Liggen ze er wel?
Zelden zijn Kamerlid Ronald van Raak (SP) en premier Mark Rutte (VVD) het over politieke vraagstukken met elkaar eens, maar beide historici hebben hun bewondering voor Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619) gemeen. Dat het met landsadvocaat Van Oldenbarnevelt slecht afliep is bekend. Nadat hij op 13 mei 1619 op het Binnenhof was onthoofd, werd zijn stoffelijk overschot naar de voormalige Hofkapel onder de Eerste Kamer gebracht. Wat er daarna met het lichaam gebeurde, is een mysterie. Al in 2015 riep Van Raak het kabinet op om, tijdens de aangekondigde grootscheepse verbouwing van het Binnenhof, óók op zoek te gaan naar de botten van Van Oldenbarnevelt. Onlangs zegde premier Rutte toe zich in te spannen voor een zoektocht naar de resten van de – in zijn woorden – ‘grootste staatsman uit de Nederlandse geschiedenis’. Er is echter een belangrijk obstakel: het gaat zijn bevoegdheid te buiten. De gebouwen zijn weliswaar eigendom van het Rijksvastgoedbedrijf, maar de grond onder het Binnenhof is in bezit van gemeente Den Haag. En de Haagse stadsarcheoloog is nog niet overtuigd van nut en noodzaak van zo’n archeologisch onderzoek. Zo lijkt het er op dat Van Raak blij gemaakt wordt met een dode mus, zeker omdat hij over de renovatie niets heeft te zeggen: staatsgeheim. Om het potentiële terroristen niet al te gemakkelijk te maken, zijn alle bouwtekeningen en bestekken vertrouwelijk en is de inspraakprocedure sterk afgeslankt.
G/Geschiedenis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier