Jonathan Holslag
‘Als de boer voort wil ploegen, moet hij het huidige dode spoor verlaten’
De boer zit vast tussen ongeïnteresseerde klanten en striktere regels.
Terwijl ik vorige week door het landelijke Oorbeek rende, bedacht ik: waarom hebben zo weinig mensen binding met de boer terwijl de landbouw nog altijd ongeveer de helft van onze oppervlakte beslaat? Een tractor tufte voorbij. Witblauw runderen graasden onder de populieren. Hoeveel mensen zien zo’n beeld nog? Hoeveel kinderen ravotten nog op een boerderij?
De vervreemding van het platte- land schept een reëel probleem. Hoe minder stedelingen zich kunnen voorstellen wat landbouw inhoudt, hoe minder ze bereid zijn om een eerlijke prijs te betalen voor hun eten. Denk maar niet dat al die Nederlandse BoerBurgerBeweging-kiezers plotseling meer uitgeven aan hun boeren. Het is één ding om te roepen dat de boeren moeten blijven, het is een andere zaak om de boeren werkelijk te steunen.
We zitten in een vicieuze cirkel. De consument wil goedkoop eten. Dat drijft supermarkten naar steeds grotere boeren die steeds verder staan van de klant. Daardoor gaat de klant eten zien als een industrieel product. Supermarkten en hun leveranciers sluiten meer en meer contracten af met megaboerderijen. Die bevinden zich dan in pakweg Oost-Europa – want daar is ruimte.
De landbouwer zit vast tussen ongeïnteresseerde klanten en striktere regels. Bij gebrek aan binnenlandse afzet moet hij uitvoeren. Maar veel groeilanden geven hun eigen landbouw voorrang of zetten zelf een gigantische industriële landbouw op. In Oost-Azië bouwen ze varkensstallen van 26 verdiepingen en gigantische volautomatische kippenstallen. Onze tomatensauzen en vruchtensappen komen steeds vaker uit die regio.
Zelfs met de meest doeltreffende schaalvergroting kan onze landbouw die concurrentie niet winnen. Er is geen plaats en die schaalvergroting is ook niet houdbaar. Als onze landbouw wil overleven, moet hij de belangstelling van de consument heroveren. Landbouw moet opnieuw meer zichtbaar worden, de nabijheid van de stad opzoeken, de stad naar de boerderij halen – door schoolbezoeken en toerisme. Elke stad zou zijn stadsakker of stadsboerderij moeten hebben.
In een context van klimaatopwarming en razendsnelle bevolkingsgroei wordt voedsel het goud van deze eeuw. Boeren, supermarkten en consumenten moeten elkaar vinden in een pact voor een landbouw die duurzamer is, smaakvolle producten aflevert, minder afhangt van lange bevoorradingsketens naar onstabiele markten en beter bestand is tegen de grote klimaatveranderingen. Als de boer voort wil ploegen, moet hij het huidige dode spoor verlaten.