Niemand weet hoe groot de groep mannelijke slachtoffers van partnergeweld in België precies is. Het onderzoeksrapport Ervaringen van vrouwen en mannen met psychologisch, fysiek en seksueel geweld (2010) van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) becijferde dat vrouwen zes keer vaker te maken krijgen met partnergeweld dan mannen. Diezelfde studie toonde evenwel aan dat twintig procent van de bevraagden met niemand heeft gesproken over wat ze hebben meegemaakt. Geweld blijft dus vaak verborgen. Bovendien praten vrouwen gemakkelijker over hun ervaringen met geweld dan mannen. Mannen zullen ook sneller een vriend in vertrouwen nemen dan familie, een arts of een hulpverlener. Omdat men aanneemt dat er een onderrapportering is bij mannen, vermoedt men een groot dark number van mannelijke slachtoffers van partnergeweld.
‘Die studie is een begin, maar de steekproef was beperkt’, zegt Kasia Uzieblo, docente forensische psychologie aan de Thomas More Hogeschool en de Universiteit Gent. ‘Internationale studies tonen dat een op de vier vrouwen een vorm van partnergeweld meemaakt, maar dat ook een op de vijf mannen soortgelijke ervaringen heeft. Sommige studies doen zelfs vermoeden dat er amper een verschil is tussen de genders.’
‘Het taboe voor mannen die slachtoffer zijn van partner- of huiselijk geweld is groot’, bevestigt Kathleen Tobback, coördinator van het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) Mechelen-Boom, dat twee jaar geleden het Sam Huis oprichtte, het eerste vluchthuis voor mannen. Dat bleek nodig, want mannen die te maken krijgen met partnergeweld worden amper gehoord, laat staan geloofd door politie en hulpverleners. ‘Voor veel mensen is geweld fysiek, maar iemand isoleren, financieel uitpersen, fysiek of emotioneel verwaarlozen, afkraken of dreigen met het afnemen van kinderen, zijn ook vormen van geweld.’
Vooral bij psychisch geweld kan het erg lang duren voor mensen zich realiseren dat hun grenzen overschreden worden, stelt Uzieblo. ‘Vanaf wanneer kun je over crimineel gedrag spreken? Voor fysiek geweld is dat vrij duidelijk, maar psychisch geweld is moeilijker vast te stellen. Nochtans is dat een van de meest voorkomende vormen van geweld, zowel van man op vrouw als van vrouw op man. Beiden voelen dan angst en schaamte, maar voor mannen komt er ook nog eens bij dat de omgeving vaak ongelovig of negatief reageert.’
Ook de gevolgen van verregaand partnergeweld zijn even ernstig voor mannen en vrouwen. Bij beiden stelt men toenemende depressie, suïcidale gedachten, slaapstoornissen of posttraumatische stressstoornissen vast. Om die reden is het volgens Uzieblo belangrijk dat hulpverleners, advocaten en politie mannen die mishandeld worden ernstig nemen. Uzieblo: ‘Men gaat er nog steeds van uit dat mannen plegers zijn, ook als ze een klacht indienen tegen mishandeling. Ik ken schrijnende verhalen van mannen die in de gerechtsmolen belanden en uiteindelijk het slachtoffer worden van het systeem. Een vrouw die haar ex-partner beschuldigt van kindermisbruik of hem uit zijn vaderlijke rechten wil laten ontzetten, wordt nog steeds gemakkelijker geloofd dan een man die het slachtoffer is van dit soort psychologische terreur. De nieuwe inzichten zetten ook deze stereotiepe ideeën op de helling.’
Slachtoffers van psychisch, fysiek of seksueel (partner)geweld, kunnen terecht bij het gratis nummer 1702 (www. 1702. be).
De Thomas More Hogeschool start in februari met een grootschalige studie naar hulpzoekend gedrag bij mannen die in aanraking kwamen met partnergeweld. Meer info volgt binnenkort op Knack.be