Knack selecteerde tien Nederlandstalige, uitstekende schrijversbiografieën. Allemaal met een verschillende aanpak, stuk voor stuk boeiend, en meestal met een literaire link naar Cyriel Buysse. Uw tijd gaat nú in.
1.FRéDéRIC BASTET, LOUIS COUPERUS. EEN BIOGRAFIE, QUERIDO, AMSTERDAM, 1987
Vlot geschreven verhaal over de dandy-estheet die Buysse al in 1896 leerde kennen in Den Haag. Buysse vormde samen met Couperus de kernredactie van Groot Nederland, een toonaangevend literair blad in Noord en Zuid tot de Eerste Wereldoorlog.
2.MICHEL VAN DER PLAS, MIJNHEER GEZELLE. BIOGRAFIE VAN EEN PRIESTER-DICHTER, LANNOO, TIELT, 1990
Traditioneel maar ontroerend portret van iemand die een allemansvriend wou zijn en daardoor nauwelijks aan zichzelf toekwam. Tenzij in zijn gedichten.
Buysse had geen contact met Gezelle, wel met diens neef Stijn Streuvels, met wie hij een haat-liefdeverhouding had. Ze hadden beiden hetzelfde onderwerp, maar hanteerden een andere invalshoek. Aanvankelijk oogstte Streuvels alle lof en Staatsprijzen, vanaf de jaren twintig haalde Buysse hem bij.
3.GASTON DURNEZ, FELIX TIMMERMANS. EEN BIOGRAFIE, LANNOO, TIELT, 2000
Cultuurhistorisch panorama in de trant van Van Parys, dankzij een wijdvertakt tijdsbeeld, instructieve tussendoortjes en telkens nieuwe, weinig bekende personages. Zo duikt de obscure Gentse kunstschilder en dichter Reimond Kimpe op, die de jonge Timmermans attendeerde op het talent van Buysse als na te volgen voorbeeld.
4.HARRY G.M. PRICK, HET LEVEN VAN LODEWIJK VAN DEYSSEL (2 DELEN), QUERIDO, AMSTERDAM, 1997 EN 2003
Prick is het typevoorbeeld van de biograaf die dweept met zijn idool. Zijn overvolle kroniek van Van Deyssels leven bevat een schat aan krankzinnige details (de gadgets die Van Deyssel in elkaar knutselde om zich van het masturberen af te helpen) tot een keur aan knotsgekke tirades uit Van Deyssels talloze dagboeken en epistels. Van Deyssel heeft van in het begin geijverd voor de publicatie van het werk van Buysse in Nederlandse tijdschriften.
5. HANS GOEDKOOP, GELUK. HET LEVEN VAN HERMANS HEIJERMANS, DE ARBEIDERSPERS, AMSTERDAM, 1996
Gedurfde, caleidoscopische montage van Heijermans’ leven en oeuvre. Op hoog van zegen, Heijermans’ realistisch epos van het schippersleed, heeft heel wat gemeen met Het gezin van Paemel van Buysse. Heijermans was de eerste die een recensie wijdde aan Het recht van de sterkste van Buysse. In positieve zin, uiteraard.
6. DIK VAN DER MEULEN, MULTATULI, SUN, AMSTERDAM, 2002
Klassiek geconstrueerde biografie, die een Gouden Uil won. Buysse had niets met Multatuli, wel met de Multatulikring in Gent, die ervoor zorgde dat de opvoering van Het gezin van Paemel legendarisch werd in de annalen van de Vlaamse toneelgeschiedenis.
7.LUDO STYNEN, ROSALIE EN VIRGINIE. LEVEN EN WERK VAN DE GEZUSTERS LOVELING, LANNOO, TIELT, 1997
No-nonsensegeschiedenis van een belangrijke vrijzinnige schrijversfamilie uit het Gentse. Buysses tante Virginie introduceerde het eerste verhaal van haar neefje bij een literair blad. Weldra ging het omgekeerd, en werkte Buysse als introductie voor zijn veel oudere tante in het Nederlandse literaire wereldje.
8.KEES SNOEK, HET LEVEN VAN EEN SMALLE MENS. EDDY DU PERRON, NIJGH EN VAN DITMAR, AMSTERDAM, 2005
Wie de te lange inleiding over de overgrootouders van Du Perron overslaat, komt terecht in een wirwar van anekdotes over het godenkind Du Perron, dat in de jaren twintig in een kasteeltje bij Waver (nu een hotel) de fine fleur van de Vlaamse en vooral Nederlandse literatuur ontving.
9.JAN FONTIJN, FREDERIK VAN EEDEN (2 DELEN), QUERIDO, AMSTERDAM, 1990 EN 1996
Schoolvoorbeeld van een psychoanalytische benadering van een schrijversleven, zoals zijn grote voorbeeld Richard Ellmann die demonstreerde in diens meesterlijke biografieën van James Joyce, William Butler Yeats en Oscar Wilde. Vandaar Fontijns credo: ‘Te vaak zijn de biografen op het publieke gezicht van hun helden gericht, en te weinig zijn ze op zoek naar de persoon die schuilgaat achter het masker.’ Van Eeden en Buysse, die elkaar ontmoetten in de Haagse scène van Buysses echtgenote, konden niet echt goed met elkaar opschieten.
10.WIM HAZEU SLAUERHOFF. EEN BIOGRAFIE, DE ARBEIDERSPERS, AMSTERDAM, 1995
Oerdegelijke reconstructie van het avontuurlijke leven van scheepsarts-schrijver Jan-Jacob Slauerhoff én van de literaire tijdgeest. Vergelijkt instemmend Buysses verslag van diens reis naar het Marokkaanse Tanger met Slauerhoffs indrukken aldaar.