Een manifest voor nu
Het Communistisch Manifest fascineert lezers van nu veel sterker dan indertijd het geval was. Marx en Engels beschreven een wereld waarin wij ons beter dan ooit herkennen.
De grote gehoorzaal van de Friedrich-Ebert-Stiftung in Berlijn is op 4 december 2017 tot op de laatste stoel gevuld. Opvallend veel jongeren zijn op een discussie afgekomen die aan een filosoof van twee eeuwen geleden gewijd is: ‘Wat heeft Marx ons nog te zeggen?’ Centraal staat daarbij niet zozeer Marx’ magnum opus Het Kapitaal als wel diens veel dunnere Communistisch Manifest.
Dit werkje, dat Karl Marx eind 1847, begin 1848 in opdracht van de Bond der Communisten schreef, geeft in hoofdzaak een pakkende samenvatting van de wereldgeschiedenis, gezien als opeenvolging van klassenconflicten. Het stelt dat ‘onderdrukker en onderdrukte’ sinds mensenheugenis tegenover elkaar staan, of dat nu vrijen en slaven of vorsten en lijfeigenen zijn. In het kapitalisme heeft deze door uitbuiting gekenmerkte verhouding een nieuw, apocalyptisch niveau bereikt. Door een steeds heviger concurrentiestrijd concentreert de rijkdom zich in handen van enkelen, terwijl steeds meer mensen gedwongen zijn hun arbeidskracht onder precaire voorwaarden te verkopen. Marx schrijft : ‘De hele maatschappij splitst zich meer en meer in twee grote, aan elkaar tegenoverstelde klassen: bourgeoisie en proletariaat.’
En dat kan niet lang meer goed gaan, is de overtuiging van Marx: weldra zullen uitgerekend de verarmde en onderdrukte proletariërs de macht overnemen, het privébezit van de productiemiddelen afschaffen en het communisme invoeren.
Als je naar de publicatiedatum van het geschrift kijkt, vlak voor het uitbreken van de revolutie van 1848, in februari in Frankrijk en een maand later in Duitsland, dan zou je in de veronderstelling kunnen zijn dat het Communistisch Manifest was ingeslagen als een bom, maar niets is minder waar. ‘Het Communistisch Manifest was niet bedoeld voor het nageslacht en ook niet voor een breder publiek,’ schrijft Marx-biograaf Gareth Stedman Jones. Het verscheen in kleine oplage en wilde de Communistische Bond van een programmatische grondslag voorzien. Het publiek nam er nauwelijks notie van, al was het maar omdat haast niemand Marx al kende.
Pregnant als een goed vers: Marx wikt ook zijn zinsaccenten
Dat zo velen na de dood van Marx alsnog wegliepen met het manifest komt ook doordat het zo bondig en begrijpelijk geschreven is. Terwijl veel passages van Het Kapitaal ingewikkeld en abstract zijn, nestelt het Manifest zich met pakkende zinnen in het geheugen: ‘De proletariërs hebben niets te verliezen behalve hun ketenen. Ze hebben een wereld te winnen.’ Aan de enige overgeleverde bladzijde van het handschrift valt zelfs af te lezen dat Marx zich bij zijn wijzigingen nadrukkelijk ook door het woord- en zinsaccent liet leiden.
Het Manifest is een teamprestatie, want ook opmerkingen van Marx’ vrouw Jenny zijn op het blad papier te vinden. Engels wist de Communistische Bond ertoe te brengen het werk in opdracht te geven. Bovendien gaven zijn ‘Grondslagen van het communisme’ het Manifest zijn vraagen-antwoordstructuur. Of hij ook meeschreef aan de tekst is onderwerp van discussie.
Z’n uiteindelijke populariteit dankt het manifest natuurlijk vooral aan de inhoud. Marx beschrijt hier een kapitalisme dat op dat moment nog in een pril stadium verkeerde, maar voor ons heel herkenbaar is. ‘De voortdurende ingrepen in de productie, de ononderbroken aantasting van alle maatschappelijke verhoudingen’ – dat is toch digitalisering en industrie 4.0? En ‘de bourgeoisie heeft door de exploitatie van de wereldmarkt de productie en consumptie van alle landen op kosmopolitische leest geschoeid’? De huidige globalisering ten voeten uit! ‘De intellectuele voortbrengselen van de afzonderlijke naties worden gemeengoed,’ lees je bij Marx en je ziet Lady Gaga van Taiwan tot in Californië concerthallen in extase brengen.
Anderzijds valt er tegen het Manifest ook het nodige in te brengen. Waarom kan een arbeider zich slechts voor een revolutie inzetten? Zou iets meer keuzevrijheid niet fijn zijn? Ook blijft vaag hoe het communisme er precies uitziet en hoe het ingevoerd kan worden. Marx’ voorspelling dat het kapitalisme tot een snelle verpaupering van het grootste deel van de bevolking zou leiden, is niet uitgekomen. En de crises die hij in zijn analyse betrekt, zoals de opstand van de Silezische wevers in 1844, kun je inderdaad als eerste crises van het kapitalisme duiden – maar ook als de laatste hongeropstanden in een pre-industriële, agrarische maatschappij.
Toch blijven de vragen waar Marx een antwoord op zocht prangend. Hoe kan het dat er in een wereld van overvloed armoede bestaat? Hoe kan de winst uit een industriële productie eerlijk verdeeld worden? Dát maakt dat het Manifest ook 170 jaar na publicatie ervan nog niets aan actualiteit ingeboet heeft.
MEER WETEN? p>
Karl Marx, Friedrich Engels, Gareth Stedman Jones (inleiding): The Communist Manifesto. Penguin Classics 2002 p>
Karl Marx, Friedrich Engels, Het Communistisch Manifest, vertaling Hans Driessen. Vantilt 2015 p>
G/Geschiedenis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier