De getuigenissen van X1 vertellen alles over haarzelf maar niets waarachtigs over de drie moorden, waar zij zogezegd bij betrokken was.
De magistraten, die in Antwerpen, Brussel en Gent sinds februari 1997 op aansturen van hun collega’s in Neufchâteau enkele moorden onderzoeken, waarvan verondersteld werd dat ze met Marc Dutroux, Jean-Michel Nihoul en veel hoger geplaatsten van doen hadden, hebben die onderzoeken vorige week afgesloten: zonder resultaat. Zeker wat betreft de getuigenissen van Regina Louf, alias X1. Deze 29-jarige vrouw (geboren op 29 januari 1969 in Gent) verklaart sinds eind 1996 onder meer dat zij in Antwerpen niet alleen getuige was van de moord op Katrien De Cuyper, die op 17 december 1991 verdween. X1 vertelt ook dat zij het vijftienjarig meisje zelf ombracht; geterroriseerd als X1 toen zogezegd was door een netwerk van kinder- en vrouwenbeulen.
X1 beweert ook dat zij op haar vijftiende rechtstreeks betrokken was bij de moord op de zestienjarige Christine Van Hees, op 13 februari 1984 in een champignonkwekerij in Oudergem, en bij de moord op de dertienjarige Carine Dellaert. Die verdween eind augustus 1983 in Gent en werd twee jaar later teruggevonden in een aalput in de buurt.
Dit waren overigens niet de enige kinderen van wie X1 zegt dat ze tijdens de voorbije decennia in haar bijzijn of door haar toedoen op gruwelijke wijze werden misbruikt en omgebracht; liefst door bekende notabelen.
De getuigenissen van X1 hebben het land geschokt. Enkele media gaven immers, sinds januari 1998 en in het kielzog van de krant De Morgen, de verklaringen van X1 een waarheidsgehalte, dat ze – mits degelijke bronnenkritiek – niet verdienden. Knack heeft dat sinds oktober 1997 herhaaldelijk aangetoond: niet zonder respect voor het trauma dat X1 in haar jeugd heeft opgelopen, maar wél met kritiek op het geleverde speurwerk. Vorige week heeft het gerecht daarover dus uitsluitsel gegeven.
Eerste-substituut procureur des konings Nicole De Rouck, mede verantwoordelijk voor het onderzoek naar de moord op Carine Dellaert, stelt dat “Regina Louf is beginnen te fantaseren op basis van haar eigen ervaring. Ze heeft daar elementen aan toegevoegd die zij gelezen, gezien en gehoord heeft in tehuizen voor seksuele slachtoffers en ze heeft de belevenissen van anderen tot de hare gemaakt. De combinatie van personen, omstandigheden en tijdstippen die ze aanhaalt, klopt niet (…). We hebben de verklaringen van X1 tot in de kleinste en absurdste details nagetrokken en ze zijn allemaal onjuist gebleken (…). We zitten nog altijd met een onopgeloste moord, maar we hebben nu wel de zekerheid dat Regina Louf niets afweet van de moord op Carine Dellaert en ook dat ze nooit door een netwerk van pedoseksuelen misbruikt werd.”
De Roucks Brusselse collega Paule Somers kwam, samen met onderzoeksrechter Damien Vandermeersch, tot dezelfde conclusie: “Dat X1 iets zeer traumatisch heeft doorgemaakt, staat vast. Maar ze was niet aanwezig bij de moord op Christine Van Hees.” De bewijzen die dit staven, zijn al even gruwelijk als de beweringen van X1, maar weerleggen in elk geval de versie van de moord, zoals die begin dit jaar door enkele media – in koor met X1 – werd verspreid.
Dezelfde formele weerlegging werd vorige week verstuurd uit Antwerpen. Daar wees onderzoeksrechter Marleen Vincke erop dat “de door R.L. aangehaalde gegevens niet worden gestaafd met de bekende gegevens uit het dossier. Zo is gebleken dat R.L. de feiten op een verkeerd tijdstip situeert. Zij geeft een totaal verkeerde beschrijving van de fysionomie van Katrien De Cuyper. De beschrijving van het kasteel waar volgens haar de feiten gepleegd zijn, komt niet overeen met de werkelijkheid.”
HET ONDERZOEK WORDT DOORGELICHT
Kortom, het is andermaal bewezen dat de ondervragers van X1, onder leiding van rijkswachtadjudant Patriek De Baets, evenals de magistraten aan wie zij aanvankelijk rapporteerden, weinig professioneel te werk gingen. Vandaar dat de Antwerpse procureur-generaal Christine Dekkers, als voorzitter van het college van procureurs-generaal, het onderzoek aangaande X1 en andere X-en zowel op het niveau van de speurders als van de magistraten laat doorlichten. Zo komt er, naast het intern rijkswachtonderzoek en naast het gerechtelijk onderzoek van de Brusselse onderzoeksrechter Jacques Pignolet, een analyse van de al dan niet uitgevoerde gerechtelijke opdrachten; van de vaak suggestieve wijze waarop X1 werd ondervraagd; van de soms dubieuze rol van de betrokken therapeuten en zogenaamde ervaringsdeskundigen; van de steun die zij met zijn allen genieten van een Leuvens hoogleraar in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Terwijl een collega van hem vorige week in De Standaard-Het Nieuwsblad nog beweerde dat “het parket in alle wijsheid had moeten zeggen dat het met zo’n getuigenis niets kon aanvangen. Van meet af aan, niet nadat ze er anderhalf jaar onderzoek hadden ingestopt”. Maar die gaat dan weer voorbij aan de post-Dutroux-psychose en aan het feit dat T., een man die zomaar X1’s “pooier” werd genoemd, op donderdag 23 april tijdens zijn ondervraging wel degelijk toegaf dat hij destijds een intieme relatie had met Regina Louf. Fysiek was zij toen wel een jonge vrouw, maar zowel mentaal als wettelijk nog een kind. En dat kan hem strafrechtelijke narigheid en haar een gestoorde persoonlijkheid bezorgen.
Frank De Moor