‘Eigenlijk ben ik heel timide. Mode heeft me gedwongen, misschien zelfs uitgedaagd om te communiceren. Mode is mijn roeping. Maar zonder schilderen en tekenen is er niets.’
Kleding was maar een van de vele elementen in het romantische en feeërieke universum van Kaat Tilley, dat uiteindelijk ook juwelen, meubels en theaterkostuums omvatte.
Romantisch en feeëriek. Eigenzinnig en dromerig. Het zijn woorden die rond haar zweven en die haar sprookjeswereld uitstekend typeren. Kaat bewoonde een wereld van eenhoorns en trollen, van luchtballonnen en muziekdozen. Als kind al hield ze veel van sprookjes, had ze moeite om volwassen te worden. Wat haar bijbleef, was het beeld van Sneeuwwitje. ‘Een meisje onder een stolp. Ze is ongenaakbaar en straalt kracht, schoonheid en breekbaarheid uit.’ Begrippen die een leidraad werden voor haar werk en stijl, en die ook haar karakter en uitstraling goed omschrijven.
Kaat Tilley werd steevast een buitenbeentje in de Belgische mode genoemd. Omdat haar universum vanaf dag één zo anders en persoonlijk was, tegen de gangbare trends in, afgetekend en welomlijnd als een sneeuwlandschap in een presse-papier. Zelf zei ze daarover: ‘Ik breng inderdaad geen trendcollectie. Ik ontwerp een wereldcollectie voor een bepaald type vrouw, een vrouw die haar binnenste aan de buitenwereld durft te tonen. Voor mij is dat de definitie van een sterke vrouw.’
In het buitenland kleedde Kaat celebrity’s als Melanie Griffith, Diana Ross, Stevie Nicks en Barbra Streisand. In België werd vooral haar feest- en bruidskleding legendarisch, al bleek dat succes moeilijk te verzilveren. Van commerciële collecties die ruim werden verdeeld, over de beperkte distributie in eigen winkels tot exclusieve ontwerpen in haar atelier en weer terug: Kaat Tilley is er nooit in geslaagd een goed functionerend zakelijk model te vinden. Gevraagd naar haar grootste desillusie, zei ze verleden jaar nog: ‘Het harde van de zakelijke en financiële wereld.’
Voor Kaat was er geen geschiktere habitat denkbaar dan haar twaalfde-eeuwse watermolen in Asbeek. In een groot en groen gebied van vier hectare, met twee vijvers en een menagerie aan dieren, was ze Alice in haar eigen wonderland. Een huis vol krullen en kronkels, een wilde tuin vol golven en glooiingen. ‘Rechte lijnen bestaan niet in mijn leven. Ik kan er zelfs geen op papier zetten. Een rechte lijn is dood, zoals wit papier doods is.’
Lene Kemps