Sinds 17 maart wordt de Begijnhofkerk in hartje Brussel bezet door mensen zonder papieren. Hun eis is simpel: ze willen geregulariseerd worden. Na meer dan 50 dagen hongerstaking wordt de toestand zorgwekkend.
De beide zijbeuken van de majestueuze Begijnhofkerk zijn als slaapzaal ingericht. Vooraan, naast het altaar achter een gordijn, liggen de vrouwen. Een aantal mensen slentert door de kerk, op weg naar de toiletten op het plein. Anderen drinken een kop thee. In een hoekje van de kerk knielt een moslim voor het gebed. Wat verderop masseert een man de rug van zijn buurman. Maar de meesten zijn moe en komen nauwelijks nog uit bed.
‘In dit stadium van de hongerstaking heeft iedereen soortgelijke klachten: hoofdpijn, pijn aan de nieren, tandpijn…’ zegt Ali. Samen met Abdel, een Algerijn, legt hij de situatie uit. Het is een moeilijk gesprek. Hun mond is plakkerig. Spreken wordt lastig.
‘Op 18 maart zijn we met deze actie gestart’, zegt Ali. ‘Het is begonnen als een kerkbezetting. We waren nog niet van plan om in hongerstaking te gaan, al waren we wel tot alles bereid. We hebben betoogd, we hebben acties ondernomen, maar niemand luisterde. Op 8 mei is de hongerstaking begonnen.’
‘Het werd hoog tijd dat er iets gebeurde’, zegt Abdel. ‘Sommigen van deze mensen zijn hier al tien jaar. Ze wonen en werken hier. Dagelijks worden mensen opgepikt voor de deuren van het Klein Kasteeltje om illegaal te gaan werken. Europa heeft toch arbeiders nodig? Wel dan, wij zijn hier, wij kunnen werken. Het enige wat we vragen, zijn menswaardige omstandigheden om dat te doen.’
‘We blijven tot er een oplossing is’, zegt Ali. ‘Anders zijn we bereid te sterven.’
‘Dagelijks worden er mensen van hier naar het ziekenhuis gebracht’, haakt Abdel in. ‘Weet je dat sommige dokters ons niet willen helpen? “Je moet maar eten”, zeggen ze dan.’
‘Ik vrees eerlijk gezegd dat de meeste mensen er zo over denken.’
‘We hebben er zelf voor gekozen om onze gezondheid in de strijd te gooien, dat is waar. Maar het is het enige wat we nog achter de hand hadden om de aandacht te trekken.’
STEUN VAN HET ACV
Daniël Alliët, de West-Vlaamse pastoor van de parochie, is de laatste maanden minstens evenveel politicus als man van God. Hij kent de asielwetgeving goed, en weet perfect wat mogelijk is en wat niet in deze zaak. ‘Eerst wou ik geen hongerstaking toelaten, maar ik vrees dat dit het enige is wat deze mensen kunnen doen’, zegt Alliët. ‘Vergelijk het met een familie waar een van de kinderen zelfmoord probeert te plegen. Je kunt de actie niet goedkeuren, maar je gaat wel luisteren wat er scheelt. Je merkt bovendien dat de inhoud van de acties verandert. Het is voor het eerst dat ook de vakbond actief een hongerstaking ondersteunt. Guy Tordeur, verbondssecretaris van ACV Brussel-Halle-Vilvoorde, is heel nauw bij deze actie betrokken. Dat is zo belangrijk. Dit is een actie van arbeiders, niet van bedelaars.’
Sommige hongerstakers hebben er een jarenlange procedure opzitten, anderen zijn nooit zover geraakt. Maar over individuele dossiers weigeren de actievoerders te onderhandelen.
‘Dat is de reden waarom ongeveer 100 Iraniërs een tijd geleden hebben afgehaakt’, zegt Alliët. ‘Veel van de mensen die hier in hongerstaking zijn, hebben nooit in de proceduregezeten. Zo’n legaal spoor is een van de vereisten tot regularisatie, als het van minister van Migratie- en Asielbeleid Annemie Turtelboom (Open VLD) afhangt. Als een legaal verblijf een van de criteria wordt, dan vallen 43 mensen van deze groep uit de boot.’
Najat is zo iemand zonder enig legaal spoor in België. Een jonge Marokkaanse vrouw, die na de dood van haar ouders bij haar zussen is komen wonen. Sinds 2000 woont en werkt ze in België. Of Fouad, in 1999 uit Marokko vertrokken en met een vrachtschip in Italië beland. Na twee jaar Italië besloot hij naar België te komen. Sindsdien werkt hij in Brussel op de markt.
Een oude Iraniër spreekt ons aan in het Nederlands terwijl we tussen de geïmproviseerde bedden door lopen. Hij woont in Antwerpen, op Linkeroever. Acht jaar is hij al in België. ‘Hoe kan ik in ’s hemelsnaam genoeg punten halen?’ vraagt hij zich af. Hij heeft het over het puntensysteem dat minister Turtelboom wil invoeren, dat wil meten of een illegaal voldoende ‘sociaal verankerd’ is. De criteria zijn werk, sociaal-cultureel engagement, taalkennis, kinderen en de mening van de burgemeester. ‘Ik heb geen kinderen. Mijn vrouw heeft jaren geleden een miskraam gehad, dus voor kinderen krijg ik geen punten. En werken mocht ik niet omdat ik geen papieren had.’ Hij kijkt ons hulpeloos aan. ‘Acht jaar, meneer. Dat is een tiende van een mensenleven.’
Een lerares van Brussel leert stelt ons voor aan Suri, een man uit Sierra Leone. Hij is elf jaar in België, kreeg eerst een positief advies in zijn asielprocedure, later tweemaal negatief. Het gaat niet goed met hem, zegt hij. Hij toont zijn medicatie. De lapmiddelen die haast iedereen hier krijgt: paracetamol en vitamine B, en Omeprazole tegen het maagzuur. ‘Volhouden’, zegt de lerares als ze afscheid neemt. Een wat cynische aanmoediging, gezien zijn gezondheidstoestand, maar vroeg of laat gaat iedereen mee in de logica van de hongerstaker.
Sinds enkele dagen zitten de onderhandelingen in een stroomversnelling. Eerst kwam Rolf Falter, de woordvoerder van minister Turtelboom, langs in de Begijnhofkerk. Na hem volgde Freddy Roosemont, directeur van de dienst vreemdelingenzaken. ‘Het was een pijnlijke confrontatie met Roosemont’, zegt een van de actievoerders. ‘De spanning was te snijden.’
‘Logisch!’ zegt Alliët fel. ‘Hij kwam eerst voorstellen om ze drie maanden, daarna zes maanden verblijf toe te staan. Om van een actie als deze te herstellen, hebben deze mensen sowieso al drie maanden nodig om te herstellen. Zes maanden zijn dan ook niet ernstig. Wat wij willen, is dat deze mensen een arbeidskaart krijgen voor één jaar. Minister Turtelboom heeft gezegd dat mensen die werken hier mogen blijven. Wel, dan zou ze zien dat deze mensen ook effectief werken, en niet komen om te profiteren.’
Maar de mensen zijn bekaf. De actie duurt te lang. ‘Als het nog een paar dagen aansleept,’ zegt Alliët aan het eind van de week, ‘zou het goed kunnen dat de burgemeester de kerk op een nacht laat ontruimen. Uiteindelijk is hij verantwoordelijk als het met een van deze mensen slecht afloopt.’
De hongerstaking is in de eerste plaats een blaam voor de overheid. Het is wrang dat de regularisatiecriteria zo lang op zich laten wachten. Verschillende ontwerpen en akkoorden hebben intussen al op tafel gelegen. Tijdens de oranje-blauwe coalitiegesprekken, die maanden geleden vastliepen, was er al een akkoord. In het nieuwe regeerakkoord staan de regularisaties ook ingeschreven. Dat dossier is intussen gekoppeld aan gezinshereniging en een protocol over uitwijzing uit open centra.
Minister Turtelboom heeft ambitieuze plannen. Ze wil het asielbeleid herbekijken, ze zet in op economische migratie, en ze wil de illegale migratie aanpakken. Maar eerst moet ze puinruimen, en stapt ze mee in de logica die partijgenoot Patrick Dewael in gelijksoortige zaken hanteerde: stoere woorden in het nieuws, en vervolgens marchanderen wanneer de camera’s niet draaien.
Intussen zal in dit dossier, daar is iedereen het in de wandelgangen over eens, geen enkele partij zijn nek uitsteken zolang er communautair geen doorbraak is en verkiezingen om de hoek loeren. Lees: als 15 juli gehaald wordt, dan komt er misschien schot in de zaak. Als de regering 15 juli niet overleeft, dan gaat alles opnieuw de koelkast in.
En zo treft het gebrek aan beleid van deze regering iedereen. Zelfs degenen die officieel niet bestaan.
DOOR MICHAEL DE COCK / FOTO’S STEPHAN VANFLETEREN