Standard draait vierkant in de competitie, maar kan zich tegen AZ wel nog plaatsen voor de achtste finales van de Champions League. Het rekent daarvoor onder meer op zijn jonge doelman Sinan Bolat, groot op grote momenten.
Is Sinan Bolat de penalty geworden die hij op 16 mei 2009 pakte? Bij Standard was hij enkele maanden daarvoor als een vis in het water gedoken. Na die penaltystunt op AA Gent werd hij op de schouders getild. ‘Maar ik vind het zelf niet meer leuk om altijd maar aan dat ene topmoment herinnerd te worden.’ Over het leven na die strafschop dus.
Zijn carrière wou niet vlotten. Bij Racing Genk had hij drie jaar op de bank gezeten. Uiteindelijk stond hij even ver. Derde keeper. Zijn overstap naar Standard eind 2008 was dus een verrassing. ‘Maar ik ben ook iemand die rustig is en blijft werken. Ik wist dat ik een groot risico had genomen door naar een topclub te vertrekken.’
Bij Standard zat hij drie weken op de bank. Toen selecteerde trainer Laszlo Bölöni hem voor de Europese wedstrijd tegen het Portugese Braga. ‘De dag ervoor zei hij: “Ik ga morgen met jou beginnen.” Dat was het. Geen raadgevingen. Niets van: “Bereid je voor, blijf rustig.” Voor mij was dat in orde. Je kunt als jonge keeper op zo’n ogenblik toch niet zeggen: “Trainer, geef wat meer details.” Of: “Ik voel me er niet klaar voor.”‘ Een doelman is per definitie iemand die de vuisten balt.
Kijken ze op, als je als onervaren doelman de kleedkamer van de landskampioen binnenkomt?
Sinan Bolat: Ik heb het geluk gehad dat ik in een ploeg met veel jongeren terechtkwam. De meesten kende ik ook. Steven Defour, Igor De Camargo, Marco Ingrao en Tomislav Mikulic van bij Genk. Marouane Fellaini, Axel Witsel en Réginal Goreux van bij de nationale beloften. Ik mocht ook beginnen achter de beste verdediging van het land. De ploeg draaide uitstekend, er hing het gevoel dat we opnieuw kampioen konden worden. Zonder die omstandigheden zou ik het dubbel zo zwaar hebben gehad.
Maar je moet die verdediging toch ook meteen coachen?
Bolat: In het Frans lukte dat niet. Maar ik kende genoeg Engels om me verstaanbaar te maken bij Momo Sarr en Oguchi Onyewu.
En nu Portugees met de Brazilianen en Portugezen?
Bolat: We spreken Engels. En als ik het niet goed genoeg kan overbrengen op training, bijvoorbeeld de eerste keer met Victor Ramos, komt Igor de Camargo tolken.
Laat je je ook horen op momenten die ertoe doen? Zoals onlangs toen Momo Sarr de kat de bel aanbond over de inzet van Milan Jovanovic.
Bolat: Ik zeg altijd de waarheid, maar nooit achter iemands rug of waar anderen bij zijn. Ik heb tegen Jovanovic ook gezegd wat ik dacht. Hij weet zelf ook wel wat hij verkeerd heeft gedaan. Omgekeerd accepteer ik zijn mening over mij. En dat is ook al voorgevallen.
Wie is eigenlijk de huidige leider binnen de groep? De ploeg gaf de laatste tijd meermaals een stuurloze indruk.
Bolat: Momo Sarr heeft al erg zijn best gedaan, vind ik. En Steven Defour zou het kunnen, maar is al lang geblesseerd. Hij kan heel hard voor de anderen werken en daardoor het tij doen keren. Een gast met een sterke mentaliteit. Ik ken hem heel goed, sinds de miniemen zijn we altijd samen geweest. Hij heeft ook al een en ander meegemaakt, veel meer dan ik. Ik denk aan zijn overgang van Genk naar Standard. Toen ging het er nog veel geanimeerder toe dan in mijn geval.
Je bent snel vooruitgegaan als keeper. Door enkele ups and downs lijkt het er nu op dat je stilstaat.
Bolat: Vorig seizoen ging het razendsnel. Tien wedstrijden, alles prima. Toen al heb ik tegen mezelf gezegd: ‘Straks komt er een tijd dat het minder zal gaan.’ Dit seizoen ben ik wisselvalliger, ik heb ook minder goede momenten gekend. Dan moet je mentaal sterk staan om terug te vechten, om te blijven trainen. Jezelf vooral geruststellen dat je dat niveau aankunt.
Hoe doe je dat? Het is al sterk dat je je dat realiseert op die leeftijd.
Bolat: Onder meer door het ook naar buiten uit te zeggen. Vorig seizoen heb ik al tegenover journalisten opgemerkt: ‘Zo positief als jullie nu over mij schrijven, zo erg zullen jullie mij straks de grond in boren als het minder goed zal gaan.’ Ik heb nog nooit een keeper gezien die een hele competitie vlekkeloos uitdoet, laat staan een hele carrière.
Een blunder brengt je niet uit je evenwicht?
Bolat: Integendeel. Het helpt me enorm. Je leert hoe je een tik te boven moet komen. Zoals met de heisa rond die zogezegde vuistslag aan Nabil Dirar. Het Sportcomité van de Voetbalbond heeft het bij een voorwaardelijke straf gehouden en heeft alles tot zijn ware proporties teruggebracht: een ongelukje. Ook van zo’n incident steek je veel op. En ik weet dat er veel supermooie momenten tussen zitten. Als 21-jarige in de Champions League keepen, bijvoorbeeld.
Maak je je zorgen over het feit dat je minder sterk bezig bent dan vorig seizoen?
Bolat: Natuurlijk. Maar ik kan ermee overweg. Ik heb in Genk ook veel dingen naast het veld geleerd. Keeperstrainer Guy Martens heeft mij heel vaak gezegd dat ik ooit de eerste doelman van Genk zou worden, maar dat ik ook slechte dagen zou hebben. Dat zijn woorden waar ik nu nog vaak aan terugdenk.
Guy Martens was er heel verwonderd over dat je naar Standard ging. De weg lag voor je open in Genk. Maar er zijn andere dingen tussengekomen?
Bolat: Dingen die de mensen niet gehoord of gezien hebben. Alleen de club en ik kennen die. Voor mij is Racing Genk te ver gegaan.
Je vond dat toenmalig technisch directeur Willy Reynders geen bijzonderheden over je contractbesprekingen in de pers mocht gooien.
Bolat: Ik noem geen namen. Het bestuur is te ver gegaan, meer zeg ik er niet over.
Maar je was er erg door aangedaan.
Bolat: Wat in de kranten is verschenen, is niet de waarheid. Laat ik zeggen: er zijn nog andere dingen gebeurd.
Daaruit komt het beeld naar voren van Sinan Bolat die principes heeft waarin hij niet geraakt wil worden.
Bolat: Ik ben bijna dertien jaar bij Genk geweest. Ik heb nooit met iemand ook maar één probleem gehad. Alles liep perfect. Als ik dus na zoveel jaar vertrek bij de club die mij heeft opgeleid, moet er iets gebeurd zijn wat mij heel erg heeft doen twijfelen. Ik zou mijn kans krijgen, dat was mij beloofd. Dat ik naar een andere club ben gegaan waar niemand mij kende, waar ik van nul af moest beginnen, geeft toch aan dat het heel erg fout is gegaan. De mensen denken dat ik vanwege een ruzie over een auto of over geld vertrokken ben. Ik hoop dat ze inzien hoe onjuist dat is. Ik hoop ook dat de club zelf inziet hoe verkeerd ze was.
In Genk trainde je onder Guy Martens bijna dagelijks apart van de groep. Verschilt dat veel in Standard?
Bolat: Dat is inderdaad een verschil. In Genk hadden we drie keer per week specifieke keeperstraining. Ik heb enorm veel opgestoken van Guy Martens. Ik heb trouwens nog altijd contact met hem. Ik heb bij hem een opleiding van twaalf, dertien jaar gehad. Zonder die opleiding zou ik het na mijn vertrek naar Standard veel moeilijker gehad hebben. Guy Martens was voor 200 percent met zijn keepers bezig. Je kunt de resultaten zien. Kijk ook naar Logan Bailly.
Jij bent zo ridderlijk om toe te geven dat Bailly beter is.
Bolat: Logan is de beste Belgische keeper. Ik ben blij dat hij zijn kans gekregen heeft bij de Rode Duivels.
Daar heb je je kennelijk snel bij neergelegd. Guy Martens vindt dat jullie gewoon twee verschillende types zijn.
Bolat: We zijn anders, dat is waar. Ik zeg ook niet dat hij beter of slechter is dan ik. Ik zeg dat hij de beste Belgische keeper is. Ik heb niet de bedoeling om zijn plaats bij de Rode Duivels in te nemen.
Even is er sprake van geweest dat Guy Martens ook voor Standard zou werken. Technisch directeur Dominique d’Onofrio stelde hem voor om een hele opleiding op te zetten zodat Standard zoals vroeger weer Luikse keepers kan opstellen in plaats van ze ergens anders te kopen.
Bolat: Dat zou ik heel fijn gevonden hebben. Guy Martens weet alles over mij, mijn talenten maar ook mijn tekorten. Hij zou ook heel geschikt zijn om zo’n totaalopleiding te organiseren. Het is anders gelopen. Ik denk dat ik met Jean-Michel Lecomte ook een heel goede keeperstrainer heb. Alles kan beter natuurlijk. En Lecomte heeft van het bestuur ook andere opdrachten gekregen.
Daaruit valt af te leiden dat je minder dan vroeger gerichte training krijgt.
Bolat: Maar Lecomte heeft mij duidelijk gemaakt: ‘Wat wil je? Zeg mij wat je nodig hebt.’ Ik kan een gerichte training bij hem bestellen.
Waarop zou je in het bijzonder nog willen trainen?
Bolat:(na enig aarzelen) Op alles. Alles moet nog beter.
De hoge ballen?
Bolat: Daar was Bailly inderdaad beter in. Dat heb ik in België nooit gezien: hoe Logan de bal net voor de grote backlijn ging pakken. Het is een kwestie van timing: schatten waar de bal zal komen, wanneer je moet springen, hoe je die beweging uitvoert. Aan zulke dingen moet je eigenlijk dagelijks werken.
Maar dat gaat moeilijk als je altijd groepstraining hebt.
Bolat: Als ik het gevoel heb dat ik niet genoeg keeperswerk heb gehad, blijf ik na de training nog een tijdje op het veld. Soms met andere spelers. Ik voel goed aan wanneer dat nodig is.
En wat betekent meetrainen met de anderen?
Bolat: Dat ik als veldspeler meedoe en mijn voetbaltechniek verbeter. In de voorbereiding op het seizoen heeft Bölöni mij zelfs één keer als verdediger opgesteld. Als keeper leer je zo de situaties waarin je verdedigers belanden beter beoordelen. Ik heb in partijtjes met kameraden ook altijd meegevoetbald, ik stond nooit in het doel.
Heeft Bölöni minder contact met zijn keepers dan met zijn veldspelers?
Bolat: Evenveel. Hij maakt daar geen onderscheid in.
Je hebt altijd een goede kijk op je carrière gehad. Je wist heel duidelijk wat de volgende stap zou zijn.
Bolat: Dat weet ik nog altijd. Als ik het geld had laten voorgaan, dan was ik op mijn zestiende al vertrokken. Ik heb mij voorgenomen om eerst mezelf gedurende enkele jaren in België te bewijzen. Pas als iedereen weet wie ik ben, wil ik naar het buitenland. Ik ken genoeg vrienden die naar Turkije of elders zijn vertrokken en na drie maanden hier weer stonden. Dat wil ik voorkomen. Ik heb veel buitenlandse aanbiedingen gekregen. Maar ik blijf bij mijn standpunt. Ik wil niet verhuizen naar een plek waar ze mij nog niet kennen. Ik wil ginds niet beginnen als een gewone speler, of als iets kleins.
Is het alleen een kwestie dat anderen zo over jou moeten denken? Of wil je je waarde ook eerst voor jezelf bewijzen?
Bolat: Ik sta nu in het doel van Standard. Ik probeer erachter te komen of ik nog hoger kan.
Ben je streng voor jezelf?
Bolat: Je gaat niet zomaar te werk. Je moet een planning voor jezelf hebben.
Je hebt anderen zien vertrekken tijdens je opleiding. Ben je nooit ongerust geweest over je eigen toekomst?
Bolat: De moeilijkste periode was toen ik tweede doelman achter Bailly was. Je voelt dat je moet spelen, dat je er klaar voor bent, maar je krijgt de kans niet. Dan is het een opgave om rustig te blijven en kalm voort te werken. En geen verklaringen in de pers af te leggen die je verhouding met de club kunnen schaden.
Je zei zo-even dat je het zonder die opleiding in Genk niet had gerooid bij Standard.
Bolat: Nog eens, dat is helemaal de verdienste van Guy Martens. Hij werkt op elke situatie, fysiek, tactiek, alles. Hij is niet alleen sterk in zijn training, maar ook in zijn communicatie. Wat ik bij de meeste andere clubs zie, is in vergelijking daarmee altijd eenzijdig. Ik ging altijd met plezier trainen. Natuurlijk waren er momenten dat we kapot zaten, dat het erover was. Guy Martens bleef dan rustig voortdoen. Dat heeft ons mentaal gesterkt. Soms zei hij ook: ‘Vandaag doen we niets.’ Hij voelde ons perfect aan.
Nooit wrevelig geweest tegenover de andere keepers? Ook nu niet?
Bolat: Altijd de beste vrienden geweest. Ik heb nog altijd contact met Logan Bailly en Davino Verhulst. Dat zegt genoeg. Ook met Rorys Espinoza in Standard klikte het meteen. Hij heeft mij voor en na de wedstrijden altijd gemotiveerd en gestimuleerd. Hij heeft er ook nooit een probleem van gemaakt dat hij tweede doelman werd. Met Kristof Van Hout loopt het net zo.
Je bent heel sterk in één-tegen-éénsituaties. Wat doe je anders dan an-dere keepers?
Bolat: Sommigen gaan te vlug liggen, nog voordat er gekapt wordt. Omdat ze bang zijn en zich willen afschermen tegen de opkomende man. Je moet zo geconcentreerd mogelijk blijven op de bal, niet op de speler en zijn schijnbewegingen. Het is ook een kwestie van het juiste moment. Als je tegenstander even voorbij de middenlijn al komt aanlopen, moet je wachten tot hij het 16 metergebied in duikt. Als je vroeger gaat, geef je hem te veel ruimte om je te omspelen. Je moet er altijd ook rekening mee houden dat je gelobd kunt worden, dus vertrek ik halfweg de doellijn en de 5 meterlijn. Zodra je vertrokken bent, moet je zo snel mogelijk bij je tegenstander en zo kort mogelijk voor de bal zien te raken. En je hele lichaam gebruiken. Dat veronderstelt een heel goed voetenwerk.
Speelt kennis van de tegenstander niet mee? Weten wat Mbark Boussoufa doet als hij alleen weg is?
Bolat: Een klein beetje. Weten dat hij technisch sterk is, zodat hij misschien niet zal trappen, maar toch nog zal proberen om mij te dribbelen.
Weet je vanuit je carrièreplanning ook waar je na Standard naartoe wilt?
Bolat: Uiteindelijk wil ik naar de Bundesliga. Ik vind de Duitse competitie heel aantrekkelijk. Bekijk de wedstrijden daar, de stadions, de supporters, de snelheid van het spel. Ik heb inderdaad aanbiedingen uit Turkije gekregen, maar als jongere heb je het daar heel moeilijk. De enorme druk van club, pers en aanhang. Je kunt er de koning zijn, maar ze kunnen je ook uitspuwen. Ik ben 21, ik heb nog te weinig meegemaakt om dat aan te kunnen.
Je bent er geboren. Je wilt er als man terugkeren?
Bolat: Hoe ze ginder naar het stadion trekken of naar een café om de wedstrijd op de televisie te volgen… Dat is heel bijzonder. Een vorm van verafgoding? Voilà. Daarom wil ik er ooit spelen, alleen nu niet.
Heb je nog veel familie in Turkije?
Bolat: De meesten zijn naar hier gekomen. Ik probeer er om de twee jaar even met vakantie te gaan. Ik woon sinds mijn vijfde hier. Ik ben langer hier geweest dan ginder. Langer dan twee weken kan ik er niet blijven. Het leven hier is veel makkelijker.
Je bent de voorbije maanden al een keer of zes voor de Turkse nationale ploeg opgeroepen. Werd je gek, de eerste keer?
Bolat: Tot enkele jaren geleden kende ik hen alleen van op de televisie en droomde ik ervan ooit in die ploeg te staan. Opeens zat ik ermiddenin. Als ik eerlijk moet zijn, het niveau van de Turkse keepers is doorgaans niet hoog. De opleiding is zwak. Daarom is er weinig doorstroming. Recber Rüstü is al jarenlang de top, maar hij nadert de veertig. En er is Volkan Demirel.
Hoe vroeg zijn ze je beginnen te volgen vanuit Turkije?
Bolat: Op mijn zestiende heb ik mijn eerste uitnodiging gekregen. Maar ik voelde me toen te jong om telkens heen en weer te vliegen. Dus heb ik in die periode voor de Belgische nationale jeugdploegen gespeeld. Maar uiteindelijk moest ik een keuze maken. Ik heb voor Turkije gekozen, maar niet vanuit de redenering dat België geen grote toernooien meer speelt. Als de Belgische bondscoach mij geselecteerd had, had ik voor België gekozen.
Je liet nochtans uitschijnen dat je jezelf geen kans gaf met jongeren als Bailly in de selectie?
Bolat: Dat heeft ook een rol gespeeld. Maar het vertrouwen van de bondscoach zou de doorslag gegeven hebben.
DOOR PIET COSEMANS
‘Dit seizoen ben ik wisselvalliger, ik heb ook minder goede momenten gekend. Dan moet je mentaal sterk staan om terug te vechten.’