De christelijke arbeidersbeweging kiest op 15 juni een nieuwe leiding. Dan nemen Jan Renders en Ann Demeulemeester het roer over van een van de belangrijkste sociale organisaties in Vlaanderen.

Op 1 september zet Theo Rombouts na veertien jaar een punt achter zijn voorzitterschap van het ACW, de koepel van de christelijke werknemersorganisaties. Ook algemeen secretaris Luc Delanghe houdt er dan mee op. Halverwege april maakte het ACW-bestuur al een einde aan de speculaties over de opvolging. Helemaal volgens de bewegingscultuur, die niet gekenmerkt wordt door grote schokgolven maar door subtiele stappen en signalen, werd een duo uit de eigen rangen naar voren geschoven.

Voor de 53-jarige socioloog Jan Renders is het ACW-voorzitterschap het eindstation van een professioneel parcours dat in 1972 op de studiedienst van de vakbond ACV begon. Daar kwam hij Rombouts al tegen voor die uitweek naar de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij in Antwerpen. Toen Rombouts in november 1988 de onlangs overleden Willy D’havé als voorzitter opvolgde, haalde hij Renders van het ACW-verbond Leuven naar het nationale ACW-secretariaat. Daar ontfermde Renders zich over het bewegingswerk, de vormingsdienst en de politieke werking. In het kader van die laatste taak was Renders tot nu toe lid van het politiek bestuur van CD&V, en daarvoor van het CVP-partijbureau. Als nieuwe voorzitter zet hij die ‘cumul’ stop.

‘Een echte ACW’er, links op de sociaal-economische breuklijn en getuigend van een groot rechtvaardigheidsgevoel. Voorzichtig wikkend en wegend ook, correct in de omgang en niet iemand die zich bezondigt aan cynische spelletjes.’ Zo omschrijven mensen buiten de christelijke arbeidersbeweging Renders. Binnen het ACW is er veel waardering voor zijn analyserend vermogen. ‘Dat is de reflex van de sociale wetenschapper. Hij wil dat de samenleving beter werkt en dat mensen die sociaal kwetsbaar zijn ook aan bod komen. Hij is geen dogmaticus, maar een moderne humanist.’

STERKE SOCIALE BEWEGING

De nieuwe algemeen secretaris wordt Ann Demeulemeester. De 41-jarige pedagoge sloeg aanvankelijk een wetenschappelijke weg in op het Leuvense Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA). In 1987 ging ze aan de slag bij het ACW, eerst in Kortrijk en later op de studiedienst van de beweging. Terwijl Renders wordt geprezen om zijn sociale vaardigheden, valt Demeulemeester in de beweging op door haar besluitvaardigheid. ‘Een intellectueel talent, dat altijd met onderbouwde dossiers uitpakt.’

Renders en Demeulemeester komen aan de leiding van een zwaargewicht op ‘het maatschappelijke middenveld in Vlaanderen’. Het ACW en zijn deelorganisaties (ACV, KWB, KAJ, KAV, KBG, de financiële groep Arco en de Christelijke Mutualiteit) tellen meer dan 1,6 miljoen leden die elke week het blad Visie in de bus krijgen. De Christelijke Mutualiteit (CM) bereikt in Vlaanderen 3,5 miljoen mensen. Tel daar nog ‘partners’ zoals Familiehulp, Welzijnszorg, de jongerenvormingsorganisatie Arktos en Pax Christi bij, en je kunt zonder overdrijven stellen dat twee op de drie Vlamingen geëngageerd zijn in of geregeld een beroep doen op een dienst van het ACW.

Humane wetenschappers zoals Mark Elchardus, Luc Huyse en Marc Hooghe wezen de voorbije jaren op het belang van een actief verenigingsleven voor de sociale samenhang en het dichten van de kloof tussen burger en overheid. Die rol staat onder zware druk door de toenemende individualisering, de ‘verkleuring’ van de Vlaamse samenleving en door de groeiende macht van Europese en internationale beslissingsfora.

De ACW-leiding is niet blind voor die evoluties. Haar eerste zorg blijft de organisatie van een sterke sociale beweging met een programma dat duidelijke keuzes maakt: voor de rechten van de mens, voor kwaliteitsvolle arbeid, voor duurzaamheid, voor een rechtvaardige en zorgzame samenleving, voor internationale solidariteit en vrede, voor democratie en pluralisme.

‘Om dat te realiseren, hebben we de eenheid van de beweging nodig om de delen ervan te versterken. Verder moeten we ons aanbod van engagement en onze actiemethodes moderniseren en nog meer samenwerken met andere organisaties op het middenveld: milieuverenigingen, de gezinsbeweging, organisaties die opkomen voor verdraagzaamheid enzovoorts’, luidt het.

Nieuw is dat niet, want zo klonk het ruim tien jaar geleden al toen het ACW de honderdste verjaardag vierde van Rerum Novarum, de encycliek van paus Leo XIII en de grondslag van de christelijke arbeidersbeweging. Maar die opdracht is intussen wel alsmaar urgenter geworden en daarom ook een reden om bijvoorbeeld Luk Verschueren, voormalig nationaal secretaris van de KWB, op de huidige stoel van Jan Renders (adjunct-algemeen secretaris) te plaatsen. Verschueren was in de vorige regeerperiode kabinetsmedewerker van Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn Luc Martens (CD&V) en werd daarna directeur van het Vlaams Centrum voor Amateurkunsten. Hij wordt nu naar het ACW teruggehaald.

Een beweging met die aanhang en dat bereik is een machtsfactor en daar is het ACW zich van bewust. Ze is ook blij met de herontdekking van het middenveld van de georganiseerde burgers, nadat in het begin van de jaren negentig huidig premier Guy Verhofstadt (VLD) in zijn Burgermanifesten de invloed van de verzuilde vakbonden en ziekenfondsen zwaar op de korrel nam. Maar van Rombouts, Renders, ACV-voorzitter Luc Cortebeeck en algemeen secretaris Marc Justaert van de CM is ook vaak te horen hoe moeilijk ze het hebben om door beleidsmensen gehoord te worden over hun ideeën in verband met bijvoorbeeld de minimumuitkeringen, de onderhoudsplicht, de sociale huisvesting, het onderwijs of de hervorming van de kieswet. Ook Demeulemeester uitte die frustratie: ‘Men vindt het ACW belangrijk, als dam tegen het Vlaams Blok en als middel om het sociaal weefsel te ondersteunen. Maar als we politieke issues hebben, dan geldt het primaat van de politiek.’

NIET TE KOOP

Over een tekort aan politieke minnaars kan het ACW alvast niet klagen, en al zeker niet als een progressieve krachtenbundeling met socialisten en groenen ter sprake komt. De jongste voorzet gaf Bert Anciaux (Spirit), die ook weer refereerde aan Het Sienjaal van Maurits Coppieters en Norbert De Batselier. Maar in de houding van het ACW zit een constante lijn. ‘Ons politieke engagement is niet te koop’, houdt Theo Rombouts vol. Hij is vooral bezorgd over ‘het marktdenken van de politieke partijen’ en over het feit dat ze ‘geen samenlevingsproject’ hebben. ‘Onze toegevoegde waarde zit in de autonomie van onze beweging die met gelijkgestemden naar eensgezindheid zoekt en haar gedachtegoed politiek meer gewicht wil geven. Tussen het ACW en een politieke partij is er evenwel geen gelijkheidsteken.’

Tot 1990 lagen de kaarten anders en spoorde de ACW-leiding de leden zelfs nog uitdrukkelijk aan om lid te worden van de toenmalige CVP. Maar in de loop van de jaren negentig veranderde dat. Le nouveau CVP wou geen standenpartij meer zijn. De versplintering van het politieke landschap in Vlaanderen ging niet aan de ACW-achterban voorbij. De leiding van de beweging wil en kan ook niet langer leden terugfluiten die zich engageren in andere partijen die het project van het ACW genegen zijn. Bovendien bestuurt paars-groen en zitten de christen-democraten in de oppositie.

‘Maar we mogen niet wispelturig zijn’, luidt een gevleugelde uitspraak van Rombouts. En dat straalt sinds 1995 af op de koers van de politieke werking van het ACW, waarvoor Jan Renders tot nu toe verantwoordelijk was. De beweging laat haar ‘kapitaal’ van ACW-mandatarissen binnen de CD&V niet los, en nog het minst op lokaal niveau (14 procent van alle gemeenteraadsleden in Vlaanderen heeft een ACW-stempel). De ACW-leiding rekent er ook op dat het huidige zitje van Renders in het CD&V-bestuur door een andere ACW’er zal worden ingenomen.

Verder waarschuwt ze CD&V-voorzitter Stefaan De Clerck voortdurend voor de verrechtsing van zijn partij. Scherpe aanvaringen over het asielbeleid of over het stemrecht voor migranten hebben aangetoond waar voor het ACW de grenzen liggen. Een belangrijke test voor de verhoudingen wordt in ieder geval ook het sociaal-economische congres van de CD&V dit najaar.

Daarnaast experimenteert de ACW-leiding sinds juni vorig jaar door openlijk te overleggen met verantwoordelijken en ‘bewegingsmensen’ van SP.A en Agalev. Volgens sommigen zou de partij van Jos Geysels overigens een streepje voor krijgen met Demeulemeester als nieuwe algemeen secretaris. Maar haar ‘groene profiel’ wordt binnen en buiten het ACW sterk gerelativeerd. ‘Niet de affiniteit met een partij is voor haar doorslaggevend, wel de inhoud van het ACW-project en de dossierkennis van de gesprekspartners.’

Patrick Martens

‘Renders wil dat de samenleving beter werkt en dat mensen die sociaal kwetsbaar zijn ook aan bod komen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content