Howard French hertekent de geschiedenis van de slavernij: ‘Afrika heeft het Westen gecreëerd’
Vergeet alles wat u denkt te weten over de afgelopen zes eeuwen. Met Born in Blackness schreef journalist Howard French een standaardwerk over de Trans-Atlantische slavenhandel. ‘Kolonialisme was geen beschavingsproject. Dat is totale onzin.’
Howard French neemt plaats in de statige lobby van Hotel Le Dixseptième, vlak aan het Brusselse Centraal Station. Vanuit het met antieke meubelen overladen interieur herinneren enkel de elektrische steps op de stoep ons aan het heden. ‘Excuus, ik heb door de jetlag weinig slaap gehad’, zegt hij. Het is hem niet aan te zien. Het komende anderhalf uur zal hij passioneel vertellen over hoe de Trans-Atlantische slavenhandel de wereldgeschiedenis in de plooi heeft gelegd.
French is zelf de nazaat van slaven. De grootmoeder van zijn grootmoeder was bezit van James Barber, de gouverneur van Virginia en een goede vriend van Thomas Jefferson. French’ familie heeft nog altijd grond in Virginia die het aan die periode heeft overgehouden. Voor The New York Times was hij correspondent in West-Afrika, de Caraïben en Latijns-Amerika. Al dertig jaar reist hij door wat hij ‘het hartland van de Trans-Atlantische slavenhandel’ noemt.
Met Born in Blackness herijkt French de traditionele manier waarop we naar geschiedenis kijken. Waar lange tijd Columbus’ ‘ontdekking’ van de Nieuwe Wereld in 1492 als het scharniermoment wordt aangeduid, presenteert French het jaar 1471 als het ware begin van de moderniteit. In dat jaar slagen Portugese kolonisten er als eersten in om een versterkte nederzetting te stichten in wat vandaag Ghana is. ‘In de klassieke geschiedschrijving leren we altijd dat Spanje en Portugal wanhopig op zoek waren naar een zeeroute naar Azië’, vertelt French. ‘Afrika wordt altijd voorgesteld als een soort obstakel, een landmassa waar ze omheen moesten varen om in Azië te raken. Maar tijdens het onderzoek voor dit boek stootte ik op dagboeken van Portugese ontdekkingsreizigers uit de vijftiende eeuw, waaruit bleek dat de Portugezen geobsedeerd waren door Afrika. Het is het enige waarmee ze op dat moment bezig zijn. Meer dan een eeuw lang hebben de Portugezen geprobeerd om voet aan de grond te krijgen in Afrika, in de hoop er bodemrijkdommen te ontginnen.
Europa was lang een tweederangsspeler in de wereldgeschiedenis. De Europese geschiedschrijving doet aan cherrypicking.
Waarom dachten de Portugezen die bodemrijkdommen in Afrika te vinden?
Howard French: Ze hadden in de veertiende eeuw verhalen gehoord van Mansa Moussa, de vorst van een koninkrijk dat Mali heette waar enorme hoeveelheden goud werden verhandeld. U moet begrijpen dat Portugal op dat moment een zeer arm en kwetsbaar koninkrijk was, dat voortdurend onder de voet gelopen dreigde te worden. Maar plots ontdekken de Portugezen goud in Elmina, in wat vandaag Ghana is, en ze stichten er een nederzetting. De drie volgende decennia probéren de Portugezen en Spanjaarden niet eens om Azië te bereiken.
Waarom is die nederzetting zo belangrijk?
French: Elmina verandert alles. Plotseling beschikt Portugal over de middelen om een gewichtige speler te worden op het Europese toneel. Door die ontdekking schieten de Spanjaarden wakker, en begint het Spaanse koningshuis ontdekkingsreizigers te financieren. Een van de ontdekkingsreizigers die steun krijgen, was de Italiaan Christoffel Columbus, die al jaren tevergeefs probeerde geld in te zamelen voor een expeditie om een zeeroute naar India te vinden via het westen. Het is pas door de ontdekking van goud in Elmina dat Columbus naar Amerika zal kunnen zeilen.
Wat hoopten de Spanjaarden met die ontdekkingsreizen te bekomen?
French: Europeanen hadden in die tijd nog primitieve ideeën over aardrijkskunde en geologie. Ze dachten dat goud per breedtegraad was verdeeld. Als er goud was in Elmina, zo was de gedachte, moest er dus op dezelfde breedtegraad ook goud te vinden zijn in het Westen. Het Spaanse koningshuis heeft Columbus niet gefinancierd omdat ze wilden bewijzen dat de aarde rond was. Ze hoopten dat hij onderweg een of ander eiland zou vinden waar ook goud te vinden zou zijn.
U benadrukt in uw boek voortdurend dat Afrika de ware motor is van de welvaart in het Westen.
French: Absoluut: Afrika heeft het Westen gecreëerd. Met ‘het Westen’ bedoel ik het condominium van West-Europese en Engelstalige landen in Noord-Amerika die rijk worden door de inzet van Afrikaanse slaven. Zonder die grootschalige arbeid van Afrikaanse slaven zou Europa er nooit in geslaagd zijn om van Amerika een welvarende, economisch ontwikkelde zone te maken. Amerika is het product van Afrikaanse arbeid. Tot 1820 zijn er vier keer zoveel Afrikanen de Atlantische Oceaan overgestoken als Europeanen. Zonder al die Afrikaanse arbeid zou het eeuwen geduurd hebben om al die rijkdom te vergaren, áls het Europa al ooit gelukt was. In de aanloop naar de vijftiende eeuw was Europa een tweederangsspeler in de wereldgeschiedenis. Tot dan kwamen de voornaamste wetenschappelijke doorbraken, intellectuele verwezenlijkingen of religieuze doctrines niet uit Europa. Het idee dat de rijkdom van de planeet in Europa geconcentreerd is, was tot de vijftiende eeuw ondenkbaar. (benadrukt) Ik zeg dat niet om jullie te beledigen. Ik beweer ook niet dat Europeanen geen capabele mensen zijn. Ik wijs er alleen op dat de Europese geschiedschrijving – net als geschiedschrijving overal ter wereld – aan cherrypicking doet.
Aanvankelijk waren de plaatselijke elites in West-Afrika absoluut niet geïnteresseerd in wat de Europeanen te bieden hadden.
French: Inderdaad, en dat was een wezenlijk probleem. Toen de Europeanen naar Afrika kwamen om slaven te kopen, wilden ze daarvoor geen Europese goederen aanvaarden. Ze wilden bijvoorbeeld niets weten van Europese kleren. Die was niet aangepast aan het klimaat en viel niet in de smaak, omdat ze niet beschikbaar was in de kleuren die de Afrikaanse elites mooi vonden. De Europeanen moesten textiel uit India importeren om handel te kunnen drijven.
Waarom duurt het tot de negentiende eeuw voor de Europese landen Afrika koloniseren?
French: We hebben de neiging om het heden op het verleden te projecteren. We gaan ervan uit dat Europa altijd al wetenschappelijk en militair superieur was. Dat is niet zo. De Portugezen ontdekten al snel dat ze de middelen en de technologie niet hadden om hun wil op te leggen aan de Afrikaanse volkeren die ze tegenkwamen. Er zijn tal van Portugese reisverslagen uit de jaren 1430 en 1440 die beschrijven hoe de Portugese ontdekkingsreizigers teruggeslagen worden door vloten vol zwaarbewapende Afrikaanse soldaten. (Op dreef) Er was op dat moment geen al te groot technologisch verschil tussen de Portugezen en de samenlevingen die toen aan de Afrikaanse westkust bestonden. De Europese musketten en haakbussen maakten nauwelijks indruk op die volkeren. En dus begrepen de Portugezen al snel dat het veel voordeliger was om in diplomatieke relaties te investeren en op gelijke voet handel te drijven. Pas wanneer de Europese wapens in de negentiende eeuw betrouwbaarder worden, slaagden de European erin om hun wil op te leggen.
Dat de Arabieren ook aan slavenhandel deden, verklaart niet waarom Europese landen 12 miljoen Afrikanen hebben gedeporteerd.
Waarom hadden de Afrikaanse samenlevingen geen antwoord op die westerse dreiging?
French: U moet eerst en vooral begrijpen dat er in die tijd geen sprake was van ‘Afrikanen’. De verschillende maatschappijen die toen in Afrika bestonden, hadden niet het idee dat ze onderling een speciale band hadden. Het kwam nooit in hen op dat ‘de Afrikanen’ zich moesten verdedigen tegen ‘de Europeanen’. Dat is geen particulier Afrikaans verschijnsel. Vergelijk het met de kolonisatie van Amerika. Ook daar hebben de oorspronkelijke bewoners nooit het idee gehad dat ze ‘native Americans’ waren. De Inca’s en de Azteken hebben nooit bedacht dat ze moesten samenwerken om niet onder de voet gelopen te worden. De enige plek waar dat wel is gebeurd, is Japan. Daar groeit in de negentiende eeuw het besef dat er zoiets bestaat als Europeanen, en dat die Europeanen een bedreiging vormen omdat ze militair superieur zijn. En dus proberen de Japanners de andere Aziatische landen te overtuigen om zich als Aziaten te verenigen tegen die blanken uit Europa. En weet u wat er dan gebeurt? Alle andere Aziatische landen verklaren de Japanners voor gek, want zij vinden zichzelf Koreanen, Chinezen of Vietnamezen.
U besteedt een aanzienlijk deel van uw boek aan de geschiedenis van de suikerteelt. Waarom is die zo belangrijk?
French: Hebt u nog iets te doen vandaag? Ik kan hier úren over praten. (schraapt de keel) Suiker heeft een revolutie veroorzaakt in de wereldgeschiedenis. Voor de zestiende eeuw was kristalsuiker een extreem duur luxegoed in Europa. Dat verandert wanneer de Portugezen in 1493 een nederzetting op het eiland São Tomé stichten, een vulkanisch eiland met enorm veel regen dat zich perfect leent voor de suikerteelt. Op São Tomé wordt de plantage uitgevonden. Het is het begin van de grootschalige slavenhandel die de komende eeuwen zal tekenen.
Suikerproductie gaat altijd en overal gepaard met slavernij, dwangarbeid of uitbuiting, omdat het uitzonderlijk zwaar en onaangenaam werk is. Suikerriet groeit alleen in broeierige omstandigheden met veel regen. De bladeren zijn messcherp, je moet het dicht op elkaar planten om rendement te behalen, en je moet voortdurend bemesten om te voorkomen dat de bodem uitgeput geraakt. Het is werken in de hitte, in streken waar muggen tropische ziektes verspreiden, terwijl je handen en voeten constant worden opengereten en in contact komen met meststoffen. Niemand heeft ooit vrijwillig aan suikerteelt gedaan.
En toch wordt suiker de economische motor van de Europese grootmachten.
French:(knikt) Tegen het einde van de zestiende eeuw verdient Portugal op jaarbasis meer aan de verkoop van suiker dan Spanje met het goud en zilver dat het uit Zuid-Amerika steelt. Het economische succes van de kolonies was altijd gebaseerd op landbouwproducten. Tussen 1570 en 1790 is suiker het belangrijkste handelsgoed ter wereld. Van 1790 tot het einde van de negentiende eeuw is het katoen. Beide worden op plantages geteeld, door massale slavernij.
U linkt de verspreiding van suiker aan het ontstaan van de hedendaagse Europese democratie. Hoe komt u daarbij?
French: Alles verandert wanneer in 1750 het eerste koffiehuis wordt geopend, in Oxford. Koffie wordt al snel immens populair, omdat het zoet kan worden gemaakt met suiker. Koffie transformeert het politieke leven. Plotseling zitten burgers in koffiebars in plaats van in bierhuizen. In plaats van dronken te worden en tegen elkaar te schreeuwen, zijn ze alerter en gaan ze praten over de politieke actualiteit. Het is de geboorte van de journalistiek, en van wat Jürgen Habermas ‘de sociale sfeer’ noemt.
Het zorgt ook voor een revolutie in de industrie. Tot op dat moment was het in Europa heel moeilijk om in te schatten of water drinkbaar was. Mensen hadden geen benul van microben, maar hadden wel al gemerkt dat je van bier misschien wel een kater kon krijgen maar geen dysenterie. Tijdens de werkdag dronken mensen tot op dat moment dus bier. U kunt zich voorstellen dat zoiets geen optimaal effect had op de kwaliteit van het werk dat ze leverden. Door de verspreiding van suiker beginnen mensen koffie te drinken. Europeanen kunnen plots langer en harder werken. Dat draagt op zijn beurt bij aan de wetenschappelijke en militaire vooruitgang. Dankzij suiker is Europa het rijkste deel van de wereld geworden. (pauzeert) Ik beweer niet dat een stelletje Afrikanen dit allemaal op voorhand heeft bedacht. De Afrikanen die op de plantages zwoegden, hadden niet het idee dat ze in Europa democratie aan het stichten waren. Maar het is wel de vrucht van hun arbeid die dit allemaal mogelijk heeft gemaakt. Ik zeg niet dat Europa zonder hun inspanningen nooit gedemocratiseerd zou zijn, (slaat op de tafel) maar de zaken zijn nu eenmaal zo gelopen, en dus hoort dat verhaal verteld te worden.
Het AfricaMuseum in Tervuren lijkt me een symbolische voorstelling van het proces dat de Belgische samenleving momenteel doormaakt.
U bezocht gisteren het AfricaMuseum in Tervuren. Hoe was dat voor u?
French:(wikt zijn woorden) Het museum lijkt me een symbolische voorstelling van het proces dat de Belgische samenleving momenteel doormaakt. Net als veel andere Europese landen is België zijn eigen geschiedenis onder ogen aan het zien. De weg naar een beter begrip van de eigen geschiedenis is lang en traag. Het museum is nog niet op het punt waar het uiteindelijk moet raken, maar het is op de goede weg.
Hoe ziet dat eindpunt eruit?
French: Uiteindelijk moet elke Europese samenleving erkennen dat de koloniale heerschappij ondubbelzinnig immoreel was. Het eindstation moet zijn dat iedereen snapt dat er geen enkel moreel argument is voor kolonialisme. Elk moreel argument pro koloniale heerschappij is een rationalisering achteraf, die dient om de eigen wandaden goed te praten.
Geeft u eens een voorbeeld.
French: In veel voormalige koloniale machten hoor je het argument dat kolonialisme een beschavingsproject was. Dat Europa het beste voorhad met de Afrikaanse bevolking. Het is totale onzin. De onderliggende redenering is altijd dat kolonialisme geen negatief verhaal mag zijn.
Een vaak gehoord argument is dat Europa de slavernij heeft beëindigd.
French:(glimlacht) Dat is de meest verschrikkelijke versie van dat argument. Europese landen konden de slavernij maar beëindigen omdat ze ze zelf gecreëerd hadden.
Heeft Europa de slavernij wel gecreëerd? Slavernij bestond al op het Afrikaanse continent.
French: Slavernij komt overal en over de hele menselijke geschiedenis voor. Maar er is een enorm verschil tussen de slavernij die in Afrika bestond en de slavernij die de Europeanen hebben ingevoerd. In de toenmalige samenlevingen in Afrika waren slaven doorgaans krijgsgevangenen die gaandeweg geassimileerd werden. (nadrukkelijk) Dat maakt die Afrikaanse versie van slavernij niet minder moreel verwerpelijk, maar het is op geen enkele manier te vergelijken met de chattel slavery die de Europeanen hebben ingevoerd. Bij chattel slavery waren slaven het wettelijke bezit van hun eigenaar. In de kolonies was slavernij raciaal bepaald en transgenerationeel. Het volstond om de verkeerde huidskleur te hebben om tot slaaf te worden gemaakt. Zodra je een slaaf was, waren al jouw nazaten tot in het oneindige ook slaven. Dat wisten Afrikanen niet. Er waren geen Afrikanen die naar de Nieuwe Wereld reisden om verslag te doen. Ze konden zich letterlijk niet voorstellen hoe het er toeging. Dat besef drong pas door in de negentiende eeuw, toen Afro-Brazilianen begonnen deel te nemen aan de slavenhandel en zo verhalen verspreidden over de toestanden op de plantages.
Ook in de Arabische wereld was slavenhandel wijdverbreid.
French:(grijnst) Na werkelijk élke lezing krijg ik dat argument te horen: en de Arabische slavenhandel dan? Als tegenargument is dat totale nonsens. Dat de Arabieren ook aan slavenhandel deden, verklaart niet waarom Europese landen meer dan twaalf miljoen Afrikanen hebben gedeporteerd om op plantages te werken. (hoofdschuddend) Het dient enkel om de aandacht af te leiden van de misdaden die Europeanen hebben begaan.
Begrijpt u het ongemak bij voormalige kolonisatorlanden om over koloniale geschiedenis te praten?
French: Natuurlijk, het is een normale menselijke reflex. Geen cultuur ter wereld is graag masochistisch. Niemand wil het kwaad van zijn eigen verleden onder ogen zien. Mensen hebben overal ter wereld de neiging om deugdzaamheid te zien in hun eigen verleden. Maar finaal moet je het verleden onder ogen zien, en kun je enkel concluderen dat de koloniale grootmachten misdaden hebben begaan.
Vindt u het vreemd om in Brussel rond te lopen en Leopold II nog steeds als standbeeld te zien?
French: Nee. Het maakt deel uit van het proces waarbij je met je eigen verleden leert omgaan. Dat is een pijnlijk proces, dat altijd voor ophef zorgt. In het Verenigd Koninkrijk zijn er tegenwoordig ministers die zeggen dat Britten zich niet hoeven te schamen voor hun koloniale verleden. Dat zijn achterhoedegevechten. Ik heb er veel – maar niet alle – vertrouwen in dat Europese samenlevingen beetje bij beetje die stap zullen zetten.
Vindt u dat die standbeelden weg moeten?
French: Het is niet aan mij om te zeggen hoe Belgen met dat standbeeld moeten omgaan. Belgen zullen de confrontatie met hun verleden zelf moeten aangaan. Ik hoop dat mijn boek daartoe kan bijdragen. Maar finaal is het jullie beslissing.
Howard French was in Brussel op uitnodiging van de Vrije Universiteit Brussel.
Howard French hertekent de geschiedenis van de slavernij: ‘Afrika heeft het Westen gecreëerd.’
– 1957 geboren in Washington
– Correspondent voor The New York Times in o.a. West- en Centraal-Afrika, de Caraïben, Japan en China
– 2005-2008 columnist voor The International Herald Tribune
– 2008-vandaag professor aan Columbia University Graduate School of Journalism
– 2017 publiceert Everything under the Heavens
– 2021 publiceert Born in Blackness