Meer Vlaanderen én een duurzaam België? Moet perfect kunnen, sterker nog: het is noodzakelijk. Dat vindt baron Paul Buysse, in deze eerste aflevering van onze serie Gesprekken over België. ‘Het federale niveau moet blijven als een koepel, zoals in ondernemingen: één holding met verschillende divisies.’

Hij is nog een echte Belg. Die daar onbeschroomd voor uitkomt, bovendien. ‘Ik ben er trots op Belg te zijn’, zegt hij. ‘Maar hoeveel mensen durven dat nog te zeggen? Het fatalisme over dit land wordt almaar groter. En dat is jammer. Er zijn te weinig grote Belgen, figuren met enig gewicht die zich uiten als Belg. De koning uiteraard nog wel, maar verder?’

Hij zélf, natuurlijk. Paul Buysse is een man met enig gewicht. Hij heeft een lange en bijzonder succesvolle carrière achter de rug bij verschillende multinationals. Hij is vandaag voorzitter van Bekaert, een van de belangrijkste Belgische industriereuzen. Hij is vriend aan huis in Laken. Vooral zijn relatie met kroonprins Filip is uitstekend, mede omdat Buysse tien jaar aan het hoofd heeft gestaan van het Prins Filipfonds. Sinds 1993 is hij baron, een titel die hij met genoegen draagt.

Baron Buysse (65), die samen met een aantal andere captains of industry vorige week snel een begroting vroeg aan premier Yves Leterme, kent iedereen van betekenis. En omgekeerd. Hij is, zeggen kenners, niet de man die netwerkt, hij is de man die netwerken bouwt. Zo riep hij in 1983 het Nieuw Economisch Appel in het leven, een select genootschap waar ondernemers en andere prominenten elkaar zeven keer per jaar treffen – onlangs ging Elio Di Rupo er nog op bezoek.

Als Buysse spreekt, wordt er geluisterd. ‘Maar ik spreek uitsluitend in eigen naam’, zegt hij. ‘Ik wil geen politieke statements maken. Ik heb een grote neutraliteit en ik wens die te behouden. Maar we moeten nu heel snel van die onzekerheid af. Een bedrijf heeft leiderschap nodig. Na zes maanden zonder leiderschap dreigt het bedrijf te gaan zwalpen. En dat begint nog vrij kalmpjes, maar algauw slaat het tegen de kaaimuur, en dan komen de kapers, en dan is het afgelopen. Het moet nu stilaan écht gaan gebeuren.’

Los van de huidige crisis: wat zegt u als buitenlanders u vragen wat België is?

Paul Buysse: Het gebeurt vaker dan u denkt, dat mensen mij dat vragen. En dan zeg ik dat België een klein en aantrekkelijk koninkrijk is in het hart van Europa. Dat België er dankzij zijn afkeer van extremen, en dankzij zijn diplomatieke talenten, in geslaagd is om de grote instellingen naar zijn hoofdstad te halen. Dat België een belangrijke internationale rol speelt.

Is België een sterk merk?

Buysse: In ieder geval. Dat is net een van de problemen die we vandaag hebben. Vlaanderen is op dit moment nog een zwak merk, en toch zouden we alles op alles moeten zetten om internationaal te kunnen blijven meespelen. Ik reis zeer veel, en ik bekijk dat heel sterk vanuit een internationale invalshoek. China heeft op dit moment bijna drieduizend triljard dollar te besteden. Dat geld gaat ooit ergens opduiken. En wij moeten er alles aan doen om dat naar hier te halen. Het is al voor een stuk hier. Mensen realiseren zich dat misschien nog niet, maar Volvo heeft een Chinese aandeelhouder, Geely. De eerste stappen zijn gezet, maar er is nog veel werk aan de winkel. De uitdaging zal er dus in bestaan om België gedeeltelijk te ontmantelen, wat momenteel volop aan het gebeuren is, zonder het merk te laten vallen.

Kan Vlaanderen niet een even sterk merk worden?

Buysse: Dat zal erg lang duren. Ik spreek in China zelden over Vlaanderen, en dat heeft niets te maken met een gebrek aan Vlaamsgezindheid. Integendeel, iedereen weet dat ik zeer veel voor Vlaanderen heb gedaan. Maar ik ben realistisch. Als de Vlaamse minister-president naar China gaat, wordt hij op een laag niveau ontvangen, omdat Vlaanderen vandaag voor de doorsnee Chinees weinig of niets betekent. Als de koning op staatsbezoek gaat, wordt hij op het allerhoogste niveau ontvangen. Dan staat de voltallige Chinese regering op het bordes en komt de president hem persoonlijk verwelkomen. Inclusief kanonnen en klaroengeschal. De koning van een landje van tien miljoen inwoners in een land met een miljard vierhonderd miljoen inwoners. In feite is dat hallucinant.

Ons land stelt meer voor dan je op papier zou verwachten?

Buysse: In ieder geval. Onze reputatie overstijgt ons soortelijk gewicht. Als België een bedrijf was, zou ik het meteen kopen. Maar ik zou het dan ook zo snel mogelijk herlanceren. Want dat is dringend nodig. Wie lanceert België vandaag nog? Wie zorgt ervoor dat onze driekleur met respect wordt bejegend? Waar hangt die driekleur nog vandaag, behalve die paar natte dweilen die je aan sommige façades in Brussel ziet hangen? Men is tegenwoordig bang om te zeggen: ‘Ik ben een Belg.’ Ik niet, ik zeg dat met fierheid.

Als het een bedrijf was, zou u het kopen, zegt u. Is België een bedrijf in moeilijkheden?

Buysse: Dat is een moeilijke vraag. Als je dat zegt, krijg je meteen alle analisten en bankiers over je heen. Laat ik het zo formuleren: België is een bedrijf dat dringend geherstructureerd moet worden. De provincies hebben in ons land bijvoorbeeld geen enkel nut meer, dat geven zelfs gouverneurs binnenskamers toe. Alles moet veel efficiënter. Het beste voorbeeld is onze administratie. Bedrijven worden uit België weggejaagd door de administratie. Probeer maar eens een kleine verbouwing te organiseren. Dat is echt onvoorstelbaar, in vergelijking daarmee was Kafka een fluitspelende Don Juan. Wat mij in ons land zo adembenemend stoort, is dat de politiek niet durft te beginnen aan die duizenden kleine en grote projecten waarvan iedereen weet dat ze aangepakt moeten worden. Door de druk van de democratie, door de angst om niet meer verkozen te worden, laat men veel zaken op hun beloop.

Is dat een typisch Belgisch probleem?

Buysse: Dat politici alleen op korte termijn denken, zie je vandaag in de meeste Europese landen. Ze zijn allemaal in hetzelfde bedje ziek. Men moet voortdurend opboksen tegen de politieke tijdelijkheid. Men durft niets te doen wat onpopulair zou kunnen zijn, omdat men vreest nooit meer verkozen te zullen worden. Democratie is een eigenaardig gegeven. Uiteraard is er geen beter systeem denkbaar, en uiteraard koesteren we het allemaal. Maar af en toe moet je de vraag durven te stellen of een teveel aan democratie onze welvaart niet in gevaar brengt. Kan de democratie zichzelf vernietigen? Ja, dus. Daarvan kent de geschiedenis toch een aantal voorbeelden.

Is België nog altijd een voorbeeld voor Europa, zoals men vroeger altijd beweerde?

Buysse: Met die uitspraak heb ik moeite. Op dit ogenblik geven we zeker niet het goede voorbeeld. Ik weet wel dat België altijd is bestempeld als hét prototype van een land waar consensusgeleide onderhandelingen altijd tot een oplossing leiden. Welnu, ik vrees dat dat een mythe is. Het resultaat van de onderhandelingen over de staatshervorming is in dit land altijd een wangedrocht geweest. Nooit heeft men voor een duidelijke oplossing gekozen. Denk aan de faciliteiten, aan B-H-V… Men wist altijd op voorhand dat men moeilijkheden zou krijgen.

Is het land mismeesterd door mensen zoals Jean-Luc Dehaene en Wilfried Martens?

Buysse: Daar durf ik geen oordeel over te geven. Maar elke staatshervorming is de voedingsbodem geweest voor nieuwe problemen, dat wel. En dat bedroeft mij enorm. Omdat wij in een land leven waar de mensen met elkaar in feite geen enkel probleem hebben. Een Vlaming staat dichter bij een Waal dan bij een Nederlander, geloof me.

Is dat zo?

Buysse: Daar ben ik rotsvast van overtuigd. En een Waal staat dichter bij een Vlaming dan bij een Parijzenaar die hem met groot misprijzen bekijkt en lacht met zijn gekke taal en schabouwelijke accent. Laat België dan al een artificiële constructie zijn, een land dat werd gecreëerd als buffer tussen Frankrijk, Duitsland en Engeland – toch hebben wij in dit land ondertussen veel met elkaar gemeen. Niettemin kent men elkaar steeds minder goed, en heerst er vandaag een enorm fatalisme over de toekomst van België, alsof het land onvermijdelijk zal moeten verdwijnen.

Is dat dan niet zo? Hoe verzoent u die steeds voortschrijdende staatshervorming met het voortbestaan van België?

Buysse: Dat is perfect met elkaar te verzoenen. Het is perfect mogelijk om het land te hervormen, het beter te structureren, zonder het te doen verdwijnen. België is een soort koepel, een holding zeg maar, zoals je die in ondernemingen hebt: verschillende divisies onder één holding. Die holding kan voor een soort coördinatie tussen de regio’s zorgen, zodat conflicten niet uit de hand lopen. En die holding kan gebruikt worden om ons te profileren op het internationale forum. De entiteit België heeft een zekere luister waar je bij internationale contacten je voordeel mee kunt doen. Die zullen we de komende decennia nog nodig hebben als we de economische tsunami die op ons afkomt in goede banen willen leiden.

Zal dat holdingniveau niet vervangen worden door Europa, zodat België op termijn overbodig wordt? Dat is de N-VA-redenering.

Buysse: Wij hebben dat Belgische holdingniveau nodig om twee redenen. Ten eerste omdat het bestaat en we het onmiddellijk (knipt met de vingers) kunnen inzetten. We moeten het efficiënter maken, we moeten veeleisender zijn, dat allemaal wel. Maar het is er nu en we hebben het vandáág nodig. Ten tweede, wat Europa betreft. Ik wil wel, hoor. Maar als ik zie hoe de invloed van kleine regio’s op de besluitvorming de afgelopen tien jaar is afgenomen, en als ik dat projecteer naar de volgende tien jaar, dan is onze invloed in Europa straks maar een heel mager beestje. Dat zou ik graag tegen de N-VA zeggen: natuurlijk hopen we allemaal dat we ooit de Verenigde Staten van Europa zullen zijn, maar hou er rekening mee dat dat nog niet voor morgen is. Laat de bevolking dan ook niet in de waan dat het gemakkelijk zal zijn om het Belgische niveau weg te schuiven en te zeggen dat we voortaan Europeanen zijn.

Als u de Belgische holding wilt behouden, bent u dan voor de invoering van een federale kieskring?

Buysse: Uiteraard. Ik wil mij niet uitspreken over de technische details, maar Vlamingen moeten voor Elio Di Rupo kunnen stemmen, en Walen voor Bart De Wever. Zeker mensen die in aanmerking komen om eerste minister te worden, moeten in het hele land verkiesbaar zijn. Het volk moet zijn leiders kunnen kiezen, dat is de kern van de democratie. Los daarvan is het een niet te stelpen evolutie dat er steeds meer bevoegdheden naar de regio’s zullen komen. Dat is ook goed, denk ik, en nuttig. Daarvoor zie ik geen alternatief. De bobslee waarin we zitten is al te hard aan het versnellen om dat proces nog te kunnen terugdraaien.

Vormen de transfers van Vlaanderen naar Wallonië het grote probleem?

Buysse: Er is een groot onevenwicht dat niet kan blijven bestaan, dat is duidelijk. Op een aantal probleemdossiers – zoals werkloosheid, bijvoorbeeld – is de aanpak aan beide kanten van de taalgrens te verschillend. In Vlaanderen leeft terecht de vraag hoe lang wij dat nog gaan blijven financieren. Dat wil niet zeggen dat je alles moet splitsen. Van een gesplitste justitie zie ik het nut niet in. Ook Buitenlandse Zaken en het leger moet je gemeenschappelijk houden. We moeten alles grondig hertekenen, maar met behoud van de holding België. Ook de Vlaams-nationalisten zouden met het voortbestaan van die holding geen problemen mogen hebben. Bij het verdwijnen van België is niemand gebaat.

Is Vlaanderen een beetje vadsig aan het worden?

Buysse: Nee, vadsig niet, want er wordt hier hard gewerkt, er worden hier schitterende dingen gedaan. Maar we dreigen wel zelfingenomen te worden. En dat moet er dringend uit. We moeten ons beter voorbereiden op een uitdagende toekomst.

Zijn we te rijk geworden, misschien?

Buysse: Maar ja! Absoluut! We zijn te welvarend geworden. En dat vinden we vanzelfsprekend. Terwijl het dat niet is. Het ergste vind ik nog al die mensen die op zondagmiddag naar de meubelmagazijnen rijden. Niet omdat ze meubels nodig hebben, maar om de tijd te verdrijven. Dan denk ik: Allez Vlaanderen, godverdorie! Ik houd geen discours tégen Vlaanderen, integendeel. Ik ben altijd een Vlaming geweest. Ik heb begin de jaren zestig de Jong Vlaamse Studentenvereniging gesticht. Ik heb de Antwerpse Kamer van Koophandel nieuw leven ingeblazen. Ik heb met gewezen Vlaams minister-president Luc Van den Brande onderhandeld over de eerste Scheldeverdieping. Ik heb mee mijn handtekening gezet onder de oprichting van Telenet. Ik heb persoonlijk altijd veel in Vlaanderen geïnvesteerd.

Van welk Vlaanderen droomt u dan?

Buysse: Ik ben een prachtig boek aan het lezen: Vreemde ogen van Joey De Keyser, over de Zuidelijke Nederlanden in de vijftiende en zestiende eeuw. Die periode zou een benchmark moeten worden voor vandaag, het voorbeeld waar we ons aan moeten spiegelen. Wij moeten hier de marktplaats worden waar de internationale handelsstromen passeren, waar de financiële transacties gebeuren. Wij moeten klaar staan als de Chinezen een toegangspoort naar de Europese markt zoeken. Wij kunnen dat begeleiden, financieel, commercieel, logistiek. Wij kunnen daar een succesverhaal van maken. Mocht ik vijftig jaar jonger zijn, ik zou daar mijn ambitie van maken. Maar ik zou het Belgische niveau daar mee voor gebruiken. En ik zou mij, net zoals nu, verzetten tegen het steriele debat tussen Vlamingen en Walen.

Is het geen rationeel debat?

Buysse: Vaak niet, en dat betreur ik. Als ik de lezersbrieven in de populaire pers zie, ben ik soms bang voor de verzuurde oogkleppen die Vlaanderen zichzelf aan het aannaaien is. Alstublieft mensen, laten we de zaken toch op een positieve manier blijven bekijken!

Groeit dat negativisme ook bij ondernemers?

Buysse: Bij ondernemers beginnen de antipolitieke gevoelens sterk te worden. Ik zou willen voorstellen dat men daar ook rekening mee houdt bij het vormen van regeringen. Dat men eindelijk een compromis maakt. Perfect zal dat nooit zijn, maar het moet er nu wel snel komen. Ik stel ook voor dat men bij het samenstellen van een regering kiest voor ministers die ontzag afdwingen. Want hebben wij nog voldoende van dat soort mensen in huis?

Dat is een retorische vraag, neem ik aan?

Buysse: Ik ga geen namen noemen, maar van sommige politici vraag ik mij zelfs af of ik ze in een bedrijf wel in dienst zou durven te nemen. Ik hou mijn hart soms vast. Er zitten nog grote talenten in de politiek, uiteraard. Maar we moeten toch weer meer echt getalenteerde jongeren warm maken voor dat vak.

Politici worden wel verkozen. Een koning niet. Toch verdedigt u de monarchie.

Buysse: Koning word je nu eenmaal van vader op zoon, dat is al een eeuwenoude traditie. Die mensen worden van jongs af opgevoed om een bepaalde rol te spelen. En ik kan u verzekeren dat de president van de republiek Vlaanderen vandaag in het buitenland minder ontzag zou afdwingen dan de koning der Belgen.

Is een republiek toch niet te verkiezen, op rationele gronden? Een monarchie is toch niet meer van deze tijd?

Buysse: De vraag is gewettigd. En de antwoorden zijn bekend. Ik heb de berekening nooit gemaakt, maar ik heb al vaak gelezen dat een koningshuis minder duur is dan een republiek. Maar laat dat nog totaal onbelangrijk zijn. Het belangrijkste is dat de koning gezag uitstraalt. Herinner u de problemen die toenmalig premier Jean-Luc Dehaene had op het hoogtepunt van de affaire-Dutroux: de regering slaagde er niet in om de bevolking op een behoorlijke manier tot rust te brengen. Toen heeft koning Albert beslist om een rondetafel te organiseren. En dat heeft een enorm zaligmakend effect gehad op de sfeer in het land. We zullen de koning ook altijd nodig hebben om gesprekken over de staatshervorming te faciliteren. We zullen altijd problemen hebben, en dus moeten we altijd een beroep kunnen doen op wat men in het bedrijfsleven een facilitator noemt, een arbiter. En in de zakenwereld weet men: hoe hoger de status van de arbiter, hoe makkelijker het probleem wordt opgelost.

Dat blijkt vandaag niet echt.

Buysse: Dat ligt niet aan de koning. De koning speelt zijn rol perfect. Men zou over de monarchie moeten kunnen discussiëren zonder te vervallen in emoties, los van afkeer of bewondering, los van koekendozen en van sentiment. Men moet kijken naar de bijdrage die een monarchie kan leveren aan onze welvaart.

Begrijpt u dat sommige mensen hun hart vasthouden voor de dag dat prins Filip het roer overneemt van zijn vader?

Buysse: Ik heb tien jaar lang nauw samengewerkt met prins Filip. Ik heb hem in veel verschillende omstandigheden gezien. Ook in moeilijke en fysiek bijzonder afmattende omstandigheden. Ik ken zijn honger om kennis op te doen, om mensen te ontmoeten. Ik ken zijn eerlijkheid. De tijd zal het uitwijzen, maar de basis is uitermate goed. Hij is er al een paar jaar volledig klaar voor.

Zal hij zich kunnen schikken in zijn rol? Sommigen vrezen dat hij meer op Boudewijn zal lijken dan op zijn vader. Dat hij wel eens problemen zou kunnen veroorzaken.

Buysse: De zogenaamde incidenten die er tot dusver zijn geweest, werden altijd enorm opgeblazen. Neem nu die keer dat hij zei dat mensen die het land willen vernietigen hem op zijn weg zullen vinden. Ik was erbij toen hij dat zei. En hij bedoelde gewoon dat hij alles zal doen wat in zijn macht ligt om het land erbovenop te houden. Dat is de echte zin van zijn taak als kroonprins. Maar van zo’n futiliteit maakt men dan een schandaal. Daar zet ik mij tegen af.

Maar dreigt hij niet, zoals koning Boudewijn bij de ondertekening van de abortuswet bijvoorbeeld, een beetje dwars te zullen liggen?

Buysse: De rol die koning Boudewijn gespeeld heeft bij de abortuswet, was perfect in orde. Daar heeft men toen een uitstekende oplossing voor gevonden, waar niets mis mee was. Daar heb ik dus geen probleem mee. Hoewel mijn filosofische overtuiging niet samenvalt met die van wijlen koning Boudewijn, en zonder dat ik met blind enthousiasme het koningshuis wil verdedigen. Als het wettelijk was, was het oké. En dat wás het. Luister, die mensen moeten al zoveel van hun persoonlijkheid wegcijferen, dat ik goed begrijp dat daar voor Boudewijn de grens lag. Mensen die een beetje diepgang hebben, kun je nu eenmaal niet zomaar om het even wat laten doen.

Boudewijn heeft u in 1993 in de adelstand verheven. Wat doet dat met een mens?

Buysse: Ik hoop niet te veel. De enige vraag is of je die titel aanvaardt of niet. Bij mij is het simpel. Ik heb die titel aanvaard, en ik draag hem ook. Omdat ik dat zie als een oprecht teken van erkenning door een aantal mensen die vinden dat ik dat verdien door mijn persoonlijke inspanningen en bijdragen tot een betere maatschappij. Dat maakt mij nog meer bewust van het feit dat ik een voorbeeldfunctie heb. Het betekent dat ik mij nooit kan laten verleiden tot dingen die mogelijkerwijze op een negatieve manier zouden kunnen worden geïnterpreteerd. Alles wat ik doe, wil ik op een zo perfect mogelijke manier doen.

Waar komt uw motivatie vandaan?

Buysse: Ik heb een aantal seconden in dit leven te mijner beschikking gekregen en ik vind het mijn roeping om dienstbaar te zijn aan mijn gemeenschap. Dat kan naïef klinken, maar zo voel ik dat aan. Weet u wat mijn grote droom is? Een open haard met daaromheen een aantal mensen die het goed menen met de bevolking, uit de vakbonden, het patronaat, de politiek – mensen die onder het genot van een goed glas wijn regelmatig met elkaar debatteren en onderhandelen over hoe we onze natie kunnen klaarmaken voor morgen. Maar ook daadwerkelijk ons land hertekenen voor een nieuwe toekomst.

Is dat wel zo democratisch, onderhandelen in achterkamertjes?

Buysse: We zouden geen staatsgreep voorbereiden, hoor. En we gaan ook niet, zoals vroeger in Poupehan, samen eten en samen naar de mis en samen wandelen. Zo ver hoeft het allemaal niet te gaan. Nee, ik vind dat we nood hebben aan een groot debat op niveau tussen mensen met openheid van geest. Ik zie dat debat op dit moment niet. Er is te weinig discussie.

Heeft de politiek u ooit geroepen?

Buysse: Ja, van politieke belangstelling heb ik nooit te klagen gehad. Maar het is een andere stiel. Ik zou dat niet kunnen, denk ik. Ik zou het er moeilijk mee hebben dat oplossingen waarvan iedereen beseft dat ze juist zijn, toch politiek niet haalbaar zijn.

Dat is vermoedelijk het geval met uw pleidooi voor de holding België.

Buysse: Wij kunnen een erfenis van bijna twee eeuwen toch niet in één generatie weggooien? We mogen ons toch niet laten leiden door extremisme? We moeten het tegendeel doen. We hebben al genoeg aan ons hoofd in deze wereld met onder meer het religieuze extremisme en de financiële crisissen. Alles wat we kunnen ondernemen om de emoties en de scherpte op andere vlakken een beetje te temperen, moeten we doen. De uitdagingen van morgen zijn te groot om risico’s te nemen. Laten we er alles aan doen om onze welvaart te behouden.

Volgende week: Bruno De Wever, historicus aan de Universiteit Gent.

DOOR JOËL DE CEULAER / FOTO’S SIGFRID EGGERS

‘Van sommige politici vraag ik mij af of ik ze in een bedrijf in dienst zou nemen. Ik hou mijn hart soms vast.’

‘Men moet over de monarchie discussiëren zonder emoties. Ze kan een bijdrage leveren aan onze welvaart.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content