Mussolini blundert op beide oevers van ‘zijn’ zee

Generaal Erwin 'woestijnvos' Rommel, aan het hoofd van zijn tankcolonne in de buurt van Tobroek (Libië).
Frans De Smet Freelancejournalist

Adolf Hitler heeft geen enkele belangstelling voor de ‘zandbak’ Noord-Afrika. Zijn bondgenoot Mussolini des te meer: hij droomt ervan een nieuw Romeins Rijk te vestigen op de twee oevers van ‘zijn’ Middellandse Zee, de Mare Nostrum. Het wordt tweemaal een pijnlijke afgang.

De sleutelmomenten

– 07/04/1939: Mussolini bezet Albanië, wat hij ziet als een springplank naar Griekenland.

– 13/09/1940: Mussolini stuurt troepen vanuit Libië naar Egypte om het Suezkanaal aan te vallen.

– Oktober 1940: Hitler neemt de olievelden van Roemenië over, wat Mussolini dwingt tot een aanval op Griekenland.

– 28/10/1940: Mussolini lanceert een aanval op Griekenland vanuit Albanië, die mislukt.

– 23/04/1941: Het Griekse leger capituleert voor de Duitsers na een snelle verovering.

– 20/05/1941: Hitler lanceert Operatie Merkur tegen Kreta om controle over de Middellandse Zee te veroveren.

– 04/04/1941: Britten veroveren Addis Abeba op de Italianen in Ethiopië.

– 10/04/1941: Rommel begint een eerste beleg van Tobroek.

– 21/06/1942: Rommel neemt Tobroek in tijdens een tweede beleg.

– 08/12/1941: Britse tegenaanval in Egypte (Operatie Kompas) drijft Italianen uit het land.

– 13/05/1943: De capitulatie van het Afrikakorps onder leiding van Rommel.

– Juli 1944: Rommel wordt gedwongen tot zelfmoord door Hitler.



Benito Mussolini bekijkt alle offensieve zetten van Adolf Hitler op het Europese schaakbord met argusogen. Hij ergert zich blauw aan de Anschluss van Oostenrijk, het inpalmen van Sudetenland en de ontmanteling van Tsjecho-Slowakije. Telkens opnieuw stelt Hitler hem voor voldongen feiten.

Bezetting van Albanië

Galeazzo Ciano, zijn mateloos ambitieuze schoonzoon en tevens zijn minister van Buitenlandse Zaken, verleidt hem ertoe op 7 april 1939 Albanië te bezetten. Dat is geen zware klus: Albanië is dan een klein en onmachtig, corrupt koninkrijk. Mussolini ziet Albanië als een springplank om later Griekenland in te pikken. Zijn poging om in het noorden van Afrika een aaneengesloten strook van Italiaanse kustkolonies te vestigen, lijkt aanvankelijk goed te lukken.

Italië pikt Libië overigens al in de Eerste Wereldoorlog af van het Ottomaanse rijk. Abessinië (Ethiopië) is hopeloos verouderd en geen partij voor de Italianen, die het in 1935 opslokken. Maar daartussen ligt dan nog Egypte. Vreselijk jaloers op de weergaloze zege van Hitler op Frankrijk stuurt Mussolini op 13 september 1940 troepen vanuit Libië naar Egypte, waar de Britten vanzelfsprekend ‘hun’ Suezkanaal verdedigen.

Op 4 oktober probeert hij Hitler op de Brennerpas ervan te overtuigen dat ze er allebei bij kunnen winnen als ze de oorlog veel breder maken. Hitler stemt daar halfhartig mee in – maar dan wel op voorwaarde dat Vichy-Frankrijk en Spanje de Asmogendheden bijspringen. Alleen dan kan Groot-Brittannië worden verdreven uit de Middellandse Zee. Hitler toont zich wantrouwig tegenover de ambities van Mussolini.

De Britse maarschalk Montgomery.

Rommel in de woestijn



Tijdens een ontmoeting van Hitler en Francisco Franco in Hendaye geeft de Spanjaard urenlang geen teken van instemming. ‘Nog liever laat ik mij drie of vier kiezen trekken dan nog eens een dergelijk dovemansgesprek te moeten ondergaan’, briest Hitler na afloop. Philippe Pétain belooft hem evenmin iets concreets.

Bijgevolg wil Hitler zijn bondgenoot Mussolini laten stikken in ‘zijn zandbak’. Prompt gaan de Britten op 8 december in de tegenaanval in Egypte. Met Operatie Kompas drijven ze de Italianen uit het land. Op 22 januari 1941 valt zelfs de Libische haven Tobroek in Britse handen. Grote delen van oostelijk Libië volgen snel. Noodgedwongen snellen de Duitsers Mussolini dan toch te hulp, aanvankelijk alleen met luchtsteun.

In maart 1941 stuurt Hitler uiteindelijk, tegen zijn zin, zijn topgeneraal Erwin Rommel naar Noord-Afrika, maar nog voordat Rommel zijn kleine maar roemruchte Deutsches Afrikakorps kan opbouwen, veroveren de Britten op 4 april Addis Abeba op de Italianen. De generaals van Mussolini geven zich over in Ethiopië en in de Hoorn van Afrika. De Britten verwerven controle over de Rode Zee en de Golf van Aden. Met de verovering van Irak, Iran en Syrië stellen ze vanaf augustus hun cruciale oliebevoorrading veilig voor de rest van de oorlog.

El Alamein



Maar daarmee zijn ze nog lang niet af van de snelle ‘woestijnvos’ Rommel. Hij slaat op 10 april 1941 een eerste beleg voor Tobroek, en neemt die haven uiteindelijk in tijdens een tweede beleg op 21 juni 1942. Van daaruit zet Rommel de spurt in naar het Suezkanaal.

De Britten vrezen voor hun olieaanvoer uit Irak en Iran. Ze wachten Rommel op in El Alamein, 100 km ten westen van Alexandrië. Het plaatsje heeft een unieke ligging. Op de ene flank beschermt de zee het en 60 km landinwaarts ligt de Qattara-depressie, die volstrekt ontoegankelijk is voor tanks. Rommel vecht twee tankslagen uit om El Alamein, zonder succes. In juli 1942 weet hij geen bres te slaan in de Britse linies, maar de Britten verzuimen een tijdlang in de tegenaanval te gaan. Ze vervangen wel hun bevelvoerder. Hun nieuwe vedette wordt generaal Bernard Montgomery.

Eind oktober beschikt hij over dubbel zoveel manschappen en tanks als Rommel en ook over een absoluut overwicht in de lucht. Montgomery maakt van een korte afwezigheid van Rommel gebruik om de tweede en beslissende slag om El Alamein aan te vatten. Rommel wordt aan het hoofd van nog maar 50 tanks op een 3000 km lange terugtocht gedreven – en dat hij die overleeft, getuigt van zijn nooit falende krijgsinzichten.

VS-generaal George Patton.

In de tang



Hij wordt wel in de tang genomen zodra de Amerikanen daadwerkelijk in de oorlog treden en de geallieerden in november 1942 met Operatie Toorts landen in Marokko, Algerije en Tunesië. VS-generaal George Patton wordt vanuit het westen de tweede uitdager van Rommel, terwijl Montgomery hem blijft belagen vanuit het oosten. Rommel vliegt in maart 1943 naar Berlijn om Hitler te overtuigen de ‘zandbak’ te laten voor wat hij is. Tevergeefs, de Führer beveelt door te vechten tot de laatste tank, de laatste man en de laatste kogel – een bevel dat hij blijft herhalen in zijn nadagen.

Hitler laat de charismatische en populaire Rommel niet terugvliegen naar Noord-Afrika – de capitulatie van het Afrikakorps op 13 mei 1943 mag niet op zijn conto worden geschreven want dat zou negatief afstralen op de Führermythe. Die staat dan al zwaar onder druk door de nederlaag bij Stalingrad en de demoraliserende geallieerde bombardementen op Duitse steden.

Uiteindelijk valt Rommel echt in ongenade, na de mislukte aanslag op de Führer door zijn voormalige ondergeschikte Claus von Stauffenberg op 20 juli 1944. Hitler dwingt de zwaar gedesillusioneerde Erwin Rommel tot zelfmoord. In ruil voor het vermijden van een publiek schandaal krijgt de volksheld Rommel een indrukwekkende staatsbegrafenis. Maar het Derde Rijk verkeert dan al lang in vrije val.

Tijdverlies in Griekenland



Lang voordien zet Mussolini zijn bondgenoot Hitler ook op de andere oever van de Middellandse Zee een hak. Want begin oktober 1940 verrast Hitler hem voor de zoveelste keer: hij neemt de rijke olievelden van Roemenië over voor zichzelf.

Om zichzelf te bewijzen in de ogen van de Führer lanceert Il Duce op 28 oktober een even onaangekondigde als nutteloze aanval tegen Griekenland vanuit Albanië. Griekenland aanvallen in het najaar is moeilijk, leren de kronieken van de oude Grieken over hun oorlogen tegen bijvoorbeeld de Perzen. Mussolini heeft dan gebrek aan ongeveer alles: aan een moderne en efficiënte economie, en vooral aan goede pantsers, vliegtuigen en een gemotoriseerde infanterie. De Grieken vechten verwoed terug, met Britse steun. Ze drijven die winter het Italiaanse voetvolk terug tot diep in Albanië.

Duitse paracommando’s veroveren Kreta tijdens Operatie Merkur.

In maart en april 1941 springt Hitler zijn noodlijdende bondgenoot Mussolini dan maar opnieuw bij, ditmaal in Griekenland. Tussendoor verovert hij, in amper twee weken tijd en met de bijstand van de Italianen en de Hongaren, ook nog eens Joegoslavië – want dat is een zwakke plek op zijn Balkan-flank. Het Griekse leger capituleert voor de Duitsers op 23 april.

Maar Hitler is nog niet klaar met Griekenland. Op 20 mei 1941 lanceert hij Operatie Merkur (Operatie Kwik) tegen Kreta, om zoveel mogelijk controle te verwerven over de Middellandse Zee en om de Roemeense olievelden grondig af te schermen tegen luchtaanvallen. Een week later evacueren de Britten Kreta, tegen de zin van Churchill. De Duitse para’s lijden ontstellend zware verliezen op Kreta.

Nooit zullen deze luchtlandingstroepen in het vervolg van de oorlog nog een zelfstandige aanval ondernemen. Malta blijft uiteindelijk over als enige bolwerk van de geallieerden in de Middellandse Zee, terwijl het vlakke eiland een ideaal doelwit is voor para’s.

Sporen niet uitgewist



Griekenland en ex-Joegoslavië dragen tot de dag van vandaag de sporen van de Duitse bezetting. In ex-Joegoslavië buiten de nazi’s de religieus-etnische tegenstellingen tussen bijvoorbeeld Kroaten en Serviërs genadeloos uit zodat collaborerend Kroatië zich afscheurt van Joegoslavië. Ook de Slovenen doen dat. In Servië collaboreren de royalistische ‘chetniks’ met de nazi’s tegen de communistische partizanen in een zeer wreedaardige burgeroorlog.

Al deze conflicten blijven na de oorlog smeulen en voeden de vele oorlogen aan het einde van de twintigste eeuw waaraan ex-Joegoslavië onder Slobodan Milošević ten onder gaat. In Griekenland weten de Duitsers enkel met barbaars geweld hun gezag te handhaven. De bevolking daalt er tijdens de oorlog met zowat 300.000 personen. Duitsland betaalt na de oorlog geen herstelbetalingen uit en stelt zich tijdens de economische crisis na deze eeuwwisseling vrekkig op bij het opleggen van ongenadig harde bezuinigingen in ruil voor Europese noodkredieten.

Dat voedt hevige anti-Duitse gevoelens in hedendaags Griekenland. ‘De oorlog op beide oevers van de Middellandse Zee is allesbehalve een nevenshow’, argumenteert de Amerikaanse historicus Douglas Porch in Hitler’s Mediterranean Gamble. ‘Integendeel, het besluit om nieuwe fronten te openen in het Middellandse Zeegebied wordt een strategische vergissing van cruciaal belang. Op de lange termijn verzwakt de Duitse krachtinspanning in dit theater de inspanningen tegen Rusland op een manier die in het voor-jaar van 1941 nog niet te voorspellen valt.’ Hitler heeft maar één excuus. Hij laat zich tot tweemaal toe op sleeptouw nemen door een blunderende Mussolini. Dat excuus heeft hij niet met Operatie Barbarossa.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content