Wat is de Holocaust ?

De iconische toegangspoort tot Auschwitz-Birkenau, het eindstation van de spoorweg des doods. © Getty Images

De grootste menselijke vernietigingsoperatie uit de geschiedenis van de mensheid. Dat is de Holocaust. Deze term staat voor de systematische vervolging en het uitroeien van maar liefst 6 miljoen Europese Joden.  Een groot deel van de slachtoffers wordt tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoord in Duitse concentratie- en vernietigingskampen, zoals Bergen-Belsen of Auschwitz-Birkenau. Vooral dat laatste kamp is in de loop der jaren uitgegroeid tot hét symbool van deze genocide die haar gelijke niet kent, het ultieme menselijke kwaad.

In de decennia voor de Tweede Wereldoorlog waren er veel Joden geëmigreerd : eerst vanuit het Russische en Oostenrijkse rijk, later ook vanuit Polen. In de jaren 1930 besloten vele Joden om Duitsland en Oostenrijk te verlaten. Vooral nadat in 1938 nazi-Duitsland Oostenrijk inlijfde en enkele maanden later tijdens de Kristallnacht talloze synagogen in brand werden gestoken en Joodse winkels kort en klein werden geslagen, zochten vele Joden een veilig onderkomen in het buitenland.

Joden in het nauw, ook in België

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog woonden er ongeveer 65.000 Joden in België. Zodra nazi-Duitsland België bezette, werden de Joden er gedegradeerd tot tweederangsburgers, voor wie het leven steeds moeilijker werd. België kreeg een militair bestuur onder het bevel van de 61-jarige generaal von Falkenhausen. Al heel snel streek ook de SS in Brussel neer, als rechtstreekse vertegenwoordiger van het Reichssicherheitshauptamt, de overkoepelende veiligheidsdienst van het Derde Rijk. Vanuit deze dienst zou in België de vervolging, de arrestatie en de deportatie van de Joden worden georganiseerd.

In oktober 1940 vaardigde de Duitse overheid de eerste van een lange lijst verordeningen uit die het de Joden steeds moeilijker moesten maken, hun vrijheid aan banden zouden leggen en hen een economisch bestaan onmogelijk moesten maken, tot zij ten slotte systematisch werden opgepakt en massaal gedeporteerd en vermoord. Al snel werd een aantal beroepen verboden voor Joden: eerst ging het onder meer om de advocatuur, openbare ambten en de journalistiek, later ook om medische beroepen. Vanaf december 1940 moesten Joodse horecazaken voorzien zijn van het drietalige opschrift ‘Jüdisches Unternehmen – Joodsche onderneming – Entreprise juive’, een maatregel die enkele maanden later voor alle Joodse handelszaken en bedrijven gold. Joden werden verplicht om zich in te schrijven in een gemeentelijk Jodenregister, waarbij op hun identiteitskaart in grote rode letters het woord ‘Jood’ of ‘Juif’ werd aangebracht.

Verdeeld over vier verdiepingen wil Dossin alle uit België gedeporteerden (25.846) eren. De zwart-wit foto’s tonen mensen die niet teruggekomen zijn, de sepia foto’s de overlevenden (op eentje staat Simon Gronowski, de foto met een stukje rode stempel). Vele plaatsen zijn nog leeg, van die mensen heeft het museum nog geen foto gevonden. © Mark De Geest

De verordeningen volgden elkaar steeds sneller op en dreven de Joden steeds meer in het nauw. Het werd Joden verboden zich tussen acht uur ’s avonds en zeven uur ’s ochtends op straat te begeven. Vanaf de leeftijd van zes jaar moesten zij een gele ster op hun jas dragen. Op bevel van de Duitse bezetter stopten velen met hun onderneming, terwijl hun vermogen vervallen werd verklaard.

Na de beruchte Wannseeconferentie van 20 januari 1942, die de uitroeiing van de Joden stroomlijnde en versnelde, volgde in de lente wellicht de meest morbide verordening wanneer de nazi’s de Joodse gemeenschap in België opdracht gaven om een ‘Jodenvereniging’ op te richten. Alle Joden werden verplicht om hiervan lid te worden en zich met naam en toenaam in te schrijven, ook de kinderen. Die gegevens zou de SS later gebruiken om Joden op te sporen, op te pakken en te deporteren. Op aanbeveling van de Jodenvereniging zelf volgden de meeste Joden gehoorzaam het Duitse bevel op. Tweeduizend à drieduizend weigerden dat echter te doen en verkozen in de illegaliteit onder te duiken.

De binnenkoer van Kazerne Dossin met Joden die zich ‘vrijwillig’ hebben gemeld na de oproep tot dwangarbeid (Arbeitseinsatzbefehl), de dag van de opening van het kamp op 27 juli 1942 of enkele dagen later. © Kazerne Dossin, foto Fonds Kummer

Razzia’s, met Belgische hulp

In de zomer van 1942 besloten de nazi’s de deportatie van de Joden naar het ‘Oosten’ aan te vatten. Met de valse belofte om in het buitenland te kunnen gaan werken, meldden de eerste Joden zich in juli 1942 aan bij de kazerne Dossin in Mechelen, die voortaan als verzamelplaats dienst zou doen. Dit ‘Sammellager’ lag halfweg tussen Antwerpen en Brussel, de steden waar het gros van de Joden woonde, en beschikte bovendien over een eigen spoorverbinding. Begin augustus vertrok het eerste konvooi met aan boord bijna 900 Joden, waarvan 140 kinderen jonger dan zestien jaar.

Eens het plan was gestart, wilden de nazi’s haast maken. Om voldoende Joden in de kazerne te verzamelen, werden al snel mensen op straat opgepakt of door de SS uit hun huizen gehaald. In Antwerpen werden drie grote razzia’s georganiseerd, waarbij Vlaamse SS’ers alsook de stedelijke politie een handje toestaken. In Brussel werd slechts één razzia uitgevoerd. Daar konden de nazi’s niet op dat soort steun rekenen, waardoor in deze stad slechts een enkele razzia werd uitgevoerd.

Bij aankomst in de kazerne Dossin werden de Joden geregistreerd en kregen zij een bordje om de hals met daarop hun nummer en het nummer van het transport dat hen naar het oosten zou brengen. Alles van waarde moesten zij afgeven: goud, diamanten, geld, ringen… Vaak ondergingen zij daarbij een vernederend onderzoek. Ook persoonlijke documenten, foto’s en brieven werden hen systematisch afgenomen. Begin 1943 waren al negentien transporten naar het oosten vertrokken. Samen hadden zij meer dan 18.000 mensen gedeporteerd. De geruchten dat het concentratiekamp van Auschwitz met zijn gaskamers zowel letterlijk als figuurlijk de eindbestemming vormde, werden steeds sterker. Het aantal mensen dat tijdens het transport uit de trein ontsnapte, nam zienderogen toe.

Mensen die gedeporteerd werden, moesten hun persoonlijke documenten afgeven. Het museum Kazerne Dossin toont replica’s ervan. (Kazerne Dossin) © Kazerne Dossin

In het bezette land groeide ondertussen het verzet, ook in Joodse kringen. Onder impuls van de communist Hertz Jospa werd het Joods Verdedigingscomité opgericht, dat al snel nauwe contacten onderhield met tal van andere Belgische verzetsorganisaties. Het Joods Verdedigingscomité zal er onder meer in slagen om meer dan 3.000 Joodse kinderen te laten onderduiken, veelal bij katholieke internaten, kloosters en weeshuizen, maar ook bij tal van particulieren.

De meerderheid van de slachtoffers van de Holocaust stierf in 1942. Daarna ging het doden door op een lager tempo, tot het einde van de Tweede Wereldoorlog, op 8 mei 1945. Het concentratiekamp van Auschwitz was door de Russen al bevrijd op 27 januari 1945.

Vele overlevenden van de Holocaust bleven jaren of zelfs hun hele leven kampen met een reusachtig trauma, andere slaagden er wel in hun leven te hernemen. Vele overlevende Joden emigreerden na de oorlog buiten Europa. Ook een heel aantal kopstukken van de vernietigingsoperatie namen de vlucht naar het buitenland, vooral Latijns-Amerika. In de decennia na de Tweede Wereldoolog volgende ook een aantal strafprocessen, maar al bij al werden heel weinig betrokkenen echt gestraft.

Partner Content