
Eerste Wereldoorlog werd een ware tragedie voor een totaal verscheurd Griekenland
Ondanks zijn neutrale koers is de Eerste Wereldoorlog een bijzonder heet hangijzer in Griekenland. Er heerst grote interne verdeeldheid over het conflict. Buitenlandse mogendheden schenden meer dan eens de neutraliteit en uiteindelijk zal ook Griekenland partij kiezen.
Met grote aandacht volgt Griekenland het uitbreken van de oorlog in Europa. Zelf wenst het land een neutrale koers te volgen, want na een reeks Balkanoorlogen is Griekenland oorlogsmoe. Toch stelt de Oostenrijks-Hongaarse oorlogsverklaring aan Servië de Grieken onmiddellijk voor een dilemma. Griekenland heeft een overeenkomst met Servië in geval van een aanval, maar dit geldt in feite voor een aanval vanuit Bulgarije, en dat land blijft alsnog neutraal. De escalatie van het Balkanconflict naar een Europese oorlog, maakt het voor de Grieken enkel maar moeilijker.
De Europese machtsbalans is verstoord en dit zet de Griekse verdeeldheid extra in de verf. De Griekse premier Eleftherios Venizelos wil aansluiting vinden bij de geallieerden, maar de geallieerden zelf zijn alsnog geen vragende partij. Een Griekse deelname zou de regionale machtsverhoudingen doen verschuiven: Bulgarije en het Ottomaanse Rijk zijn in de eerste oorlogsdagen nog neutraal en dat wensen de geallieerden zo te houden. Ook wanneer het Ottomaanse Rijk de kant van de Centrale mogendheden kiest, weigeren de geallieerden Griekenland in hun kamp op te nemen.
Venizelos kiest dan wel voor de geallieerden, maar de Griekse koning is ervan overtuigd dat Duitsland de oorlog zal winnen. Constantijn heeft een militaire vorming genoten in Duitsland, net zoals zijn persoonlijke raadgever Ioannis Metaxas. Bovendien is hij getrouwd met de zus van de Duitse keizer Wilhelm. De kloof tussen Venizelos en zijn koning wordt breder en dieper hoe langer de oorlog duurt. Terwijl Venizelos strijdt om Griekenland aan de kant van de geallieerden te krijgen, vaart Constantijn een neutrale koers. Het leger is volgens hem niet klaar voor een nieuwe oorlog en bovendien is Duitsland te sterk.
De eerste echte breuk tussen de eerste minister en de koning komt er in januari 1915. Venezilos belooft de geallieerden om troepen te sturen naar het front in Gallipoli en hoewel de koning aanvankelijk hiervoor zijn steun toezegt, weigert hij deze alsnog. Venizelos moet op 6 maart 1915 ontslag nemen, enkel om bij nieuwe verkiezingen opnieuw verkozen te worden.
Servië en Macedonië
Lang blijft Venizelos niet aan de macht, want een nieuwe crisis duikt op. Bulgarije mobiliseert vanaf 11 september 1915 zijn troepen en bereidt zich voor op een oorlog tegen Servië. Griekenland kan niet anders dan reageren en brengt twaalf dagen later het leger in een staat van gewapende neutraliteit. Aan de geallieerden vraagt Venizelos een troepenmacht van 150.000 manschappen om Servië te helpen in geval van een Bulgaarse invasie. Frankrijk en Groot-Brittannië sturen onmiddellijk een grote troepenmacht naar Thessaloniki in Grieks-Macedonië. Met hun prompte antwoord willen de geallieerden Griekenland overtuigen om zich aan hun kant te scharen en om Servië te steunen tegen de Bulgaren. Echt welkom zijn de geallieerde troepen in Griekenland niet. De koning is erg gekant tegen hun komst, want net zoals vele Grieken ziet hij dit als een schending van de Griekse neutraliteit. De zet van Venizelos ongedaan maken kan hij niet. De geallieerden landen in Thessaloniki op 5 oktober 1915. Enkele uren later ontslaat de koning opnieuw zijn eerste minister.
Twee dagen later vallen Oostenrijk-Hongarije en Duitsland Servië aan. Ook Bulgarije valt het land binnen. Servië is niet opgewassen tegen de overmacht en zijn leger moet zich volledig terugtrekken. Met de hulp van de geallieerde troepenmacht die in Thessaloniki is geland, vluchten de restanten van het Servische leger via Albanië naar de Adriatische Zee. Geallieerde transportschepen brengen de overlevenden naar het Griekse Korfoe. Opnieuw protesteert Griekenland, maar de geallieerden zetten de Grieken voor een voldongen feit. De troepen van de Centralen staan nu aan de Griekse grens, maar daar stoppen ze hun opmars. Zij hebben schrik om de Grieken te provoceren en hen zo in handen van de geallieerden te duwen.
Thessaliniki, een vakantieoord?
Na het ontslag van Venizelos kondigt de Griekse koning opnieuw verkiezingen aan. Venizelos doet niet meer mee en de nieuwe koningsgezinde regering hamert op de Griekse neutraliteit. Het land is nu definitief verdeeld in twee kampen. De pers neemt positie in en twijfelt niet om politieke tegenstanders door het smerigste slijk te halen.
Intussen bouwen de geallieerden hun uitvalsbasis in Thessaloniki verder uit. De stad staat bekend als de Birdcage, de vogelkooi. De Duitsers hebben het spottend over het grootste interneringskamp in de wereld. In mei 1916 hebben de geallieerden er meer dan 300.000 troepen verzameld: Britten, Fransen, Italianen, Serviërs en Russen. Genoeg om van de stad de levendigste frontstad ter wereld te maken, met een bloeiende economie.
Dezelfde maand lanceert het Bulgaarse leger echter een offensief in Grieks-Macedonië. De Griekse koning, die van dit offensief weet heeft, beveelt zijn troepen om geen weerstand te bieden. De geallieerden in Thessaloniki zijn furieus en bezetten prompt Macedonië, voeren er de krijgswet in, leggen censuur op en ontmantelen er het Griekse leger. Het verscheurde Griekenland ligt langs twee kanten onder vuur. Op 17 augustus 1916 breken de Bulgaren door over het hele geallieerde front. In het westen veroveren ze Florina, en in het oosten geeft het volledige Griekse 4de Leger zich zonder slag of stoot over.
Het gepolemiseerde Griekenland heeft er zijn buik van vol. In Thessaloniki verenigen aanhangers van Venizelos zich in een nationale beweging om de royalistische regering op te roepen zich aan de kant van de geallieerden te scharen. Ze nemen met de hulp van Franse troepen de macht in de stad over. Venizelos is aanvankelijk niet opgezet met deze opstand, maar zet zich er toch aan het hoofd van. Op 26 september gaat hij over tot de oprichting van een voorlopige regering, die wel de goedkeuring van de geallieerden krijgt en een alternatief biedt voor de legitieme regering in Athene. Het doel van deze tegenregering is niet zozeer tegen de Griekse koning revolteren, maar om een leger op te bouwen om de verloren gebieden te heroveren, Servië te helpen en vooral om aartsvijand Bulgarije te stoppen.
De geallieerden beginnen zich meer en meer te roeren. Zij vragen onder meer een gedeeltelijke demobilisatie van het Griekse leger en een compensatie voor het Griekse oorlogsmateriaal dat in Bulgaarse handen is gevallen. Aanvankelijk gaat de Griekse koning hier op in, maar na ruggenspraak met zijn raadgevers komt hij terug op zijn beslissing. De geallieerden zijn hier niet mee opgezet. Om hun eisen kracht bij te zetten, landen 3000 geallieerde mariniers op 1 december 1916 in de Griekse hoofdstad. Het komt tot gevechten in de stad en de mariniers zijn geen partij voor de 20.000 Grieken.
Noemvriana
Athene blijft echter gehavend achter en de spanning in de stad neemt toe. De Griekse reservisten die zich na de demobilisatie van het leger hebben verenigd in de espistratoi gaan over tot actie. Ze staan onder leiding van Metaxas, de raadgever van de koning, en hebben het gemunt op de aanhangers van Venizelos. Drie dagen lang terroriseren deze royalisten de stad. Burgers worden uit hun huizen gesleurd, opgesloten en vermoord. Deze gebeurtenissen staan sindsdien bekend als de Noemvriana of de November Gebeurtenissen. Voor de pro-Duitse en royalistische pers is de mislukte geallieerde landing een opsteker. Ze schilderen Venizelos af als een anarchistische landsverrader die heult met de geallieerden en Griekenland onbesuisd in een oorlog wil storten. Op 25 december 1916 excommuniceert de aartsbisschop van Athene Venizelos. De crisis in Griekenland is compleet en het schisma heeft de hele maatschappij doordrongen.
Het anti-Venizelos klimaat stoort de geallieerden enorm. Op 9 december starten ze met een maritieme blokkade van Griekenland. Enkele dagen later volgt een ultimatum aan de Griekse regering met de eis om het Griekse leger volledig terug te trekken uit Peloponnesos. Deze eis valt in dovenmansoren, maar de blokkade is scherp. De voedseltoevoer is stilgevallen en vanaf januari 1917 wordt het voedseltekort erg nijpend.
Venizelos krijgt de absolute macht
Het is pas in maart 1917 dat de eerste barsten in de Griekse royalistische regering zichtbaar worden. De geallieerden eisen het aftreden van de Griekse koning en die maakt begin juni 1917 plaats voor zijn zoon Alexander. Venizelos keert op 26 juni 1917 als hoofd van de regering terug naar Athene. Twee dagen later verklaart Griekenland de oorlog aan de Centrale mogendheden. Venizelos schuift de grondwet opzij en beschikt over de absolute macht. Hij start onmiddellijk met de opbouw van een leger, maar het duurt nog maanden eer hij kan rekenen op getrainde en goed uitgeruste troepen.
Thessaloniki zelf krijgt op 18 augustus 1917 af te rekenen met een zware brand, die een groot deel van het oude centrum in de as legt. Venizelos stelt een Franse modernistische architect aan om de stad weer op te bouwen met neoclassicistische en byzantijnse kenmerken. Het symboliseert Venizelos’ grote affiliatie met de geallieerden en zijn Megali Idea: het idee van een Griekenland op twee continenten, omgeven door vijf zeeën en van een Griekenland waarin alle Griekse burgers zijn opgenomen, ook diegenen die bijvoorbeeld nog onder Ottomaans gezag leven. Dit gaat ten koste van Bulgarije, Turkije en Albanië. Een actieve deelname aan de oorlog aan de zijde van de geallieerden is voor Venizelos dan ook een voorwaarde om de Griekse stem te laten horen op een naoorlogse vredesconferentie.
Grieken in de aanval
Intussen is het Salonikafront redelijk stabiel. Ondanks de reputatie van een vakantieoord te zijn, is het leven er niet erg prettig. Malaria richt een ravage aan onder de geallieerde troepen en regelmatig zijn er zware gevechten. Ook interne afrekeningen binnen het Servische leger, muiterijen onder de Russische troepen en een laag moreel nopen de bevelhebber om het Armée d’Orient te reorganiseren. In het voorjaar van 1918 onderneemt dit Franse leger enkele kleinere aanvallen om de vijandelijke troepen te binden aan het front en te vermijden dat ze naar het westelijk front worden overgeheveld. Ook drie Griekse divisies worden ingezet. Op 30 mei 1918 gaat het succesvol in de aanval bij Skra-di-legen.
Het is pas op 14 september 1918 dat een grootscheeps offensief van start gaat. Opnieuw nemen Griekse divisies deel aan de gevechten. Dit offensief breekt de Bulgaarse weerstand en op 28 september 1918 valt Skopje. Het Armée d’Orient blijft in de aanval gaan en dwingt zo op 30 oktober 1918 Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk op de knieën. Voor Venizelos stopt het hier echter niet. Op vraag van de Fransen stuurt hij ook drie divisies naar Siberië in november 1918. Die troepen moeten er de Witte Legers helpen in hun strijd tegen het bolsjewistische regime. Na zes maanden wordt de Grieks-Franse troepenmacht er al geëvacueerd. De campagne is volledig mislukt.
Schisma
Als overwinnaar zit Griekenland mee aan de onderhandelingstafel in de naoorlogse vredesconferenties. Het krijgt enkele nieuwe gebieden, maar de eigenzinnige buitenlandse koers van Venizelos is moeilijk verenigbaar met de binnenlandse crisis waarmee Griekenland af te rekenen heeft gekregen tijdens de oorlogsjaren. De houding van koning Constantijn, die koste wat kost vast wilde houden aan een neutraliteitspolitiek, en de constante geallieerde bemoeienissen hebben het land op de rand van een burgeroorlog gebracht. In 1928 noemt een historicus zijn – erg gekleurde – geschiedenis van Griekenland tijdens de Eerste Wereldoorlog heel terecht De Tragedie van Griekenland. Deze tragedie zal ten grondslag liggen aan latere Griekse crisissen doorheen de hele 20ste eeuw.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier