Is het juist dat het Amsterdamse stadsbestuur ooit een ‘Rembrandt’ heeft geweigerd?

Rembrandt van Rhijn, De samenzwering van Claudius Civilis en de Batavieren, ca. 1661. (Nationalmuseum, Stockholm)

Nikki van Vleuten vraagt de redactie:

Ja, dat is juist. Het betreft hier het schilderij ‘De nachtelijke samenzwering van Claudius Civilis’, de eenogige leider van de Bataven die volgens de Romeinse geschiedschrijver Tacitus in het jaar 69 tijdens een nachtelijk feestmaal in een heilig bos zijn stamgenoten opriep in opstand te komen tegen hun onderdrukkers, de Romeinen.

In november 1659 kreeg Rembrandts voormalige leerling Govert Flinck van het Amsterdamse stadsbestuur opdracht twaalf schilderijen van vijf bij vijf meter te maken voor de imposante galerij rond de Burgerzaal van het nieuwe stadhuis op de Dam, dat in 1655 was ingewijd. Acht van deze doeken moesten gaan over de opstand van de Bataven, door Tacitus omschreven als de dappersten van alle overwonnen Gallische stammen. De symboliek met de Opstand tegen Spanje, onder Willem van Oranje, was duidelijk. Na de plotselinge dood van Flinck werd de opdracht onder drie anderen verdeeld: Jan Lievens, Jacob Jordaens en Rembrandt van Rhijn. Laatstgenoemde mocht de nachtelijke samenzwering van Civilis schilderen. In juli 1662 hing het doek in het stadhuis, maar twee maanden later was het verdwenen. Blijkbaar viel het bij de heren bestuurders niet in de smaak, omdat het met zijn groffe, eigenzinnige en impressionistische penseelstreek volkomen afweek van de in realistische en classicistische stijl geschilderde werken van Lievens en Jordaens.

Uiteindelijk zijn slechts vier doeken gerealiseerd waaronder, toch verrassend, de samenzwering van Civilis in het bos. Govert Flinck was daar namelijk in 1659 al aan begonnen, maar niet verder gekomen dan een schets. Zijn leerling Jürgen Ovens heeft het werk afgemaakt. Men kan wel raden wat Rembrandt moet hebben gedacht toen hij dit schilderij onder ogen kreeg. Wat er met het schilderij van Rembrandt daarna is gebeurd, is niet duidelijk. Waarschijnlijk heeft hij het meegenomen, in stukken gesneden en alleen het middengedeelte bewaard in de hoop het te kunnen verkopen. In 1734 werd het schilderij op een veiling gekocht door het echtpaar Kohl-Grill. In 1766 nam de familie het mee naar Zweden, waarna het in 1798 door Anna Grill geschonken werd aan de Koninklijke Zweedse Academie voor Schone Kunsten. Claudius Civilis hangt daar nog steeds in het museum in Stockholm waar hij wordt gekoesterd als een van de absolute topstukken van de collectie.

Meer weten?, google dan naar The Fate of Rembrandt’s Claudius Civilis.

Heeft u ook vragen?

Mail deze naar redactie@g-geschiedenis.eu

Partner Content