Geneeskrachtig voedsel? Haaranalyse? Slapend slank worden? Magneetbandjes? Sapkuren? Homeopathische stralen? Systemen om uw lichaam in balans te brengen? De handel in kwakzalverij is uitgegroeid tot een miljardenbusiness. Tussen de hardliners die het goed menen met de medemens, zitten veel charlatans die munt slaan uit angst. Want hoop is te koop.

‘In de oorlog is het net zoals in het leven’, zei Winston Churchill ooit. ‘Als de klassieke methodes falen, is het vaak noodzakelijk om voor het beste alternatief te kiezen. En dan zou het dom zijn om daar niet voluit voor te gaan.’ Goed dat Skepp, de Studiekring voor Kritische Evaluatie van Pseudowetenschap en het Paranormale (www.skepp.be) toen nog niet bestond. Dat volgt met argusogen de handel en wandel van alternatieve therapeuten.

Het hangt er natuurlijk maar van af wat je alternatief wilt noemen. In de Verenigde Staten zou ten minste 60 procent van de bevolking zijn toevlucht nemen tot alternatieve genezers, maar daar rekenen ze ‘voor iemand bidden’ ook tot de alternatieve therapieën. In Japan geven sommige studies 80 procent aan, maar daar horen ‘joggen’ en ‘gezond eten’ ook tot de alternatieve geneeswijzen.

Nee, dan hecht Wim Betz, huisarts en voorzitter van Skepp, meer geloof aan de Belgische cijfers van de nationale gezondheidsenquête, waarin onderzocht werd hoeveel mensen in de afgelopen twaalf maanden een homeopaat, osteopaat, acupuncturist of chiropractor hadden bezocht. In 1997 ging het om 8 procent van de Belgische bevolking. In 2001 was dat opgelopen tot 11 procent. De niet-conventionele geneeswijzen zitten dus in de lift, vooral de homeopathie (goed voor de helft van de Belgen die een alternatieve genezer bezoeken). Vrouwen doen vaker een beroep op alternatieve genezers dan mannen. Alleen de chiropractor krijgt meer mannelijke patiënten over de vloer. Het hoogste gebruik is terug te vinden in de leeftijdscategorie tussen de 35 en de 44 jaar. Naarmate de opleiding stijgt, maken meer mensen gebruik van alternatieve geneeskunst.

‘Op de vraag: “Hebt u ooit in uw leven een alternatieve therapeut bezocht?” antwoordt bijna iedereen bevestigend’, nuanceert Betz. ‘Vraagt men: “Hebt u in de laatste twaalf maanden een alternatieve therapeut bezocht?” of “Bent u van plan om dat in de toekomst te doen?”, dan wordt het aantal aanhangers steeds kleiner.’

Mensen die voor alternatieve behandelingen kiezen, blijken grootgebruikers. Ze maken gemiddeld tweemaal meer gebruik van de reguliere geneeskunde dan mensen die geen alternatieve therapeuten bezoeken. De redenen waarom ze naar alternatieve therapieën grijpen, zijn altijd dezelfde: hoofdpijn, spierpijn, slapeloosheid, zenuwachtigheid, stress, astma, eczeem… Chronische problemen waarop de klassieke geneeskunde geen goed antwoord heeft.

HOMEOPATHIE SCOORT

Homeopathie is met stip de populairste alternatieve geneeswijze in ons land. De homeopathische leer is gebaseerd op de theorie van de Duitse arts Samuel Hahnemann. Zijn leerboek uit 1811, de Materia Medica, bevat ettelijke edities later nog altijd alle wijsheden die een homeopaat nodig heeft om zijn kunst te beoefenen. Hahnemann testte bij zichzelf stoffen uit en ontdekte dat een substantie die bij een gezond mens symptomen uitlokt, diezelfde symptomen bij een ziek mens kan genezen. Die stoffen moeten dan wel in homeopathische bereidingen verdund en geschud worden, tot je oplossingen krijgt waar volgens de wetten van de scheikunde en de fysica helemaal niets meer in zit: concentraties ver beneden het zogenaamde getal van Avogadro. Geen nood, volgens de homeopaten onthouden de watermoleculen – het meest gebruikte oplosmiddel – in hun geheugen de informatie van de actieve stof. ‘Wat een flauwekul’, zegt Betz. ‘Watermoleculen dansen continu, in een watermassa zít geen geheugen.’

Toen werd vastgelegd aan welke criteria medicijnen moeten voldoen om erkend te worden binnen de Europese Unie, hebben de homeopaten iets bijzonders bekomen: van homeopathische middelen hoeft niet bewezen te worden dat ze werken. Vanuit de homeopatenlogica is dat ook logisch. De homeopathie heeft niet één middel voor één kwaal, zoals de klassieke allopathie. Mede daarom heeft de wetgever geoordeeld dat homeopathische medicijnen geen merknaam mogen vermelden, omdat namen meestal suggereren waar een product toe dient.

De Europese wet verbiedt ook dat producenten van homeopathische medicijnen indicaties vermelden. Er mag alleen opstaan wat erin zit. ‘Die Europese wet wordt flagrant omzeild’, aldus Betz. ‘De producenten van homeopathische producten geven boekjes uit waarin ziekten staan opgesomd van a tot z, met daarnaast het nummer van het middel dat moet worden toegediend. In hetzelfde boekje vind je ook een genummerde lijst met productnamen.’

In België worden homeopathische middelen hoofdzakelijk gefabriceerd door het Waalse Dolisos, de nummer twee op de wereldmarkt van homeopathische middelen. Dolisos fuseerde in 2005 met ’s werelds grootste homeopathiefabrikant, de Franse groep Boiron, die jaarlijks een omzet draait van 305,3 miljoen euro. Ook voor Boiron bestaat de hoofdactiviteit uit de ontwikkeling en productie van homeopathische middelen. De Laboratoires Boiron, ontstaan in Lyon, gingen sinds de jaren zeventig de internationale toer op en geven vandaag wereldwijd werk aan ongeveer 4000 mensen. De huidige ceo’s, Christian en Thierry Boiron, investeerden in 2006 zes miljoen euro in onderzoek en ontwikkeling van homeopathische middelen. ‘Niet om te bewijzen dat homeopathie werkt,’ benadrukken ze op hun website, ‘want dat weten we al 200 jaar. Wel om de mogelijkheden van de alternatieve middelen verder te exploreren.’

Naast de geneesmiddelen op voorschrift maakt de homeopathie ook gebruik van zelfhulpmiddelen. Homeopathische zelfhulpmiddelen zijn erg in trek, al zijn ze in tegenspraak met de homeopathische leer. Die leer verkondigt dat een product gekozen wordt op basis van persoonlijkheid en karakter. Een echte homeopaat analyseert eerst je karakter en dromen voordat hij een middel voorschrijft. Homeopathische zelfhulpmiddelen die je vrij in de apotheek kunt kopen, zijn daardoor per definitie boerenbedrog. Ze worden nochtans ook geproduceerd door dezelfde bedrijven.

DE ORDE KIJKT TOE

Wim Betz kwam ooit als huisarts bij de echtgenote van een kankerpatiënt die net overleden was. ‘De man was jaren alternatief behandeld en was pijnlijk aan zijn einde gekomen. Palliatieve zorg staat immers niet in het woordenboek van de alternatieve sector’, zegt hij. De alternatieve therapeut stond er bovendien op dat de vrouw ook haar kindje bij hem liet behandelen, anders zou het dezelfde weg opgaan. ‘Toen ging er een lichtje branden bij de vrouw, en ze verbrak elk contact met de therapeut, maar een klacht indienen wilde ze niet. Ze wou die lijdensweg niet opnieuw beleven.’

Zo vergaat het veel mensen die het slachtoffer worden van alternatieve therapieën. Uit een soort wanhoop zijn veel mensen vatbaar voor allerlei verhalen, en wanneer ze beseffen dat ze bekocht zijn, schamen ze zich. Waarom treedt de Orde van Artsen dan niet op? ‘De Orde kan enkel reageren in geval van klachten. Dat gebeurt, maar veel te weinig’, aldus Betz. ‘Onlangs werd in Antwerpen een homeopaat door de Orde veroordeeld omdat hij een man met klinische tekens van prostaatkanker homeopathisch behandeld had – met water dus. De patiënt diende een klacht in omdat hij schade heeft geleden.’

Marcel Colla, de minister van Volksgezondheid die in de jaren negentig de flippo’s uit de chipszakjes haalde, voerde tijdens zijn ambtstermijn een verbeten strijd om de populairste alternatieve geneeswijzen – homeopathie, acupunctuur, osteopathie en chiropraxie – officieel te laten erkennen. Zijn uitgangspunt was zeker niet slecht: hij vond het tijd om het kaf van het koren te scheiden, en de ernstige therapeuten te beschermen middels een vorm van erkenning. Helaas maakte Colla niet duidelijk wat er met het kaf moest gebeuren. Zijn wetsvoorstel van 1997 stipuleerde dat de vier ‘erkende’ alternatieve therapieën hun zorgverstrekkers zouden verenigen in vier beroepsverenigingen. Die zouden toezien op een aantal kwaliteitscriteria van hun leer en leden. Er zouden ook commissies worden opgericht waarin alternatieve genezers zitting hebben naast klassieke artsen, die de alternatieven in goede banen moesten houden en een zekere controle konden uitoefenen.

Het voorstel is nooit in de praktijk gebracht. Er zijn wel verenigingen gesticht, maar er werd nooit of maar gedeeltelijk geevalueerd of de leden van die verenigingen aan bepaalde criteria (opleiding, kwaliteitscontrole enzovoort) voldoen. Toch is er nog altijd vraag naar regulering vanuit de harde kernen: de alternatieve artsen die echt begaan zijn met hun therapie. Maar die hardliners verliezen stilaan terrein. Er zit nog steeds heel veel kaf tussen het koren.

De alternatieve sector reageert altijd met dezelfde dooddoener op het wetenschappelijk onderzoek: ‘Als de wetenschap er niet in slaagt te bewijzen dat onze therapie werkt, dan is er iets mis met de wetenschap.’ Adepten van de alternatieve sector hechten meer geloof aan getuigenissen dan aan wetenschappelijke studies. ‘Ze kennen allemaal wel een kind met veelvuldige oorontstekingen en herhaalde antibioticakuren dat dankzij een homeopathisch pilletje geen problemen meer had’, aldus Betz. De professor is niet zo snel onder de indruk. ‘Een vergelijkend wetenschappelijk onderzoek bij kinderen met herhaalde oorontstekingen toont aan dat er geen enkel verschil is tussen een placebo en dat pilletje. Als je wat geduld oefent, verdwijnt het vanzelf.’

DOOR MARLEEN FINOULST

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content