Johan de Witt en Engeland

Ineke Huysman en Roosje Peeters (red.) en Jean-Marc van Tol (tekeningen)

Een bloemlezing uit zijn correspondentie

Catullus, Soest 2019

176 blz., ? 14,95 ISBN 978 94 924 0945 4

Fokke & Sukke en Johan de Witt komen elkaar tegen bij uitgeverij Catullus dankzij Jean-Marc van Tol. Hij richtte de uitgeverij op, tekent het populaire tweespan dat hij zelf op de markt brengt, maar heeft tevens een fascinatie voor Johan de Witt. Hij werkt aan een trilogie over de staatsman, het eerste deel, Musch, is al verschenen. In beide hoedanigheden, als uitgever en tekenaar, is hij dan ook betrokken geweest bij deze bloemlezing. Het onderwerp van de bundel nam, 25 jaar oud, het ambt van raadspensionaris waar en behield die functie twintig jaar lang. Juist in die periode speelde de Republiek de eerste viool in Europa. De vijandige jaloezie van buiten en de weerzin van binnen tegen zijn staatsgezinde politiek kwamen samen in 1672 toen de Republiek van vier zijden onder de voet gelopen dreigde te worden. Alle gram werd verhaald op Johan de Witt, het grauw slachtte hem af, samen met zijn broer Cornelis.

Het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en het Nationaal Archief hebben in Oxford 7.000 brieven uit de correspondentie van Johan de Witt laten digitaliseren. Het betrof brieven gericht aan de raadspensionaris en als zodanig vaak persoonlijker en informatiever dan louter formele. Daarvan zijn voor deze uitgave twintig brieven geselecteerd die betrekking hebben op de wisselvallige verstandhouding van de Republiek met Engeland. Ze worden in het origineel afgedrukt, getranscribeerd, in hedendaags Nederlands hertaald en in hun historische context geplaatst. Uiteraard is het beeld van de man en zijn tijd fragmentarisch, maar dat wekt wellicht appetijt om zich verder te verdiepen in een van de grootste Nederlandse staatslieden. Het boek biedt aldus een fraai verpakte introductie op een bijzondere, rijke bron.

Partner Content