Bram De Ridder
‘Meeste historici beseffen goed genoeg wat voor een godsgeschenk het “Het verhaal van Vlaanderen” is’
‘Iedereen met een hart voor geschiedenis kan dan ook niet anders dan de makers van de reeks dankbaar zijn’, schrijft historicus Bram De Ridder over “Het verhaal van Vlaanderen”. ‘Enkel via meer en meer laagdrempelige geschiedenis kunnen we meer en meer historische inhoud, context en nuance tot bij het publiek brengen.’
De teleurstelling onder historici was groot zondagavond. Geen Willem Van Oranje in Het verhaal van Vlaanderen. Geen Keizer Karel. Geen Geuzen. Geen Albrecht en Isabella. Geen boekdrukkunst. Geen beleg van Oostende. Velen vroegen zich af waar productiehuis De Mensen in godsnaam mee bezig was geweest. Hoe kan je nu een aflevering maken over de Tachtigjarige Oorlog zonder al deze cruciale elementen?
De aflevering ging zonder twijfel kort door de bocht. Een zware focus op de religieuze aspecten van de Nederlandse Opstand en de Hertog van Alva als de ideale slechterik: klassieker en eenzijdiger konden de centrale thema’s nauwelijks zijn. Op meerdere punten ontbrak kadering en context, en de chronologie was zonder meer ongenuanceerd. Wie met enige historische kennis van zaken keek, kon inderdaad niet anders dan de nodige gebreken opmerken.
Maar wie zonder die voorkennis keek, zag waarschijnlijk andere dingen. Een mooi geënsceneerde en heldere uitleg over de Beeldenstorm. Een bezoek aan het Algemeen Rijksarchief in Brussel, met Tom Waes die letterlijk diep in ons collectieve geheugen stapt. De complexe archiefstukken waar historici dagelijks mee worstelen, uitgebreid in beeld. Het technisch vernuft van de zestiende eeuw, innovatief tot leven gewekt via een digitale blokkade van de Schelde. Kortom, zaken die nagenoeg nooit in de Vlaamse huiskamers aan bod komen.
De reeks bood hier en daar zelfs onverwacht veel nuance. Tom Waes sprak over ‘het Spaans-Habsburgse Rijk’ en niet enkel over ‘Spanje’. De spotprenten die Alva zijn slechte reputatie voor de eeuwigheid bevestigden, kwamen prominent in beeld. Een slimme combinatie van originele gravures en geprojecteerde informatie benadrukte subtiel hoe bloedig en dichtbij dit conflict wel niet geweest is. Ongetwijfeld nog altijd te weinig context voor de doorsnee historicus, maar de gemiddelde kijker zal met zekerheid iets bijgeleerd hebben.
(Lees verder onder het artikel.)
De zesde aflevering volgde daarmee het stramien van de vorige aflevering. Het productiehuis koos duidelijk voor de aanpak van ‘Reizen Waes’. De focus ligt op één helder en herkenbaar verhaal dat wordt uitgewerkt via een drietal spectaculaire deelverhalen. Waar mogelijk wordt er extra nuance geboden binnen de gekozen verhaallijn, maar wat daarbuiten staat, valt onherroepelijk weg.
Voor veel critici is het format daarom stilaan de grote boosdoener. Maar een format is nooit een probleem, altijd een keuze. Vele geschiedenisfanaten vonden de voorbije weken dat de reeks ‘meer’ moet bieden. Maar waar moet dat ‘meer’ dan zijn plaats krijgen? Wie graag iets aan de reeks wil toevoegen, moet ook durven zeggen wat er geknipt moet worden. Ok, de reeks is traag en herhaalt haar boodschap graag drie keer, maar een keuze voor helderheid is even legitiem als een keuze voor diepgang. Of zoals het in 1997 al klonk bij de vernieuwing van de openbare omroep: verwacht alsjeblieft geen Canvas op Éen.
Kiezen wat geknipt moet worden, kan natuurlijk vermeden worden met meer of langere afleveringen. Maar dan wordt het weer een vraag wie dat extra geld moet ophoesten. De hele discussie rond Het verhaal van Vlaanderen begon net met kritiek op de oorsprong van de financiering. Allemaal goed en wel om ‘meer’ te willen, maar hoe wil je extra materiaal gaan filmen als zelfs de Vlaamse regering al een ‘verdachte’ geldbron is? Aankloppen bij de geïnteresseerde privé dan maar, of is mecenaat door bedrijven en bedrijfsleiders ook te risicovol?
Een laatste optie is pleiten voor een ander format. Zo circuleerde zondagavond al snel het voorbeeld van het langere en complexere 80 jaar oorlog. Zeven afleveringen van 45 minuten, gemaakt in Nederland met meer tijd, meer experts en dus met meer diepgang. Uiteraard prima en zeer welkom, maar even een realitycheck. 80 jaar oorlog haalde in een land met drie keer zoveel inwoners nog niet de helft van het aantal kijkers van Het verhaal van Vlaanderen. Eenzelfde liedje bij het Oostenrijks-Duitse ‘kijkcijferkanon’ Maximilian, Das Spiel von Macht und Liebe: vijf keer zoveel budget, verhoudingsgewijs acht keer minder kijkers. Naar kijkers per inwonertal doet Tom Waes het bovendien gewoonweg beter dan zijn Nederlandse en Deense voorgangers. Het verhaal van Vlaanderen is daarmee voorlopig, maar zonder twijfel, het succesvolste Vlaamse publiekshistorische product van deze eeuw.
Iedereen met een hart voor geschiedenis kan dan ook niet anders dan de makers van de reeks dankbaar zijn. We komen uit een decennium waarin de Vlaamse geschiedenisopleidingen meer dan een kwart van hun studenten verloren. Waarin het met een vergrootglas zoeken was naar impactvolle middeleeuwse en vroegmoderne publieksgeschiedenis. En waarin zelfs de populairste geschiedenisboeken uit het buitenland kwamen of door auteurs zonder geschiedenisstudie werden geschreven (wat trouwens absoluut de verdienste is van die auteurs).
(Lees verder onder het artikel.)
Gelukkig beseffen de meeste historici goed genoeg wat voor een godsgeschenkt Het verhaal van Vlaanderen wel niet is. Zelfs de ergst teleurgestelde kijkers erkenden tegen maandagmiddag dat de Tachtigjarige Oorlog zoals nooit tevoren in de schijnwerpers stond. Want in tegenstelling tot wat links en rechts wel eens beweerd wordt, geeft de meerderheid van de historici geen politieke kritiek op de reeks. Evenmin gaat het om gratuite zuurpruimerij. Integendeel, de felle commentaren komen er net uit pure passie voor het verleden. Ja, we verwachten meer van een historische reeks zoals Het verhaal van Vlaanderen. Maar dat is enkel en alleen omdat er volgens ons net nog zoveel moois te vertellen valt.
Het beste bewijs daarvan waren de vele oproepen van historici om nu eindelijk eens uitgebreid aan de slag te gaan met ons (Vlaamse/Belgische/Europese/…) middeleeuwse en vroegmoderne verleden. En gelijk hebben ze. Of het nu gaat om een tweede seizoen ‘verhaal van Vlaanderen’; een nieuwe Studio-100 musical; een kinderboek in samenwerking met Ketnet; een radioshow op Q-music; een uitbreiding van de Age of Empires games, of een nieuw collectief historische Instragram-influencers, potentieel voor impactvolle publieksgeschiedenis is er hier volop.
Laat de commentaren bij Het verhaal van Vlaanderen daarom vooral de vele mogelijkheden voor prachtige historische projecten in de verf zetten. Want enkel via meer en meer laagdrempelige geschiedenis kunnen we meer en meer historische inhoud, context en nuance tot bij het publiek brengen.
Beste verhaal van Vlaanderen, bedankt dus, et plus est en vous.
Bram De Ridder is postdoctoraal onderzoeker toegepaste geschiedenis aan de KU Leuven. Hij is gespecialiseerd in de geschiedenis van de Tachtigjarige Oorlog.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier