Historica Katja Hoyer: ‘De stichters van de DDR waren stalinistischer dan Stalin’
Communistische leiders wisten zich geen blijf met de DDR. ‘Paranoia regeerde de DDR.’
‘Ik heb niet veel herinneringen aan de DDR’, zegt de Duitse historica Katja Hoyer, die vijf was toen de Duitse Democratische Republiek in 1990 voorgoed van de wereldkaart verdween. ‘Maar één moment staat wel in mijn geheugen gegrift. Zaterdag 7 oktober 1989 vierde de “staat van arbeiders en boeren” haar 40e levensjaar. Het was een feestdag en wij gingen op uitstap naar Oost-Berlijn. We beklommen de Fernsehturm aan de Alexanderplatz en ik keek door de panoramische ramen naar de straten diep onder ons. Ik zag krioelende mensen, net mieren. Overal stonden Matchbox-achtige politieauto’s en ik riep: “Papa! Zo veel politie!” Mijn vader werd lijkbleek. Hij herkende de gepantserde voertuigen van de paramilitaire Volkspolizei. De mierenmensen waren demonstranten. Er hing geweld in de lucht. “We moeten hier weg”, zei hij. Ik wilde niet, tierde, maar hij trok me de lift in. In onze witte Trabant reden we met een rotvaart naar huis.’
Voor uw boek sprak u met DDR-burgers van verschillende generaties. Was het moeilijk om ze over het verleden aan de praat te krijgen?
Katja Hoyer: Dat kostte flink wat moeite. Het is makkelijk om een oude DDR-opposant tot een interview te verleiden, of iemand die het land ontvluchtte. Maar een doorsnee DDR-burger zegt al snel: ‘Ik leidde een saai leven en heb niets te vertellen.’ Burgers die met het regime samenwerkten, hielden de boot al helemaal af.
U sprak uitgebreid met Egon Krenz, de laatste leider van de DDR. Hij gaf het bevel om niet op demonstranten in het grensgebied te schieten, en maakte zo mee de val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989 mogelijk. Is Krenz de begrafenisonder-nemer van de DDR?
Hoyer: Hij werd dat tegen wil en dank, ja. (lacht) Van januari 2000 tot december 2003 zat hij een gevangenisstraf uit voor zijn medeverantwoordelijkheid aan het ‘Schießbefehl’ aan de DDR-grenzen. Hij mijdt alle aandacht, waardoor het niet eenvoudig was hem te traceren. Uiteindelijk vond ik zijn postadres en schreef hem een ouderwetse brief.
Krenz is hoogbejaard, maar hij heeft een olifantengeheugen. Hij spitte feilloos data en feiten op en vertelde ze alsof hij er zelf niet bij betrokken was, maar ze van een afstand observeerde. In 1989 voelde hij zich door Michail Gorbatsjov, president van de toenmalige Sovjet-Unie, met een dolk in de rug gestoken. De verbittering over dat ‘verraad’ is bij Krenz springlevend.
Vandaag beschouwen ook veel Russen, onder wie de huidige president Vladimir Poetin, Gorbatsjov als een verrader.
Hoyer: Zeker. In de laatste jaren van de Sovjet-Unie droogde het geld snel op, waardoor het hele systeem op instorten stond. Met een figuur als Poetin aan de macht had het einde van de DDR er wellicht minder vreedzaam uitgezien.
U beschrijft hoe de Duitse bevolking vlak na de oorlog als dieren leefde.
Hoyer: Alle basisvoorzieningen waren in 1945 vernietigd. Er was geen infrastructuur en alle bestuursniveaus waren weg. Zowel in Oost als West snakten de burgers naar stabiliteit, medische verzorging, zuiver water.
De West-Duitse kanselier Konrad Adenauer slaagde er met de hulp van het Amerikaanse Marshallplan relatief snel in om de ergste noden te lenigen. Ik ben ervan overtuigd dat veel Oost-Duitsers zich in de beginjaren met de DDR hadden kunnen verzoenen als het regime net als in West-Duitsland voor stabiliteit had gezorgd. Adenauer gedroeg zich als een autocraat, maar dat kon de West-Duitsers niet veel schelen. Hij hielp hen tenminste hun leven op orde te krijgen. Na twaalf jaar dictatuur was hun voornaamste prioriteit niet stemrecht of vrijheid van meningsuiting. Die thema’s werden in de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) pas eind jaren vijftig belangrijk.
Het gebrek aan basisvoorzieningen leidde in de DDR op 17 juni 1953 tot oproer. Mensen legden het werk neer en kwamen massaal de straat op. De opstand verplichtte partij- en staatsleider Walter Ulbricht tot economische hervormingen. Tezelfdertijd draaide hij de bankschroeven aan voor politieke tegenstanders en opposanten. Hij investeerde extra in leger, politie en de geheime dienst Stasi.
Jozef Stalin was geen voorstander van de DDR, schrijft u. Hij wilde een Oost-Duitsland dat zo snel mogelijk met de BRD herenigde.
Hoyer: Veel collega-historici zijn het wellicht niet met mij eens. Toch blijkt uit een aantal bronnen dat Stalin met lange tanden aan het DDR-avontuur begon. Oost-Duitsland behoorde niet tot zijn invloedssfeer, kostte hem te veel geld en leverde te veel kopzorgen. Hij riep de DDR-leiders continu in Moskou op het matje: ze moesten de woorden ‘communisme’ en ‘socialisme’ vermijden. Hij bleef herhalen dat hij een vreedzaam Duitsland wilde dat geen bedreiging vormde voor de Sovjet-Unie.
Onder druk van Stalin schreef de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED) in 1949 een grondwet voor een federale staat die een kopie was van de West-Duitse. Er was plaats voor andere politieke partijen en er waren vijf Länder met in theorie eigen bevoegdheden, wat haaks stond op het centraal aangestuurde communisme. Lang hield die blauwdruk niet stand: in 1952 volgde een grondige bijsturing en verdwenen de Oost-Duitse Länder in de plooien van de geschiedenis.
De Duitse communisten die na de Tweede Wereldoorlog de DDR stichtten, waren stalinistischer dan Stalin?
Hoyer: Na de machtsovername door Adolf Hitler vluchtten negen leden van het politburo van de Duitse communistische partij naar Moskou. Aan het einde van de oorlog leefden er nog twee: Walter Ulbricht en Wilhelm Pieck. De anderen waren gestorven in een strafkamp of geëxecuteerd tijdens Stalins ‘Grote Zuivering’. Pieck werd de eerste ceremoniële president van de DDR, terwijl Ulbricht als secretaris-generaal van de SED de échte DDR-leider was. Pieck en Ulbricht hadden alle zuiveringen overleefd omdat ze de meest loyale volgelingen van Stalin waren. Als machthebbers moesten ze ook voortdurend hun trouw aan de Sovjetdictator bewijzen.
Walter Ulbricht was niet echt een charismatische leider?
Hoyer: Door een ziekte had hij een rare falsetstem. Gesprekspartners keek hij nooit in de ogen. De meeste moderne politieke leiders komen uit de middenklasse en studeerden aan universiteiten. Ulbricht stamde uit de arbeidersklasse en was van opleiding timmerman. Hij sprak de taal van een arbeider.
Ulbricht was een harde stalinist, maar tegelijk kon hij pragmatisch zijn. Toen de planeconomie begin jaren 1960 een complete ramp dreigde te worden, stopte hij de socialistische ideologie resoluut in de diepvriezer en lanceerde hij het ‘Neuen Ökonomischen System’. Voortaan werd een milde vorm van kapitalisme getolereerd. Veel communistische scherpslijpers in de SED namen Ulbricht dat kwalijk. Maar hij zette door, in de eerste plaats om zo zijn eigen positie veilig te stellen.
Oost-Duitsers konden wel jarenlang probleemloos de grens naar West-Duitsland oversteken?
Hoyer: De grens tussen beide Duitslanden was tot 1952 open. Toen sloeg Stalin in paniek en beval hij Ulbricht de grenzen te sluiten. Niet omdat steeds meer burgers de DDR verlieten, maar omdat het Westen aan het remilitariseren was.
De grens in Berlijn bleef zelfs tot in 1961 open, tot aan de start van de bouw van de Muur. Tussen 1952 en 1961 kon je dus van om het even waar in de DDR naar Oost-Berlijn reizen, en vervolgens naar West-Berlijn wandelen. Daar kon je dan de trein nemen naar de BRD. Miljoenen mensen volgden dat traject.
In de nacht van 12 op 13 augustus 1961 werden in Berlijn in het grootste geheim de eerste versperringen opgetrokken die in de maanden en jaren erna zouden uitgroeien tot de Muur. Getuige Gerda Langosch was 28 in 1961 en ze woonde met haar man in de Kieler Straße in Oost-Berlijn. Op de ochtend van die 13e augustus hoorde ze op de radio het schokkende nieuws: de SED was begonnen met het optrekken van een ‘antifascistische beschermingsmuur’ tussen West- en Oost-Berlijn. Ze keek door het raam en zag Friese ruiters. Niet veel later verrees er een echte muur, met wachttorens en schietgrage soldaten.
Minstens 140 mensen lieten het leven aan de Muur, al is er zoveel jaren na de val nog altijd geen duidelijkheid over het juiste aantal. De meeste doden vielen tussen 1961 en 1966, toen de muur in opbouw was. Daarna werd vluchten zo goed als onmogelijk.
Wat was de rol van de Stasi, die in maart 1950 werd opgericht?
Hoyer: Alle staten hebben hun staatsveiligheid, de oprichting van de Oost-Duitse variant was dus niet zo ongewoon. Alleen bouwde Erich Mielke ‘zijn’ Stasi uit tot een immens repressief apparaat. De hoogbegaafde Mielke legde dossiers aan over iedereen, óók over trouwe apparatsjiks. Hij hield zelfs een dossier bij over Erich Honecker, Ulbrichts opvolger.
Mielke was door de KGB getraind tot Sovjetterrorist. Hij vermoordde eigenhandig twee Duitse politieagenten tijdens de Weimarrepubliek. Hij groeide tijdens de Eerste Wereldoorlog op in extreme omstandigheden in een arbeidersbuurt in Berlijn, waar hij zich ontpopte als communistische hardliner.
Als baas van de Stasi was Mielke wreed en genadeloos. In het kielzog van Stalin organiseerde hij zuiveringen. Hij sloot politieke gevangenen op in een cel zo groot als een telefoonhok. Ze konden amper zitten en niet liggen. Tot boven hun enkels stonden ze in het water. De meeste gevangenen kraakten en vertelden alles waarvan ze dachten dat Mielke het graag zou horen.
De DDR werd geregeerd door angst?
Hoyer: Vooral paranoia regeerde het land. De beroemde zanger en dissident Wolf Biermann verhuisde in 1953 doelbewust van Hamburg naar de DDR. Hij was amper 16 en communist. Maar ‘het beloofde land’ werd een koude douche en het duurde niet lang voor Biermann kritiek begon te spuien. Jarenlang reisde hij heen en weer tussen Oost en West en begin jaren 1970 gaf hij grote interviews aan bladen als Der Spiegel. Hij vertelde dan steevast dat hij een superster was in de DDR. Alleen was dat een leugen. Supersterstatus kreeg hij nadat het DDR-regime hem in 1976 naar het Westen had verbannen: toen pas vervelde hij in Oost-Duitsland van obscure singer-songwriter tot martelaar. Had het regime Wolf Biermann met rust gelaten, dan was hij nooit uitgegroeid tot het icoon dat hij nu is.
Aan het eind van de jaren 1960 runde Erich Mielke met zijn Stasi een staat binnen de staat, met gerekruteerde burgers die andere burgers continu in de gaten hielden. Toch zorgde dat systeem voor minder angst dan velen nu denken. De meeste getuigen vertelden: ‘We groeiden ermee op en leerden ermee leven.’ Want meestal deed de Stasi niets met de verzamelde informatie. Het spioneren alleen volstond om burgers in het gareel te houden.
Mijn vader was piloot bij de luchtmacht, waar hij aan gevoelige radiotechnologie werkte. De Stasi probeerde hem te ontmoedigen om met mijn moeder te trouwen, want zij had te veel familie in het westen. Regelmatig gaven ze mijn vader te verstaan dat ze zijn schoonfamilie in de gaten hielden: ‘Weet u dat de vader van uw verloofde naar Hamburg reisde?’ Natuurlijk wist hij dat, zijn schoonvader had daar alle reisdocumenten voor. Onlangs vroeg ik hem wat al die Stasi-intimidatie met hem deed. ‘Niet veel’, zei hij. ‘Ze hadden niets in handen en wij deden niets verkeerds.’
Uw vader en uw moeder trouwden toch?
Hoyer: Ja, met als consequentie dat mijn vader weggepromoveerd werd. Bizar genoeg kreeg hij de leiding over een militaire luchthaven. Hij heeft zich daar uitstekend geamuseerd.
Katja Hoyer, Achter de muur, Oost-Duitsland 1949-1990, Querido, 492 blz., 34,99 euro.
Katja Hoyer
Geboren in 1985.
Studeerde geschiedenis aan de Friedrich Schiller Universität in Jena. Als historisch onderzoeker verbonden aan King’s College, Londen.
Onderzoekt aan het Londense King’s College het Duitsland van de 19e en 20e eeuw.
Schrijft voor The Spectator, Die Welt en The Washington Post.
Debuteerde in 2021 met Blood and Iron, the Rise and Fall of the German Empire.