Zelfstandig en uithuizig
Daarover waren de wildste geruchten in omloop – misschien om te verhullen dat hier, anders dan in Griekenland en Rome, sprake was van gelijke rechten tussen de seksen?
Onze kennis van de levenswijze van de Etruskische mannen en vrouwen stamt hoofdzakelijk uit hun graven. Daarvan zijn er duizenden in de omgeving van de Italiaanse stad Tarquinia, een kleine honderd kilometer ten noordwesten van Rome. Het exterieur daarvan is wat onooglijk, maar van binnen zijn het ware dodenpaleizen, die de wereld der levenden in alles nabootsen. Gegoede Etruskische families lieten ze weelderig inrichten, met banken, bedden en een scala aan grafgiften – van toiletartikelen zoals spiegels tot feestserviezen.
Anders dan in Griekenland waren vrouwen niet aan huis gekluisterd
Ongeveer 150 van deze graven bevatten resten van wandschilderingen in levendige kleuren. De interessantste stammen uit de Monterozzinecropolis, aan de oostelijke stadrand. Ze vertellen van uitgelaten braspartijen, gezamenlijke visvangst, gezang, spel en dans. In het nationaal museum van Tarquinia vinden we tegenwoordig de fresco’s uit Tomba del Triclinio (vermoedelijk uit 480/450 v. Chr.). Ze tonen mannen en vrouwen die bij een feestmaal gezamenlijk aanliggen op stenen banken. Rond hen spelen muzikanten, dansen jongens en meisjes. Men is het erover eens dat het bij de rijk getooide vrouwen om de echtgenotes van de mannen gaat en niet om hetaeren, zoals gebruikelijk bij de Griekse symposia. Deze wandschilderingen vormen er dus een aanwijzing voor dat de Etruskischen, anders dan hun Griekse en Romeinse zusters, die zich niet buitenhuis hoorden te vertonen, maar heel vanzelfsprekend deelnamen aan het openbare leven.
Het zijn schoonheden die zich niet onder tafel laten drinken.’ De Griekse kroniekschrijver Theopompos over de Etruskische vrouwen
Wat er in die tijd zelf over Etruskische vrouwen geschreven werd, vooral door Grieken, moet wel met een korreltje zout genomen worden. Overleveringen uit de 4de en 3de eeuw v. Chr. hebben het telkens over losse zeden onder het vrouwvolk, over ongebreideld geslachtsverkeer en schaamteloosheid. Zo weet de filosoof Aristoteles te melden dat de Etruskische man en vrouw bij het maal onder één deken lagen en volgens de schandaalbeluste Griekse chroniqueur Th eopompos (ca. 378- na 323 v. Chr.) waren de Etruskischen niets minder dan nymfomane sloeries: ‘Bij de Etrusken bestaat het gebruik dat de vrouwen aan alleman toebehoren; ze besteden grote aandacht aan hun lichaamsverzorging en doen aan gymnastiek, vaak samen met mannen, soms alleen; want zij zien er geen been in zich naakt te tonen. Ze nemen aan tafel niet plaats naast hun echtgenoot, maar naast de eerste de beste man en ze drinken elke manspersoon toe naar het hun belieft. Een Etrusk bekommert zich om al zijn kinderen, ook al weet hij niet altijd wie hen verwekt heeft.’
Filosoof en geschiedschrijver Poseidonios van Apameia (135-51 v. Chr.) sluit zich bij deze zedenschets aan en beklaagt zich over de decadente levensstijl van de Etrusken, die hij aan hun rijkdom wijt. Volgens historicus Christopher Smith van de Schotse universiteit St. Andrews moeten we vooral niet teveel geloof aan dergelijke uitingen hechten. Hij classificeert ze als ‘etnografische hersenspinsels’ van de Grieken, als ‘afspiegeling van hun eigen culturele vooroordelen’.
Etruskische vrouwen mochten bij sportwedstrijden ten minste toekijken
Maar ook als de losbandige, vrijgevochten levensstijl van de Etruskische vrouwen misschien maar een Grieks fabeltje is, bestaat er geen twijfel aan dat de Etruskische maatschappij niet patriarchaal was en dat vrouwen daarin een positie innamen die gelijkwaardig was aan die van de mannen. Dat blijkt ook uit opgravingen. Neem de grafdecoratie. Die is bij mannen- en vrouwengraven even overvloedig. Kennelijk gold een vrouwenleven evenveel als dat van een man. Het sprekendste voorbeeld voor deze antieke gelijke behandeling is de vermaarde ‘echteliedensarcofaag’ uit Verveteri, tegenwoordig te bewonderen in de Villa Giulia in Rome. Dit waarschijnlijk eind 6de eeuw v. Chr. gemaakte beeld toont een echte verbondenheid tussen man en vrouw: innig omarmd liggen zij op een kline. In het Parijse Louvre hebben ze een dergelijke sarcofaag (zie pagina’s 16-17) en vergelijkbare beeldmotieven zijn ook te vinden op reliëfplaten uit Velletri, in de buurt van Rome.
Een ander bewijs dat archeologen graag aanvoeren voor de vrijheden die Etruskische vrouwen genoten, is de Tomba delle Bighe in Tarquinia. Op de wanden daarvan staan sportwedstrijden afgebeeld en onder de toeschouwers vallen ook vrouwen te onderscheiden. Zij mochten dus aanwezig zijn bij dit aristocratische tijdverdrijf, al stond het hun niet vrij er ook actief aan deel te nemen, zoals Theopompos beweerde.
In Griekenland werden vazen sinds de 6de eeuw v. Chr. beschilderd. Ze geven ook vaak een beeld van het dagelijks leven van Griekse vrouwen. De Etrusken kenden deze vazen, aangezien ze Griekse keramiek importeerden. Toch lieten zij zich bij de vazen die zij zelf in deze periode maakten niet door deze motieven beïnvloeden. In hun vaasschilderkunst spelen huiselijke taferelen net zomin een rol als hetaeren. In plaats daarvan zien we helden, strijders en atleten maar ook ruiters en jachttaferelen. De huisvrouw ontbreekt als motief op Etruskische vazen en zal voor kopers dus niet interessant geweest zijn.
Ook de rechtspositie van de Etruskische verschilde sterk van de in Griekenland en Rome geldende. Zo had een Atheense burgervrouw uitsluitend recht op een bruidsschat, die haar man beheerde, maar niet op het gezinsvermogen. Zij bekommerde zich om het huishouden en voorzag haar man van wettige nakomelingen. Hetaeren namen in het klassieke Athene dan wel deel aan het maatschappelijke leven, maar hadden dan weer een zwakkere rechtspositie dan een burgervrouw. Ook een Romeinse was de jure ondergeschikt aan haar echtgenoot en ook maar in beperkte mate handelingsbekwaam. Ze had geen rechten die haar persoon te boven gingen, kon dus niet als curator of borgsteller optreden en evenmin een publiek ambt vervullen. In de eindtijd van de republiek droeg zij namen als Claudia of Cornelia, die haar te kennen gaven als lid van de gelijknamige familie (de Claudii of Cornelii in dit geval). Een Etruskische daarentegen droeg een individuele voornaam naast de naam van haar gens, die naar haar afstamming verwees. Dochters en zonen waren in gelijke mate erfgerechtigd. Etruskische vrouwen konden zelfstandig zaken doen en alle soorten van transacties sluiten – dus zonder de mannelijke curator zoals in Rome en Athene. Zo weten we dat Etruskische vrouwen in Cerveteri keramiekhandel dreven, terwijl hun echtgenoten op zee waren.
Vrouwennamen golden het individu, niet de afstamming
In de jaren tachtig situeerde Sybille Haynes een fijnzinnige en wetenschappelijk gefundeerde historische roman in Etrurië. De in Oxford woonachtige historica, die in het Brits Museum verantwoordelijk was voor de Etruskische collectie, portretteert in haar boek The Augur’s Daughter een generatie die de Etruskische hegemonie in het westelijk Middellandse-Zeegebied zag tanen. Haar heldin Larthi is geenszins de door Griekse en Romeinse kroniekschrijvers opgevoerde losbol, maar een verstandige en zelfredzame vrouw, die alleen de kinderen opvoedt en aan het hoofd van het familiebedrijf staat, terwijl haar man in het meer dan 200 kilometer verwijderde Populonia verblijft.
De inmiddels 91-jarige Haynes heeft een groot deel van haar leven gewijd aan de bestudering van de Etrusken, met name ook om meer over Etruskische vrouwen te weten te komen. In 2005 verbaast ze zich er in haar boek Etruscan Civilization over dat het leven van Griekse en Romeinse vrouwen tot in het kleinste detail onderzocht is, terwijl de Etruskische vrouwen tot een schaduwbestaan in de geschiedwetenschap gedoemd lijken. Aangezien die in de meeste gevallen nu juist een wat spannender leven leidden, is het te hopen dat er de komende jaren verandering in deze situatie komt.
MEER WETEN? p>
Sybille Haynes, The Augur’s Daughter. A Story of Etruscan Life. Rubicon Press 1987, antiquarisch p>
Iefke van Kampen, Etrusken. Vrouwen van aanzien, mannen met macht. Wbooks 2011 (tentoonstellingscatalogus) p>
Serieus genomen p>
in de kunst en in het echte leven: een afbeelding als op deze sarcofaag maakt duidelijk dat de vrouw in kwestie een hoge maatschappelijke positie innam. p>
Vrouwen heffen het glas p>
Kunsthistorici zijn het erover eens dat de vrouwen op Etruskische afbeeldingen van drinkgelagen anders dan op de Griekse geen hetaeren, maar echtgenotes zijn. Dit fresco uit Tarquinia stamt uit de 4de eeuw v. Chr. en behoort tot het Unesco-werelderfgoed. p>
G/Geschiedenis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier