Rusland slaat terug
Voor Stalin en Hitler gaat het in de strijd om Stalingrad om alles of niets. De Russen hopen met een ongekende samenballing van krachten het duel der dictators te beslechten.
Beste generaals en soldaten, tot jullie richt ik mij, mijn broeders. Vandaag beginnen jullie een offensief en jullie handelen is beslissend voor het lot van ons land – of het zijn onafhankelijkheid behoudt of te gronde gaat.’ Met deze woorden richt Stalin zich op 19 november 1942 tot de soldaten van het Rode Leger. Een militair herinnert zich later aan wat hij die dag voelde: ‘Deze woorden raakten me echt. Ik voelde me opgenomen in een bovennatuurlijke eenheid.’
De patriottische gevoelens van de Russische soldaten, vol haat en wraakzucht tegenover de nietsontziende Duitsers, zijn maar al te begrijpelijk. Tussen het begin van de inval in juni en december 1941 sneuvelden er 2.660.000 van hen, terwijl er 3.350.000 krijgsgevangen gemaakt werden. Tegenover elke gesneuvelde Duitser zijn er aan Russische kant twintig. Pas in december, bij het Russische tegenoffensief op de ijzige steppen voor Moskou, met Siberische troepen die op de winter voorbereid zijn, lijden de Duitsers voor het eerst ook grote verliezen.
Maar een keerpunt in de oorlog is de clash voor Moskou op geen stukken na. De Russen hebben op dat moment simpelweg niet de middelen om hun vijand beslissende slagen toe te brengen. De regering neemt overigens vanaf het moment van de Duitse inval in juni wel drastische maatregelen om te redden wat er te redden valt. Machines, materieel en arbeidskrachten worden uit de bedreigde westelijke gebieden geëvacueerd, niet zelden op een moment dat de Duitsers tot op een paar uur genaderd zijn. Ondanks niet aflatende bombardementen worden complete fabrieken in vliegende vaart gedemonteerd en in goederentreinen geladen. Om het overzicht te behouden probeert men zoveel mogelijk complete installaties inclusief vakarbeiders in één keer op te transport te zetten. Daarna begint de lange reis oostwaarts, tot achter de Oeral, naar Kazachstan of Siberië.
Massa’s Russische tanks en infanterie-eenheden van ongehoorde omvang’ Een Duitse verkenner bij ‘Operatie Uranus
Fabrieken op reis naar het oosten en een nieuwe bondgenoot in het westen
In de herfst is viervijfde van de Sovjetwapenindustrie onderweg naar elders. Vijfentwintig miljoen arbeiders trekken met hun gezinnen oostwaarts. Hierdoor is het leger op dat moment nauwelijks van nieuw materieel te voorzien. En zo kan het gebeuren dat de verdedigers van Moskou eerst zonder granaten zitten en dan zelfs zonder granaatwerpers, doordat de productielijn waar die vanaf moeten komen nog in kisten zit. Een glimpje hoop is er nog wel, want in december verandert de gehele geopolitieke situatie. Vier dagen na de Japanse aanval op Pearl Harbor verklaart Hitler de Verenigde Staten de oorlog – en bezorgt Stalin op termijn een rijke en machtige bondgenoot.
Evengoed komt er ook in 1942 geen eind aan de catastrofale nederlagen. De Duitse opmars in het zuiden lijkt niet te stuiten. Na de val van Rostov aan de Don slaan complete legeronderdelen op de vlucht en laten in hun paniek wapens en materieel voor wat ze zijn. Met het beruchte bevel nr. 227: ‘Ne sjagoe nasad!’ (Geen voetbreed wijken!) probeert Stalin paniek en desertie te verhinderen – voortvluchtige soldaten worden van nu af aan standrechtelijk geëxecuteerd.
Op 23 augustus bereiken de eerste Duitse tanks onder commando van generaal Paulus ten noorden van Stalingrad de Wolga, terwijl Luftflotte 4 de stad op een hels bombardement trakteert.
Op 12 september brengt de zojuist tot Stalins plaatsvervanger en opperbevelhebber van de strijdkrachten benoemde Zjoekov verslag uit in het Kremlin. Aan zijn zijde: de nieuwe stafchef Alexander Vasilevski, van wie gezegd wordt dat hij in één oogopslag het gehele slagveld overziet en er direct het meest waarschijnlijke strijdverloop uit afleidt. Stalingrad beleeft in die dagen de meest verbitterde gevechten, waarbij het centraal station vijftien keer afwisselend in Duitse en in Russische handen is. In zijn memoires beschrijft Zjoekov de cruciale beraadslagingen van die dag. Zelf vraagt hij daarbij om versterkingen. Terwijl Stalin met zijn gezicht op onweer over de stafkaarten gebogen staat, brengen Zjoekov en Vasilevski fluisterend een ‘andere oplossing’ te berde. Stalin kijkt op: ‘Wat voor “andere oplossing”?’ Zjoekov: een aanval op de uitgerekte flanken van de tot de Wolga doorgedrongen Duitsers, omsingeling van Paulus en zijn Zesde Leger en afscherming tegen ontzettingspogingen van andere Duitse eenheden.
Rails worden gelegd, bruggen gebouwd en een aanvalsmacht samengetrokken
Voor de aanvoer van de nodige middelen en de verdere voorbereidingen achten beide commandeurs 45 dagen nodig. Stalin blijft sceptisch maar vertrouwt, tegen zijn gewoonte in, op hun oordeel. De bange vraag bij dat al is of de tien uitgedunde Russische divisies in de stad het zo lang uithouden, ook al drijft Zjoekov hen dag na dag tot het uiterste. Tijdens de bloederige strijd van huis tot huis in het stadscentrum trekken de Russen achter de horizon geleidelijk een miljoen man samen. Ze staan daarbij voor enorme logistieke uitdagingen: om de reserves op tijd ter plaatse te krijgen legt men extra zes spoorlijnen met een totale lengte van 1.100 kilometer aan. Meer dan 250 bruggen en bijna 2.000 kilometer spoor worden hersteld, duizenden wagons met troepen en materieel rollen richting Stalingrad.
Deze immense inspanningen vallen in een periode waarin de productie van de Russische industrie merkbaar stijgt. De naar het oosten verplaatste fabrieken draaien weldra op volle toeren – en uitsluitend voor de oorlogsinspanning.
De overeind krabbelende industrie wekt bij velen eindelijk weer hoop. Tsjeljabinsk in de Oeral braakt zoveel pantservoertuigen uit, dat de volksmond het in Tankograd omdoopt. Op elke man en elke vrouw wordt een beroep gedaan. In de Wolgastad Oeljanovsk, een flink eind ten noordoosten van Stalingrad, breekt een student uit Moskou zich het hoofd over een voldoende hard omhulsel voor antitankgranaten. Met succes. Andrei Sacharov wordt later een van de belangrijkste natuurkundigen van de 20ste eeuw, draagt bij aan de detente en ontvangt daarvoor de Nobelprijs voor de Vrede.
Grijze tanks uit Tankograd en roze cornedbeef uit Amerika
Stalins oproep aan de Britse en Amerikaanse bondgenoten om zijn land door het openen van een ‘tweede front’ in het westen te ontlasten blijft in 1942 nog zonder gevolgen. Wel krijgt hij van hen nu meer materieel geleverd, zoals 380.000 veldtelefoons en 35.000 radio-installaties om de communicatie te verbeteren, of 1.900 locomotieven en 200.000 Studebaker-vrachtwagens met vierwielaandrijving. Het welkomst zijn echter de bijna 800.000 ton vleesconserven – roze fijngemalen vlees in kleine, glanzende blikken, een zegen voor de voortdurend hongerige Russische soldaten. Midden oktober 1942 zijn Zjoekov en Vasilevski ervan overtuigd: ‘Operatie Uranus’ zoals het tegenoffensief heet, wordt een succes.
Op 12 november komt een laatste offensief van generaal Paulus in het industriegebied van Stalingrad tot staan. Zjoekov krijgt bij een hernieuwd overleg de vrije hand van Stalin en kan zelf het tijdstip voor de marsorders kiezen. De Duitse verkenners hebben tot op het laatste moment de samenballing van Russische troepen over het hoofd gezien en gaan ervan uit de Russen hoogstens nog genoeg reserves voor lokaal begrensde acties hebben.
Op 19 november begint het grootscheepse Russische offensief. De sneeuwval is zo hevig, dat de Luftwaffe dagenlang aan de grond moet blijven. Met 900 pas van de lopende band gerolde T-34-tanks, 13.500 kanonnen en granaatwerpers, 1.250 ‘stalinorgels’ en 1.100 stuks luchtafweergeschut is het Sovjetleger voor het eerst toegerust voor de aanval. En die verloopt zeer snel. De in vuurkracht verreweg inferieure Duitse hulptroepen van Italianen, Hongaren en Roemenen die de flanken uitmaken, bezwijken direct onder de druk van de aanval. Hitler tiert van woede en put zich uit in beledigingen aan hun adres.
Al op 23 november sluiten Russische tankeenheden bij Kalatsj de ring, die het Zesde Leger niet meer zal weten te doorbreken. Midden december onderneemt veldmaarschalk Erich von Manstein nog een ontzettingspoging, maar die verijdelt het Rode Leger. ‘Net nu de gevechten vol kracht en overtuiging zijn, lig ik hier en mis alles,’ schrijft een gewonde Russische soldaat vanuit een veldhospitaal aan zijn vrouw. In het Rode Leger komen door het succes bij Stalingrad nieuwe krachten vrij.
MEER WETEN
Richard Overy, Russia’s War. 1941 – 1945. Penguin 2010
Sleutel tot succes
Zware tanks van het type KW-1 op weg naar het front. De Sovjet-Unie produceert zelfs in 1942, als de Wehrmacht aan de Wolga staat, meer dan dubbel zoveel tanks als Duitsland (grafiek links).