Wie is Godfried van Bouillon? Geen vrome held, wel een geduchte krijger

Godfried van Bouillon dankt God na de inname van Jeruzalem in 1099. © Corbis via Getty Images

De sleutelmomenten

– 18/09/1060: Geboortedatum van Godfried van Bouillon, een belangrijke edelman uit onze gewesten en een van de leiders van de eerste kruistocht.

– 1099: Inname van Jeruzalem door de kruisvaarders, waarbij Godfried van Bouillon een belangrijke
rol speelt. Hij weigert de titel van koning van Jeruzalem, maar accepteert de titel ‘Beschermer van het Heilig Graf’.

– 18/07/1100: Sterfdatum van Godfried van Bouillon. De exacte doodsoorzaak is onbekend.

– 15/08/1848: Onthulling van het standbeeld van Godfried van Bouillon op het Koningsplein in Brussel als onderdeel van de creatie van een nationale geschiedenis in België.

– Het kasteel van Godfried van Bouillon in Bouillon is nu een toeristische attractie en heeft
vele veranderingen ondergaan.

In het stadje Bouillon staat op een rots een indrukwekkende vesting. Ze wordt al vanaf midden 19de eeuw uitgespeeld als een toeristische attractie. In één adem verbindt men het bouwwerk met een van de meest illustere heren van Bouillon: Godfried. In de streek kun je biertjes proeven die verwijzen naar deze historische figuur. Gedeeltelijk gaat het om een historisch beeld gecreëerd door politici en geschiedkundigen uit de 19de eeuw.


Godfried van Bouillon wordt dikwijls voorgesteld als een belangrijke edelman uit onze gewesten, een vroom christen en een van de onberispelijke leiders van de eerste kruistocht. Na de succesvolle inname van Jeruzalem in 1099 bieden zijn medekruisvaders hem de titel van koning van Jeruzalem aan. Uit vroomheid weigert hij die titel. Godfried wenst geen kroon te dragen waar eens Christus een doornenkroon moest dragen. Hij aanvaardt wel het gebied, maar dan met de titel ‘Beschermer van het Heilig Graf’. Lang heeft hij van die status niet kunnen genieten.

Hij sterft in 1100. Zijn doodsoorzaak is niet duidelijk. De bronnen variëren van een ziekte (de pest), een dodelijke pijlwond tot een vergiftiging. Zijn broer, Boudewijn, volgt hem op en draagt wel de titel van ‘Koning van Jeruzalem’. Godfried moet op zijn tijdgenoten indruk gemaakt hebben, want hij blijft opduiken in verhalen en legenden.

Een Franse held?



In de 19de eeuw krijgen de nationale staten meer en meer vorm. Om hun bestaan en dat van hun natie te rechtvaardigen, creëren ze een nationale geschiedenis. Vooraanstaande geschiedkundigen gaan als het ware shoppen in het verleden. Ze focussen vooral op die feiten en personen die hun beeld bevestigen. Ze creëren een nationaal verleden en een nationale geschiedenis. Feiten en figuren die daar in tegenspraak mee zijn, worden genegeerd of zodanig geboetseerd dat ze min of meer in het plaatje passen. Elk Europees land doet dat, dus ook België. De politici blijven uiteraard niet stilzitten. Soms stimuleren zij de geschiedkundigen, soms gaan ze zelf tot actie over. Zo krijgen heel wat nationale helden een standbeeld. Ook Godfried van Bouillon ontsnapt daar niet aan. Op 15 augustus 1848 wordt op het Koningsplein in Brussel zijn standbeeld onthuld. Minister Charles Rogier roept vlak voor de onthulling pathetisch uit: “Open het nationale pantheon om er een nieuwe gast te ontvangen! Maak plaats voor Godfried van Bouillon! Toon de held!” Pikant detail is dat de Fransen er niet mee akkoord gaan en Godfried als een Franse held claimen. Is hij immers niet geboren in Boulogne-sur-Mer?

Bloeddorstige barbaren

De mythe over Godfried van Bouillon blijft gedurende decennia leven in de populaire literatuur, strips en prentenboeken. In de tweede helft van de 20ste eeuw komt er sleet op het beeld van de edele kruisvaarders. Arabische, maar ook westerse schrijvers stellen dat de kruisvaarders een stelletje bloeddorstige barbaren waren die meedogenloos onschuldige burgers over de kling joegen. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij de inname van Jeruzalem in 1099. Dat negatieve beeld straalt ook af op Godfried, een van de leiders van de onderneming. Moderne historici brengen nuances aan bij de historische beelden die hun collega’s uit vroegere tijden gemaakt hebben. Een veel voorkomende denkfout is dat men een hedendaags situatie of land transponeert naar het verleden terwijl de context toen anders was. Godfried kent bijvoorbeeld België als land niet en Frankrijk, Vlaanderen, Namen, het Duitse Rijk… zijn in zijn tijd andere entiteiten.

Complexe realiteit

Voor Godfried van Bouillon (1060-1100) worden dikwijls twee geboorteplaatsen vermeld: Boulogne-sur-Mer en Baisy-Thy bij Genappes. Fransen wijzen er graag op dat de eerste stad in Noord-Frankrijk ligt en Godfried dus Frans is. Het komt de Belgen beter uit dat hij in de tweede plaats geboren is. De realiteit is echter complexer. Zijn vader, Eustaas II, is de graaf van Boulogne. Dat graafschap was tot begin 13de eeuw een leen van het graafschap Vlaanderen, dat op zijn beurt weer grotendeels een leen van Frankrijk was. Zijn moeder, Ida van de Ardennen, is de zus van de hertog van Neder-Lotharingen. Haar familie heeft tal van bezittingen in dat gebied, waaronder Bouillon. Het kasteel in Baisy is haar persoonlijk bezit. De familie hoort bij de vazallen van de keizer van het Duitse Rijk. Zij vormen dus een typische adellijke familie uit het gebied van de grote rivieren (Somme, Schelde, Maas en Rijn).

Het standbeeld van Godfried van Bouillon op het Koningsplein in Brussel. In de 19de eeuw wordt Godfried ingeschakeld om een nationale geschiedenis te creëren. © Getty Images

In de 19de eeuw vertelt men graag dat Godfried voor de kruistocht een onbelangrijke edelman is, die dankzij die onderneming eindelijk glorie kent. Godfried erft na de dood van zijn oom het markgraafschap Antwerpen en de heerlijkheid Bouillon. De markgraaf is een belangrijke functionaris van de keizer en Bouillon is een welvarend gebied met verschillende dorpen. Godfried heeft er zijn jeugd doorgebracht. Door zijn inzet voor de keizer in diens conflict met de paus wordt hij in 1087 beloond met de titel van hertog van Neder-Lotharingen. Oorspronkelijk heeft de monarch die titel voor zijn zoon bestemd, waarmee bij het testament van de oom van Godfried negeert. De hertog heeft zijn neef voorgedragen voor de titel. Godfried is dus geen ‘loser’, maar een belangrijk West-Europees edelman.

Slachtpartijen



Godfried mag misschien een vroom christen geweest zijn, sommigen tijdgenoten zullen daar enige bedenkingen bij gehad hebben. Zo perst hij de abdij van Saint-Hubert enkele bezittingen af en benoemt hij er een abt die schitterende in corruptie. Hij doet ook niets om de moorden op de Joden in het Rijnland te stoppen, die hij nochtans zijn bescherming beloofd had. Een van de motieven om aan de kruistocht deel te nemen, is ook interessant. Zo wordt hij na de keizerlijke expeditie tegen de paus, waarbij een deel van Rome afbrandt, ziek. Hij zweert om de christenen in het Oosten te gaan helpen. Jaren na zijn genezing doet hij die eed dus gestand.

De geschiedenis van de kruistochten is onderhevig aan slingerbewegingen, waarbij de kruisvaarders de ene keer als helden en de andere keer als slachters worden afgebeeld. De realiteit is dat (middeleeuwse) oorlogen altijd slachtpartijen zijn. Het gewelddadig gedrag dat de kruisvaarders tentoonspreiden, wordt ook in Europa toegepast. Zo is het de gewoonte om elkaars boeren af te slachten om de tegenstander economisch te nekken. Enkel edelen worden krijgsgevangen gemaakt. Die brengen losgeld op en de rest wordt over de kling gejaagd of verkocht. Ook hun tegenstanders (Turken, Arabieren, Byzantijnen, enz.) passen gelijkaardige praktijken toe. Godfried is niet de leider van een wilde horde, maar van een militaire expeditie die vecht volgens de voor ons bedenkelijke normen van die tijd.

Van wachttoren tot attractie


Een kruistocht is ook een dure onderneming. Wapens, voorraden en vervoer kosten geld. Godfried verkoopt en verpandt zijn bezittingen. Dat laatste wijst erop dat hij misschien na afloop wel wilde terugkeren. Om die kosten te recupereren, vallen veel leiders voor de rijkdommen van het ‘Heilige Land’. Als ze enigszins kunnen, veroveren ze voor zichzelf een stad of een gebied. Een gewone kruisvaarder komt dikwijls berooid terug thuis, als hij de expeditie al overleeft…

De eerste kruistocht heeft meer dan één leider. Een deel van de kruisvaarders nemen het Godfried kwalijk dat hij, wel min of meer gedwongen, trouw zweert aan de Byzantijnse keizer. Graaf Raymond van Toulouse wordt daardoor de nieuwe ‘numero uno’. Het zou echter Godfried geweest zijn die het initiatief nam om met een uitgedund leger op te rukken naar Jeruzalem. Godfried wordt ‘Heer van Jeruzalem’ omdat alle andere leiders dat weigeren. Zij wensen geen vazal te worden van de paus en de kerk. Godfried ziet daar geen graten in…

Godfried is een kind van zijn tijd, geen vrome held, maar een geduchte krijger en legeraanvoerder. De vesting in Bouillon heeft sinds zijn tijd zeer veel veranderingen ondergaan: van versterkte wachttoren over citadel naar toeristische attractie.


Lees meer over:

Partner Content