In het Surinaamse ‘paradijs’ John Gabriel Stedman
Hij was veelzijdig, opvliegend, maar ook sociaal bewogen, verbleef op veel plekken als soldaat, schreef (dag)boeken, leefde in de Surinaamse jungle en bewerkte de grond van zijn landhuis in Engeland. Onlangs verscheen een boeiende biografie over deze complexe persoonlijkheid, die het opnam voor slaven.
John Gabriel Stedman (1744-1797) was een zoon van Schotse ouders, maar leefde vanaf zijn geboorte in Dendermonde lange tijd in het huidige België en in Nederland. In zijn memoires schrijft hij dat zijn leven onfortuinlijk begon. Zijn eerste min viel boven op hem in slaap, de tweede liet hem vallen op een stenen vloer, de derde raakte met hem bedolven onder een instortende muur, terwijl zijn gezicht op driejarige leeftijd gehavend werd door schampschoten van een pistool. Hij leek voor galg en rad op te groeien als kleptomaan, bendeleider, bon vivant, gokker en drinker, op vele vrouwen verliefd en zich op vele plekken onmogelijk makend.
Hij schrijft alvast zijn eigen grafschrift
Net als zijn vader ging hij het leger in. Op 28-jarige leeftijd kwam hij met een expeditieleger op de Hillegonda Jacoba in Suriname aan, verwelkomd met saluutschoten. Aanvankelijk beschreef hij het groene Suriname als het paradijs, maar vier jaar later, bijna bezweken aan rode hond, malaria en dysenterie, schrijft hij dat het je ook ziek maakt. 90% van de bevolking bestond uit slaven; hij moest marrons (gevluchte slaven) uit het oerwoud terughalen (terwijl hij ze ’these poor, miserable, ill-treated people’ noemde). Hij werd meermalen in het binnenland gestationeerd, geplaagd door mampieren (kleine vliegjes), zandvlooien, bloedzuigende vleermuizen, huidaandoeningen en verdronk bijna in een moeras, zichzelf typerend als ’the forlorn Crusoe in his worst conditions’. Maandenlang was hij bedlegerig en de dood vrezend, schreef hij alvast zijn grafschrift: ‘Under this stone, lays the skin and bone, while the flesh was gone of poor Stedman…’ Gebruind door het buitenleven werd hij, aangezien voor een marron, bijna doodgeschoten. Hij vond niet dat slavernij afgeschaft moest worden, zoals enkele tijdgenoten, maar wel dat slaven goed behandeld moesten worden. Hij kocht zijn trouwe slaaf vrij en werkte aan een boek over Suriname: Narrative of a Five Years’ Expedition, against the Revolted Negroes of Surinam, over het leven op plantages, de ontberingen van slaven, de landsgeschiedenis, geografie, flora, fauna (beschrijvingen van 216 dieren en 120 planten), de bevolking en over zijn relatie met slavin Joanna, vijftienjarige mulattin, met wie hij zoontje Johnny kreeg. Toen hij na 4,5 jaar terugging naar Holland, weigerde ze mee te gaan, omdat hier op haar neergekeken zou worden.
Leven als God in Engeland
Stedman verbleef vervolgens als luitenant zeven jaar in Holland, schaatste, schilderde, maakte kijkkasten (diorama’s), vertoefde als kosmopoliet in hogere kringen en trouwde als 39-ja-rige met de zeventienjarige Adriana Wierts. De romanticus ondertekende zijn huwelijks-belofte met eigen bloed. Na de dood van Joanna liet hij zoon Johnny overkomen. Ze vertrokken naar Engeland, omdat John in de Schotse Brigade de Britse koning George III ging dienen. Ze verbleven aanvankelijk in wereldstad Londen, maar verhuisden later naar Tiverton (Devon), waar hij, niet in actieve dienst, een leven leidde als hereboer, pater familias en schrijver: ‘Ik woon hier op een heuvel in een prachtig, modern huis…’, schreef hij zijn zuster. Hij hield dagboeken bij, schreef essays, een komedie, een autobiografie en maakte zijn Surinaamse boek af. Dat werd meteen een succes in 1796, onder andere omdat de beschrijving van de wrede behandeling van slaven door sommige plantage-eigenaren een instrument werd in handen van abolitionisten. Het werd vanuit het Engels in het Nederlands en nog vier talen uitgegeven. Stedman verzorgde tachtig tekeningen, die door kunstenaars werden omgezet in gravures. Hoewel hij nog vier kinderen kreeg met Adriana, eisten de ’tropenjaren’ hun tol. Toen hij in 1793 gevraagd werd als majoor actief te gaan vechten tegen de Fransen, accepteerde hij, maar omdat hij te zwak bleek, ging hij in 1795 met pensioen. Begin 1797 werd hij, 52 jaar oud, om middernacht begraven met in zijn kist een haarlok van beide moeders van zijn kinderen.
Journalist Roelof Van Gelder schreef een prettig leesbare biografie, zeer gedetailleerd dankzij de vele geschriften die Stedman naliet, en passant een kijkje biedend in de maatschappelijke omstandigheden tijdens Stedmans leven en geïllustreerd met afbeeldingen, deels afkomstig van hemzelf.
BEZOEKTIP
Op 5 oktober opent in de Nieuwe Kerk in Amsterdam een grote Suriname-ten-toonstelling.
Te zien tot 2 februari 2020
Dichter in de jungle
John Gabriel Stedman 1744-1797
Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam 2018
398 blz., ? 34,99 ISBN 978 90 450 3272 6
G/Geschiedenis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier