Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Opnieuw ligt de Parti Socialiste onder het vuur van het gerecht. Blijkt dat de Waalse kameraden, net als hun Vlaamse collega’s, langs de kassa van vliegtuigconstructeur Dassault passeerden.

Vorige woensdag, 22 januari, heerste de drukte van de grote dagen in de kantoren van de Luikse cel- Cools. In vijf verschillende kantoren waren ondervragingen aan de gang, meestal met gewezen kopstukken van de Parti Socialiste.

De belangrijkste ondervraagde, want met de meeste aandacht en zorg omringd, was de 52-jarige Merry Hermanus, intimus van PS-kopstuk Philippe Moureaux, ex-secretaris-generaal van het Brussels Gewest, en niet zo lang geleden ook lid van de Brusselse Raad. Wat verderop zat François Pirot, ooit de rechterhand van gewezen PS-voorzitter Guy Spitaels en nu ombudsman van het Waals Gewest, maar ook ondervoorzitter van de Socialistische Mutualiteiten en voorzitter van de raad van bestuur van de (socialistische) Codep-bank.

Een andere gast van de Luikse enquêteurs was André Bastien, ex-kabinetschef van voormalig defensieminister Guy Coëme (PS). In een belendend kantoortje namen ondervragers Jean-Louis Mazy, gewezen adjunct-kabinetschef van Coëme, onder handen. Er was nog een vijfde klant, een gewezen militair en hoofd van de Franse onderneming Ofema-België, een nevenbedrijf van vliegtuigbouwer Dassault. Maar al gauw bleek dat die geen rol van betekenis had gespeeld in het grote politieke drama dat zich bij de andere ondervragingen ontvouwde. ?Hem kon hooguit worden aangewreven dat hij al eens Franse toplui van Dassault van en naar de luchthaven heeft gereden,? zei één van de aanwezigen nadien.

Eén van de ondervraagden werd een brief voorgehouden maar hij kreeg hem niet te lezen gericht aan Guy Spitaels en gesigneerd door Merry Hermanus. Een ondervrager zei : ?Dit keer komen ze er niet zo goedkoop vanaf.? Het was duidelijk wie met ze werd bedoeld : de hele PS-top.

WAT TE DOEN MET DE MILJOENEN ?

Met deze brief was een week eerder het nieuwste luik in het Dassault- en Agusta-schandaal geopend. Eigenlijk had Hermanus twee brieven geschreven : één gericht aan Guy Spitaels, een andere aan de huidige PS-voorzitter Philippe Busquin. Een kopie van die missives verstuurde Hermanus naar zijn schutsheer en intieme vriend Philippe Moureaux. Na onderling overleg, overhandigden zowel Spitaels als Busquin de brieven aan raadsheer Francis Fischer van het Hof van Cassatie die belast is met de Agusta- en Dassault-onderzoeken.

Al snel werd duidelijk dat Merry Hermanus de brieven niet in een vlaag van revanchisme had verstuurd, als wraak voor het hem aangedane Uniop-leed, zoals tijdens de voorbije week in PS-kringen rond Busquin werd beweerd. Ze waren in feite een regelrechte alarmkreet naar Spitaels en Busquin, omdat Hermanus de druk van de enquêteurs begon te voelen.

In de Uniop-affaire ging het in wezen om een habbekrats. Althans vergeleken bij de bedragen die in het Dassault-, en wellicht ook in het Agusta-dossier hadden gecirculeerd. In de brief van Hermanus is sprake van 30 miljoen die via Zwitserland op een Luxemburgse rekening werd geparkeerd en waarvan daar nog een goede 10 miljoen zou overblijven. Hermanus wou weten wat met het resterende geld moest gebeuren. Hij liet daarbij verstaan dat hij destijds in opdracht van Spitaels met Dassault had onderhandeld en dat Busquin van één en ander op de hoogte was. Hermanus zou Busquin om een afspraak hebben gevraagd om over de kwestie te praten.

Busquin, die zich onlangs nog had voorgenomen ?aan politiek te willen doen in de nobele betekenis van het woord,? zou naderhand op de bewering van Hermanus reageren als een verontwaardigde freule. Hoewel. Toen hij de brief van Hermanus ontving, begreep de PS-voorzitter niet meteen dat dit geschrift ook voor hem verregaande gevolgen kon hebben. Spitaels, die direct een valstrik vermoedde, attendeerde zijn opvolger op de gevaren. ?Reken maar,? zo werd daarbij gezegd, ?dat bij een volgende huiszoeking bij Hermanus die twee documenten zullen klaarliggen op de commode. Wat moeten we dan verzinnen, als ze ons vragen waarom we die brieven niet aan het gerecht hebben bezorgd ?? Waarop Spitaels en Busquin hun brieven bij raadsheer Fischer deponeerden. Pas begin deze week, lang na de demarche van Spitaels en Busquin, volgde Philippe Moureaux hun voorbeeld.

Ongeveer een week nadat de brieven in handen van raadsheer Fischer belandden, werd het hoger vermelde vijftal naar Luik gesommeerd. Na ondervragingen die de hele dag en een stuk van de nacht duurden, bleven uiteindelijk alleen Hermanus en Pirot aangehouden.

REDDEN WAT TE REDDEN VALT

De eerste reacties na de bekendmaking van de aanhoudingen van Hermanus en Pirot logen er niet om : ?De partijtop wist van niks en wat in die brieven van Hermanus stond, klopte niet met de waarheid.? Even later, na een buitengewone bijeenkomst van het partijbureau waarop Busquin het niet waagde de brief van Hermanus voor te lezen, werd een weinig indrukwekkende verklaring vrijgegeven die de eensgezindheid van de Franstalige socialisten moest illustreren. Maar erg overtuigend klonkt dit alles niet. Ook de onbeholpen manier waarop PS-tenoren als Charles Picqué en Elio di Rupo naderhand voor de RTBF-camera’s begrip kwamen vragen voor de ontsporingen van de jaren tachtig en ei zo na om amnestie bedelden, pakte verkeerd uit. Helemaal ridicuul was minister van Openbaar Ambt, André Flahaut. Hij pleitte er tijdens een RTL-TVI-debat voor dat ?alle PS’ers die met deze affaire te maken hebben zich ter beschikking van het gerecht moeten stellen en afstand moeten doen van al hun ambten en verantwoordelijkheden binnen de partij.?

?Dat uitgerekend Flahaut dit zegt,? wierp een verbolgen partijbediende op. ?Flahaut was niet zo lang geleden nog de nauwste medewerker en zelfs de beschermeling van François Pirot bij het Instituut Emile Vandervelde.?

In de loop van zondag liep de PS-fractieleider in de Kamer, Claude Eerdekens, zich de sokken van het lijf om een verklaring rond te krijgen waarin bijna onvoorwaardelijke steun aan voorzitter Busquin bevestigd werd. Want, zo stelden de ondertekenaars van de verklaring, de huidige partijleiding heeft niets vandoen met de affaires die nu komen bovendrijven.

Gemakkelijkheidshalve gingen Eerdekens en zijn maats voorbij aan de vaststelling dat Busquin als minister van Sociale Zaken in de regering zetelde naast vice-premier Philippe Moureaux toen de Agusta- en Dassault-contracten werden gesloten. Moureaux was trouwens de eerste om daaraan te herinneren. Hij deed dat vorige maandag tijdens zijn persconferentie die als een eerste schot voor de boeg van Busquin was bedoeld.

Een andere waarschuwing kwam van de vrouw van Hermanus die maandag een open brief richtte aan de leden van het PS-bureau die ze besloot met : ?Ik weet wie liegt, en jullie ook. (…) Vandaag gaat het om Merry, François. Morgen kan het één van jullie zijn.?

Zei een gewezen medewerker van Spitaels : ?Het communiqué van zondagavond was een wanhopige poging om nog te redden wat er te redden valt. Op al die namen onder het communiqué kan een affaire worden geplakt. Te beginnen met initiatiefnemer Claude Eerdekens, ooit goede maatjes met de beruchte zwarte baron Benoît de Bonvoisin.?

De naam van Elio di Rupo onder de verklaring tikte bij intimi van Spitaels bijzonder zwaar aan. De huidige vice-premier van de PS, die onlangs zelf in opspraak geraakte, dankt zijn snelle carrière aan Spitaels. Lange tijd werd hij door zijn persoonlijke relaties met de zoon van Spitaels als de virtuele schoonzoon van de gewezen PS-voorzitter beschouwd.

VAN ZWITSERLAND NAAR LUXEMBURG

De feiten die nu naar boven komen, dateren al van juni 1989. Toen werd Merry Hermanus, op dat ogenblik secretaris-generaal van het Brusselse Gewest en voorzitter van de lokale ontwikkelingsmaatschappij, door Dassault benaderd met een gift van zo’n 30 miljoen frank. Hij zou daarover, naar eigen bewering, contact hebben opgenomen met voorzitter Guy Spitaels. Die zou gezegd hebben dat de partij, zij het op erg discrete wijze, de gift kon aanvaarden, want het contract met Dassault voor de uitrusting van de F-16’s met het Carapace-systeem was toen al gesloten.

Na een gesprek in Parijs met een Dassault-vertegenwoordiger liet Hermanus het geld via een Zwitsers Dassault-conto op zijn Luxemburgse privé-rekening belandden. Volgens hem was Spitaels van heel deze werkwijze op de hoogte.

Hermanus zou er zelf tien miljoen frank hebben afgehaald en dat bedrag vervolgens aan Pirot hebben gegeven. Eind ’89, na het losbreken van de Uniop-zaak waarin hij samen met Camille Javeau en Nicole Delruelle, de gewezen vriendin van André Cools, een prominente rol speelde waarvoor hij begin vorig jaar werd veroordeeld tot één jaar voorwaardelijk, durfde Hermanus de rekening niet meer te manipuleren. Daarom sprak hij Pirot aan, die twee keer vijf miljoen van de Luxemburgse rekening zou hebben gehaald.

Toen Busquin in 1992 PS-voorzitter werd, zou Hermanus hem over het bestaan van de Luxemburgse rekening hebben ingelicht. Er zou toen overeengekomen zijn het geld in elk geval in Luxemburg te houden. Het restant van die Dassault-gift, nagenoeg tien miljoen, staat er nog steeds. Om te weten wat hij met het geld moest aanvangen, schreef Hermanus zijn fatale brieven naar Spitaels en Busquin. ?Kan je me helpen, of raad geven,? vroeg Hermanus in zijn brief aan Busquin.

De brieven naar Spitaels en Busquin waren voor Hermanus allicht een middel om zich in te dekken voor wat komen moest. Want de Brusselse PS’er voelde al geruime tijd het Dassault-onderzoek in zijn richting naderen. Sommige interventies van het Hoog Comité van Toezicht, dat hier een belangrijk deel van het speurwerk leverde, en van het Luikse gerecht verhoogden de druk. Het was slechts een kwestie van weken, hooguit maanden voor het gerecht bij Hermanus op stoep stond.

De psychologische pressie verhoogde nog met het recente nieuws over de stukken die in november 1995 op de Parijse zetel van Dassault in beslag waren genomen en die aantoonden dat de Franse vliegtuigbouwer veel meer smeergeld uitbetaalde dan alleen de 60 miljoen frank voor de Vlaamse socialisten.

Maar noch Spitaels, noch Busquin hebben de handgeschreven brieven van Hermanus ooit beantwoord. ?Integendeel,? zegden zijn advocaten afgelopen maandag in Luik. ?Ze hebben hun vriend bij het gerecht aangegeven.?

WANTROUWEN TUSSEN DE FACTIES

Van de twee PS’ers die vorige week in de Lantin-gevangenis zijn opgesloten, werd François Pirot al eens eerder in het Luikse feuilleton opgevoerd. Destijds was er sprake van een geldkoerier die naar Luxemburg vertrok om er de Agusta-commissies op te halen en die met lege handen terugkeerde. Toen al rolde Pirots naam over de tongen en de Waalse PS-passionaria Annemarie Lizin deed er in elk geval alles aan om dit gerucht te verspreiden.

De naam van deze lijvige, en in de omgang erg innemende man, werd ook genoemd door een andere gewezen PS-minister, de veelgeplaagde Alain Van der Biest. Die verklapte tijdens één van zijn sessies met het Luikse gerecht dat Pirot hem ooit in een besloten vergadering had gevraagd waarom ?er niets meer uit Namen kwam.? In beide gevallen werd bij de PS de rol van Pirot ontkend.

Insiders kunnen amper geloven dat Pirot samen met Hermanus in de Dassault-zaak is opgetreden. Hermanus, een Brusselse gladjanus, behoorde immers tot de clan van Philippe Moureaux en André Cools. Omwille van zijn onvoorwaardelijke devotie, vooral voor Moureaux, werd hij door Spitaels gewantrouwd. Dat die hem met een delicate opdracht zoals het ophalen van het Dassault-geld zou hebben belast, durven de gewezen medewerkers van Spitaels nauwelijks geloven. Zij vermoeden/vrezen dat hier een heel ander manoeuver wordt opgevoerd. Een denkpiste die wordt gevoed door de manier waarop Hermanus in Luik alle bezwarende interventies op Pirots rekening schuift.

De 54-jarige Pirot was inderdaad een spilfiguur binnen de Spitaels-factie. Voor de organisatie van de partij en de dagelijkse politiek steunde Spitaels vooral op deze professor Middeleeuwse en Occitaanse literatuur, en ook op Michel Henrion, kleinzoon van de historische socialistische voorman Julien Kuypers. Henrion was ooit voorzitter van de raad van bestuur van de RTBF. Binnen de PS was algemeen geweten dat Hermanus in het RTBF-bestuur geen gelegenheid voorbij liet gaan om Henrion te dwarsbomen.

STEUNPUNTEN BIJ SP EN PS

Afgelopen maandag bracht de Luikse justitie alles in gereedheid om de opheffing van de parlementaire onschendbaarheid van Guy Spitaels en Philippe Moureaux te bekomen. En die twee verschillen nu al van mening over de gebeurtenissen.

Volgens Spitaels en zijn vrienden moet nog worden bewezen of er hier sprake is van corruptie. Volgens Moureaux daarentegen valt te betwijfelen dat Dassault zomaar 30 miljoen frank aan de PS betaalde zonder dat daar een tegenprestatie voor werd geleverd. En Moureaux kan zoiets weten. Hij was de vice-premier en de sterke man van de PS in de rooms-rode regering van Wilfried Martens die bij Dassault niet alleen het Carapace-beveiligingssysteem voor de F-16’s bestelde, maar die tevens een elftal verouderde Mirage-jachtvliegtuigen liet opkalefateren door Sabca, een Belgische dochter van Dassault. Twee contracten die de Belgische staat 11 miljard frank kostten.

Maar niet alleen de uitspraken van Moureaux verstevigen het vermoeden dat hier smeergeld werd betaald. Er zijn ook de verklaringen in het Dassault-onderzoek bij de SP. Het waren Luc Wallyn en Etienne Mangé die destijds als eersten over het Dassault-geld begonnen, omdat ze anders geen verklaringen meer vonden voor het vele geld op de Zwitserse rekeningen. Waarop advocaat Alfons Puelinckx, die tot dan had gezwegen, enkele toelichtingen verschafte die in het huidige onderzoek hun belang hebben.

Puelinckx ontmoette, naar eigen zeggen, Serge Dassault in het gezelschap van zijn Syrische cliënt Mammoun Bashi. Dat gebeurde op een avond in Parijs, tijdens de winter van 1988-’89. Volgens de verklaringen van Puelinckx hadden ze met z’n drieën eerst langdurig over de toestand in het Midden-Oosten gepraat, tot Serge Dassault hem plots vroeg of hij niet over contacten beschikte ?bij de Vlaamse socialisten.?

Een interventie die nadien leidde tot de betaling van 60 miljoen frank via de Sophie-rekening van wijlen moeder Dassault en de Kasma-vennootschap van Bashi op de Kater– en Kattin-rekeningen van Luc Wallyn in Zürich.

In de huidige stand van zaken heeft de vraag van Dassault haar belang. Want zijn expliciete verwijzing naar een contact bij ?de Vlaamse socialisten? zou een vooringenomen waarnemer kunnen doen besluiten dat de Franse vliegtuigconstructeur bij de PS al over de nodige steunpunten beschikte.

DE DANKBAARHEID VAN DASSAULT

De ontdekking van het smeergeld bij de PS zal de Luikse speurders ertoe aanzetten bepaalde stukken in het onderzoek naar de moord op André Cools en in de Agusta- en Dassault-dossiers opnieuw te bekijken. Zo bijvoorbeeld een verslag van de Geneefse politie over de bezoeken en de handel en wandel van een veertigtal Belgische, vooral Luikse en Brusselse, politici aldaar. Dit vrij grondige onderzoek zou destijds op vraag van de Luikse justitie zijn gebeurd.

Ook nu weer is er sprake van een lijst met een 35-tal namen van politici, of vertegenwoordigers uit verschillende politieke middens, wier aanwezigheid in Zwitserland werd gesignaleerd. Maar ook deze lijst werd niet opgenomen in het dossier dat maandag in Luik aan de raadkamer werd voorgelegd.

Uit Frankrijk daarentegen dreigt voor alle betrokkenen nog weinig gevaar. Serge Dassault blijft in zijn rol van oude zakenman die door het Belgische gerecht met futiliteiten wordt lastig gevallen. In november 1995 hield hij tegenover de Luikse onderzoeksrechter Jean-Louis Prignon vol dat hij noch Bashi noch generaal Jacques Lefèbvre kende. Terwijl beide heren tot zijn kring van intieme zakenrelaties behoorden.

Puelinckx, zo gaf Dassault schoorvoetend toe, had hij wel eens ontmoet, omdat de Belgische advocaat hem had laten verstaan één en ander te kunnen regelen. Maar, zo beweerde Dassault, zijn bedrijf was niet eens geïnteresseerd in de verkoop van het Carapace-systeem aan de Belgische luchtmacht. Een opmerkelijke bewering gelet op de financiële bijdragen die Dassault naderhand, bij wijze van dankbaarheid, in de SP- en de PS-kassa’s stortte.

Het ontdekken van het Dassault-geld bij de PS legt trouwens een bijkomende druk op gewezen SP-penningmeester Etienne Mangé. Die kan bezwaarlijk zoals hij tot nu toe heeft gedaan blijven volhouden dat hij geen cent van het Franse geld heeft gezien. Een bewering waaraan in Luik nooit het minste geloof werd gehecht, ook al omdat Mangé destijds meebetaalde voor de advocatenkosten van Puelinckx en Wallyn in het verzet tegen de pogingen van het Luikse gerecht om hun Zwitserse rekeningen open te breken. En als Mangé ooit op deze verklaring terugkomt, zal hij ook moeten uitleggen hoe en door wie in de SP het Dassault-geld werd gespendeerd.

Zoals bij de SP, zal het Luikse gerecht daarom ook bij de PS de geldstroom trachten te reconstrueren. Want de twintig miljoen frank van Dassault werden, hoe dan ook, opgesoupeerd. Dat onderzoek kan nog voor heel wat bijkomende turbulenties zorgen binnen de PS. Turbulenties die de komende weken en maanden niet alleen de PS maar de hele regering fataal kunnen worden.

Rik Van Cauwelaert

Guy Spitaels, door God verlaten.

Merry Hermanus (foto) behoorde tot de PS-clan van André Cools en Philippe Moureaux.

Philippe Moureaux (foto) : een eerste schot voor de boeg van Busquin.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content