Tijdens de plechtige opening van het academiejaar pleitte rector Andreas De Leenheer voor ‘streven naar excellentie’. Gaan we ‘Toch naar een sterrenstatus?’ vroeg de Gentse universitaire nieuwsbrief zich een paar dagen later af. De rector zal blij zijn dat een van zijn trouwe discipelen meteen scoorde met vijf sterren. Jan De Maeseneer, voorzitter van de vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg, ontving op 15 oktober 2004 in Orlando de eerste ‘Five-Star Doctor Award for Excellence in Health Care’.

Wil dat nu zeggen dat hij de beste is, of dat hij scoort in de categorie uitmuntend als we de filmrecensie ter vergelijking nemen? Ja en nee, want sterrencriteria kunnen sterk verschillend zijn en een bron van discussie. Omdat ik voor de filmbeoordeling altijd Knack als referentie hanteer, kom ik nogal eens in conflict met mijn jongere zonen: zij gebruiken andere bronnen. ‘Staat het weer geschreven in de sterren van Knack?’ spotten ze dan.

Wat zijn de criteria voor een Five-Star doctor? De Belg Charles Boelen lanceerde begin de jaren ’90 het concept van de ‘Five Star Doctor’ in het kader van het (al te) ambitieuze programma ‘Health for all by the year 2000’ van de Wereldgezondheidsorganisatie. De arts van de toekomst dient vijf essentiële functies te realiseren: kwaliteit van zorg, preventie, maatschappelijk engagement, interdisciplinair samenwerken en het optimaal aanwenden van nieuwe technologieën, met aandacht voor ethische en financiële reflecties en met als focus het welzijn van de patiënt. Dat laatste was het thema van het vijfde eerstelijnssymposium op 25 september: ‘Techniek@zorg’. In de jaarlijkse eerstelijnssymposia brengen huisartsen, eerstelijnswerkers, sociologen, epidemiologen et cetera wetenschappelijke onderzoeksprojecten ter discussie en ter toetsing. Sinds vorig jaar worden er patiënten bij betrokken via het ‘Trefpunt Zelfhulp’ en ‘het Vlaams Patiëntenplatform’. Want ook patiënten hebben ideeën over welk onderzoeksopzet relevant is of waar ze zelf aan mee willen werken. En welk onderzoek vijf sterren verdient.

Ik had bijna geschreven dat wij huisartsen fier zijn dat wij als eerste en enige wetenschappelijk symposium zowel de andere zorgverleners als de patiënten zelf laten meesturen. Maar eigenlijk moesten we ons schamen, dat het zolang heeft geduurd alvorens te beseffen dat patiënten een noodzakelijke en fundamentele partner zijn in het wetenschappelijk onderzoek. Dat wij ons moeten schamen dat sommigen dit zelfs al weer in twijfel trekken en zeggen dat dit het niveau van het wetenschappelijk onderzoek naar beneden haalt! Welk niveau? Door wie of wat bepaald? Op welke stercriteria?

In het panelgesprek dat het symposium afsloot, was ik blij te horen dat Koen Raes, rechtsfilosoof, zich op Europees niveau inzet om de vermengingen in het wetenschappelijk onderzoek bloot te leggen. Ik hoop dat de toets van de patiënt niet ontbreekt. In het panel werd die toets geuit door Jan-Jan Sabbe. Met eigen beperkt onderzoek wil hij de wetgever duidelijk maken wat er schort en wat er noodzakelijk is voor mensen met een handicap. Ik zonk in de grond toen ik hem zag binnenrijden in zijn rolstoel… we hadden het panelgesprek op een podium voorzien met vier zetels! Hij lachte minzaam en hielp me uit mijn verlegenheid toen ik hem, een man met quadriplegie, een hand wou geven.

Techniek, persoonlijke assistentie en een sociaal netwerk: dat zijn de drie noodzakelijke pijlers, zoals hij ons meer dan duidelijk maakte (en die hem ook op het podium brachten…). Als covoorzitter van het symposium gaf ik hem vijf sterren.

INFO: De auteur is huisarts en staflid van de vakgroep huisartsgeneeskunde UZ Gent.

Marc Cosyns

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content