Chris De Stoop
Chris De Stoop Chris De Stoop is redacteur van Knack.

Nadia Dala stelt volgend weekend haar boek ‘Als sluiers vallen’ over moslimvrouwen voor. Onder het hoofddoekje zit een grote diversiteit: van fundamentalisten tot feministen, en vooral veel gematigde vrouwen.

In haar boek Als sluiers vallen slaagt Nadia Dala erin om een aantal moslimvrouwen uit Vlaanderen en Nederland het achterste van hun tong te laten zien. Met getuigenissen, ervaringen en wetenswaardigheden breit zij een boeiend geheel, dat veel verder gaat dan het hoofddoekje op zich. Journaliste Nadia Dala, die arabistiek studeerde en de stuwende kracht was achter de Cel Diversiteit op de VRT, kant zich tegen de tunnelvisie: er is sprake van verdrukking, maar ook van zelfontplooiing én van radicalisering. In België woedde het debat over het hoofddoekje vorig jaar nadat minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael voorstelde om het dragen ervan aan banden te leggen. En verder was er natuurlijk de zaak-Remmery, waarbij het hoofddoekje van een werkneemster zelfs tot bedreigingen en chantage leidde.

Nadia Dala: Ook in Brussel zag ik de voorbije jaren dat hoofddoekjes tot het alledaagse straatbeeld gingen horen. De gewone hoofddoek of hijab bedekt alleen het haar. Maar daarnaast begin je ook al de volle gezichtssluier met kijkspleetje of niqaab te zien, wat tien jaar geleden ondenkbaar was. En naar verluidt zijn ook al de eerste boerka’s opgedoken, die de vrouw van top tot teen bedekken, op een gaasje voor de ogen na. Enkele weken geleden kreeg een vrouw in Maaseik voor het eerst een boete voor het dragen van een boerka.’

En dat is duidelijk niet alleen een modegril?

NADIA DALA: (lacht) Bij sommige meisjes speelt wel degelijk een soort modefenomeen. Een jonge vrouw uit mijn boek zegt zelfs dat westerse mannen haar zo mysterieuzer en meer sexy vinden. Een hippe meid met een hijab. Er zijn hoofddoekjes in diverse kleuren, stoffen en merken. In Nederland zijn er al gespecialiseerde boetieks voor hoofddoekjes. Maar het is natuurlijk niet alleen maar dat. Ik heb ook met een meisje gesproken dat vroeger westerse kleren droeg en zelf ineens besloot om een hoofddoekje te gaan dragen, tegen de wil van haar ouders in. Via het internet kwam ze terecht op bijeenkomsten van jonge gelovigen in Antwerpen en Nederland. Dat waren moslimjongeren die samen op zoek gingen naar waarden, die met elkaar over hun geloof spraken, die elkaar ondersteunden in moeilijke momenten… Het internet is voor hen een krachtig medium. Er zijn zelfs al cyber-imams die op al je vragen antwoorden en je elektronisch helpen te bekeren. Voor dergelijke jongeren hoort het hoofddoekje dus bij het totaalpakket van hun geloof. Het is een statement over hun identiteit.

Sta je er na je onderzoek zelf anders tegenover?

DALA: Ik ben er geen voorstander van geworden, nee. Maar onder dat doekje blijkt een grote diversiteit van vrouwen te zitten. Ik wil hun verhalen aanreiken, zonder daarover een standpunt in te nemen. Het hoofddoekje verbieden om die arme sukkels te redden, zoals minister Dewael vorig jaar zei, lijkt mij een te simplistische redenering. Maar dat mensen herkenbaar moeten zijn, zoals Vlaams minister Marino Keulen vraagt, klinkt wel logisch.

Maar er zijn wel degelijk meisjes die er onder druk van hun omgeving mee beginnen?

DALA: Ja, en die groep wil ik ook niet wegcijferen, integendeel. Daarom heb ik ook het verhaal verteld van een vrouw die door haar man verplicht werd zich te sluieren, die later door haar familie letterlijk het ziekenhuis in geslagen werd, en die vertelt over andere vrouwen die er psychisch aan onderdoor gaan, tot zelfmoord toe.

Onlangs bleek nog dat allochtonen oververtegenwoordigd zijn in de vluchthuizen voor mishandelde vrouwen.

DALA: Die toename is duidelijk. Alleen wil het niet noodzakelijk zeggen dat er meer vrouwen mishandeld worden dan vroeger, maar wel dat ze beter de weg naar vluchthuizen vinden. En dat heeft volgens hulpverleners te maken met hun grotere mondigheid: ze durven nu thuis weglopen als er problemen zijn. Maar vrouwenmishandeling is een universeel gegeven en komt in alle lagen voor.

Sommige meisjes zeggen dat ze uitgescholden worden als ze geen hoofddoekje dragen.

DALA: Ik sprak met Touria, een vrouw die in Kuregem in een jeugdhuis werkt en die zelf af en toe een hoofddoek draagt uit loyaliteit aan haar familie. Zij zegt dat in sommige Brusselse achterstandswijken meisjes door jongens voor ‘hoer’ of ‘sale pute’uitgemaakt worden als ze wat te frivool gekleed zijn. Dat is verschrikkelijk. Wanneer zij met die jongens praat, blijkt dat die met een zeer gekneusd zelfbeeld zitten. Ze denken geen kans te maken in de maatschappij, haken af op school, ontwikkelen nauwelijks sociale vaardigheden, voelen zich permanent gefrustreerd en leven dat uit in kleine criminaliteit of rellen. Welnu, die jongens zijn jaloers op meisjes omdat die wél kansen krijgen en medelijden van westerlingen opwekken. Touria heeft eind jaren negentig de rellen in Kuregem meegemaakt en waarschuwt ervoor dat die elk moment weer kunnen uitbarsten. Erger nog, zij waarschuwt ervoor dat bepaalde integristische, ietwat gewelddadige bewegingen voor dergelijke teleurgestelde jongeren nu een soort opvangnet zijn. Als wij die jongens blijven verwaarlozen, zullen die netwerken hen helemaal in hun klauwen krijgen.

Je vermeldt een aantal gevaarlijke, radicale moskeeën en organisaties in de regio Brussel. Waarom?

DALA: Ik vertel het verhaal van Soumaya, een islamiste, die zelfs oproept om sharia-rechtbanken in België op te richten. In Canada blijkt dat voor bepaalde persoonsgebonden materies de moslimgemeenschap in eigen schoot de sharia mag laten gelden, en dat dat door de overheid wordt gerespecteerd. Dergelijke figuren, zoals Soumaya, zien overal een complot van het Westen tegen de islam, en willen zich het liefst afzonderen in een eigen islamitische zuil. En binnen die zuil is er nog een groep die gescheiden wil leven van mannen, al was het maar om hen te beschermen tegen hun duivelse seksuele instincten, zo zeggen ze. Onder hun sluier voelen ze zich veiliger en worden ze niet nagefloten. Maar anderzijds: die sluier lokt ook veel aandacht, en soms zelfs agressie. Nu, de radicalen zijn een zeer kleine minderheid. En de radicale moskeeën en organisaties die ik vermeld, zijn daarom nog niet terroristisch. Maar ze worden in het oog gehouden, en dat lijkt mij ook maar gezond.

Hoor je bezorgdheid over die radicalisering?

DALA: Je hebt nu verschillende stromingen tegelijk. Er is een liberalisering. Er zijn emancipatieprocessen bezig. Er is een stroming van zelfbewuste mosli-ma’s die zich goed in hun vel voelen en deelnemen aan de gemeenschap, maar vanuit een zekere eigenheid, al dan niet met hoofddoekje. De overgrote meerderheid zijn gematigde moslims, ik kan het niet genoeg herhalen. Maar ook van hen hoor ik soms off the record dat ze bezorgd zijn over die kleine minderheid die aan het radicaliseren is.

Is het dragen van een hoofddoek gebaseerd op de Koran?

DALA: Daarover lopen de meningen uiteen. Blijkbaar is er nu een strekking bij een aantal jongeren dat je bepaalde verzen uit de Koran zo moet lezen. Terwijl er ook vrouwelijke vorsers zijn die beweren dat het allemaal op een vertaalfout berust. Er is een fenomeen dat islamfeminisme heet, en die vrouwen pleiten ervoor om die Koranverzen te herinterpreteren. Ze zijn in een patriarchale context geschreven, en om er de zuivere boodschap uit te halen, moet je die context wegstrippen. Het is boeiend om die discussie nu mee te maken. Ik heb een vrouw met een gezichtssluier gesproken, die zelfs naar Koranverzen verwijst die de niqaab zouden opleggen. Maar zij haalde haar interpretatie van de website van een controversiële sjeik uit Saudi-Arabië. Zij noemde de gezichtssluier de hoogste trap in haar geloof. Een vorm van verering en absolute overgave.

Wat denken islamfeministen van westerse feministen die zich vaak tegen de sluier kanten?

DALA: Zij vragen: laten we onze eigen emancipatiestrijd voeren, en laten we dat doen met onze eigen instrumenten, zoals de Koran. Zij zijn ervan overtuigd dat de Koran kan helpen om vrouwen weerbaarder te maken en op eigen benen te staan. En dat hoofddoekje, dat komt er maar bij.

De media worden verweten alleen de extremen aan het woord te laten, de moslimfundamentalisten en de moslimhaters?

DALA: Dat zegt een Nederlands-Palestijnse vrouw in mijn boek. Veel moslims voelen zich niet begrepen door de media. Maar zo werken de media nu eenmaal: pro en contra. Wie de middelweg bewandelt, is minder interessant. Wie met slogans en oneliners spreekt, wordt gehoord.

Je werkte voor de Cel Diversiteit op de VRT. Maar ik zie nog altijd geen allochtone vrouwen het nieuws presenteren, laat staan met een hoofddoekje?

DALA: ( lacht) Is dat dan nodig? In Zweden is er een gesluierde nieuwslezeres, geloof ik. In Amsterdam een politica met hoofddoek, die ook in mijn boek staat. De filosofie van een diversiteitsbeleid in bedrijven is om tot een meer evenwichtige representatie te komen, naar allochtonen, vrouwen en andere doelgroepen toe. Via positieve actie en niet via positieve discriminatie. Dat is een werk van lange adem. Voor die nodige mentaliteitswijziging achter de schermen hebben Filip Feyten en ik gezorgd. Ik heb de fakkel enkele maanden geleden doorgegeven, en ik geloof dat het de goede kant uit gaat…

Chris De Stoop

‘Sommige mannen vinden hen zo meer mysterieus en sexy. Een hippe meid met een hijab.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content