Vorige week raakte Sven Mary nog verwikkeld in een mediastorm, omdat hij Nordine Amrani, de man die in Luik een bloedbad aanrichtte, twee jaar geleden zou hebben vrijgepleit. Foute informatie, en het orgelpunt van een bepaald niet onbewogen jaar voor de strafpleiter. ‘Soms heb ik het gevoel dat ik het allemaal al gezien heb’, zegt hij.
Hij begrijpt het niet. Hij gelooft het zelfs niet. Strafpleiters kunnen volgens de Brusselse advocaat Sven Mary nooit vedetten worden. ‘Sommigen doen nu alsof wij hip en blits zijn’, zegt hij. ‘Maar we zijn toch geen zangers of voetbalspelers?’ Toch komen hij en zijn collega’s almaar vaker op televisie. En niet alleen in het journaal. Sommigen hebben echte bewonderaars, fans zelfs. En de boeken die ze schrijven of die over hen worden geschreven, doen het steevast goed.
‘Veel hangt af van de mensen die je verdedigt’, aldus Mary. ‘Als Jef Vermassen populair is, komt dat vooral doordat hij meestal slachtoffers vertegenwoordigt. Maar als je, zoals ik, het merendeel van je tijd besteedt aan het verdedigen van mensen die door de samenleving aan de schandpaal zijn genageld, kun je op veel minder bijval rekenen. Dan word je zelfs uitgespuwd.’
Zoals toen het VTM-journaal afgelopen week – foutief – berichtte dat u de advocaat bent die Nordine Amrani, de dader van de dodelijke aanslag in Luik, in 2009 heeft vrijgepleit?
Sven Mary: Dat was toch ongelooflijk? Ik heb die journalist, Farouk Ozgunes, aan de telefoon uitgelegd dat ik Amrani acht jaar geleden in een heel andere zaak heb verdedigd en me de man amper nog kan herinneren. Toch zegt hij ’s avonds in het journaal dat ik degene ben die hem in 2009 vrij heeft gekregen, toen hij werd beschuldigd van wapenbezit, en hij voegt er nog aan toe dat ik wel niet goed meer zal kunnen slapen door dat bloedbad in Luik. Zoiets kan toch niet? Ozgunes heeft daarna wel verschillende keren naar mijn kantoor gebeld om te vragen hoe hij de zaak recht kon zetten, maar excuses heb ik nog altijd niet gekregen. Noch van hem noch van VTM. Maar ondertussen ben ik door die kwakkel wel bedreigd. En er zal maar een zot zijn die zich geroepen voelt om de witte ridder uit te hangen en mij of mijn gezin iets aan te doen. Allemaal door die desinformatie.
Maar voor alle duidelijkheid: zelfs al had ik Amrani in 2009 vrijgepleit, dan nog zou ik goed kunnen slapen. Want wie dat niet wil doen, is een waardeloze advocaat. Alleen begrijpen veel mensen dat nog altijd niet.
Zoals velen ook niet begrijpen dat u bereid bent om de zwaarste misdadigers te verdedigen?
Mary: Precies. Ze denken dan automatisch dat ik het eens ben met de daden van die criminelen. Onlangs heb ik nog bakken vol kritiek gekregen omdat ik een lid van een Brusselse stadsbende in een moordzaak verdedigde. Op de blogs van populaire, vooral Franstalige kranten werden heel laatdunkende en zelfs bedreigende berichten aan mijn adres gepost. Vaak waren die uitgesproken racistisch – de meeste bendeleden zijn van Afrikaanse afkomst. ‘Hoeveel negerinnen hebben die negers Sven Mary wel niet moeten aanbieden voor twee weken assisen’, schreven ze. (zucht) Onbegrijpelijk dat kranten dat soort praat niet van hun website bannen.
Laat u zulke opmerkingen aan uw hart komen?
Mary: Wel als mijn familie erbij wordt betrokken, zoals onlangs met die berichtgeving over Amrani. Vroeger kreeg ik vaak het verwijt dat ik mijn hele carrière, al mijn vrijspraken en mijn contacten in het misdaadmilieu aan mijn vader (voormalig VRT-topman Tony Mary, nvdr.) te danken had. Dat was op zich al irritant, maar mijn vader is tenminste goed in staat om zichzelf te verdedigen. Anders is het nu ze er mijn gezin bij sleuren. Je houdt niet voor mogelijk wat ze mijn dochters allemaal toewensen op die sites. Tot groepsverkrachtingen en een heroïneverslaving toe.
Komen die emotionele reacties niet voort uit het feit dat het grote publiek zich steeds persoonlijker bij assisenzaken betrokken voelt?
Mary: Dat zal wel, maar daarom moeten we nog niet toelaten dat er constant grenzen worden overschreden. Hoe sommigen vorig jaar bijvoorbeeld op het proces over de parachutemoord hebben gereageerd, vind ik onaanvaardbaar. Blijkbaar hadden nogal wat mensen het moeilijk met de aanpak van Jef Vermassen, die de familie van het slachtoffer vertegenwoordigde. Maar is dat een reden om een Facebookgroep tegen hem op te starten? Mogen allerlei roddelbladen daarom zomaar zijn privéleven uitspitten? Jef Vermassen is mijn grote vriend niet en we hebben een heel verschillende manier van werken, maar dat had hij echt niet verdiend.
Al is de vraag natuurlijk in hoeverre je zo’n toestand uitlokt door je als een bekende Vlaming te gedragen. Vorige week nog zat meester Vermassen in het Nederlandse programma Pauw & Witteman te verkondigen dat men in Wallonië veel oppervlakkiger met voorwaardelijke invrijheidstelling omgaat dan in Vlaanderen. De volgende dag wordt dat dan met cijfers ontkracht, maar ondertussen is het separatisme wel weer aangewakkerd. Daar word ik zo kwaad van.
2011 begon nog met een mars van sympathisanten van Els Clottemans, die tot dertig jaar gevangenisstraf is veroordeeld in de zaak van de parachutemoord.
Mary: Dat proces heeft vorig jaar natuurlijk ontzettend veel aandacht gekregen. Daar kan ik echt niet bij. De driehoeksverhouding die aan de basis van de parachutemoord zou hebben gelegen, is vast een prachtige plot voor een B-film. Maar hoe is het mogelijk dat zelfs kwaliteitskranten acht of negen pagina’s aan die zaak besteedden? Zelfs die vonden het blijkbaar ongelooflijk interessant dat Clottemans tijdens het proces een rode floddertrui droeg. Wat is daar in godsnaam de maatschappelijke relevantie van?
Dan heb ik veel meer begrip voor alle aandacht die naar het proces van Ronald Janssen is gegaan. Niet omdat die man een seriemoordenaar is, maar wel omdat de zaak een aantal pijnpunten bij de politiediensten heeft blootgelegd. Na de zaak-Dutroux is de politie hervormd zodat er beter zou worden samengewerkt. Maar wat blijkt nu? Speurders die op amper veertig kilometer van elkaar werken, steken elkaar nog altijd stokken in de wielen. Hadden ze dat niet gedaan, dan waren Janssens laatste twee slachtoffers vandaag misschien nog in leven. (slaat op tafel) Dát is relevant.
Is het feit dat Els Clottemans zonder enig materieel bewijs is veroordeeld dan geen discussie waard?
Mary: Het is nu eenmaal zo dat je louter op basis van een reeks concrete vermoedens kunt worden veroordeeld. Hoewel er geen materieel bewijs was dat dat meisje de parachute van haar rivale had aangeraakt, oordeelde de jury toch dat er geen sprake was van redelijke twijfel. Een zeer gevaarlijk precedent als u het mij vraagt. Ik heb liever dat een schuldige mens op vrije voeten blijft dan dat een onschuldige in de gevangenis belandt. In de Verenigde Staten is het al verschillende keren gebeurd dat een veroordeelde na vele jaren in de gevangenis toch onschuldig bleek te zijn. Zo iemand krijgt dan pakweg een miljoen dollar schadevergoeding, maar ondertussen is hij wel tien jaar van zijn leven kwijt. En je kunt je echt niet inbeelden hoe het er in een gevangenis toegaat. Zeker niet in een Belgische gevangenis.
De gevangenissen in ons land laten nog steeds te wensen over?
Mary: De paar gemoderniseerde gevangenissen, zoals die van Brugge en Itter, misschien niet maar al de rest wel. In de gevangenis van Vorst leven vier gedetineerden samen in een cel van drie vierkante meter. Twee van hen moeten dan op een matras op de grond slapen en het toilet is alleen met een schermpje van de rest van de ruimte afgescheiden. En dan hebben die mensen ook nog eens een verschillende achtergrond, cultuur en religie. Waanzin is dat. Middeleeuws zelfs.
Dus is het een goede zaak dat de nieuwe regering gevangenissen wil bijbouwen?
Mary: Net voor het eind van de regeringsonderhandelingen hebben ze er nog een justitieluik aan toegevoegd, ja. Want ze moesten natuurlijk iets doen om het veiligheidsgevoel van de mensen op te krikken. Uit allerlei studies blijkt nochtans dat bijkomende gevangenissen potentiële daders niet afschrikken en niet zorgen voor minder recidive. Zouden die ministers zich niet generen nu er zo kort nadat ze hun regeerakkoord hebben afgewerkt zo’n drama is gebeurd in Luik? Want het komt altijd op hetzelfde neer: ze lopen achter de waan van de dag aan. Op basis van het geïsoleerde geval van een absolute gek begint iedereen nu bijvoorbeeld te schieten op de voorwaardelijke invrijheidstelling. En als advocaten als Hans Rieder, Walter Van Steenbrugge of ikzelf dan het belang van dat systeem proberen uit te leggen, noemen ze ons zakkenvullers die rijker worden telkens we iemand kunnen vrijpleiten. (zucht)
Hebt u vertrouwen in de justitiespecialisten die in de Wetstraat rondlopen?
Mary: Niet in allemaal. Neem nu die Renaat Landuyt van de SP.A. Hij is zelf advocaat, maar treedt alleen naar voren als justitiespecialist, met de meest volkse voorstellen eerst. Allemaal trucs om stemmen binnen te halen. Een advocaat die politicus is, dat is haast schizofreen.
De Wetstraat loopt nochtans vol advocaten.
Mary: Het blijft een zeer moeilijke combinatie. Als advocaat verdedig je een individu en ben je per definitie bijzonder subjectief. Als politicus daarentegen moet je een hele gemeenschap – of correcter: een heel kiezerspotentieel – verdedigen. Dat staat toch haaks op elkaar? Die Landuyt vindt het bijvoorbeeld ontzettend onrechtvaardig dat misdadigers vrijkomen op basis van procedurefouten. Maar denkt u nu echt dat hij die zelf niet zou inroepen als hij daarmee een cliënt vrij kon krijgen? Natuurlijk wel!
Begrijpt u dat veel mensen er problemen mee hebben dat een misdaad ongestraft kan blijven louter en alleen omdat de procedure niet helemaal is gevolgd?
Mary: Het is de taak van elke advocaat om erop toe te zien dat onze grondwettelijke rechten niet worden geschonden. Ook als dat betekent dat heroïnedealers worden vrijgesproken omdat de speurders de regels voor het afluisteren van telefoongesprekken niet hebben nageleefd. Anders krijgen we willekeur en machtsmisbruik. Dan kunnen ze u straks ook gaan afluisteren omdat u een storend artikel over de minister van Justitie hebt geschreven.
Onlangs zei privacyspecialist Paul De Hert in Knack dat de politiediensten te veel vrij spel hebben. Klopt dat?
Mary: Zeker. In theorie kunnen alleen onderzoeksrechters bijzondere opsporingsmethoden bevelen. Alleen hebben die mensen tegenwoordig zo veel dossiers op hun bureau liggen dat ze vaak alleen nog de documenten ondertekenen die speurders hen onder de neus duwen. En dat kan eigenlijk niet, want het is wel de bedoeling dat een onderzoek wordt gestuurd door iemand die zowel à charge als à décharge werkt. Een onderzoeksrechter dus.
Speurders doen dat niet?
Mary: Begrijp me niet verkeerd: er bestaan echte topflikken. Maar eens een speurder ervan overtuigd raakt dat hij de juiste weg is ingeslagen, krijg je hem daar onmogelijk nog van af. Al moet hij van Brussel over Bergen naar Knokke rijden. Als zo’n onderzoek dan niet door een onderzoeksrechter wordt gestuurd, kan dat grote gevolgen hebben. Zo krijgt een verdachte het zeer moeilijk als hij wordt verhoord door iemand die helemaal overtuigd is van zijn schuld. Als je vijftien, zestien uur lang wordt ondervraagd, zou je op den duur om het even wat bekennen om weer naar je cel te mogen. Al moet je zeggen dat je eigen moeder aan de drank is.
Zal de Salduzwet, die op 1 januari 2012 van kracht wordt, daar niet aan verhelpen?
Mary: Het is natuurlijk een goede zaak dat verdachten van bij het eerste verhoor door een advocaat kunnen worden bijgestaan. Alleen ben ik ervan overtuigd dat veel speurders achterpoortjes zullen zoeken en er alles aan zullen doen om dat eerste officiële verhoor zo lang mogelijk uit te stellen.
Ondertussen blijft justitie met geldgebrek kampen. Wat zijn in uw ogen de grootste noden?
Mary: Vandaag wordt er te weinig rekening mee gehouden dat gedetineerden uiteindelijk weer vrijkomen. Niet iedereen heeft het geluk om na tien jaar nog een vrouw, vriend of familielid te hebben die op hem wacht. Dan staat zo iemand daar plots, op de stoep van de gevangenis. Geen adres en geen cent op zak. Dus gaat hij naar de GB en hij steelt daar een appel en een brood. Want hij heeft honger. Werk vindt hij niet. Zelfs om flessen te rangschikken in de supermarkt mag je tegenwoordig geen strafblad hebben. Dat is echt niet meer van deze tijd.
U wilt het strafregister toch niet afschaffen?
Mary: Helemaal niet. Alleen is dat iets voor de politie en niet voor potentiële werkgevers. Want nu is zo’n strafblad in de praktijk een bijkomende straf met heel grote consequenties. Vooral mensen uit kansarme milieus komen zo in een vicieuze cirkel terecht.
Welke zaak van het afgelopen jaar zal u het meest bijblijven?
Mary: De Fortiszaak, ongetwijfeld. Ik verdedigde Mireille Salmon, de rechter bij het Brusselse hof van beroep die eind 2008 bij het Fortisarrest betrokken was en werd beschuldigd van valsheid in geschrifte. Natuurlijk ben ik heel blij dat het hof uiteindelijk de enige juiste beslissing heeft genomen door mijn cliënte vrij te spreken en haar collega Christine Schurmans te veroordelen wegens schending van het beroepsgeheim. Maar het blijft wel de meest perverse zaak waarmee ik ooit in aanraking ben gekomen.
Waarom?
Mary: Omdat de politiek zich verregaand in dit dossier heeft gemengd. Onvoorstelbaar. Wat er ook in het arrest van het Gentse hof van beroep staat. We weten nu dat het geheim van het onderzoek manifest is geschonden door mevrouw Schurmans, en ik ben ervan overtuigd dat allerlei politieke tentakels daarna hebben geprobeerd om de rechterlijke macht hun wil op te leggen. Ze hebben ook alles gedaan om te vermijden dat er een sereen proces kon worden gevoerd over de rol die verschillende magistraten in de zaak hebben gespeeld. Alle middelen waren goed, zelfs het intimideren van advocaten. Montesquieu zou zich omdraaien in zijn graf.
Die zaak heeft u persoonlijk geraakt?
Mary: Ik heb het leed van mijn cliënte zo met me meegedragen dat het op den duur een fysieke en psychische uitputtingsslag werd. Sindsdien vraag ik me soms af of het geen tijd wordt om iets anders te gaan doen.
Overweegt u om uw toga over de haag te hangen?
Mary: Ik ben nog maar vijftien jaar advocaat, maar toch heb ik soms het gevoel dat ik het al heb gezien. Daarom heb ik zin in iets nieuws: ik zou graag pleiten voor het Internationaal Strafhof in Den Haag. Een ander soort zaken, een andere manier van werken ook. Binnenkort wil ik met de voorbereidingen beginnen om op de lijst van het Strafhof te kunnen worden opgenomen. Daartoe moet je onder meer een residentie hebben in Den Haag.
Is dat uw grote droom?
Mary: Mijn echt grote droom is om dit alles achter me te laten en ergens op een Toscaanse heuvel olijven te gaan kweken. Misschien dat ik daar sereniteit kan vinden. Want in dit vak is dat echt onmogelijk.
DOOR ANN PEUTEMAN / FOTO’S LIES WILLAERT
‘De Fortiszaak blijft de meest perverse waarmee ik ooit in aanraking ben gekomen.’