Van Jacob Van Artevelde tot de brexit: deze Flemings beïnvloedden de Britse geschiedenis
Migranten uit de Lage Landen hebben een immense invloed gehad op de Engelse geschiedenis. Dat concludeert Harry De Paepe in zijn nieuwe boek De twee kanten van het Kanaal. Maar de Flemings werden ook vervolgd als de economie slecht draaide. ‘Ze werden voorgesteld als mensen die kweekten als konijnen en de Engelsen hun werk afpakten.’
Mochten er Engelsen zijn die geloven dat hun eiland ooit onafhankelijk is geweest, dan verlost De twee kanten van het Kanaal hen van die illusie. ‘Het idee van de splendid isolation klopt niet helemaal’, zegt Harry De Paepe. De Paepe is leraar geschiedenis, Engelandkenner en coauteur van Stiff Upper Lips: Waarom de Engelsen zo Engels zijn, een boek dat ondertussen zeven keer herdrukt is. Hij schrijft voor Knack.be, Doorbraak.be en is geregeld te gast in duidingsprogramma’s. ‘Engeland is nooit afgezonderd geweest. Natuurlijk verlopen de contacten met het continent soms minder intens. Zo trokken de Engelsen zich op hun eiland terug nadat ze de Honderdjarige Oorlog hadden verloren. Maar uiteindelijk is er wel een voortdurende wisselwerking.’
Zijn de Britten zich daarvan bewust?
Harry De Paepe: De meest fervente brexiteers benadrukken graag de banden met het Britse Gemenebest, met landen als Canada en Nieuw-Zeeland. Maar dat ze ook diep beïnvloed zijn door het Europese vasteland dringt bij een groot aantal Britten niet door.
In het zestiende-eeuwse Londen vormden de Vlamingen de grootste groep migranten, waardoor sommige wijken vernederlandsten.
Proberen de remainers, de Britten die in de EU willen blijven, de verwevenheid met Europa niet te beklemtonen?
De Paepe: Ja, maar hun historische kijk is vaak beperkt. Ze hebben wel oog voor de banden met de Europese Unie, maar ze verwijzen zelden naar de bredere geschiedenis.
Is er nog een Brit die weet hoe intens de relatie met de Lage Landen was?
De Paepe: Hier en daar rest er wat folklore: zo worden de Nederlandse en Belgische vorsten opgenomen in de Orde van de Kousenband, de hoogste ridderorde in het Verenigd Koninkrijk. Maar het besef van die banden is grotendeels vervaagd. Niet dat dat bij ons zo anders is. Wij kennen de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog, maar reikt onze historische kennis veel verder?
Uw boek begint met de Slag bij Hastings in 1066, wanneer de Normandische koning Willem de Veroveraar Engeland binnenvalt. Die slag behoort tot het collectieve geheugen, maar bijna niemand weet dat de Vlamingen daarin een cruciale rol hebben gespeeld.
De Paepe: De slag bij Hastings is een van de kantelpunten in de Engelse geschiedenis, omdat Willem daarna het Angelsaksische koninkrijk omvormde tot een continentaal koninkrijk. Zijn militaire succes was enkel mogelijk dankzij de clandestiene steun van zijn schoonvader, de graaf van Vlaanderen. Vlaamse ridders speelden inderdaad een cruciale rol op het slagveld.
En daarvoor werden ze rijkelijk vergoed?
De Paepe: Heel wat Vlaamse edellieden kregen gronden in Engeland omdat ze Willem gesteund hadden. Zelfs de Sint-Pietersabdij in Gent werd op die manier beloond. De Vlamingen hadden wel een slechte reputatie. In Wales werden ze als brutale bezetters gezien. En dan was er nog het beruchte ‘ harrying of the North’ (‘het teisteren van het noorden’): in het noorden van Engeland liet Willem, met medewerking van de Vlamingen, hele dorpen etnisch zuiveren.
Als u het over Vlamingen hebt, bedoelt u niet enkel het historische graafschap Vlaanderen?
De Paepe: Ik verwijs met die term naar het hedendaagse Vlaanderen, waar ook het Hertogdom Brabant en Limburg bij horen. Maar ook Walen en Nederlanders werden tot de Flemings gerekend. Dat was in de ogen van de Britten allemaal één pot nat. De Flemings vielen echt op. Ze vormden een aparte gemeenschap, die zich anders gedroeg en een andere taal sprak. Dat hielden ze heel lang vol. In Wales werd er tot in de zestiende eeuw een dialect uit onze streken gesproken.
Ik vrees dat vreemdelingenhaat van alle tijden is. Het is een utopie dat dat ooit helemaal zal veranderen.
In de middeleeuwen ontstonden er diepe economische banden tussen Engeland en het graafschap Vlaanderen. Grote steden als Brugge en Gent hadden een bloeiende textielnijverheid, en Engeland had goede wol.
De Paepe: Die relatie was heel turbulent. Politiek gesproken behoorde Vlaanderen tot Frankrijk. Maar de Vlaamse lakenindustrie was afhankelijk van de Engelsen, omdat hun wol van de allerbeste kwaliteit was. Als de Engelse koning in conflict lag met zijn Franse evenknie werd de woltoevoer soms afgesneden om de steun van Vlaanderen te krijgen. Omgekeerd gebeurde hetzelfde, dan verbood de Franse koning de wolinvoer om de Engelse schatkist te raken. Op die manier speelde Vlaanderen een cruciale rol in het internationale machtsspel.
Vlaanderen was meer dan een speelbal van de grote machten. Het graafschap had veel diplomatieke invloed en kon soms zijn wil opleggen aan Engeland en zelfs aan de paus.
De Paepe: De Vlaamse graven voerden een goede huwelijkspolitiek. De vrouw van Willem de Veroveraar, Mathilde, was een Vlaamse. En ook in het Franse koningshuis trouwden ze in. Ze speelden echt een belangrijke rol in het dynastieke spel van die tijd.
Nederlanders zijn heel trots op hun Gouden Eeuw. Weinig Vlamingen lijken de middeleeuwse bloeiperiode te koesteren. Is dat onze aangeboren bescheidenheid?
De Paepe: De middeleeuwen zijn natuurlijk veel langer geleden. Bovendien is het hedendaagse Vlaanderen een totaal andere constructie dan het historische graafschap. Toch kunnen we trots zijn op bepaalde verwezenlijkingen. De vele belforten in Vlaanderen bewijzen dat de vrijheidsgedachte hier sterk leefde. Zo brak er in de twaalfde eeuw een opvolgingscrisis uit over wie de volgende graaf mocht zijn. Vlaamse edellieden en steden waarschuwden de troonpretendenten en zeiden dat ze alleen een graaf zouden erkennen die hun traditionele rechten en vrijheden zou respecteren. Nu lijkt zo’n uitspraak weinig bijzonder, maar toen was dat revolutionair. Het was niet de laatste keer dat onze streken het leven van de machthebbers moeilijk maakten. Misschien werkt die ingesteldheid nog door in de hedendaagse politiek, met al die staatshervormingen die de macht van de centrale overheid beperken.
Het twaalfde-eeuwse Vlaanderen was een moderne democratie?
De Paepe: Dat nu ook weer niet. De lijfeigenschap bestond nog. Maar het vrijheidsidee groeide wel, en daar mogen we toch een beetje trots op zijn.
De rivaliteit tussen Frankrijk en Engeland leidde tot de Honderdjarige Oorlog.
De Paepe: Die symbolisch begon op de Vrijdagmarkt in Gent! Het conflict borrelde al lang, maar daar riep de Engelse koning zichzelf uit tot koning van Frankrijk. Opmerkelijk was dat de Gentenaar Jacob Van Artevelde aanvankelijk een van de hoofdrolspelers in dat internationale conflict was. Zijn succes illustreert de vrijheidsgedachte, want hij was een burger en geen edelman. Er zijn drie brieven van hem bewaard in de Britse nationale archieven in Londen. Daarin richt hij zich rechtstreeks tot de Engelse koning alsof hij aan een gelijke schrijft. Dat is zeer bijzonder in een tijd waarin de koning een door God gezalfde was. De vorst leek daar overigens geen moeite mee te hebben, want hij had een goed contact met Van Artevelde en verwees naar hem als ‘mijn vriend uit Gent’.
Migratie is een cruciaal thema in uw boek.
De Paepe: Er is nooit een grootschalige migratie van Engeland naar het vasteland geweest. Omgekeerd wel. In het middeleeuwse Norwich, toen een grote stad, kwam een vierde van de inwoners uit de Lage Landen. En in het zestiende-eeuwse Londen vormden zij de grootste groep migranten.
Waren dat arme gelukszoekers die een betere toekomst zochten?
De Paepe: Soms wel. Tijdens de religieuze conflicten van de zestiende eeuw raakten sommige streken in Vlaanderen ontvolkt, omdat de hele protestantse bevolking naar Engeland vluchtte. Maar zeker in de middeleeuwen werden veel migranten door de Engelse overheid aangetrokken omdat ze over kapitaal en kennis beschikten. De gebeurde vooral in de textielnijverheid, maar er migreerden ook Vlamingen die gespecialiseerd waren in de boekdrukkunst, de dijkenbouw en zelfs de wortelkweek. Dat is typisch voor de Britten. Ze importeren de kennis en doen vervolgens alsof ze alles zelf hebben uitgevonden.
De migratie had een grote impact. U citeert een zestiende-eeuwse diplomaat uit Antwerpen die Engels een gebroken Nederlands noemt.
De Paepe:De invloed van het Nederlands op het Engels was toen vergelijkbaar met die van het Engels op het Nederlands nu. Het is wel grappig dat radicale brexiteers het soms over euroscum (‘eurotuig’) hebben, want scum komt gewoon van het Nederlandse ‘schuim’.
Die migratie leidde ook tot veel spanningen. Er braken herhaaldelijk onlusten uit, de Flemings werden zelfs het slachtoffer van moordpartijen.
De Paepe: Veel Vlaamse migranten waren dankzij de lakenhandel welgesteld en kregen een apart statuut. Ze vormden een eigen gemeenschap, waardoor sommige Londense wijken vernederlandsten. Dat stoorde veel Engelsen, zeker als het economisch slecht ging. In 1381 brak de Peasants’ Revolt uit, een opstand waarbij de armste klassen zich verzetten tegen de armoede en de belastingen. Die opstand had ook een sterk identitaire component: de opstandelingen zwaaiden met de Engelse vlag, die symbool stond voor hun afkeer voor ‘ aliens‘, waar ook de Vlamingen toe behoorden.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog had je soortgelijke spanningen. Aanvankelijk werden de Belgische vluchtelingen met open armen ontvangen. Maar toen ze gehuisvest werden in nieuwe dorpen, waar de huizen vaak van betere kwaliteit waren dan die van de Engelsen zelf, keerde de bevolking zich tegen hen.
Conflicten tussen verschillende groepen in de samenleving zijn onvermijdelijk, lijkt een deprimerende conclusie van uw boek.
De Paepe: Ik vrees dat vreemdelingenhaat van alle tijden is. Het is een utopie dat dat ooit helemaal zal veranderen. De migratieproblemen van nu kwamen al in de middeleeuwen voor. Net zoals de reacties daarop.
Een van de stereotypes van de zestiende eeuw was Hance Berepot. Hij moest de typische Lage Lander voorstellen: een luie dronkaard die graag keet schopt en de Engelse gewoonten minacht.
De Paepe: En die zijn gevoeg doet aan tafel. Het personage Falstaff van William Shakespeare was een olijkerd met een dikke buik en werd een ‘flemish drunkard’ genoemd. Zulke negatieve typeringen getuigen ook van afgunst. De Engelsen dachten dat de Flemings rijke, vadsige koningen waren.
Soms sloeg de afkeer om in hysterie. Tijdens de Grote Brand van Londen in 1666 waren de inwoners aanvankelijk dankbaar dat de Lage Landers hielpen om het vuur te bestrijden. Maar al snel circuleerden er allerlei samenzweringstheorieën en brak er een totale angstpsychose uit.
De Paepe: De Londenaars keerden zich tegen iedereen die katholiek of alien was. Veel van de haatretoriek is herkenbaar. Ik stel het heel cru, maar de migranten uit de Lage Landen werden omschreven als ‘mensen die kweken als konijnen en ons werk afpakken’.
Het was niet al kommer en kwel. Sommige migranten verwierven topfuncties.
De Paepe: Zo was er Polydore De Keyzer, een Dendermondenaar die einde 19e eeuw Lord Mayor van Londen werd. Al ging het ook voor hem niet altijd makkelijk. In de burgemeesterscampagne werd er niet geageerd tegen het feit dat hij een Belg was, maar wel tegen zijn katholicisme. Ook dat argument is herkenbaar: ‘Je afkomst interesseert ons niet, maar we maken ons wel zorgen om je geloof.’
U vermeldde al de protestanten die naar Engeland vluchtten voor de godsdienstconflicten in de Lage Landen.
De Paepe: Ze waren erg streng in de leer en zorgden voor een radicalisering in Engeland. In 1642 brak er in Engeland een burgeroorlog uit, waarbij de koning onthoofd werd. De ideeën waarmee zijn veroordeling gelegitimeerd werden, waren afkomstig van een Nederlander. Er is een zekere parallel te trekken met de brexit. Ook toen had je nouveaux riches in de steden. Het was een klasse die leefde van de handel, sympathiseerde met het protestantisme en steeds invloedrijker werd. Tot grote onvrede van de klassieke plattelandsbevolking,
die de traditionele orde steunde. Uiteindelijk leidden die conflicten tot een compromis: de Church of England. Dat was een middenweg tussen het katholicisme en het protestantisme, waarbij men probeerde de religieuze spanningen vooral niet op de spits te drijven.
Betekenen al die buitenlandse invloeden dat de Engelse identiteit een fictie is?
De Paepe: Zover wil ik niet gaan. Migranten hebben een grote rol gespeeld in het ontstaan van de Church of England. Maar uiteindelijk is daar wel iets uit gegroeid dat typisch Engels is en dat op het continent niet bestaat.
Engeland speelde op zijn beurt een cruciale rol bij de totstandkoming van België.
De Paepe: Zonder een Engels fiat had België nooit bestaan. De toevalligheden van de geschiedenis speelden daarbij een belangrijke rol. Tijdens de Belgische opstand was de aartsconservatieve hertog van Wellington premier van Engeland. Hij was een groot tegenstander van het Belgische project, maar na binnenlandse politieke strubbelingen werd hij vervangen door een liberaal die de liberale Belgische grondwet wel genegen was.
Het laatste hoofdstuk van uw boek gaat over de Eerste Wereldoorlog, toen Engeland zich manhaftig opofferde voor ‘poor little Belgium’, of dat is toch de mythe.
De Paepe: In 1839 hadden de Britten een verdrag getekend, waarin ze garant stonden voor België. In 1914 hadden ze aanvankelijk weinig zin om een oorlog te beginnen voor zo’n oud verdrag. Dat ze dat toch deden, gebeurde uit realpolitieke overwegingen. Maar gaandeweg begonnen de Britten zichzelf steeds meer te zien als de nobele ridders die poor little Belgium beschermden. Vandaar ook dat de Belgische vluchtelingen eerst zo gastvrij werden ontvangen.
Leeft de Eerste Wereldoorlog nog in Engeland?
De Paepe: Enorm. Ooit was ik op een 11 novemberherdenking in een dorpje in Essex. Alle inwoners hadden zich met een opgespelde klaproos rond het plaatselijke monument verzameld. Een indrukwekkend tafereel. Bij ons zijn die plechtigheden veel beperkter. Ik neem elk jaar in mijn gemeente deel aan de 11 novemberherdenking. Daar komen alleen oude mensen en een paar opgetrommelde schoolkinderen naartoe. Gebeurtenissen als de Eerste Wereldoorlog spelen een belangrijke rol in de brexit. De Britten klampen zich vast aan dergelijke historische symbolen. De herdenkingen van de bloedoffers in Passendale of Ieper geven hen het gevoel anders dan de anderen te zijn. Daarmee zetten ze zich af tegen de pogingen om een Europese identiteit te creëren.
Heeft het remain-kamp ook zulke symbolen?
De Paepe: Niet echt. De pro-Europese Britten blijven denken ze de discussie met economische argumenten zullen winnen. Dat is niet zo. Zoals een Engelse jongedame ooit tegen me zei: ‘Misschien moet ik na de brexit gras eten, maar ik zal dan tenminste soeverein zijn.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier