Van doodknuppelen tot de kogel: Michiel Krielaars reconstrueert Stalins omgang met muzikanten
Jozef Stalin liet miljoenen Russen afmaken, maar reserveerde een speciale plaats voor componisten en muzikanten. ‘Naast de namen van beroemdheden schreef hij: “doodknuppelen”, “ophangen”, “de kogel” of “wurgen”.’
Tussen 1928 en 1953 joeg de communistische dictator Jozef Stalin 15 miljoen mensen de dood in. Toch hebben veel Russen het vandaag nog over ‘vadertje Stalin’. Volgens Ruslandkenner en melomaan Michel Krielaars komt dat sentiment voort uit een verlangen naar de orde van toen. ‘In haar boek Het einde van de rode mens beschrijft Nobelprijswinnares Svetlana Aleksijevitsj hoe blij de Sovjetburgers waren met die orde’, zegt hij. ‘Want de corruptie lag aan banden en alles was strak georganiseerd. Twee jaar geleden hoorde ik in Rusland een knappe japanologe van een jaar of twintig klagen: “Vooral de hoge lagen van onze samenleving zijn door en door corrupt. Als Stalin nu onze leider zou zijn, was dat snel afgelopen.” Ik vroeg haar: “Maar je weet toch dat Stalin miljoenen onschuldigen heeft laten executeren?” Dat had hij niet mogen doen, vond ze, al zag ze geen graten in af en toe een terdoodveroordeling. “Hele strenge straffen moeten mogelijk zijn.”‘
Stalin geloofde dat de ‘juiste muziek’ schurken, contrarevolutionairen en afvalligen tot goede Sovjetburgers kon kneden.
Van 2007 tot 2012 leefde en werkte Michel Krielaars in Moskou als correspondent voor de Nederlandse krant NRC Handelsblad. Vandaag is hij NRC’s chef Boeken. Als kind was hij al gefascineerd door Rusland. ‘Eerst was er Jules Vernes roman Michael Strogoff, de koerier van de tsaar. Later raakte ik in de ban van het werk van Anton Tsjechov. Ik wilde net als Tsjechov dokter worden, maar koos toch maar voor geschiedenis, met als ultieme doel: me kunnen onderdompelen in die boeiende Russische geschiedenis.’
Uw liefde voor Rusland werd niet op de proef gesteld toen u er als correspondent woonde?
Michel Krielaars: Eind jaren 1980 kwam ik voor het eerst in Rusland, toen Michaïl Gorbatsjov er de lakens uitdeelde en het communisme nog bestond. Ik keerde geregeld terug en zag inderdaad dat het een heel raar land was. Er was grote armoede en mensen waren zeer bang om met westerlingen om te gaan. Maar dat vergrootte alleen maar mijn fascinatie.
Onder Gorbatsjov gingen de archieven open en werd duidelijk wat er onder Stalin was gebeurd. In 1989 viel de Berlijnse Muur, het communistische systeem implodeerde en in december 1991 werd de Sovjet-Unie ontbonden. Ik werkte toen als redacteur Rusland voor de NOS en was rechtstreeks getuige van de politieke ontwikkelingen, van Gorbatsjov over Boris Jeltsin naar Vladimir Poetin. Als correspondent voor NRC belandde ik midden in de actie. Toen werd het nóg boeiender. (lacht)
Uw andere grote liefde is de klassieke muziek?
Krielaars: Jawel, en klassieke muziek en Rusland vormen bij wijze van spreken een eenheid. De Russen koesteren een enorme bewondering voor cultuur. Ik weet nog hoe ik me ten tijde van de Sovjet-Unie aan mensen voorstelde als journalist en daar amper reactie op kreeg. Maar als ik eraan toevoegde dat ik ook een paar romans had geschreven, werd ik plots een schrijver en droegen ze me op handen. Dat is ook zo met muzikanten en componisten. Onder het regime van Stalin werd het componeren en musiceren hen vaak onmogelijk gemaakt.
Dat gold toch ook voor andere kunstenaars, denk maar aan de repressie tegen schrijvers?
Krielaars: Schrijvers betaalden zelfs een veel hogere prijs dan componisten. Tijdens het Stalinbewind werden 1500 schrijvers vermoord omdat ze iets op papier hadden gezet wat de autoriteiten niet aanstond. Terwijl er ‘maar’ een dertigtal componisten werden omgebracht. De verklaring is wellicht dat het geschreven woord duidelijker aangeduid kon worden als ‘zondigend tegen de stijlregels van het socialistisch realisme’. Bij muziek was dat veel moeilijker vast te stellen. Want van een klank kun je niet bepalen hoe die precies moet klinken. In 1932 besloot Stalin om de muziek, net als alle andere kunsten, te onderwerpen aan de doctrine van dat socialistisch realisme.
Wat hield het socialistisch realisme in?
Krielaars: Het kwam erop neer dat troost, schoonheid en vermaak taboe werden. Kunst diende enkel nog om het volk te helpen bij de verwezenlijking van het socialisme. De positieve energie die uit die nieuwe Sovjetmuziek voortkwam, zou tot betere mensen leiden. De grote schrijver Maxim Gorki was een van de pleitbezorgers van de stijlregels van het socialistisch realisme. De kunsten moesten het heil van de arbeidersstaat bezingen. Muziekstukken moesten gaan over arbeiders in de fabriek of boeren al ploegend op het platteland. Die ‘klank van de heilstaat’ moest in de melodieën te horen zijn, de muziek moest geneuried kunnen worden. Net op dat moment was de trend in de klassieke muziek atonaal en impressionistisch. Moderne componisten als Arnold Schönberg en Arthur Honegger maakten in het Westen grote sier. In de Sovjet-Unie werden hun werken voortaan verboden.
Zij maakten ‘ontaarde muziek’?
Krielaars: Zo kun je het wel noemen, ja. Maar hoe Sovjetmuziek dan precies hoorde te klinken, bleef onduidelijk. De wereldberoemde Russische componist en pianist Sergej Prokofjev (1891-1953) vertrok in 1918 naar Amerika. Hij ontvluchtte de bloedige burgeroorlog die volgde na de revolutie. Prokofjev miste zijn vaderland, reisde er geregeld naar terug en merkte dat hij in Rusland veel succesvoller was dan in de Verenigde Staten. Hij werd door de communistische machthebbers erg in de watten gelegd en besloot na een paar Russische tournees om in 1937 definitief terug te keren. Hij was overtuigd van een gouden toekomst. Maar zijn nieuwe composities werden voortdurend afgekeurd. Hij snapte niet waarom. Prokofjev was een opportunist die wilde behagen. In 1939 componeerde hij ter ere van Stalins zestigste verjaardag de cantate Zdravitsa, met zinnen als: ‘Heil Stalin, vader van ons allen!’ Dat werd wel geapprecieerd en Prokofjev was in de wolken. Nu weet ik hoe het moet, dacht hij, waarna hij een nieuw werk componeerde dat in het verlengde lag van zijn lofzang op Stalin. Tot zijn grote verbazing werd het opnieuw door de censuur afgeschoten. Prokofjev wilde zo graag volgens de regels van de heilstaat componeren, alleen lukte dat niet. Hij werd er knettergek van.
Wie controleerde de composities en bepaalde wat wel kon en wat niet?
Krielaars: De vanuit het Kremlin geleide Componistenbond met zijn secretaris-generaal. Niet het socialistisch realisme, maar jaloezie speelde een hoofdrol bij de leden van de bond. Zij waren zelf componist en als er werken passeerden die hun composities overschaduwden, schoten ze die af. Ook al wisten ze dat het risico dan bestond dat de componist in kwestie bij Stalin in ongenade kon vallen en in een strafkamp kon eindigen.
Maar ook zij konden elk moment in ongenade vallen?
Krielaars: Zeker, dat is net het absurde aan de hele Sovjetgeschiedenis. De collaborateurs van het regime belandden uiteindelijk ook tien jaar in een strafkamp of werden doodgeschoten. Er was altijd wel iets te vinden om je op te pakken, hoe hard je ook je best deed.
Beroemde componisten als Prokofjev en Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) hadden het zwaar te verduren onder de grote terreur van Stalin. In Het tumult van de tijd beschrijft Julian Barnes hoe een volledig aangeklede Sjostakovitsj ’s nachts urenlang met een reiskoffer naast hem stond te wachten bij de lift van zijn appartement, wachtend op de klop op de deur. Zo zou hij zijn gezin niet storen als hij gearresteerd werd. Die angst was in de jaren dertig alomtegenwoordig in de Sovjet-Unie. Iedereen kon worden opgepakt. Vooral mensen in hoge posities waren doodsbang.
In 1938, een jaar nadat Prokofjev definitief naar zijn heimat was teruggekeerd, werd zijn collega-componist Vsevolod Zaderatski (1891-1953) opgesloten in een strafkamp in het barre Kolyma. Vandaag is Zaderatski als componist onbekend.
Krielaars: Zaderatski stamde uit een adellijke familie en was minstens even getalenteerd als Prokofjev en Sjostakovitsj. In tegenstelling tot hen, belandde hij wel in een strafkamp. De communisten hebben geprobeerd om hem totaal uit de geschiedenis te wissen. Zijn vroege werk werd vernietigd, zijn latere werk mocht niet uitgegeven worden. Zijn zoon heet ook Vsevolod en is 85. Ik ontmoette hem in Moskou. Samen met zijn dochter, de musicologe Marina Brokanova, ijvert hij voor eerherstel voor zijn vader.
Zaderatski werd in 1926 gearresteerd omdat hij tegen de bolsjewieken had gevochten. Al zijn composities werden verbrand. In de gevangenis bleef hij componeren. In 1929 werd hij vrijgelaten en even kon hij in Moskou als componist wonen en werken. Tot hij opnieuw in ongenade viel en in de jaren dertig in een goelagkamp in het verre oosten werd opgesloten. Maar ook daar bleef hij voortwerken. Hij schreef zijn partituren op telegrampapiertjes of wc-papier en hoopte dat er iets bewaard zou blijven.
Is dat gelukt?
Krielaars: 24 prachtige pianostukken liet hij na. De voorbije jaren werden ze vooral in Duitsland opgevoerd. Zaderatski had geluk dat dit kleine deel van zijn werk nog overbleef. Van de jazzzanger Vadim Kozin (1903-1994) werden alle muzikale sporen gewist. Nadat hij bij Stalin in ongenade was gevallen, werden al zijn platen uit de winkel gehaald en vernietigd. Kozin was een crooner, de Russische Frank Sinatra van de jaren twintig en dertig. De Russen kenden zijn liedjes uit het hoofd. Kozin stak niet weg dat hij homo was en dat kwam hem duur te staan: in 1944 werd hij voor vijf jaar naar een strafkamp in Magadan gestuurd. De helft van het jaar komt de zon er niet op en in de winter zakt de temperatuur tot -50 graden. Stalin liet daar een geweldig concertgebouw bouwen, met misschien wel de beste akoestiek van de hele Sovjet-Unie. De dictator geloofde dat de ‘juiste muziek’ schurken, contrarevolutionairen en afvalligen tot goede Sovjetburgers kon kneden. Kozin was in de wolken met dat concertgebouw en besloot na zijn vrijlating in Magadan te blijven. Wat ook in die beslissing meespeelde, was dat hij een theaterregisseur verklikt had. Hij durfde niet meer terug te keren naar Moskou uit angst voor wraakacties. Tot aan zijn dood in 1994 woonde hij in wat hij ‘kuuroord Magadan’ noemde.
Was Stalin een groot muziekliefhebber?
Krielaars: Zonder twijfel. Elke nieuwe plaat moest aan hem worden voorgelegd. Hij luisterde ernaar en schreef op de hoes: ‘mooi’, ‘matig’ of ‘rotzooi’. Als er ‘rotzooi’ stond, werd het gevaarlijk voor de zanger of componist in kwestie. Stalin was een begenadigd zanger. Tijdens zijn opleiding in Georgië tot priester zong hij in een kerkkoor. Zijn lievelingslied was het mooie volkslied Suliko. Stalin was ook geen slechte dichter, hij had gevoel voor ritme en maat. Maar hij was uiterst grillig én sadistisch en kon van het ene op het andere moment besluiten dat iemand ter dood veroordeeld moest worden. In het Staatsmuseum van de geschiedenis van de Goelag in Moskou liggen de executielijsten. In de kantlijn schreef Stalin met een potlood naast de namen van beroemdheden: ‘doodknuppelen’, ‘ophangen’, ‘de kogel’, ‘wurgen’.
In documentaires die na de dood van Stalin gemaakt zijn, valt het van angst verkrampte gezicht van Dmitri Sjostakovitsj op. Zelfs zovele jaren na de dood van de tiran zie je hoe vreselijk de componist in de jaren dertig en veertig geleden moet hebben. Hij was dan zogezegd nog een van Stalins ‘lievelingen’ en kreeg de ene prijs na de andere. Zelfs Prokofjev ontving fikse geldprijzen van Stalin. Maar de volgende dag kon alles worden afgenomen. Sjostakovitsj stortte zich op zijn werk omdat hij heel goed besefte dat het elk moment afgelopen kon zijn.
Moeten componisten en andere kunstenaars onder de huidige president Vladimir Poetin op hun tellen letten?
Krielaars: Nee, voorlopig niet.
Poetin deelt graag medailles uit aan grote kunstenaars. Het enige wat je als kunstenaar níét mag doen, is je daadwerkelijk met de politiek bemoeien. Als Aleksej Navalny een schrijver was geweest die in zijn romans tegen de heersers tekeerging, was hem niets overkomen. Maar zodra je écht politiek actief wordt en laat zien hoeveel miljarden de leiders hebben gestolen, moet je maken dat je wegkomt. Want dan loop je gevaar of verdwijn je voor de rest van je leven in een strafkamp. Tot iedereen je vergeten is.
De strafkampen zijn er nog steeds?
Krielaars: De vernietigingskampen van de goelag zijn opgedoekt. Er zijn wel nog honderden strafkampen, waar bijvoorbeeld Navalny gevangenzit. Massale executies vinden er niet meer plaats. Als afschrikking wordt er nu af en toe in het buitenland een tegenstander doodgeschoten of vergiftigd.
De Sovjet-Unie bestaat niet meer, maar veel is er niet veranderd in de manier waarop Rusland geleid wordt. Ik herinner me een congres van Verenigd Rusland, de partij van Poetin. Er werd zeer gelijkmatig geapplaudisseerd, zoals op bijeenkomsten indertijd van de Communistische Partij. De aanwezigen riepen net als toen in koor: ‘Leve de Partij!’ In mijn reportage wees ik op die gelijkenissen. Achteraf vroegen een paar collega’s me of ik een fossiel uit de Koude Oorlog was. Maar ik dacht: verdorie, het ís zo! Ook Russische vrienden die de tijd van de Sovjet-Unie hadden meegemaakt, zeiden me van in een vroeg stadium: ‘Er is hier helemaal niet veel veranderd.’
Moskou en andere grote steden gingen er wél op vooruit. Want Poetin zorgde goed voor die paar honderdduizend nieuwe zakenlui: er kwam een zeer lage inkomstenbelasting en het centrum van Moskou werd een chique Parijse winkelstraat met pokkedure kledingwinkels. Maar het binnenland bleef onveranderd, met verlopen fabrieken, verwoeste infrastructuur en mensen aan de drank.
Poetin sluit naadloos aan bij de traditie van Lenin en Stalin?
Krielaars: En bij die van de tsaren. Tot vandaag blijft de staatsstructuur van bovenaf centraal geleid, net zoals tijdens het tsarisme en het communisme. Een kleine elite bepaalt wat er gebeurt en het gepeupel mag zich niet moeien.
Qua wreedheid kun je Poetin niet vergelijken met Stalin. Ook al ziet iedereen hem vandaag als de grote leider van het kwaad. Hij is eerder de machtsmakelaar. Rond hem beweegt zich een kleine kring van zeer machtige mensen. Een man als Alexander Bortnikov, het hoofd van de geheime dienst FSB, is minstens even machtig als de president. Poetin weet heel goed hoe hij die kliek tevreden moet houden.
Bent u optimistisch over de toekomst van Rusland?
Krielaars: Nee. Het gaat slecht met de economie en de gas- en olievoorraden zijn niet onuitputtelijk. Daardoor komt er steeds meer onrust in de samenleving. Ik zie gelijkenissen met de Sovjet-Unie onder Leonid Brezjnev. In het begin van de jaren zeventig beleefde het land een enorme boost dankzij de olie. Er werd gebouwd en het ging velen voor de wind. Tien jaar later was dat sprookje voorbij. Ook toen sloop er onrust in de samenleving en het communisme verbrokkelde. Alleen zal een man als Poetin zijn macht nooit opgeven. Ik vrees dus het ergste.
Michel Krielaars maakte samen met mezzosopraan Henriette Schenk en pianiste Irina Antonova een muzikaal-literair programma over de verschillende componisten die in zijn boek aan bod komen. Dat wordt op dinsdag 19 oktober opgevoerd in de Minardschouwburg in Gent i.s.m. boekhandel Walry.
Michel Krielaars
– 1961 geboren in Amsterdam
– Studeerde geschiedenis
– 2007 – 2012 correspondent Rusland voor NRC
– Is vandaag chef boeken bij NRC
– 1990 debuteert met de roman Meeuw
– 2015 wint met Het brilletje van Tsjechov de Bob den Uyl Prijs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier