Heeft de belaagde Brusselse onderzoeksrechter Jean-Claude Leys boter op zijn hoofd? Of is hij het slachtoffer van een complot? Sinds hij onder andere het KB-dossier beheert, gebeuren er rare dingen. Een poging tot reconstructie.

In 1993 vestigt zich op de Brusselse Louisalaan een kantoor voor kredietverschaffing en financieel advies. Honderd meter verderop zetelt de Commissie voor het Bank- en Financiewezen (CBF). Dit is een straat van aanzien, een buurt van vertrouwen. Uitbater van de nering: Michel Kitoskis de Boutselis, een man met een dubbele (Grieks-Belgische) nationaliteit.

Na enkele maanden ontdekt het Brussels parket het bestaan van het kantoor en legt er meteen een bijzondere belangstelling voor aan de dag. Zeker niet omwille van de adellijke titels of de relaties waarmee Kitoskis graag uitpakt, wel omwille van het verleden van de man. Het indrukwekkend gerechtelijk dossier van de financieel consultant leest als een handleiding voor het lichter maken van de mensheid; veroordelingen wegens valsheid in geschrifte, frauduleus bankroet, uitgifte van cheques zonder dekking, ordinaire oplichting, enzovoort. Wanneer Kitoskis zich terug in Brussel vestigt, heeft hij net zijn achtste veroordeling – dit keer in Frankrijk – uitgezeten.

Goed twee jaar gaat de adviseur, die zich van verschillende pseudoniemen bedient, vrijwel ongestoord zijn gangetje. Begin 1996 ruikt de CBF onraad. De commissie vermoedt witwaspraktijken achter het kantoor en verwittigt het parket. Daar blijkt al een nieuw dossier-Kitoskis in de maak. Er is een handvol klachten binnengelopen van middenstanders, beoefenaars van vrije beroepen en bedrijfsleiders van kmo’s. En zij beschuldigen Kitoskis – hoe kan het anders – opnieuw van oplichting.

Hij blijkt een eeuwenoude truc te hebben toegepast. Kitoskis weet lui te vinden die financieel in de puree zitten en wanhopig op zoek zijn naar geld. Hen spiegelt hij een riante kredietlijn voor en vraagt een voorschot om “alles in orde te kunnen brengen”. Het gaat niet om drinkgeld, want het gemiddelde voorschot bedraagt zeggen en schrijven één miljoen frank. Veel geld, maar goed, dan zijn de betrokkenen – volgens Kitoskis – definitief uit de brand. De afloop laat zich raden: niks kredieten, wel een bijkomende financiële put. En Kitoskis die zijn “klanten” eindeloos aan het lijntje houdt.

In september 1996 dient dan zijn halfbroer Jean-Pierre Kitoskis nog een klacht in tegen hem. Broerlief belandt automatisch bij de Brusselse onderzoeksrechter Jean-Claude Leys die het dossier beheert. In het begin lijkt het er nog even op alsof het parket te maken krijgt met een zoveelste aflevering in een onverkwikkelijk familiefeuilleton. Michel beschuldigt Jean-Pierre namelijk al een tijdje van het achteroverslaan van een erfenis van losweg enkele miljarden. Een erfenis waarvan, overigens, niemand tot nog toe ooit enig spoor heeft kunnen ontdekken.

Als de gerechtelijke politie van Brussel in oktober 1966 binnenvalt in Kitoskis’ kantoren, zit de man al hoog en droog in Athene. Leys schrijft een internationaal aanhoudingsmandaat uit tegen hem en zijn vrouw, Marie Warlet.

Exit Kitoskis? Helemaal niet, want vanuit de Griekse hoofdstad begint hij Belgische onderzoekers en magistraten met krakkemikkige brieven te bestoken over complotten tegen zijn figuur en allerhande malversaties van onderzoeksrechter Leys. Die is op dat ogenblik al een BM of Bekend Magistraat. Leys, samen met zijn collega Jean-Claude Van Espen in Brussel gespecialiseerd in financiële onderzoeken, krijgt in mei van dat jaar het dossier- KB Lux in handen. De bundel zorgt voor grote heisa en veel speculaties in de media.

Een jaar staat Leys opnieuw op alle voorpagina’s. Eerst met spectaculaire huiszoekingen op het ministerie van Financiën en bij de toenmalige minister van Financiën Philippe Maystadt. Dan met de aanhouding van Rita Verstraeten. De bimbo erfde een kleine drie miljard frank van tabaksmagnaat Roger Gosset. Zij parkeerde de poen met de hulp van haar “financieel adviseur” Jean De Keersmaeker – die overigens ook wordt opgepakt – in Luxemburg. Kwestie van de erfenis niet te laten afromen door de Belgische fiscus. Dat heet: ontduiking van successierechten.

In die periode nemen de literaire aspiraties van Michel Kitoskis opnieuw een hoge vlucht. Zijn schrifturen bestemd voor het Brussels parket brengen een nieuw verhaal-Leys. Volgens eerdere brieven van de Griek zou Leys in een vorig leven – in de privé-sector – miljoenen uit de kassa hebben gepikt. Dit keer voert Kitoskis aan dat le petit juge tonnen goud heeft gejat. Het parket weet niet goed wat aangevangen met de wilde beweringen die op geen enkel punt door enig steekhoudend document of valabele getuigenis zijn gestaafd. Leys gaat vandaar ook ongeremd verder met zijn opmerkelijke, maar niet overal gesmaakte raids.

DE RECHTSSTAAT ZIJ GEPREZEN

In november 1997 zet hij Damien Wigny op secreet; de voorzitter van het directiecomité van de KB Lux zou de belastingontduiking van Verstraeten mee hebben georganiseerd. De zaak maakt opnieuw veel ophef. Niet alleen omdat dit keer een gerespecteerd bankier en zoon van een vroegere minister achter de tralies vliegt. Ook omdat er een heftige polemiek ontstaat over de noodzaak van Wigny’s aanhouding.

Een maand later vertrekt de onderzoeksrechter op rogatoire commissie naar Congo en tijdens zijn afwezigheid dienen Wigny’s advocaten bij procureur-generaal André Van Oudenhove een klacht in tegen Leys. De onderzoeksrechter zou het geheim van het onderzoek hebben geschonden. Prompt melden enkele bladen dat Leys een serieuze disciplinaire straf boven het hoofd hangt wegens loslippigheid, maar de onderzoeksrechter weert zich en doorspartelt de crisis zonder kleerscheuren.

Leys en zijn collega Van Espen belanden rond deze periode midden in een orkaan van geruchten, verdachtmakingen, wilde verhalen over doorgestoken banden van wagens, telefonische doodsbedreigingen en detectives die heel hun doen en laten vastleggen. Het parket neemt de zaken alleszins ernstig op en bezorgde Leys voordien al een wapenvergunning. Niet dat echte of vermeende intimidaties hen even gas doen terugnemen.

In maart van dit jaar slaat Leys in zijn geheel eigen stijl opnieuw toe. In Kortrijk knippen koning Albert en minister van Justitie Stefaan De Clerck (CVP) blijgezind het lint door van het eerste Huis van Justitie. Honderd meter verderop valt Leys op hetzelfde ogenblik met zijn equipe de kantoren van de Kredietbank binnen. Leys persiste et signe. Het eigengereide optreden van de onderzoeksrechter wordt niet alleen enkele Brusselse parketmagistraten te machtig, ook Jean-Claude Leys zelf. Letterlijk in dit geval, want hij stuikt in mekaar, wordt afgevoerd naar een ziekenhuis en zal bijna de volledige maand april uit de running blijven.

Terwijl de onderzoeksrechter op de intensive care ligt, gaan de KB-advocaten over tot de tegenaanval. Ze leggen – met gegevens uit dit blad in de hand – een klacht neer bij het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten (alias Comité-P). De documenten waarop Leys zijn onderzoeken steunt, zouden niet legaal zijn verkregen. Die stelling wordt ’s anderendaags kracht bijgezet op een persconferentie waar de advocaten van de bankgroep de aanwezigen vergasten op een uitvoerig traktaat over de rechtstaat.

De uitzonderlijke demarche leidt tot grote nervositeit bij het Brussels parket. Er komen vergaderingen met leden van de gerechtelijke politie, advocaten en magistraten. Jean-François Godbille, eerste substituut en hoofd van de financiële sectie, stelt daarover een synthesenota op. Volgens paleis-watchers zou het ontwerp ervan zonder meer een verlengstuk zijn geweest van de stellingen van de KB-advocaten, dus een regelrechte aanval op Leys’ onderzoek. Na hypernerveus intern overleg schaaft Godbille echter zijn nota bij. In de definitieve versie blijven er niet veel argumenten meer over om Leys van het KB-onderzoek te halen, wat zonder twijfel de bedoeling is geweest van de advocaten.

SPOKEN UIT HET VERLEDEN

Nauwelijks is deze storm enigszins geluwd of spoken uit Leys’ verleden duiken op. Met name het dossier- De Vuyst. Daarvoor moeten we even terug in de tijd. Jean-Claude De Vuyst is een ondernemer uit Ninove wiens pad dat van Leys kruiste midden jaren tachtig. De magistraat werkte op dat ogenblik als manager (in Libanon) voor Air & Chaleur, een bedrijf gespecialiseerd in airconditioning en ander binnenhuismaterieel. Maar begin 1989 stapte Leys daar met een gouden handdruk op en kocht zich in bij De Vuyst. Samen zetten zij onder andere de holding Target 21 op, met Jean-Claude Leys als aandeelhouder voor 20 procent. In 1990 ontstond er tussen de twee vennoten enige animositeit, te wijten onder andere aan het toch wel grillige overnamebeleid van het bedrijf.

Leys, van opleiding jurist, wilde de magistratuur in en Target 21 uit. Zijn pogingen om zijn aandelen te verzilveren, liepen allesbehalve van een leien dakje. Tussen hem en De Vuyst laaiden de disputen hoog op en finaal leidde de affaire tot een dubbele rechtszaak: Leys versus De Vuyst en De Vuyst versus Leys. De huidige onderzoeksrechter won zijn zaak zowel in een eerste aanleg als in beroep, De Vuyst verloor zijn geding in eerste aanleg, de zaak hangt nu nog in beroep. Dat kwam omdat de twee gebrouilleerde protagonisten zich later weliswaar met elkaar verzoenen, maar het einde van hun gekibbel nooit schriftelijk vastlegden.

Einde van de episode-De Vuyst? Nee, de peripetieën van Leys als vroegere zakenman zijn belangrijk in meer dan één opzicht. Zo benadert Jean De Keersmaeker voorjaar 1998 – we zitten terug in de periode dat Leys de Kortrijkse Kredietbank met een bezoek vereert – de onderzoeksrechter met een voorstel. De “consultant” – feitelijk bekommert hij zich alleen om het onroerend goed van Verstraeten – heeft zelf enkele honderden miljoenen uit de zaak-Gosset gesleept, waarvan de ploeg van Leys er 132 lokaliseerde en prompt liet blokkeren. De Keersmaeker blijkt – de wereld is klein – een jeugdvriend van De Vuyst en hij (De Keersmaeker, dus) wil investeren in de bedrijven van zijn maat.

Koken kost geld en dat heeft de financieel adviseur niet zo bij de hand. Als Leys nu die 132 miljoen eens deblokkeerde, dan was iedereen content. Leys voelt nattigheid. Hij verwittigt De Keersmaekers advocaten van een mogelijk belangenconflict en schuift de hete aardappel door naar zijn collega Van Espen. Die heft tijdelijk de blokkering op, maar stelt ze even later snel weer terug in.

Uit allerhande contacten merkt de entourage van de onderzoeksrechter dat “derden” op dat ogenblik met veel nijver spitten naar allerhande details over Leys’ avonturen met De Vuyst. De magistraat ziet slecht weer afkomen en dekt zich in. Hij zet een en ander op papier en begint zijn hiërarchische oversten zowel schriftelijk als mondeling te briefen over de volgens hem vreemde evoluties in enkele van zijn dossiers. Zijn informatieronde brengt hem zelfs tot bij de procureur-generaal van het Hof van Cassatie, Eliane Liekendael.

RECHTER LEYS WAST WITTER

Het onderhoud met Liekendael – inmiddels ook al een BM – moet hem enigszins gerustgesteld hebben, want begin juli vertrekt onderzoeksrechter Leys met vakantie. Maar hij heeft zijn hielen nog niet gelicht of er gebeuren weer rare streken. Zo haalt substituut Godbille een doos met stukken uit het dossier-Verstraeten weg uit Leys’ kantoor. Misschien stelt Godbille veel belang in de bundel omdat aangetrouwde familie van hem erin figureert. In elk geval leidt de “verhuis” van de doos volgens een ooggetuige tot een meer dan serieuze aanvaring tussen Godbille en onderzoeksrechter Van Espen, die Leys’ zaken tijdens diens afwezigheid in het oog houdt.

Terwijl Leys met vakantie is, groeit op de kantoren van de financiële sectie van het Brussels parket ook weer de controverse rond zijn figuur. De geruchtenmolen draait op volle toeren. De onderzoeksrechter wordt gezocht, gaat opgepakt worden, zou 100 miljoen frank op een Zwitserse rekening hebben staan… Substituut Godbille zet een aantal dingen op een rijtje, laat het rapport tekenen door de procureur des Konings Benoît Dejemeppe en de molen draait nu in overdrive.

Wanneer Leys terug op post is, verdedigt de magistraat zich met hand en tand. Ogenschijnlijk krijgt hij de zaak onder controle. Bij de boterhammen gaan de gesprekken op het parket meer over het slechte vakantieweer, minder over de lotgevallen van Jean-Claude Leys.

Maar wie duikt er midden augustus opnieuw op? Marie Warlet, de gezochte echtgenote van Michel Kitoskis de Boutselis. Voor de vijfde keer op rij dient ze een verzoekschrift in om onderzoeksrechter Leys uit het onderzoek rond de strapatsen van haar man te wraken. Waarom dit keer? Omdat Jean-Claude De Vuyst, Leys heeft omgekocht. Warlets verhaal is eenvoudig. De Vuyst had geld nodig en vond dat bij De Keersmaeker. Die stapte naar Leys en stelde hem een deal voor: De Vuyst zet meteen zijn procedure tegen Leys stop, in ruil geeft de onderzoeksrechter de 132 geblokkeerde miljoenen vrij. En aldus geschiedde, dixit Warlet. Met Griekse nonchalance stapt zij over enkele cruciale gegevens heen. Leys hief het beslag nooit op, schoof de zaak om deontologische redenen door en de fondsen werden opnieuw geblokkeerd.

Nu gaat het allemaal erg snel. Nauwelijks heeft de financiële sectie de tijd om de stukken van Marie Warlet te lezen of bij een aantal journalisten meldt zich telefonisch een geheimzinnige Monsieur Germain. Hij voorspelt met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat Leys binnen de kortste keren achter de tralies zit. De juge heeft immers voorjaar 1997 samen met Jean-Pierre Kitoskis een geweldige witwasoperatie opgezet. Niet minder dan één miljard frank is door de molen van het infame duo gegaan. De bewijzen? Die komen eraan, beweert Monsieur Germain.

EEN MAN MET VEEL GEZICHTEN

Twee dagen later krijgen vijf redacties een aantal warrige documenten toegestuurd, die veeleer de mentale toestand van de feitelijke verzender illustreren dan wat dan ook bewijzen. Die verzender blijkt in eerste instantie een Parijs bureau te zijn: Inforcom. Even later komt de ware toedracht van de zaak naar boven. Monsieur Germain heet gewoon Michel Kitoskis en geeft in een – voor de Griekse Belg – vernietigend gesprek met een journalist van Le Soir Illustré toe dat hij ook achter faxen van het obscure Inforcom zit. Volgens Kitoskis een befaamd kantoor “gespecialiseerd in informatie met tweehonderd kantoren over de hele wereld”.

Dit is de voorlopige culminatie van Kitoskis’ guerrilla met Leys. Daarbij brengt hij niet alleen zijn vrouw in stelling, vermomt zich als Monsieur Germain, laat de faxen vanuit Parijs versturen en telefoneert langdurig met de financiële sectie van het Brussels parket. Michel Kitoskis stuurt Brussel ook nog een prodigieus opstel. Dat bestaat grotendeels uit wild geraas, zeg maar het klassieke getier waar Kitoskis voordien al in grossierde. Een ander deel bevat echter zeer nauwkeurige, gedetailleerde informatie over de zaak De Vuyst-Leys, die onmogelijk in de schaduw van de Acropolis verzonnen kan zijn.

Pech echter voor Kitoskis, want De Keersmaeker laat via zijn advocaten weten dat Leys “in tegenstelling tot wat is geschreven, nooit aanvaardde om de blokkering van welke bedragen dan ook op te heffen”. Voor Leys een kleine opsteker. Eind augustus klimt hij toch weer – de onderzoekrechter spendeerde de afgelopen twee jaar misschien meer inkt aan zijn eigen verdediging dan aan onderzoeken – in de pen. Hij meldt zijn oversten in een uitvoerig rapport wat er volgens hem allemaal misliep in de zaken KB Lux en Kredietbank, Wigny en Kitoskis, plus in nog een aantal andere affaires die daar dwars doorheen lopen. Terloops vermeldt hij dat de luizenkam door zijn belastingaangifte mag en dat hij bereid is elke rekening van hem in het binnen- of buitenland open te gooien.

Leys’ vlucht vooruit leidt op het Brussels parket tot spoedoverleg. Niet alleen confereert Godbille voor de zoveelste keer met Dejemeppe, maar de procureur des Konings bespreekt de meest turbulente ontwikkelingen in de zaak-Leys ook met procureur-generaal Van Oudenhove. Na dit onderhoud toont Dejemeppe, die onder andere verantwoordelijk is voor de goede gang van zaken in zijn winkel, zich niet van zijn beste zijde. Hij verklaart zich immers “niet bevoegd” in deze “complexe” zaak die het parket-generaal “te gepasten tijde” zal behandelen. Anders uitgedrukt: hij wil niet tussenbeide komen in de open oorlog tussen Leys en Godbille.

DE GRIEK HEEFT VELE BRONNEN

Heel de affaire werpt een toch wel merkwaardig licht op de gang van zaken op het Brussels parket, waar gejongleerd wordt met interne, confidentiële rapporten en waar rechters mekaar figuurlijk naar het leven schijnen te staan. Elke verdenking van samenwerking of zelfs maar pogingen daartoe, tussen de betrokken magistraten lijkt ongegrond. Van een doortastend beheer van de dossiers zijn evenmin veel sporen terug te vinden. Van gekonkel des te meer.

Op de achtergrond speelt wellicht de perceptie van wat justitie, fraude of misdaad wel zou kunnen zijn. Neem bijvoorbeeld fraude. Significant hier is dat Jean-Claude Leys geldt als een onversneden hardliner met een heel rigide visie op belastingontduiking. Substituut Jean-François Godbille, ooit vooraanstaand lid van de antibelastingpartij RAD-UDRT, lijkt uit heel ander hout gesneden. Al bij zijn aanstelling als nieuwe chef van de financiële sectie verklaarde hij vrolijk dat hij de fraude zeker niet met dezelfde hardnekkigheid zou aanpakken als zijn voorganger Vincent Cambier, noch à la Jean-Claude Leys. Meteen was dus de toon gezet.

Het dossier-Leys met zijn vele in en outs werpt ook een aantal zeer concrete vragen op die elke onderzoeker mateloos zouden moeten boeien. De platte banden en de dreigtelefoons – wie deed het? – of de detectiveteams die tot Leys’ privé-leven in kaart brachten – wie waren de opdrachtgevers en waarom? – vormen daarbij ogenschijnlijk het meest saillante luik. Even belangrijk is hoe Michel Kitoskis, drieduizend kilometer van het Brussels parket verwijderd, aan de voor zijn doen uitzonderlijk nauwgezette informatie kwam over de affaire De Vuyst-Leys. Kitoskis heeft naar eigen zeggen meerdere uitstekende bronnen die hij met duidelijk genoegen in de Soir Illustré etaleerde: substituut André Delvaux en zijn collega Godbille, maar ook Jean-Claude De Vuyst en de directie van de KB Lux. Waarheid of verzinsel?

In het geval van Kitoskis zou men veeleer – gezien de voorgeschiedenis – geneigd zijn te kiezen voor de laatste optie. Zo geeft hij in zijn hilarisch onderhoud met de Soir Illustré de manier aan waarop hij met de KB-directie in contact kwam. Dat gebeurde in het kader van een onderzoek naar de “ware titularis” van een rekening- Boutselis. Een van de 250 rekeningen dus, op de fameuze KB-lijst. Zegt Kitoskis: “Januari 1997 is mijn zoon ondervraagd door inspecteur Roels over de rekening-Boutselis.” Helaas blijkt de betrokken inspecteur zoon Kitoskis nooit te hebben ondervraagd en is er op de beruchte lijst geen sprake van een rekening-Boutselis.

Heel de zaak afdoen als wilde kattensprongen van een “megalomaan en mythomaan” (de woorden komen van de vader van Michel Kitoskis), is dan weer iets té eenvoudig. Feit blijft bijvoorbeeld dat er materiële bewijzen bestaan van niet alledaagse ontmoetingen tussen betrokkenen – of hun vertegenwoordigers – in van elkaar losstaande dossiers. Zij vertonen slechts één gemeenschappelijk kenmerk: ze worden beheerd door onderzoeksrechter Leys.

DIT IS MEER DAN EEN COMPLOT

Stilaan tekenen zich ook twee kampen af in deze affaire. Tot het eerste behoort een objectief bondgenootschap van “slachtoffers” van onderzoeksrechter Leys. Deze heterogene groep wil de magistraat met alle mogelijke middelen van zijn lopende affaires halen. De volledige juridische trukendoos wordt daarvoor bovengehaald; wrakingen, stille obstructie, stemmingmakerij zoals zwaaien met berichten uit de media – onder meer uit dit magazine. Blijkbaar zijn kleine insinuaties en grove verdachtmakingen in deze oorlog met verschillende fronten evenzeer toegelaten. Tenslotte gaat het over veel geld. De zaak-KB Lux alleen weegt al enkele tientallen miljarden.

Tot het tweede kamp, de “alliantie” pro-Leys die slechts de jongste weken tot stand kwam, mag men alvast enkele leden van de Brusselse gerechtelijke politie rekenen, plus een deel van de Franstalige media. Zo schreef de krant Le Soir ronduit dat de recente campagnes “duidelijk tot doel hebben de onderzoeksrechter te destabiliseren”. Le Soir Illustré, tot nog toe bijster goed ingelicht over de lopende onderzoeken, ging nog een stap verder en oordeelde dat wij hier verder zitten “dan het stadium van het complot van enkele boosaardige individuen. Onderzoeksrechter Leys is immers slachtoffer van gewoon maffia-achtige praktijken die hem willen destabiliseren. En het parket van de procureur des Konings, dat nochtans enkele specialisten van de georganiseerde misdaad telt, zag het onweer niet afkomen.”

Het zou niet de eerste keer zijndat het Brussels parket een zware buimist.

Op het justitiepaleis is er geen beleid, maar wel gekonkel.

De Griek vroeg geen drinkgeld, want het gemiddelde voorschot bedroeg een miljoen frank.

Jos Grobben

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content