Ridders in de middeleeuwen
Het romantische ideaal en de rauwe werkelijkheid
Zutphen, Walburg Pers 2019
127 blz., ? 19,95, ISBN 978 94 624 9366 7
Het succes van de roman Ivanhoe van Walter Scott in 1819 is in heel Europa het begin geweest van een nog steeds aanhoudende interesse in het middeleeuwse ridderwezen. Re-enactmentgroepen, televisieseries en kostuumfilms blijven een specifieke beeldvorming gebruiken. Bruut geweld overheerst. De militaire opkomst en neergang van ridderlegers is de rode draad in de analyse: van de ontwikkeling van zware ruiterij door Karel Martel enkele jaren na de Slag bij Poitiers in 732 over de Slag bij Hastings in 1066 tot de Guldensporenslag van 1302 waar een ridderleger door strategisch opgestelde en goed bewapende stedelijke milities (‘boeren met hooivorken en mestschoppen’, p. 120) wordt verslagen. De religieuze ridderorden worden gebruikt om de band en de gespannen verhouding tussen ridderideaal en geloof aan te kaarten. Een hoofse levensstijl wordt vanaf de 14de eeuw via moraliserende traktaten steeds nadrukkelijker didactisch aanschouwelijk gemaakt. Grandeur, luxe en ceremoniele etiquette zoals bij nieuwe ridderorden (het Gulden Vlies bij ons of de Kousenband in Engeland) zetten steeds meer de toon. De ridder wordt langzaam aan een gentleman. Egards naar vrouwen toe zijn daar een belangrijk onderdeel van. Met de politieke machtsspelletjes rond Jacoba van Beieren laat de auteur zien dat er tussen romantisch ideaalbeeld en politieke realiteit een groot spanningsveld bestaat. De vrouw – ook op het allerhoogste politieke niveau – is er ondergeschikt aan de mannelijke kuiperijen. Schoon hoofs leven was het vooral in de liederen van de troubadours, de realiteit bleef hard. Dat wordt aanschouwelijk gemaakt met de steeds terugkerende schoolvoorbeelden. Het boek is niet vernieuwend maar is, mooi vormgegeven met harde kaft, wel een goede inleiding op het adellijk leven in de Middeleeuwen.
G/Geschiedenis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier