Van Sputnik tot maanlanding: de ‘space race’ tussen de VS en de Sovjet-Unie

Buzz Aldrin daalt de ladder af en zet als tweede mens voet op de maan. © Neil Armstrong/MPI/Getty Images

Op 20 juli 1969 zette Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan. Zijn beroemde woorden ‘A small step for a man, but a giant leap for mankind’ gingen de geschiedenis in. De drie astronauten van Apollo 11 – Neil Armstrong, Edwin ‘Buzz’ Aldrin en Michael Collins – keerden ook heelhuids terug naar de aarde. De Amerikanen hadden als eersten voet op de maan gezet en zo ‘won’ de VS de ruimtewedloop die tegen de achtergrond van de Koude Oorlog plaatsvond.

A small step for Neil Armstrong

Op 24 juli 1969 stortte de ruimtecapsule met volle kracht in zee. Duikers bevrijdden de astronauten en brachten hen naar een mobiele quarantainecabine op het marineschip dat hen naar huis zou brengen. De vreugde en de trots over de goede afloop van hun historische missie waren groot. Die was acht dagen ervoor, op 16 juli, met de lancering van Apollo 11 begonnen.

Meer dan een miljoen mensen daagden op om de lancering van Apollo 11 met eigen ogen te zien. © The LIFE Picture Collection via Getty Images

Na drie dagen vliegen kwam Apollo in een baan rond de maan. De drie bemanningsleden deden dertig rondjes en zagen telkens hun landingsplaats duidelijk voorbijkomen. Op 20 juli namen Neil Armstrong en Buzz Aldrin plaats in de maanlander, terwijl Michael Collins in de capsule in een baan om de maan bleef cirkelen. De maanlander maakte zich los en de landing werd ingezet. Spannende momenten braken aan toen de maanlander veel sneller dan verwacht daalde en daardoor op een heel andere – veel rotsachtigere – plek terechtkwam dan gepland. Ook de brandstof raakte op een kritiek niveau en tot overmaat van ramp begaf ook de boordcomputer het. Toch bleef het controlecentrum geloven dat het kon.

Armstrong zette de maanlander, tweeëneenhalf uur na de ontkoppeling van de capsule, inderdaad veilig aan de grond. Het kostte nog meer dan zes uur voorbereiding tot Armstrong daadwerkelijk voet op de maan zette, twintig minuten later gevolgd door Aldrin. Tijdens hun maanwandeling plantten ze een Amerikaanse vlag, namen foto’s, voerden experimenten uit en verzamelden meer dan 21 kilogram maanstenen. Na bijna drie uur zat hun tijd erop, kropen ze weer aan boord van de maanlander die – een dutje later – opsteeg, door Collins werd ‘opgepikt’ en weer aan de capsule gekoppeld werd. Geschiedenis was geschreven.

Op 20 juli 1969 zette Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan. ‘A small step for a man, but a giant leap for mankind’, waren zijn beroemde woorden. Heel wat mensen herademden toen ze deze drie gezichten achter het raampje zagen verschijnen: Neil Armstrong, Edwin ‘Buzz’ Aldrin en Michael Collins waren levend en wel teruggekeerd uit de ruimte. Een overwinning voor de Amerikanen in hun ‘space race’ met de Russen. © The LIFE Picture Collection via Getty Images

Space race

De maanlanding was het sluitstuk van een langere race naar de maan die de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten tegen elkaar voerden. De ruimtewedloop kwam voort uit de wapenwedloop. In hun pogingen om zo bedreigend mogelijk over te komen, hadden zowel de Verenigde Staten als de Sovjet-Unie zich in het begin van de jaren 1950 toegelegd op het ontwikkelen van langeafstandsrakketten waarmee ze eventuele kernkoppen op elkaar zouden kunnen afschieten. De volgende stap was de ruimte. Maar de zogenaamde space race was geen militaire wedloop. Het was de machtsblokken niet te doen om elkaar vanuit de ruimte te vernietigen. De ruimteprogramma’s hadden als doel om wetenschappelijke kennis te vergaren en zich als superieure technologische macht te onderscheiden.

Nochtans leek het er twaalf jaar eerder op dat de mensheid eensgezind de ruimte in zou trekken. Tijdens het International Geophysical Year in 1957, een jaar van colloquia en internationale samenwerking, deelden 65 landen, waaronder de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, hun wetenschappelijke kennis. Een van de doelen was om gezamenlijk satellieten de ruimte in te krijgen, zonder het gebruik van militaire apparatuur. Maar op 4 oktober 1957 schoot de Sovjet-Unie, eenzijdig en zonder waarschuwing, een satelliet de ruimte in met een (militaire) langeafstandsraket. Er kwam een abrupt einde aan de gezamenlijke idealen. De Amerikanen voelden zich gepasseerd en begonnen in hun eentje aan de uitwerking van een eigen satellietprogramma. De space race was gelanceerd.

Laika, hond in de ruimte

Nog geen maand na hun eerste Sputniksatelliet brachten de Russen een tweede Sputnik naar de ruimte. Aan boord: de hond Laika. De satelliet werd in een baan om de aarde gebracht. Hoewel een systeem was ontwikkeld dat de hond voor een week eten verschafte, hield Laika het niet lang uit. Hij overleed aan oververhitting, in een cabine waar de temperatuur opliep tot 43 graden.

Volgens de Sovjetpropaganda was Laika na een week geëuthanaseerd met vergiftigd eten, omdat ze niet kon terugkeren. In realiteit was de hond toen al dagenlang dood. © Universal Images Group via Getty Images

Door ingeplante sensoren hadden de Russen wel heel wat belangrijke informatie verzameld over hoe het een levend wezen in de ruimte verging. De lancering van de veel grotere Sputnik 2 (Sputnik 1 had de omvang van een strandbal) betekende ook dat de Russen de technologische knowhow hadden om grote nucleaire raketten af te schieten, mochten ze dat willen. Indirect speelde de ruimtewedloop dus ook in op de angst van de wapenwedloop.

Yoeri Gagarin

In 1958 richtten de Amerikanen de National Aeronautics and Space Administration op, die het ruimteprogramma moest coördineren. Op haar hoogtepunt stelde NASA 400.000 mensen tewerk. Maar het ruimteprogramma beleefde niet meteen een vliegende start en de Russen schreven de ene na de andere primeur op hun conto. In 1959 lanceerden de Sovjets Luna 1, een onbemand ruimtetuig dat naar de maan werd gestuurd. Het ruimtetuig miste de maan, maar zijn opvolger Luna 2 maakte wel een landing. Op 12 april 1961 werd Yoeri Gagarin de eerste mens in de ruimte. Met zijn capsule 1 maakte hij één volledige omwenteling om de aarde en keerde heelhuids terug. De knarsetandende Amerikanen lanceerden een maand te laat hun eerste bemande raket met Alan Shepard aan boord. Hij mocht dan wel de eerste Amerikaan in de ruimte zijn, de Russen waren alweer met de primeur gaan lopen.

Op 25 mei 1961 tilde president Kennedy de space race naar een nieuw niveau. In een speech voor het Congres zei hij: ‘I believe that this nation should commit itself to achieving the goal, before this decade is out, of landing a man on the Moon and returning him safely to the earth.’ Het startschot voor de race naar de maan was gegeven.

Beide landen gingen verschillend te werk. De Sovjets haalden het ene na het andere doel: in 1963 was Valentina Tereshkova de eerste vrouw in de ruimte, een jaar later ging de eerste meerkoppige bemanning de ruimte in en in 1965 maakte Alexey Leonov de eerste ruimtewandeling. Het Russische ruimteprogramma was gestoeld op snel opeenvolgende successen, maar dat ging ten koste van een langetermijnperspectief en -budget om echt iemand naar de maan te brengen. Pas in 1964 werd dat een van hun prioriteiten. De Amerikanen waren toen al meer dan drie jaar bezig met de planning van hun Apolloprogramma.

Mercury – Gemini – Apollo

Het plan om een mens naar de maan te brengen werd minutieus uitgewerkt. In een eerste fase, project Mercury, stuurde men zes individuele astronauten naar de ruimte om het effect van ruimtereizen op het menselijk lichaam te onderzoeken. In 1965 en 1966 stuurde project Gemini tien keer een tweekoppige bemanning de ruimte in om te oefenen in ruimtevluchten, ruimtewandelingen en ruimtekoppelingen. Het Apollo-programma was erop gericht om de maanlanding voor te bereiden en uit te voeren.

Ed White was de eerste Amerikaan die een ‘ruimtewandeling’ maakte, tijdens de vlucht van Gemini 4. © SSPL via Getty Images

In 1967 sloeg het noodlot toe. Nog voor de eerste vlucht verloren drie astronauten het leven tijdens een brand in de testcapsule van Apollo 1. NASA stelde bemande vluchten uit. Apollo 4, 5 en 6 waren onbemande vluchten. Op 11 oktober 1968 werd Apollo 7, de eerste bemande Apollo-capsule, gelanceerd. De drie astronauten bleven elf dagen en 163 omwentelingen lang in de ruimte en keerden heelhuids terug. Een opsteker voor het geldverslindende ruimteprogramma. (Het Apollo-programma alleen al zou meer dan 25 miljard dollar kosten!) In korte tijd werden daarna nog drie Apollovluchten uitgevoerd, die telkens een stapje dichter bij de maan kwamen. Elk van de vluchten had een eigen specifiek ‘oefenterrein’ om alles in gereedheid te brengen voor de ultieme vlucht. Apollo 8 moest in een baan om de maan terechtkomen en foto’s nemen van het maanoppervlak. Een van de beroemde foto’s die de bemanning maakte, was Earthrise. Ook Apollo 9 ging in een baan om de maan. Nu moesten de astronauten een ruimtewandeling maken om de ruimtepakken te testen die bij de wandeling op de maan gebruikt zouden worden. Apollo 10 moest de generale repetitie worden voor de echte maanlanding. De capsule werd gelanceerd op 18 mei 1969. Ook zij kwam in een baan om de maan terecht. De astronauten testten nu de maanlander en het zwaartekrachtsveld van de maan, door tot op 15 kilometer boven de maan te komen. Landen mochten ze nog niet. Die primeur was voorbehouden aan de bemanning van Apollo 11. En zo geschiedde.

Nog een keer om het af te leren

Armstrong en Aldrin waren niet de laatste mannen op de maan. Na Apollo 11 landde ook Apollo 12 op 19 november 1969 er. Toen Pete Conrad (die iets kleiner van gestalte was dan Armstrong) op zijn beurt van de ladder stapte, waren zijn woorden iets minder formeel: ‘Whoopie! Man, that may have been a small one for Neil, but that’s a long one for me.’

Apollo 13 haalde de maan niet. Door een explosie was het bedieningscompartiment uitgeschakeld. Een maanlanding was dus uitgesloten. Terugkeren ging evenmin omdat daarvoor sterke raketmotoren nodig waren. De enige mogelijkheid was om rond de maan heen te draaien en vervolgens naar de aarde terug te keren. De bemanning verschanste zich in de maanlander om voldoende zuurstof te hebben. Na vier zenuwslopende dagen keerden de bemanningsleden ongedeerd terug.

‘Houston, we’ve had a problem.’ Na vier zenuwslopende dagen landden de astronauten van Apollo 13 veilig in de Stille Oceaan. © Heritage Space/Heritage Images via Getty Images

De volgende vier vluchten, tot en met Apollo 17, de geplande laatste vlucht, zetten allemaal nog met succes mensen op de maan. In totaal hadden tussen 1969 en 1972 twaalf Amerikaanse astronauten hun voetafdrukken in het maanstof achtergelaten.

En de Russen?

De Russen gaven het op. Het succes van Apollo 11 was zo overdonderend dat iedereen de space race als gewonnen beschouwde. Alle Russische primeurs vielen in het niets bij Armstrongs verwezenlijking. Ten tijde van het Amerikaanse Apollo-programma waren verschillende onbemande Luna-ruimtetuigen naar de maan gestuurd. Sommige vlogen er voorbij of gingen in een baan om de maan, andere crashten en uiteindelijk werden ook zachte maanlandingen uitgevoerd en robotvoertuigen ingezet. Maar nooit zette een Rus voet op de maan. Na Armstrong richtten de Russen hun aandacht op Mars. Een beetje pro forma, want iedereen wist dat zo’n lange reis nog lang niet mogelijk was.

15 oktober 2020

Met de huidige technologie Is een maanlanding een lachertje. Maar Apollo 11 vloog naar de maan met een boordcomputer die minder rekenkracht heeft dan onze smartphones. Tot 1965 bestuurden de astronauten de capsule met control sticks, maar voor een maanlanding waren computers nodig. Een mens kon namelijk niet snel genoeg nieuwe posities berekenen. En de transmissietijd tussen de astronauten en het controlecentrum was te lang. Maar tot dan toe hadden computers de omvang van drie koelkasten. Daarvoor was geen plaats in de capsule. Voor het eerst werden daarom geïntegreerde circuits en chips gebruikt. Spitstechnologie, met een ROM-geheugen van 73 kilobytes. Maar op het cruciale moment van de landing raakte het geheugen van de boordcomputer overvol. De astronauten moesten het alsnog op hun gevoel doen.

De computers en hun codes waren misschien wel state of the art, de manieren om al die nieuwe technologieën te vervaardigen waren nog niet geautomatiseerd. Zo werd het geheugen van de computer met de hand ‘geweven’, alle 589.824 kabeltjes. Ook de ruimtepakken werden met de hand genaaid.

Kennis over en voor de aarde

De maanmissies leverden heel wat informatie op over zwaartekracht, stralingen, de chemische samenstelling van ruimtelichamen, etc. Daarnaast leidde het ruimtevaartonderzoek tot heel wat uitvindingen en kennis die ingezet werden op aarde, zoals gezondere babyvoeding en vuurbestendiger autobekleding.


Partner Content