36 jaar geleden trad Joseph-Désiré Mobutu voor het eerst op het politieke toneel : om Patrice Lumumba te bestrijden, zette hij de Kongolese politici ?voorlopig? buitenspel. Een voorpublicatie.
Op 14 september 1960, ’s avonds, kondigde kolonel Joseph-Désiré Mobutu op de radio aan dat hij de politici ?neutraliseerde? tot 31 december. De kolonel had daarbij president Joseph Kasavubu, de twee rivaliserende regeringen van Patrice Lumumba en Joseph Ileo en het parlement op het oog : ?De politici zullen aldus de tijd krijgen om tot een akkoord te komen zodat zij beter het hogere belang van het land kunnen dienen.(…) Het gaat niet om een militaire staatsgreep, maar eerder om een vreedzame revolutie ; geen enkele militair zal de macht grijpen. Wij zullen een beroep doen op neutrale Kongolese technici en op buitenlandse technici, door ons gekozen, om het land van de chaos te redden.?
Onder leiding van ex-minister Justin Bomboko, die al de hand in Kasavubu’s coup had, vormde een groep jonge studenten op 19 september het ?college van algemene commissarissen?. Vele van deze technici koos Mobutu uit de Vereniging van Kongolese Studenten in België. Tekenend voor de opvatting van deze vereniging was haar persbericht van 8 september, waarin zij verklaarde dat Lumumba de macht moest worden ontnomen : ?Indien Lumumba de macht behoudt, dan zullen wij geen enkel probleem hebben met de separatistische houding van Tshombe en van anderen. Wij zullen hen dan aanmoedigen totdat het land volledig uit elkaar spat.?
De Katangese leider Moïse Tshombe was verrukt over de septembercoup. Hij had Leopoldstad al de dag na Kasavubu’s staatsgreep de hand gereikt. Hij riep op om een grondwetgevende conferentie te organiseren, die tot de oprichting van een confederatie van de gebieden van het oude Kongo zou moeten leiden. In een telegram had hij laten weten : ?Ik aanschouw met ontroering de moed van iedereen die op dit ogenblik in Leopoldstad of in Zuid-Kasaï vecht om definitief de tiran Lumumba opzij te schuiven. Katanga staat aan hun zijde en zal hen helpen.? Robert Rothschild, de nieuwe chef van Mistebel (de Mission Technique Belge in Elisabethstad, Katanga), onderstreepte de vernieuwde aanspraken van Katanga als centrum van een nieuw, neokoloniaal Kongolees regime ; want de feiten hadden ?op uitzonderlijke wijze het leiderschap van Tshombe, als verdediger van de politieke wederopbouw van het vroegere Belgisch Kongo op een confederale basis, versterkt.?
DAAROM GING TSHOMBE in die periode niet in op de avances van Kasavubu en Ileo om een antinationalistisch kabinet te komen versterken. Elisabethstad stelde zich niet tevreden met een simpele regeringswijziging, maar ijverde voor een rondetafel die Kongo’s oorspronkelijke basiswet opzij moest schuiven en een nieuwe staatsstructuur, gedomineerd door Katanga, moest bekrachtigen. Deze afwachtende houding ongetwijfeld ook versterkt door de vrees voor een terugkeer van Lumumba op het politieke toneel veranderde niet wezenlijk na Mobutu’s coup.
Mobutu’s machtsgreep versterkte wel op significante wijze de pogingen van Dag Hammarskjöld, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Rajeshwar Dayal, diens speciale vertegenwoordiger, en VN-generaal Indar Jit Rikhye, om de nationalistische bedreiging voor Tshombe’s regime weg te nemen. De coup droeg bij tot het einde van de militaire campagne van het nationale Kongolese leger (ANC) tegen de Katangese secessie. Op 18 september ging Mobutu met de hele operatie akkoord, en het ANC-offensief verzandde. Op 17 oktober bekroonde de VN deze ontwikkelingen in een akkoord met Elisabethstad. Er zouden in Noord-Katanga neutrale zones komen waarbinnen alleen VN-troepen getolereerd zouden worden.
De uitgesproken rol van de Verenigde Staten en de CIA in Mobutu’s machtsgreep en de conflicten tussen de VN-troepenmacht Onuc en Mobutu’s regime in de weken en maanden na diens coup, vertroebelen enigszins het uitzicht op de rol van de VN in de gebeurtenissen van september. De VN hadden ogenschijnlijk geen tastbaar aandeel in Mobutu’s coup, vergelijkbaar met hun rol in de eerste staatsgreep van 5 september. Dat sluit aan bij het beeld dat Mobutu’s hagiograaf Francis Monheim schetst van Mobutu in die dagen : een eerder grijze, bemiddelende figuur, voortgeduwd door zijn collega-officieren een Bonaparte, die binnen het legerkorps met zijn voorstel tot ?neutralisatie? van de ?politici? de radicalen (?hang de politici op !?) en de neutralen met elkaar wilde verzoenen. Mobutu verpersoonlijkte in zekere zin in de politieke heterogeniteit van het jonge officierskader van het ANC, dat van alle kanten benaderd en opgevrijd werd.
Toch valt het op dat niet alleen Lumumba’s entourage de ontwikkelingen voorvoelde. Hammarskjölds militaire adviseur, generaal Rikhye, die bij Dayal was toen Mobutu op 14 september ’s avonds zijn coup kwam aankondigen, schrijft dat de VN-leiders verrast waren over het initiatief. Maar hij voegt eraan toe : ?Wij beiden hadden de kansen op een militaire staatsgreep besproken (in de dagen vóór 14 september), wetende hoe hevig de westerse ambassades Mobutu opvrijden.?
MOBUTU’S COUP VERVOLLEDIGDE eigenlijk Kasavubu’s actie van 5 september. Het waren complementaire operaties, met eenzelfde doel en steunend op dezelfde sociale krachten : de uitschakeling van de wettig aangestelde regering en het parlement via neokoloniale politici en segmenten van het officierenkorps. De stormloop tegen de Kongolese regering duwde, gezien de afwachtende houding van de bevolking en de afwezigheid van een geloofwaardig burgerlijk alternatief, de militairen naar het voorplan. De eerste uiting van deze tendens naar militarisering van de Kongolese politiek vinden we natuurlijk in de Katangese secessie terug. De secessie van Zuid-Kasaï, ?de republiek van de Forminière?, opende een tweede front tegen de Kongolese eenheidsstaat.
Kasavubu verlegde op 5 september het strijdtoneel naar het hart van de Kongolese instellingen zelf. Met VN-hulp slaagde hij erin om zonder kleurscheuren zijn ?intentie? te uiten om Lumumba af te zetten : verder kwam hij niet. De definitieve uitkomst van zijn coup lag in handen van het ANC, in de eerste plaats bij de garnizoenen van Leopoldstad en Thysstad. Het was daar dat de CIA, de Sûreté en bepaalde officieren Mobutu naar voren schoven, tussen 5 en 14 september.
De belangrijkste ?architecten? van Mobutu waren Lawrence Devlin, hoofd van de CIA in Leopoldstad, VN-commandant Carl von Horn en de Marokkaanse VN-generaal Kettani, die ?Mobutu bijna als zijn eigen zoon beschouwde.? Mobutu zelf bestempelde Kettani als ?mijn militaire adviseur en mijn beste vriend.? De VN en de Kongolese regering waren op 23 augustus 1960 overeengekomen om Kettani en zijn staf te belasten met de opleiding, training en reorganisatie van het ANC. Kettani verwierf daardoor een sleutelpositie tussen Lumumba en de legertop. ?H? (de codenaam voor Dag Hammarskjöld), VN-topman Ralph J. Bunche en Von Horn waren erg enthousiast over deze regeling.
De greep van de Marokkaanse generaal op de ANC-garnizoenen in Leopoldstad en Thysstad werd concreet op 1 september, toen Kettani de eerste paracommando-eenheid van het ANC oprichtte. Deze eenheid werd een van de militaire pijlers onder Mobutu’s bewind en zou later tot zijn pretoriaanse wacht uitgroeien. VN-generaal Rikhye schrijft : ?Mobutu (…) probeerde zijn controle over hen allen (de politici) te vestigen met de VN-hulp die onder leiding van generaal Kettani (werd verschaft). Deze hulp stelde Mobutu in staat om de controle te verwerven over de militaire politie en de trouw te verwerven van de commandant van het garnizoen van Thysstad, die de enige gepantserde eenheid van het ANC leidde. Het was de loyaliteit van deze troepen die de coup van september 1960 mogelijk maakte.?
Op aanraden van generaal Kettani bezorgde Onuc op 6 september voedselpakketten aan het ANC. Verder werd beslist om het ANC financieel te ondersteunen. VN-medewerker Andrew Cordier vroeg de Amerikaanse ambassadeur Clare Timberlake die dag ?1.000.000 dollar tegen vandaag, via VN. Alsjeblieft zorg ervoor dat deze zaak opschiet. Timberlake dacht dat het geen problemen zou opleveren. Het zou nogmaals Kettani moeten zijn die, via mij, erop toe moet zien dat dit passend wordt afgehandeld.? Meteen telegrafeerde Hammarskjöld dat deze geldsom op een rekening bij de Banque du Congo zou worden gestort en moest dienen om ?via Kettani bij te dragen in de kosten voor soldij en voedsel van ANC. Wij staan deze actie toe als maatregel ter ondersteuning van wet en orde.? De aankondiging van de uitbetaling volstond opdat de soldaten op 9 september niet ingingen op Lumumba’s verzoek om de luchthaven van de hoofdstad opnieuw onder Kongolese controle te brengen. De VN betaalde de soldij aan de soldaten van Leopoldstad uit op 10 september.
TERWIJL KONGOLESE POLITICI en buitenlandse ambassades, op zoek naar middelen om Lumumba omver te gooien, zich tot het ANC richtten, werd de VN-steun aan het ANC een instrument om politieke trouw te kopen en om zo de politieke ontwikkelingen in het land te beïnvloeden. Binnen de leiding van het ANC trad Mobutu naar voren, en aanvaardde daarbij opperbevelhebber generaal Victor Lundula en zijn minister van Defensie negerend de politieke opties van de VN. De soldaten verkregen dankzij Mobutu en Onuc soldij en voedsel. In ruil schonken zij hun vertrouwen aan Mobutu, die de VN de trouw van het ANC garandeerde.
In dit proces won Mobutu niet enkel aan vertrouwen bij de manschappen ; ook zijn zelfvertrouwen groeide. Dayal en Von Horn lieten ?H? die 10de september weten : ?Vandaag leidde kolonel Mobutu de parade van het gehele ANC-garnizoen van Leopoldstad in aanwezigheid van Kettani, Lundula en brigadebevelhebbers van het ANC. Mobutu sprak de troepen toe en zei hen dat hun zorgen over waren dankzij de goede zorgen van de VN. De VN nam maatregelen om hen te betalen en om hen van voedsel en andere noodzakelijke dingen te voorzien. ANC moet buiten politiek blijven (…) De parade was bijzonder dramatisch en de sfeer uiterst gespannen, want de manschappen waren er zich van bewust dat zij formeel ontwapend zouden worden. Mobutu’s aankondiging had bezielend effect en er kwam een reusachtig applaus. Afstand tussen Mobutu en Lundula wordt duidelijk maar Mobutu wint aan karakter. Hij staat open voor advies.?
Ook buiten Leopoldstad probeerde Mobutu het officierenkorps aan zijn kant te krijgen. Dit lukte in Luluaburg (Kasaï) door de betaling van de soldij te garanderen al was de positie van de officieren die hem trouw waren bijzonder wankel, vanwege de uitgesproken nationalistische houding van de soldaten en de lokale bevolking. In Stanleystad Lumumba’s zwaartepunt zetten mobutistische officieren begin oktober 1960 een ?minicoup? op. De daaropvolgende revolte van de troepen werd door de VN gepareerd met soldijbetalingen, wat Mobutu’s autoriteit over de soldaten enigszins herstelde. Na de aankomst van Lundula in Stanleystad, eind oktober, keerde het tij echter in het voordeel van de nationalisten.
Niet alleen de VN leverden financiële steun. Dayal schreef later : ?VN-verbindingsofficieren die zich in de omgeving van Mobutu ophielden, rapporteerden dat westerse militaire attachés de kolonel soms bezochten met uitpuilende koffers vol in dik bruin papier gewikkelde pakjes die zij gedienstig op tafel legden. Wij wisten niet wat erin zat, maar konden het niet nalaten ernaar te raden.? Volgens Dayal verklaarde Mobutu hem dat het geld afkomstig was van Belgen die het land verlaten hadden…
Hammarskjöld was zich ten volle bewust van de levensgrote tegenstelling tussen de abstracte principes van de VN-propaganda en de praktijk van Onuc : ?Je ziet onmiddellijk hoe deze zaken omgezet kunnen worden in erg schadelijke propaganda indien wij niet, in een vroeg stadium, duidelijk maken hoe met elkaar te verbinden en hoe te onderscheiden : enerzijds, onze vastberadenheid om erop toe te zien dat troepen betaald worden, om hen kalm, gedisciplineerd te houden (…) en anderzijds, onze weigering om de VN als politiek instrument te laten gebruiken in belang van gelijk welke partij, al was het maar door toe te laten zich de verdienste toe te eigenen dat lonen betaald worden.?
De als atheïstisch bekend staande Mobutu had een andere verklaring voor zijn eerste successen. Hij had tijdens zijn actie, die de volle steun van de kerkelijke hiërarchie genoot, zijn weg naar Damascus gevonden : ?Geen ingever vanuit de coulissen ? zo vraagt een journalist. De kolonel denkt even na, aarzelt, en bekent dan : Ja, zegt hij, het is de goede God die me bezielt.?
MOBUTU HIELD EEN BOVEN de partijen staand discours aan. Hij verklaarde ?neutraal? te blijven in het conflict tussen Kasavubu en Lumumba en het roer over te nemen tot de politici hun gekibbel opzij hadden geschoven. De neutralistische façade werd opgezet vanuit het besef dat de sociale basis voor een antinationalistisch regime in september 1960 bijzonder smal en wankel was. De belangrijkste acteurs in het drama wisten dat de uitkomst van de operatie die Kasavubu begonnen was, verre van vaststond. Dat blijkt ook uit dit bericht van Cordier aan ?H?, getelegrafeerd in het vuur van de actie, op 5 september’s avonds : ?Wij volgen lijn die u aanwijst met de omzichtigheid en het voorbehoud die kunnen opduiken indien wij geconfronteerd worden met een inactieve grondwettelijke regering en een effectieve de facto regering.?
Amper drie dagen na zijn coup werd Mobutu aan zijn intrinsieke zwakte herinnerd, toen de CIA hem waarschuwde voor een moordcomplot dat nationalistische militairen, onder leiding van majoor Pakasa, tegen hem beraamden. Met de hulp van VN-militairen werd Pakasa gearresteerd. Op 20 september werd er op Mobutu’s residentie geschoten ; drie dagen later belegerden vierhonderd soldaten zijn residentie en eisten zij hun soldij op. Monheim schrijft over deze periode : ?Al deze emoties hebben de zenuwen van Mobutu verschrikkelijk op de proef gesteld. In vijf dagen tijd vermagerde de kolonel vijftien kilo… Hij is zo zenuwachtig dat hij er niet meer toe komt te eten ; whisky daarentegen houdt hem overeind : hij drinkt één, twee flessen per dag.?
In een interview benadrukte monseigneur Jadot, de aalmoezenier van de koloniale Force Publique, dat twee maanden na Mobutu’s coup verschillende onderdelen van de strijdkrachten, zelfs in de hoofdstad, nog onder nationalistische invloed stonden. Bovendien bleef de bevolking in Leopoldstad in de greep van antikolonialistische sentimenten. De Belgische adviseurs die na Mobutu’s coup de nieuwbakken neokoloniale officierenkaste moesten vormen en ondersteunen, dreigden op verzet van de soldaten te stoten : ?Zij (de officieren) wensen technici om hen te helpen om hun leger weer op te bouwen en hun voorkeur gaat duidelijk naar de Belgen uit. Maar het is niet zeker dat de soldaten de terugkeer van de Belgische militaire technici overal zullen toelaten. Want zij herinneren zich, vooral in Beneden-Kongo, wat zij bestempelen als ‘het onder handen nemen’ van Matadi (de Belgische aanval van 11 juli).?
In oktober kwam Mobutu met zijn familie een week in het VN-hoofdkwartier logeren, uit angst voor een aanslag. Later zou hij aan de journalist Pierre Davister over zijn strijd tegen Lumumba toevertrouwen : ?Niemand begreep dat ik een uitputtingsoorlog wou. Men mag niet vergeten dat ik in het begin nergens zeker van was. Er waren te veel tegenstrijdige clans actief en men diende te wachten totdat deze verschillende fracties zich in één enkele leider herkenden. Het was moeilijk, erg moeilijk om daartoe te komen.?
ELKE KWALITATIEVE VERNIEUWING van een politiek regime leidt onvermijdelijk tot een omvorming van de strijdkrachten en als dat niet gebeurt, zullen de ?oude? legerstructuren het nieuwe regime tot een ?aanpassing? dwingen. Na zijn coup ontkwam ook Mobutu niet aan de noodzaak om het leger te hervormen : hij deed dat in repressief-autoritaire zin. Uit de getuigenis van een presidentieel kabinetslid blijkt dat Mobutu eind september, begin oktober in zekere zin zijn aanhang in het leger nog moest opbouwen : officieren werden vervangen ?door anderen en vele nieuwelingen hadden nog nooit een geweer gedragen of geladen? ; sommigen werden ?naar militair-technische posten gekatapulteerd, met als enige criterium hun politieke opvattingen, dit wil zeggen hun tribale oorsprong.? Volgens generaal Rikhye begon Mobutu pas begin november zijn machtsbasis in het ANC te consolideren.
Zonder de passieve steun, of de wederzijdse neutralisatie van de belangrijkste actoren op het Kongolese politieke toneel was de kolonel dus geen lang politiek leven beschoren. Vandaar dat Mobutu ?afwisselend de intimidatie en de bemiddeling hanteerde.? Waar nodig bemiddelde hij. Zijn gezanten praatten met Kasavubu, Tshombe én met Lumumba. Mobutu zou zelf op 22 en 26 september een voorstel voor een nationale rondetafel doen. Waar mogelijk hanteerde de kolonel repressieve maatregelen om de nationalistische krachten te verzwakken. Op 18 september, de dag dat Kasavubu en Lumumba dicht bij een verzoening kwamen, liet Mobutu voor het eerst aan de Amerikaanse ambassade weten dat hij Lumumba en verschillende van zijn getrouwen zou laten arresteren. De dag daarop vroeg hij om de uitlevering van de Lumumba’s vice-minister Antoine Gizenga, die zich in de ambassade van Guinea schuilhield.
The Times typeerde de toestand in die dagen raak én profetisch, toen zij Mobutu bejubelde als ?de man die Lumumba tot vandaag op de meest doeltreffende wijze tot staan heeft gebracht gesteld dat dit mogelijk zou zijn zonder de dood van Lumumba.? Lumumba’s tegenstrevers stonden uiterst zwak, zelfs in de hoofdstad : op 15 september slaagde Kasavubu’s partij Abako er niet in om meer dan driehonderd antinationalistische betogers op de been te brengen. In die dagen, toen een parlementair of informeel bezegeld compromis verder af leek dan ooit, begon Lumumba verschillende keren de bevolking van Leopoldstad op te zoeken. Bijkomende maatregelen drongen zich op. Op 21 september stuurde Mobutu soldaten uit om Lumumba te arresteren, maar Ghanese blauwhelmen verhinderden dit. Op 25 september maakte Lumumba een lange tocht per auto in de Afrikaanse wijken van Leopoldstad. Kort daarop vonden er betogingen plaats in de straten van zijn stad. Tijdens zijn laatste ?uitstapje?, op 9 oktober, hield hij verschillende publieke toespraken voor een enthousiaste menigte.
Na een nieuwe poging om hem aan te houden, op 10 oktober, hield Mobutu Lumumba’s residentie permanent omsingeld. Lumumba werd nu door een dubbele gordel van militairen ?beschermd? : de binnenste cirkel bestond uit VN-blauwhelmen ; de buitenste uit soldaten van het ANC. De omsingeling kwam tegemoet aan de wens van de neokoloniale coalitie, die Lumumba van zijn achterban wilde afsnijden. Lumumba was een politieke balling in eigen land geworden.
MAAR OOK DE VN-LEIDING was tevreden met de regeling. Het dubbele cordon hield de deur open voor de VN-leiders die geloofden dat Lumumba in de opvulling van het machtsvacuüm betrokken moest worden. In afwachting nam zijn feitelijk huisarrest de vrees van de VN-leiders weg voor een eventuele terugkeer van Lumumba naar Stanleystad. Lumumba had op 17 september in een brief aan de Ghanese president Kwame Nkrumah de intentie geuit om de regeringszetel naar Stanleystad te verplaatsen, en het is niet onwaarschijnlijk dat de VN-leiding hiervan op de hoogte was. Hoe dan ook : ?Ik hoop dat iedereen in Leo zich realiseert?, zo schreef een VN-functionaris vanuit Stanleystad, ?dat Lumumba’s aankomst hier, of zelfs een eenvoudige toespraak van hem, de toestand in een half uur kan doen omslaan.?
Timberlake schreef in een telegram geruststellend dat Lumumba’s ?fysieke isolatie zijn politieke dood zou betekenen.? Dayal meldde Hammarskjöld : ?Lumumba (…) is eigenlijk een virtuele gevangene in zijn huis, zonder vrije toegang tot wie dan ook, en zonder telefoon.? Enkele weken later zou Dayal de weigering van de VN om Lumumba aan Mobutu uit te leveren, op principiële gronden verdedigen. Kort daarop zou de VN-leiding Lumumba laten weten dat de VN-bescherming enkel gold zolang hij in zijn residentie verbleef… en dus politiek inactief bleef. De Belgische pers hekelde de ?bescherming? van Lumumba. Maar de regering van Gaston Eyskens (CVP) reageerde nuchterder. Zij apprecieerde de rol die de VN-leiders in de ontwikkelingen van september speelden, en wou vermijden dat de Afrikaanse landen hun steun voor Onuc zouden opzeggen.
Op 16 oktober ontmoette Mobutu Tshombe in de Katangese hoofdstad. Tshombe had voortdurend een antinationalistisch verbond bepleit, als voorafspiegeling van een rond Katanga opgebouwde confederatie. Ileo had, op een ogenblik dat de regering-Lumumba nog in het zadel zat, met een oproep voor de organisatie van een ?verzoeningsconferentie? daartoe de deur geopend. Mobutu bewierookte in Elisabethstad de Katangese gendarmes ; Tshombe van zijn kant beloofde Mobutu ?economische, morele en financiële steun?. Een discussie over de toekomstige structuren van het land werd er in het vooruitzicht gesteld.
Westerse optimisten bespeurden in de ontwikkelingen dus positieve signalen die in de richting van een nationale wederopbouw binnen neokoloniale grenzen wezen. Maar kort daarop zou het nationalistische gevaar opduiken in Stanleystad, waar Lumumba’s vice-premier Gizenga druk doende was om een tegenregering op te zetten. Rikhye, die in november Dayal als speciale vertegenwoordiger verving, zou suggereren om, na Lumumba, ook Gizenga ?in de ijskast? te stoppen. Rikhye telegrafeerde op 19 november naar New York : ?Wij kunnen er niet mee doorgaan om vuurtjes te doven die Gizenga aansteekt en hem tegelijkertijd tegen moord beschermen. (…) Zijn voortdurende aanwezigheid in Stanley blijft gevaar voor vrede. Mogelijke oplossing is hem naar Leo te vliegen en hem in zijn residentie te bewaken.? Maar het was al te laat : de dag daarop meldde Rikhye dat de nationalisten blijkbaar het pleit hadden gewonnen binnen de strijdkrachten van de stad.
Ludo de Witte
Mobutu groet de Kongolese vlag : een coup in het belang van het land.
De jonge Mobutu : door iedereen opgevrijd.
Lumumba : nodig fysiek te isoleren.
Kasavubu : prelude tot Mobutu’s staatsgreep.
De Verenigde Naties (aan het woord : Mobutu) : conflict tussen principe en praktijk.