8 vuistregels voor eerlijker belastingen

GERT PEERSMAN (MIDDEN): 'Iedereen zal overal belastingverhogingen zien. Boks daar als politicus maar eens tegenop.' © DEBBY TERMONIA

‘Sluit mij met een paar collega’s drie dagen op in een villa in Poupehan, en ik ben ervan overtuigd dat we een plan voor een taxshift zullen hebben’, zei VUB-professor en fiscaal advocaat Michel Maus onlangs in Knack. Zo gezegd, zo gedaan. De drie dagen werden drie uur, en de villa in Poupehan werd een bedompt vergaderzaaltje aan de VUB – iedereen moet inleveren – maar vandaag is het zover: Michel Maus en zijn collega’s Gert Peersman (prof economie in Gent) en André Decoster (prof economie in Leuven) buigen zich over eerlijker belastingen en een zinnige taxshift. ‘In een ideale wereld bestaat er geen vennootschapsbelasting.’

De taxshift waar de regering-Michel aan werkt, moet banen creëren, de competitiviteit van bedrijven opkrikken en de begrotingsput helpen te dempen. Een grote fiscale hervorming wordt het helemaal niet. Die is nochtans nodig: de laatste echte hertekening van de inkomstenbelastingen dateert van 1964.

Hoe kan de overheid het vele geld dat ze nodig heeft op een eerlijker, efficiënter en rechtvaardiger manier innen?

‘Veel collega’s vertrekken van het belastinggemiddelde van de EU of van de OESO-landen,’ legt André Decoster uit, ‘maar dat is geen goed uitgangspunt. Je moet vooral kijken naar wat de bevolking daarvoor terugkrijgt.’

Een ander adagium, dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, is volgens Michel Maus fictie: ‘Dat is vandaag gewoon niet zo. Je moet het fiscale systeem zo aanpassen dat mensen weer het gevoel krijgen dat het rechtvaardig is.’

‘Ik hoor geregeld mensen, ook politici, beweren dat de personenbelasting niet meer progressief is’, zegt Decoster. ‘Door alle aftrekposten betalen de rijken zogezegd minder belastingen dan minder rijken. Dat is gewoon níét waar. Ik leur al vijftien jaar met een statistiek die bewijst dat de gemiddelde belastingvoet voor álle inkomens blijft stijgen. Enkel in het hoogste percentiel daalt hij weer heel lichtjes.’

1 Maak de taxshift groot genoeg

De taxshift die de regering plant – 2,5 à 3 miljard – vinden de experts gerommel in de marge. Des te meer omdat ze alle fiscale hervormingen, en zelfs maatregelen van de vorige regering-Di Rupo samentelt om aan te tonen dat er toch een substantieel bedrag wordt verschoven om de loonlasten te verlagen. Om echt effect te hebben, zou een taxshift 10 miljard en liefst meer moeten bedragen. Maar dat hoeft niet in één keer.

‘Als je gespreid over vier à vijf jaar 2 miljard euro per jaar verschuift, kom je al een heel eind’, legt Gert Peersman uit. ‘Zo’n tijdpad zal onmiddellijk positieve effecten hebben. Consumenten die weten dat hun personenbelasting zal dalen en de btw hier en daar zal stijgen, zullen minder sparen en meer consumeren. Ondernemers die weten dat de loonlasten zullen dalen, investeren meer.’

De drie professoren ergeren zich aan de discussies over allerlei kleine maatregelen en proefballonnetjes waardoor veel tijd en energie verloren gaat. Bovendien leeft bij de bevolking de vrees dat de taxshift een taxlift zal worden, een belastingverhoging.

GERT PEERSMAN: Bart De Wever heeft allicht gelijk dat zodra de eerste maatregelen bekend worden de kranten winkelkarretjes zullen afdrukken met producten die duurder worden. Ook de oppositie zal alleen belastingverhogingen zien. Boks als politicus maar eens op tegen dat beeld.

De essentie van een taxshift is nochtans dat die budgetneutraal is.

ANDRÉ DECOSTER: Wanneer de overheid bijvoorbeeld meer geld uit vastgoedbelastingen haalt omdat ze het kadastraal inkomen aanpast, hoeft ze minder uit belastingen op werk te halen. Wat mensen aan de ene kant verliezen, krijgen ze aan de andere terug.

Als er ruimte is voor een loonlastenverlaging, hoe pak je die het best aan?

PEERSMAN: Welke weg je ook kiest, het effect zal ongeveer hetzelfde zijn. De belastingschijven voor lagere inkomens zouden ook minder snel moeten stijgen en misschien zelfs dalen, eventueel gecompenseerd door een hogere belasting op topinkomens.

DECOSTER: Belangrijk is dat de lastenverlaging vooral op de laagste looncategorieën mikt.

PEERSMAN: Die laagste lonen zitten bijvoorbeeld in de horeca. Als je vooral die sectoren helpt, zullen werkgevers terecht opmerken dat ze daarmee weinig opschieten om hun concurrentiepositie te verbeteren. We concurreren met andere landen niet in de horeca, maar met bedrijven die goederen en diensten exporteren. Vaak zijn die bedrijven gehandicapt in hogere looncategorieën. Als je daar iets aan wilt doen, loopt het al snel in de miljarden.

DECOSTER: Wat nooit wordt vermeld, is dat de lasten op arbeid al serieus verlaagd zijn. De Hoge Raad van Financiën berekende dat, door beleidsmaatregelen van de vorige regeringen, tussen 2000 en 2012 het impliciete tarief al van 42,4 naar 39,7 procent is gedaald.

2 Belast consumptie zonder dat de consument het voelt

De experts zijn het roerend eens over de kwalijke gevolgen van ‘lobbyfiscaliteit’. Daarvan zijn massa’s voorbeelden te vinden bij de btw. Normaal betalen we 21 procent, op alle producten, maar door de vele uitzonderingen ligt het reële tarief op 11 à 12 procent. Momenteel brengt de btw de schatkist 27 miljard euro op. Dat kan heel wat hoger. Decoster berekende dat het optrekken van alle tarieven naar 21 procent alleen al voor de uitgaven van de gezinnen 4,5 miljard euro oplevert. Zelfs als je alle tarieven met één of twee procentpunt verhoogt, kan dat ruw geschat 2,7 miljard meer opleveren. Die kleine stijging voelt allicht niemand heel erg. Maus wil daarnaast voor luxeproducten het oude tarief van 25 of 33 procent herinvoeren.

Maar moeten de verlaagde btw-tarieven voor levensnoodzakelijke middelen als voedsel en energie ook omhoog? Die werden niet ingevoerd onder druk van lobby’s, maar om aan sociale herverdeling te doen.

DECOSTER: Btw is een zeer bot instrument om aan herverdeling te doen: Ik behoor niet tot de laagste inkomensklasse, maar koop ook voeding en energie tegen 6 procent. Voor herverdeling is de personenbelasting een veel fijner instrument.

PEERSMAN: Dat is nu het goeie aan een consumptiebelasting: iedereen betaalt mee. Ook mensen met grote vermogens geven dat geld uit en betalen dan btw. Alle Europese ambtenaren en kaderleden van multinationals in Brussel betalen mee, net als wie zijn geld in het zwart verdiend heeft. Het Planbureau berekende dat een verschuiving naar btw per miljard euro tienduizend banen kan opleveren.

DECOSTER: Je kunt inderdaad wat belastingontwijking tegengaan. Maar je treft er vooral ouderen mee, die niet genieten van de voordelen van verlaagde loonlasten.

3 Voer een progressieve vermogenswinstbelasting in

Een prioriteit van de regering is het niet, maar vakbonden en CD&V willen vermogens meer belasten. Hoe moeten ze dat doen? Het vermogen zelf belasten? Of de winst die je eruit haalt?

DECOSTER: Heel wat economen zouden het liefst een normale winst van 2 of 3 procent op vermogen vrijstellen en alles daarboven belasten.

PEERSMAN: Hou daarbij ook rekening met de inflatie. Bij arbeidsinkomsten wordt de inflatie gecompenseerd, maar met een roerend vermogen heb je de eerste 2 procent rente al nodig om de inflatie bij te benen. Pas daarna kun je aan echt rendement denken.

DECOSTER: Daarom staat 25 procent belasting op vermogenswinst ongeveer gelijk met 50 procent op arbeidsinkomsten. Eigenlijk zouden vermogenden ook moeten bijdragen aan de sociale zekerheid. Het is niet correct dat die alleen met bijdragen van arbeidsinkomsten wordt gefinancierd.

Het grote probleem met vermogens is dat ze ofwel onvoldoende bekend zijn ofwel niet correct gewaardeerd. Betrouwbare data zijn in België amper voorhanden. De Hoge Raad van Financiën berekende dat ongeveer 1 à 2 procent van het bbp meerwaarden op aandelen zijn – 4 à 8 miljard die je kunt belasten. Afschaffing van de vrijstelling op spaarboekjes kan 1,2 miljard opleveren. Maar volgens Decoster en Peersman is dat nattevingerwerk, omdat het geen rekening houdt met neveneffecten. Die belasting op aandelen zou ook tot minder investeringen kunnen leiden en zo negatief uitpakken voor de economie. Kapitaalvlucht is volgens Maus daarentegen niet zo evident. België is in Europa het enige land dat geen belastingen heft op de meerwaarde van aandelen. Als we een dergelijke belasting wel invoeren, zullen eerder rijke Fransen en Nederlanders weer vertrekken dan dat rijke Belgen het land zouden verlaten.

4 Voer milieubelastingen in

Over het nut van milieubelastingen bestaat onder de experts grote eensgezindheid. Samen met btw en een belasting op vermogens vormen ze de heilige drievuldigheid van de taxshift. De grootste kritiek op meer en hogere milieubelastingen is dat consumenten hun gedrag aanpassen om ze te vermijden, zodat de overheid er uiteindelijk weinig of niets aan overhoudt. Maar die gedragsaanpassing vergt tijd en brengt dus eerst wél op. De extra inkomsten drogen ook nooit helemaal op: mensen zullen altijd diesel en benzine blijven tanken. Ze zullen er alleen bewuster mee omgaan als die duurder worden.

DECOSTER: Milieuheffingen betekenen twee keer winst: eerst de opbrengst en dan de gedragsaanpassing, die beter is voor het milieu.

MICHEL MAUS: Er wordt nu slordig mee omgesprongen. De belasting op plasticzakjes wordt afgeschaft omdat de doelstelling bereikt zou zijn. Worden er dan geen plasticzakjes meer gebruikt? Als je die heffing afschaft, verandert het gedrag natuurlijk weer in negatieve zin.

5 Belast vastgoed correct

Volgens schattingen van de Nationale Bank zit de helft van het vermogen van de Belgen in vastgoed. Daar zijn dus ook heel wat mogelijkheden voor een taxshift. In de eerste plaats kun je het kadastraal inkomen (KI) herwaarderen. Peersman en Decoster vinden het evident dat het kadastraal inkomen, dat uit 1975 dateert, wordt geactualiseerd of opgedoekt. Maus vindt dat het loutere bezit van een huis helemaal niet moet worden belast. Het is beter om reële huurinkomsten te viseren. Volgens de Hoge Raad van Financiën kan dat 300 miljoen opbrengen. Daarnaast kun je de meerwaarde belasten wanneer een huis wordt verkocht.

MAUS: Vlaanderen kan zelf beslissen om het KI af te schaffen en enkel werkelijke huurinkomsten te belasten. Waarop wachten we?

PEERSMAN: De belasting op het KI kun je evengoed als een consumptiebelasting beschouwen. Er is geen verband tussen vermogen en woningbezit: je kunt een huis evengoed kopen met geleend geld. Huiseigenaren hebben ook inkomsten, namelijk de huur die ze uitsparen. Die belasting is dus terecht. Het KI zou afhankelijk moeten zijn van nabijgelegen scholen, openbare gebouwen, infrastructuur…. Wie in een betere wijk woont, moet betalen voor die voordelen waar de overheid voor zorgt.

DECOSTER: De belasting op de meerwaarde van grond heeft nauwelijks verstorende effecten: het is een van de beste belastingen die er bestaan. We hebben geen verdienste aan de opwaardering van de wijk waar we wonen en ook geen schuld als die in waarde daalt. Ik woon in Schaarbeek, waar een nieuw metrostation komt. Dat zal de waarde van mijn huis verhogen, maar die meerwaarde valt gewoon uit de lucht. Die mag je helemaal wegbelasten, vind ik.

6 Haal de misbruiken uit de notionele-interestaftrek

Opvallend in de discussies over de taxshift is dat er nauwelijks gerept wordt over de vennootschapsbelasting. Net zoals bij de btw ligt de reële belastingvoet daar nochtans een stuk lager dan het normale tarief van 33,99 procent. De meeste ophef veroorzaakt de notionele-interestaftrek – kostenplaatje: 4,5 miljard – maar de experts zien weinig redenen om daar zwaar aan te morrelen. De maatregel is bedoeld om de financiering van bedrijven met eigen vermogen of met geleend kapitaal gelijk te behandelen. Kort samengevat: wie geld leent voor zijn bedrijf mag dat fiscaal aftrekken en wie uit eigen middelen investeert, mag dat nu ook. Politici dachten dat de notionele-interestaftrek ook banen zou creëren. Dat is niet gelukt. Integendeel, sommige multinationals gebruiken de fiscale aftrek om amper of helemaal geen belastingen meer te betalen.

DECOSTER: Het internationale klimaat is op dat vlak gelukkig gewijzigd. De uitwisseling van data tussen landen over fiscale structuren en misbruiken is er met grote sprongen op vooruitgegaan.

MAUS: Maar voorlopig kijkt iedereen naar elkaar en durft geen enkel land de eerste stap te zetten. België is verbolgen over de rulings (belastingafspraken tussen fiscus en grote bedrijven, nvdr.) in Luxemburg en eist inzage, maar onze eigen rulings houdt de fiscus in de kast. De grootste uitwassen moeten eruit. Zowat elk bedrijf pakt op zijn site uit met mooie woorden over transparant fiscaal beleid. De vraag is wat dat werkelijk voorstelt.

Hoe ziet de ideale vennootschapsbelasting er volgens u uit?

DECOSTER: In een ideale wereld bestaat geen vennootschapsbelasting. Bedrijven zijn een instrument in de economie: daar moet je zo veel mogelijk afblijven, je moet ze hun werk laten doen. De vennootschapsbelasting is eigenlijk een voorheffing op winsten die niet worden uitbetaald en op kapitaal dat in het bedrijf blijft. Je kunt beter de inkomsten uit arbeid of vermogen van mensen belasten. Alleen lukt dat niet zo goed.

Betere verdieners ontsnappen gemakkelijker aan de hoogste belastingschijven door een vennootschap op te richten. Wat doe je daaraan?

DECOSTER: Dat is een van de belangrijkste redenen waarom mensen de fiscaliteit onrechtvaardig vinden, zeker loontrekkenden die geen vennootschap kunnen oprichten. Er zijn weinig dokters die geen vennootschap hebben, terwijl ze hun inkomsten toch in grote mate uit hun arbeid halen. Een flink deel van de hogere inkomens verdwijnt op die manier gewoon uit de personenbelasting.

MAUS: Als de personenbelasting voor de hogere inkomens boven de 50 procent zou stijgen, hebben ze nog meer belang bij de oprichting van een vennootschap: de vennootschapsbelasting is sowieso veel lager en je kunt jezelf dan beter af en toe winst uitkeren, waar je maar 25 procent op betaalt.

7 Schaf de aftrekposten in de personenbelasting af

Valt er überhaupt iets te halen in de personenbelasting? Bijvoorbeeld door de hoogste aanslagvoet voor de hoogste inkomens op te trekken tot 70 procent of meer. Vandaag betaal je in de hoogste schijf 50 procent en daar beland je al in vanaf een belastbaar inkomen van ongeveer 37.000 euro. Daarmee staan we in internationale vergelijkingen zowat aan de top. Maus relativeert die hoogste schijf, omdat we 1001 fiscale aftrekposten hebben.

MAUS: De foute perceptie bestaat dat we allemaal 50 procent moeten betalen. Dat komt omdat het aanslagbiljet onduidelijk is. De gemiddelde aanslagvoet staat weggemoffeld op het aanslagbiljet, terwijl dat het tarief is dat je écht betaalt. Uit onderzoek blijkt dat mensen 30 à 40 procent een aanvaardbaar belastingtarief vinden. In de praktijk is dat ook wat de meeste mensen betalen. Voor mijn part schaf je de verschillende schijven en zeker de aftrekposten af en houd je alleen 30 en 40 procent over. Dat zou de fiscale burgerzin opkrikken.

Volgens Maus is de voorbije dertig jaar bij elke fiscale maatregel meteen een aftrekpost voorzien. Een paar voorbeelden, met tussen haakjes wat ze de overheid kosten: aftrekbare giften (78 miljoen), dienstencheques (312 miljoen), brand- en diefstalbeveiliging (57 miljoen), aankoop werkgeversaandelen (1,3 miljoen), huispersoneel (0,3 miljoen), energiebesparende uitgaven (32,3 miljoen)… Er komen steeds nieuwe aftrekposten bij, zoals voor fietsen naar het werk of de interest bij aankoop van een tweede verblijf. Aftrekposten zorgen ook voor ingewikkelde belastingaangiftes met ongeveer zevenhonderd verschillende codes en rubrieken. De FOD Financiën heeft nochtans vastgesteld dat 98 procent van de belastingplichtigen hooguit tien rubrieken moet invullen. De honderden andere rubrieken zijn er enkel voor kleine groepjes uitzonderingen. Het gaat telkens om relatief kleine bedragen, maar alles samen lopen de aftrekposten op tot 8,1 miljard. Daar valt veel te halen voor een taxshift.

‘Neem de forfaitaire aftrek voor beroepskosten’, legt Maus uit. ‘Waarom moet die blijven bestaan als je helemaal geen beroepskosten hebt? De arts met een vennootschap stopt daar uiteraard al zijn beroepskosten in. Hij betaalt zichzelf via die vennootschap een salaris. En van dat salaris mag hij in de personenbelasting nog eens forfaitaire beroepskosten aftrekken. Absurd.’

Grote slokop op de lange lijst aftrekposten is het individuele pensioensparen (639 miljoen). Een heilige koe waar geen enkele partij durft aan te raken. ‘Dat kan worden afgeschaft’, zegt Decoster stellig. ‘De overheid moet stimuleren wat we niet genoeg doen, en individueel sparen doen we al genoeg. Pensioenen zijn een verzekering voor de oude dag en daarvoor kunnen we beter collectief sparen via de overheid of via privéspaarfondsen. Inefficiënt individueel spaargedrag moet je niet aanmoedigen met een fiscale aftrek.’

Nog een aftrekpost die de experts graag schrappen: bedrijfswagens. Dat kost 4 miljard of bijna 1 procent bbp. ‘Maar je kunt niet tegelijk de lasten op arbeid verlagen en het fiscaal voordeel van de bedrijfswagens schrappen’, waarschuwt Maus, ‘want dat komt neer op een belastingverhoging voor werknemers met een bedrijfswagen. We geven beter een fiscaal voordeel voor het aantal kilometers dat een werknemer voor zijn job aflegt, in plaats van de aankoop of leasing van wagens voor bedrijven te bevoordelen. Dat zal het aantal bedrijfswagens meteen doen verminderen. Goed voor het milieu én de files.’

8 Hou rekening met de staatshervorming

Zelfs als de federale regering het eindelijk eens raakt over een taxshift, is de zaak niet per se rond. Vlaams minister-president Geert Bourgeois wilde graag een woordje meepraten. Als de federale regering bijvoorbeeld belastingen verschuift van de personenbelasting naar de btw, zullen gewesten en lokale besturen dat meteen voelen. Zij halen hun inkomsten vooral uit opdeciemen en opcentiemen op de personenbelasting.

MAUS: De basis waarop lokale besturen belastingen kunnen heffen, wordt dan smaller. Bourgeois begint dat door te krijgen. Onlangs zei hij dat een taxshift van 5 miljard een gat van 400 miljoen slaat bij de Vlaamse overheid. Hoe ga je dat compenseren? Door lokale en gewestelijke belastingen te verhogen? Dan verandert er uiteindelijk niets. Dat zou spijtig zijn, nee?

DOOR PETER CASTEELS EN JAN LIPPENS, FOTO’S DEBBY TERMONIA

‘Je kunt een tax shift van 10 miljard euro gerust spreiden over vier of vijf jaar.’

‘Milieubelastingen betekenen twee keer winst.’

‘Vlaanderen kan zelf beslissen om het kadastraal inkomen af te schaffen. Waar wachten we op?’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content