Groot Vlaams Wielerwoordenboek

Michel Wuyts en Ann De Craemer

Polis, Antwerpen 2018

220 blz., ? 19,90 ISBN 978 94 631 0255 1

Rennersretoriek

Vlaanderen mag zich opmaken voor de organisatie van het honderdste wereldkampioenschap wielrennen, in 2021. Een meer dan terechte beslissing. Geen streek ter wereld heeft zovele wielerhelden én commentatoren voortgebracht die met kennis van zaken, vindingrijkheid, verbeeldingskracht én enthousiasme de dramatiek van de koers wisten te beschrijven: Karel Van Wijnendale, Jan Wauters, Rik Vanwalleghem en Michel Wuyts nu, elk op hun eigen virtuoze manier. Dat Vlaamse wielerjargon telt heel wat Franse leenwoorden: van de onderdelen van een fiets (derailleur, rustinneke…) tot een chasse patate, eruit bonjouren, à bloc rijden… Hoe kan het anders? Die uit de Vlaamse klei opgetrokken volksjongens wroetten zich hogerop met labeur op de fiets. Ze konden uren het grote mes draaien, er een snok aan geven op hun kaske en in het zicht van de vod nog verdapperen. En gevraagd om een reactie floepte uit die afgepeigerde lichamen een dialectuitdrukking die ook tot het onnavolgbare, unieke en amusante wielerwoordenboek ging behoren. Voor de talrijke Nederlandse wielerliefhebbers die op de VRT afstemmen, is dit boek een prettig leesbaar hulpmiddel om alle finesses van Wuyts’ commentaar te begrijpen. Ann De Craemer, taalcolumniste bij De Morgen, speelt met betekenissen, woorden en lettergrepen zoals Sagan met de pedalen. Haar mooiste: ‘Wie in de boter trapt rijdt zelden zuivel’. Michel Wuyts heeft als levende wielerencyclopedie meer fond en voert bij elke uitdrukking een kabinetstukje op: een uit het peloton gegrepen scene die de uitdrukking verheldert. Zijn mooiste: het portret van Marianne Vos. Een vrouw en een Nederlandse begot. Het bewijst dat Wuyts een connaisseur is.

Partner Content