
Wie was Ambiorix, de koning van de Eburonen?
In 2005 veroverde Ambiorix de vierde plaats in de ranking van De Grootse Belg, een poll die in Vlaanderen werd georganiseerd door de VRT. En toch weten we niet zeker of Ambiorix echt heeft bestaan, en al helemaal niet hoe hij eruitzag. De mythe wil dat hij als stamhoofd van de Eburonen het Romeinse leger, meer dan 7000 man sterk, met een list in de pan hakte in de vallei van de Jeker. Dat ontlokte aan Julius Caesar niet alleen grote wraakgevoelens, maar ook de befaamde woorden: ‘Van alle Galliërs zijn de Belgen de dapperste.’
Laten we even teruggaan naar de Gallische oorlog, al moeten we het bij onze reconstructie vooral doen met wat Caesar schrijft in zijn befaamde boek De bello Gallico .
Toen Julius Caesar in 57 v. Chr. Gallië veroverde, vielen zijn troepen ook Belgica binnen. Dat was het gebied dat ongeveer overeenkomt met het huidige België en Nederland ten zuiden van de Rijn. Het werd toen bewoond door diverse stammen, die geregeld met elkaar in oorlog waren.
Twee koningen
Een van die stammen waren de Eburonen, die zich ophielden in wat nu Limburg is. De naam ‘Eburonen’ zou komen van ‘eburo’, het Keltische woord voor taxusboom. De ‘taxusmensen’ dus. Ze werden geregeerd door Ambiorix en de oudere Catuvolcus, die de macht deelden als koning. Catuvolcus was eerder de zittende vorst, Ambiorix de heldhaftige aanvoerder op het terrein. Maar allebei werden ze door Caesar erkend als leider: ze werden samen uitgenodigd op de landdag van de Gallische koningen in 54 v. Chr. in Amiens. Daar kregen ze te horen dat alle Gallische volkeren een deel van hun graanoogst zouden moeten afstaan aan het Romeinse leger.
Terug in hun stam, legden Catuvolcus en Ambiorix de plannen van Caesar voor, maar die vielen niet in goede aarde. De oogst was dat jaar mager geweest, en de eis van de Romeinen werd afgedaan als onredelijk. Niettemin waren er op dat moment nog geen tekenen van weerstand.
Meer nog: volgens de geschriften van Caesar meldden Catuvolcus en Ambiorix zich op de grens van hun ‘rijk’ aan met de gewenste lading graan. Maar dan kwam er een bericht van de stam van de Treveren, die lieten weten dat ze geen graan wilden leveren, en al hun mannen opriepen om de wapens op te nemen tegen de Romeinse bezetter.
Eerst aanvallen, dan praten
Dat viel niet in dovemansoren bij de Eburonen. Op een dag vielen Ambiorix en enkele van zijn mannen een groepje Romeinen aan die buiten hun kamp in Atuatuca hout sprokkelden en moordden het merendeel van hen uit. De overlevende legioensoldaten vluchtten naar hun kamp, maar Ambiorix en zijn mannen zetten de achtervolging in. Aan een van de poorten van het Romeinse kamp werden ze aangevallen door Spaanse ruiters. De overmacht bleek te groot, waarop de Eburoonse krijgers zit terugtrokken.
Daarna lieten de Eburonen weten dat ze wilden praten met de Romeinse officieren. Het voorstel werd aanvaard en de Romeinse gezanten Gaius Arpineius en Quintus Iunius werden aangeduid als onderhandelaars. Ambiorix vertelde hen dat hij geen problemen had met de Romeinen. Hij was Caesar zelfs dankbaar omdat die zijn familie in ere had hersteld, zo vertelde hij, en hij had een kwijtschelding van een belastingplicht bij zijn buurstam de Aduatukers aan Caesar te danken.
Toen Arpineuis opwierp dat hij met zijn mannen enkele Romeinse soldaten had omgebracht, zou Ambiorix hebben geantwoord dat hij eigenlijk geen macht had over zijn mannen. Volgens hem handelden ze min of meer op eigen houtje, en kon hij niet instaan voor hun daden.
Ambiorix ging nog een stapje verder in zijn listige verhaal: hij waarschuwde de Romeinse kampleiders dat enkele andere eenheden van zijn stam wel van plan waren om hen aan te vallen en zelfs hulp zouden krijgen van hordes Germaanse stammen die de Rijn waren overgestoken. Hij raadde hen aan om naar een ander kamp te trekken en zich aan te sluiten bij de Romeinse soldaten die daar gelegerd waren, zodat ze sterker zouden staan. Hij beloofde hen dat hij hen bij hun uittocht met rust zou laten.
Twijfel bij de Romeinen
De kampleiders Sabinus en Cotta vergaderden de hele nacht over het voorstel van Ambiorix. Sabinus vertrouwde hem en vond het beter om te vertrekken, Cotta bleef liever in het kamp om de aanval af te wachten. Ze raakten het maar niet eens en op een gegeven moment zou Sabinus met zijn vuist op tafel hebben geslagen en toegegeven hebben om in het kamp te blijven. Al zou hij er ook aan toegevoegd hebben dat het niet zijn schuld zou zijn als ze allemaal zouden worden uitgemoord…
Ze bleven er niet echt gerust in, en besloten de volgende dag toch maar te vertrekken. Ze kozen daarbij voor de route door de vallei van de Jeker, en het was daar dat Ambiorix en zijn troepen de Romeinen aanvielen vanuit de heuvels. Ze moordden nagenoeg het volledige leger uit. Slechts enkele tientallen Romeinen konden ontkomen, en het verhaal wil dat ze naderhand zelfmoord pleegden uit pure angst voor de wreedheid van de Eburonen.
De wraak van Caesar
Toen Rome hoorde van die zware nederlaag, zwoer Caesar dat hij alle Belgische stammen zou uitroeien. Hij wilde duidelijk een voorbeeld stellen. Voor Ambiorix was dat het sein om alle Belgische stammen te verenigen en samen tegen de Romeinen ten strijde te trekken. Hij sloot zich met zijn krijgers aan bij de strijders van de Nerviërs, en samen bestormden ze het winterkamp van Cicero. De strijd sleepte dagen aan, maar uiteindelijk bleken ze niet opgewassen tegen de negen legioenen van ongeveer 50.000 goed uitgeruste en getrainde soldaten.
De stammen werden afgeslacht of verdreven, hun akkers platgebrand. De Eburonen werden nagenoeg volledig uitgeroeid. Caesar vermeldt niet precies op welke wijze zijn manschappen de stamleden doodden, maar sommige geschiedkundigen nemen aan dat de Romeinse soldaten de Eburonen in groepen bijeendreven, hen doodstaken en hun lichamen in een rivier wierpen.
Een van de weinige overlevenden van deze slachtpartij was… Ambiorix zelf. Caesar vermeldt dat hij en zijn manschappen intensief op de Eburoonse koning gejaagd hebben en dat zij hem enkele keren heel na op de hielen zaten in een bosrijke omgeving. Het verhaal wil dat hij gevlucht was naar een huis diep in de bossen. Caesar vermeldt niet of zijn manschappen dat huis gevonden hebben, wel dat Ambiorix samen met enkele van zijn getrouwen uiteindelijk ontkwam over de Rijn, waar hij zich zou hebben aangesloten bij een Germaanse stam. Catuvolcus, de andere koning, had minder geluk. Om gevangenschap te voorkomen pleegde hij zelfmoord door taxussap te drinken.
Verzonnen personage?
Het is niet zeker of Ambiorix echt bestaan heeft, omdat de De Bello Gallico de enige authentieke bron is waarin zijn naam vermeld wordt, zij het tientallen keren. Historici suggereren dat Caesar Ambiorix misschien wel verzonnen heeft om de afslachting van zijn troepen in Belgica te kunnen verantwoorden aan Rome. Of om aan te tonen hoe fantastisch zijn overwinning uiteindelijk wel was.
Niemand weet ook hoe Ambiorix er werkelijk uitzag. Zijn standbeeld in Tongeren, geplaatst op 5 september 1866, is een romantische voorstelling van hoe hij eruit kan hebben gezien. Uit de teksten van Caesar kunnen we wel afleiden dat hij niet alleen een woeste krijger was, maar ook een slim en sluw iemand, met aristocratische trekjes. Waardoor er toch belang werd gehecht aan zijn woorden.
Ambiorix werd tot in de negentiende eeuw vergeten. Toen België in 1830 onafhankelijk werd, besloot de Belgische regering in het nationale verleden te spitten naar historische figuren die als nationale helden konden dienen. Dat Caesar ooit geschreven had dat de Belgen de dappersten zijn onder alle Galliërs, kwam in dat opzicht natuurlijk goed uit, en aangezien Ambiorix de enige was die in dit verband zo prominent door Caesar werd genoemd, viel de keuze op hem.
Dichter Joannes Nolet de Brauwere van Steeland schreef in 1841 een lyrisch epos over Ambiorix, en op 5 september 1866 werd een standbeeld van de Eburonenleider opgericht op de Grote Markt van Tongeren. Het is niet eens zeker dat hij ooit in Tongeren zou zijn geweest: de stad zou pas decennia later, onder keizer Augustus, zijn gesticht. Dat Caesar verwijst naar Atuatuca als de plaats waar de feiten zich afspeelden, en dat de oorspronkelijke naam van Tongeren Atuatuca Tungrorum was, laat wel vermoeden dat hij in deze buurt opereerde.
Ambiorix is vandaag een van de beroemdste figuren uit de geschiedenis van België. Veel handels- en horecazaken dragen zijn naam, waaronder het alom bekende schoenmerk. Er zijn boeken over hem geschreven, en hij duikt op in de stripverhalen van Jommeke (Het geheim van Ambiorix) en Suske en Wiske (Lambiorix). En hij blijft tot verbeelding spreken, want hij blijkt een populaire zoekterm op Google.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier