijken dat voornemen te steunen. Daarom is het voor Lenin zaak om zo snel mogelijk in Rusland te raken. Maar de Engelsen weigeren hem en zijn compagnons elke doortocht.

Dan maar via Duitsland, laat Lenin aan zijn agenten weten. Dat hij riskeert bij zijn aankomst in Rusland meteen wegens hoogverraad te worden berecht, lijkt hem geen bezwaar.

NAAR FINLAND STATION

Een van zijn agenten, Jacob Fürstenberg alias Hanecki (een Poolse socialist met mistige connecties, die voor hem allerhande geheime klussen opknapt zoals het versassen van geheime fondsen), laat Lenin weten dat Berlijn bereid is hem en een groep medestanders een doortocht naar Rusland te verlenen.

Fritz Platten, secretaris van de Zwitserse socialistische partij, onderhandelt voor Lenin over de reisvoorwaarden met Gisbert von Romberg in Bern.

Op 5 april maakt de Duitse schatkist 5 miljoen goudmark over aan Parvus, ‘voor politieke doeleinden in Rusland’. Het geld wordt onder meer gebruikt om de bolsjewistische krant Pravda te financieren.

Vier dagen later, op maandag 9 april, verlaat Lenin Zürich, samen zijn vrouw Nadja Kroepskaya, zijn maîtresse Inessa Armand en een dertigtal mannen, vrouwen en kinderen.

‘Als een pestbacil’ – de omschrijving is van Winston Churchill -, in een verzegelde trein en onder militaire begeleiding wordt het revolutionaire gezelschap doorheen Duitsland gereden, richting Sassnitz aan de Baltische Zee. Vandaar gaat het eerst met de ferry naar Trelleborg, en dan weer met de trein naar Finland Station in Petrograd, waar Lenin en zijn gezelschap op 16 april arriveren. Op het westelijke front heeft Robert Nivelle net zijn apriloffensief ingezet.

Wanneer Lenin in Petrograd aankomt, heerst daar een schijn van heroplevend patriot- tisme. Maar aan het front hebben de bevelhebbers, van wie het gezag door soldatenraden wordt ondermijnd, alle moeite om de manschappen onder controle te houden. Het aantal deserties is niet te tellen. ‘De soldaten kiezen met hun voeten voor de vrede’, zegt Lenin. Terwijl Kerenski langs het front trekt om de troepen aan te moedigen, predikt Lenin de opstand tegen de vijand op het thuisfront die gevaarlijker is dan ‘die in de loopgrachten aan de overkant’.

Maar de Russische legerleiding wil het engagement tegenover de geallieerden nakomen en gelijktijdig met de grote doorbraakpogingen aan het westelijke front de druk op de Duitsers en de Oostenrijkers aan het oostelijke front opvoeren.

In juni 1917 volgt in Galicië, ter hoogte van Lemberg (nu Lviv in Oekraïne) de laatste Russische poging tot tegenaanval, een wanhoopspoging, onder leiding van generaal Alexei Brasilov.

Het Kerenski-offensief lijkt te zullen slagen. Want de tegenstand van de Oostenrijkse troepen, ook al door muiterijen aangetast, is lamentabel. Maar al snel stoot Brasilov op de Duitse verdedigingsmuur. Bij de eerste Duitse tegenactie kruimelt het Russische front snel uiteen. De Duitsers nemen Riga in en bedreigen meteen Petrograd.

Kerenski zal daarop Brasilov vervangen door Lavr Kornilov. Die wil opnieuw de doodstraf invoeren voor onwillige soldaten en alle fabrieken onder militair toezicht plaatsen. De generaal stuurt ook troepen naar Petrograd, om er de wanordelijkheden aan te pakken. Waarop Kerenski de bolsjewieken en de Rode Gardes ter hulp moet roepen tegen Kornilovs poging tot staatsgreep. Lenin antwoordt hem dat de 25.000 man die de bolsjewieken hebben gemobiliseerd bereid zijn te vechten tegen Kornilov maar niet voor Kerenski. Kornilovs troepen weigeren finaal diens bevelen op te volgen. Kerenski neemt daarop het opperbevel over het leger op zich. Maar de Sovjets, gecontroleerd door Lenin en zijn bolsjewieken, hebben Kerenski en diens coalitie van mensjewieken en sociaalrevolutionairen al in een houdgreep. In oktober zal Lenin definitief de macht grijpen en de Duitsers een wapenstilstand voorstellen. Begin 1918 – Rusland telt dan al 1,3 miljoen gesneuvelden – zullen de Duitsers hem dwingen de vrede van Brest-Litovsk te ondertekenen.

De Duitsers hebben dan al de beste delen van hun oostelijke legers overgebracht naar het westelijk front, waar ze in de zomer van 1918 de Keizerslag, het ultieme offensief, willen inzetten.

Het plan van Arthur Zimmerman heeft zijn uitwerking niet gemist. Maar voor Duitsland komt het resultaat ervan te laat.

BRONNEN: MICHAEL PEARSON, ‘THE SEALED TRAIN. JOURNEY TO A REVOLUTION. LENIN -1917’, MACMILLAN, LONDEN, 1975. JOHN KEEGAN, ‘DE EERSTE WERELDOORLOG, 1914-1918’, VAN HALEWIJCK, LEUVEN, 2000.

Volgende week: T.E. Lawrence in Akaba

DOOR rik van cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content