De wereldcreatie van ‘Oedipe sur la route’ in de Munt getuigt van grote vakkennis en goede smaak. Maar de vonk springt niet over.
Nog voorstellingen van ‘Oedipe sur la route’ tot 22 maart. Tel. 070 23 39 39 www.demunt.be
Componist Pierre Bartholomée las in de roman Oedipe sur la route van de schrijver en psycholanalyticus Henry Bauchau (°Mechelen, 1913) dat Oedipus een ‘helderzingende’ was (clairchantant). Hij was als een sjamaan die door zijn gezang de zieken kon genezen. Het gedroomde uitgangspunt voor een opera.
Bauchau schreef de roman op 81-jarige leeftijd. Daarin vertelt hij het fictieve verhaal van Oedipus die uit Thebe – de stad waarvan hij koning was – vertrekt tot hij in Kolonnos aankomt waar hij vredig kan sterven. Het werd een lange tocht op zoek naar zichzelf. Vandaar de titel, ‘Oedipus op weg’. Het is niet zo uitzonderlijk dat kinderen zingen nog voor ze kunnen spreken. De taal van de klanken, van de emotie, lijkt ons dieper ingebakken te zijn dan die van de betekenissen. Is dat misschien de verklaring waarom muziek zo’n impact op ons heeft?
De oude mythe vertelt niets over wat zich tussen Thebe en Kolonnos afspeelde. Daardoor krijgt de psychoanalyticus de vrije hand om de mythen meer uit te diepen of ze zin te geven. Er verschijnen nieuwe figuren: de rover Klios en de moederfiguur Diotima. Klios doodde per toeval zijn makker Alcyon, zoals Oedipus ooit onwetend zijn vader doodde. Diotima brengt vergeving zodat Oedipus zichzelf op zijn tocht leert aanvaarden. Complex is de relatie tussen de vader en zijn dochter Antigone. Maar het is in de eerste plaats een warme en een menselijke relatie. Bauchau wil de mythen niet rationaliseren, hij wil ze wel inzichtelijk maken. Daarmee is deze roman en meteen deze opera een ongelofelijk hoopvol gegeven. De boodschap van een oud wijs man.
De opera werd in de Munt in het kader van het nieuwe muziekfestival Ars Musica gecreëerd. Pierre Bartholomée (°Brussel, 1937) kennen we in de eerste plaats als de man die meer dan twintig jaar het Orkest van Luik heeft geleid. Hijzelf is oud-strijdmakker van Henri Pousseur, met wie hij in de jaren zestig nog het avant-garde en creatie-ensemble Musique Nouvelle mee stichtte. Als componist kwam hij niet zo veel in de kijker, al is zijn oeuvre niet onbelangrijk. Het is Bartholomées eerste opera.
Het probleem met opera’s die zich in de mythische tijden afspelen is dat er weinig plaats is voor het anekdotische, laat staan voor trivialiteit. Het hele verhaal speelt tegen een achtergrond van eeuwige waarheid en metafysische waarden. Dat zien we in het abstracte toneelbeeld van Vincent Lemaire, dat uit zich in de beheerste en muzikale, maar uiteindelijk weinig inspirerende regie van Philippe Sireuil. Maar dat laat in de eerste plaats de componist weinig ruimte tot veel contrastwerking. De hele partituur trekt een zeer lange en onbarmhartige lijn van het begin tot het einde. De eerste woorden van de opera zijn het koor: ‘De wonden van Oedipus’ ogen, die zo lang hebben gebloed, genezen’. Oedipus is overgeleverd aan schuldbewustzijn, ontreddering en verscheurdheid. Hij gaat op pad. De muziek maakt ook ditzelfde lange parcours door. Dat maakt het de luisteraar niet gemakkelijk. Hij moet meer dan twee uur opgezweepte emoties en dissonant muzikaal geweld verteren. Tot aan de uiteindelijke berusting.
VOCALE PRESTATIES
Bartholomée is in de eerste plaats symfonicus. De kracht ligt bij hem vooral in het orkest, de taal is onduidelijk postromantisch en expressionistisch. Daar moeten de zangers trachten bovenuit te komen. De prosodie van het gesproken woord dicteert de melodie, die is erg abstract om niet te zeggen atonaal. Dat was een van de grote problemen van de componist. Hoe moest hij duidelijk maken dat een zanger in de opera als een sjamaan begint te zingen terwijl hij voordien al de hele tijd heeft staan zingen? Bartholomée plaatste de zang van Oedipus tussen aanhalingstekens ‘daar mag het iets lyrischer’. In dergelijke omstandigheden kun je niet anders dan buitengewone bewondering hebben voor de vocale prestaties van de hele cast. De zangers moesten gedurig slag leveren tegen de overspannen golvende macht van het orkest. Een uitputtingsslag.
Bartholomée schreef de rol van Oedipus speciaal voor de bas-bariton van José van Dam. Een aartsmoeilijke partij die van Dam met glans gestalte geeft. Dochter Antigone is de coloratuursopraan Valentina Valente. Zij slaagt erin om de waanzin juist voor te blijven. Voorts vult de componist zijn rollen op een klassieke manier in: Klios (Jean-François Monvoisin) is tenor, Diotime (Hanna Schaer) is alt. De hele vertoning getuigt van eruditie, van een ongehoorde vakkennis, van enorm veel kunstigheid en goede smaak. Maar de vonk springt niet over. Is het mythische verhaal te ver van ons bed? De muziek te weinig die van vandaag? Bartholomée schreef muziek die even tijdloos is als zijn onderwerp en daarmee ontloopt hij jammer genoeg het diepe engagement dat aan de basis van deze opera lag. Het is een afstandelijke oefening in l’art pour l’art geworden.
Lukas Huybrechts