De Zuid-Amerikaanse ballingschap van Auschwitz-arts Joseph Mengele
In De verdwijning van Josef Mengele, de vrucht van een drie jaar durend onderzoek, reconstrueert de Franse schrijver Olivier Guez de Zuid-Amerikaanse ballingschap van nazidokter Joseph Mengele. ‘Hij was geen “monster” – die verklaring voor zijn daden is té gemakkelijk.’
Met La disparition de Josef Mengele, waarvan de Nederlandse vertaling nu uit is, won Olivier Guez vorig jaar de prestigieuze Franse Prix Renaudot. In 2015 was zijn scenario voor de film Der Staat gegen Fritz Bauer – over de Joodse procureur-generaal die een grote rol speelde in de opsporing van SS-topman Adolf Eichmann in Argentinië – al bekroond in Duitsland. En daarvoor had een verblijf in Berlijn al geresulteerd in L’impossible retour, een boek over de Joodse cultuur in Duitsland na 1945. ‘Mijn werk speelt zich telkens weer af in het milieu dat ik het beste ken’, zegt hij. ‘Ik kom uit een Joodse familie in Straatsburg, maar ben een kind van veel culturen. Mijn moeder komt uit de Elzas, mijn vader uit Tunesië, en de stad waar ik opgroeide ligt vlak bij Duitsland. Hier kun je je goed inbeelden hoe Duitse steden er voor de oorlog uitgezien moeten hebben.’
Mengele heeft het einde gekregen dat bij hem paste: twintig jaar lang was hij geobsedeerd door de gedachte dat hij vermoord of ontvoerd zou worden.
‘Toen ik aan De verdwijning van Josef Mengele begon, wilde ik geen historisch werk schrijven. Wel een roman’, legt Guez uit. ‘Waarom de Europese beschaving zichzelf vernietigd heeft, met twee wereldoorlogen en 85 miljoen doden: dat is voor mij hét mysterie van de twintigste eeuw. En van dat mysterie is Josef Mengele het symbool. De marteldokter van Auschwitz, geboren op 16 maart 1911, was geen idiote bruut. Nee, hij had een dubbel doctoraat behaald, hield van klassieke muziek, van literatuur. Zijn eerste vrouw, Irene Schönbein, had kunstgeschiedenis gestudeerd in Firenze. Hij baadde in de Europese cultuur. Maar dat belette hem niet om mensen naar de gaskamers te sturen terwijl hij opera-aria’s floot op het perron van het concentratiekamp. Op de vraag “Hoe kan zoiets?” zoek ik al lang het antwoord.’
Met een eenvoudige handbeweging stuurde Mengele honderdduizenden de dood in. Mensen met afwijkingen, dwergen en vooral tweelingen verwees hij door naar zijn laboratorium: na zijn moorddadige dagtaak voerde hij daar vreselijke experimenten met hen uit. Olivier Guez beschrijft hoe de Doodsengel, zoals Mengele bekend zou worden, tijdens zijn vlucht een compromitterend valiesje meesleurde met bloedstalen en notitieboeken over zijn experimenten – een bewijs dat hij altijd is blijven geloven dat hij nuttig wetenschappelijk werk had geleverd.
Josef Mengele wilde met zijn experimenten op tweelingen achterhalen hoe die gevormd werden, en zijn inzichten vervolgens toepassen op het Duitse volk – het was klonen avant la lettre. U laat hem zeggen dat Adolf Hitler droomde van 1 miljard Duitsers in 2200.
Olivier Guez: Dat is het verschil met andere vormen van fascisme: bij de nazi’s stond de rassenleer centraal in álles: de politiek, het recht, de cultuur, de seksualiteit. Zelfs de internationale verhoudingen werden erdoor bepaald. Mengele was daar een goed voorbeeld van. Hij was de ideale ambtenaar van de dodenfabriek Auschwitz. Als wetenschapper was hij middelmatig, zijn experimenten met tweelingen waren even zinloos als wreed, maar ze pasten perfect in de nazi-ideologie. Hun obsessie op dat vlak is te vergelijken met de alchemisten die in de middeleeuwen on-edele in edele metalen probeerden om te zetten.
Superman wordt schichtige rat
In De verdwijning van Josef Mengele komt het hoofdpersonage naar voren als een ijdel man. Hij bekeek zichzelf uren in de spiegel, hij hield van zijn gave huid en had daarom geweigerd zich onder de arm te laten tatoeëren, zoals de gewoonte was bij SS’ers. Na de bevrijding van Auschwitz op 27 januari 1945 zou dat zijn redding worden: hij werd door het Amerikaanse leger opgesloten, maar kon zich voor een gewoon soldaat laten doorgaan en werd al gauw weer vrijgelaten. Nadien maakte hij zichzelf onzichtbaar door drie jaar op een boerderij vlak bij zijn geboorteplaats Günzburg, in Beieren, te gaan werken.
Op 17 april 1949 slaagde hij erin naar Argentinië te ontkomen. Het land van de populist Juan Perón was in die tijd de ideale biotoop voor nazi’s: de dictator hoopte hen, in een nieuwe wereldoorlog, te gebruiken om zelf een mondiaal leider te worden. Mengele kwam terecht in kringen van ex-nazi’s die elkaar beschermden; hij werd niet het minst verontrust vanwege zijn verleden. De productie en verkoop van landbouwwerktuigen had zijn Duitse familie een fortuin opgeleverd: Mengele was na de Tweede Wereldoorlog een gerespecteerd merk in Duitsland en ver daarbuiten. Na een paar jaar was Josef zozeer op zijn gemak in Argentinië dat hij zonder schroom een mondain leven begon te leiden. Hij verdiende aardig door rond te reizen als vertegenwoordiger van het familiebedrijf.
Guez: Zijn jaren in Argentinië waren fantastisch. Hij begon een nieuw leven, zat goed in de slappe was, en hertrouwde in 1958 met Martha, de weduwe van zijn broer. In 1956 had hij met haar een vakantie doorgebracht in Zwitserland: die reis naar Europa illustreerde zijn grenzeloze overmoed.
Na zijn terugkeer in Argentinië begon Mengele onder zijn eigen naam te leven, en na hun huwelijk kochten hij en Martha een huis in Buenos Aires: hoe was het mogelijk dat hij daar al die tijd ongestoord kon leven, uit eten gaan, theaters bezoeken?
Guez: Om dat te begrijpen, moet je je terugplaatsen in die naoorlogse jaren: over de Jodenvervolging werd nauwelijks gesproken, de termen ‘Shoah’ of ‘Holocaust’ waren onbekend. De Mengele van die jaren doet me denken aan een schilderij van de romantische Duitse schilder Caspar Friedrich: De wandelaar boven de nevelen, waarin een figuur vanaf een hoge rots neerkijkt op een zee van mist. Hij was een diabolische superman – alles leek hem te lukken.
Zodra de jacht op voortvluchtige nazikopstukken werd geopend, veranderde die ongrijpbare superman in een schichtige rat: in juni 1960, toen Argentinië instemde met zijn uitlevering, was hij al naar Paraguay gevlucht. Later dat jaar nam hij de wijk naar Brazilië.
Guez: Ik heb zijn dagboeken (die lopen van 1960 tot 1975, nvdr.) uit die tijd niet persoonlijk kunnen inkijken: een jaar of zeven geleden zijn ze door een mysterieuze Amerikaan opgekocht. Maar daarvoor hebben biografen dat gelukkig wel kunnen doen. Uit hun transcripties heb ik als het ware een scenario gepuurd. Kleine dingen heb ik verzonnen, zoals Mengeles nachtmerries. Dat waren geen uitingen van berouw – daartoe was hij niet in staat. Ze gingen over hemzelf, over hoe de angst zich van hem meester maakte, omdat ze hem almaar dichter op de hielen zaten.
Waarom is Mengele meer dan welk andere nazi tot een mythe uitgegroeid? Het antwoord op die vraag is: omdat weinig nazi’s met zo veel succes verdwenen zijn als hij. En dat had hij alleen te danken aan zijn financiële slagkracht. Alles en iedereen kon hij kopen. Zijn relatie met Gitta en Geza Stammer, het Hongaarse koppel dat hem in Brazilië liefst dertien jaar lang onderdak zou bieden, draaide om geld: de Stammers vroegen almaar meer, zeker zodra ze zijn ware identiteit kenden (Mengele had zich aan hen voorgesteld als Peter Hochbichler, een Zwitserse veefokker, nvdr.). Op het einde kochten ze op kosten van Mengele een luxueuze hoeve vlak bij São Paulo en kreeg Geza een auto met chauffeur. Die ménage à trois was een fantastisch gegeven voor een roman.
Van wat Mengele lukte, konden andere voortvluchtige oorlogsmisdadigers alleen maar dromen. Adolf Eichmann, de Holocaust-architect en de man die in heel Europa werd gevreesd, moest in Argentinië konijnen kweken om zijn vrouw en vier kinderen te onderhouden.
In uw boek beschrijft u een ontmoeting tussen Eichmann en Mengele in Buenos Aires. Een treffen tussen twee monsters…
Guez: Mengele en Eichmann waren geen ‘monsters’ – die verklaring is té gemakkelijk. Het waren mensen. Mensen die monsterlijke daden hadden gesteld. En wat bleek? Adolf Eichmann keek neer op Josef Mengele. Daaruit blijkt eens te meer dat Mengele geen belangrijke nazi was. Hij was niet meer dan een SS-kapitein, een van de vele artsen in de concentratiekampen. Hij mag dan wel tot een symbool uitgegroeid zijn, tijdens de oorlog was hij een kleine vis.
Na de ontvoering van Eichmann uit Buenos Aires in 1960 raakte Mengele ervan overtuigd dat de Mossad, de Israëlische veiligheidsdienst, ook achter hem aanzat. Hij werd almaar meer paranoïde. Hij liet zich bewaken door vijftien honden. Hij bouwde een uitkijktoren en checkte, terwijl hij naar operamuziek luisterde, met een verrekijker of er geen vijanden aankwamen. Zoiets kun je toch niet verzinnen? Terwijl de wereld gefascineerd was door zijn verdwijning, terwijl een personage in de film Marathon Man uit 1976 op hem gebaseerd werd en Gregory Peck hem vertolkte in de thriller The Boys from Brazil uit 1978, kwijnde hij weg in Brazilië. Op het einde van zijn leven woonde hij alleen in Eldorado, een weinig toepasselijk genoemde buitenwijk van São Paulo, in een huisje dat hij huurde van de Stammers. Hij werd verliefd op zijn veel jongere huishoudster, wilde zelfs met haar trouwen, maar het was onmogelijk: hij riskeerde zijn ware identiteit prijs te geven.
Dat moet allemaal vreselijk geweest zijn voor de telg van een rijke Duitse familie. Nog een anekdote die zijn grote onrust illustreert, draait rond de hevige buikkrampen waarvan hij last kreeg. Hij moest onder het mes, wat gezien zijn situatie allesbehalve vanzelfsprekend was. Hij vreesde dat hij een tumor had, maar tot verbazing van de chirurg waren zijn ingewanden verstopt door een grote bol haartjes: het resultaat van jarenlang zenuwachtig kauwen op zijn snor.
Rolf, de in 1944 geboren zoon van Mengele, werkt nu onder de naam van zijn vrouw als advocaat. Hij wist waar zijn vader zich schuilhield, en bezocht hem in 1977 in Brazilië. Maar hij heeft hem nooit verraden, ook al had hij de grootste afkeer van hem. U hebt Rolf niet opgezocht?
Guez: Nee. In Günzburg ben ik wel de sfeer gaan opsnuiven rond de fabrieken van de firma Mengele, die pas in 2001 verdwenen is. En in Brazilië heb ik de boerderij ontdekt waar Mengele zo lang heeft gewoond. Maar Rolf of andere overlevenden heb ik niet opgezocht. De verdwijning van Josef Mengele is tenslotte een roman. Als schrijver kon ik me perfect voorstellen hoe de ontmoeting tussen vader en zoon is verlopen: Josef kende geen berouw. Hij bleef ook tegenover Rolf volhouden dat hij zijn werk als trouwe soldaat gedaan had. Hoe ze daarna allebei in stilte zaten te eten, en hoe er wat spinazie aan Josefs snor bleef hangen: ik zag het zó voor me.
Tot ik uw boek las, vond ik het jammer dat Josef Mengele nooit is aangehouden en geen proces heeft gehad. Hij is ontsnapt aan het lot van Eichmann, die in 1962 opgehangen werd.
Guez: Mengele heeft het einde gekregen dat bij hem paste: twintig jaar lang was hij geobsedeerd door de gedachte dat hij vermoord of ontvoerd zou worden. Het tweede deel van mijn boek begint met een zin van de Deense filosoof Søren Kierkegaard: ‘De straf komt overeen met de overtreding: ontdaan worden van alle plezier in het leven.’ In Duitsland zou Mengele gestorven zijn in de gevangenis. Zijn familie zou de beste advocaten van het land betaald hebben. Zijn verdedigingslijn – dat hij maar een uitvoerder was – zou zeker gewerkt hebben. In tegenstelling tot Eichmann stond hij ook niet aan de top van het naziregime.
Mengeles leermeesters bleven na de oorlog carrière maken. U vernoemt Eugen Fischer, de grote inspirator van Hitler op het vlak van ‘raciale hygiëne’: hij schreef rustig aan zijn memoires. En de geneticus Otmar von Verschuer, Mengeles mentor, werd na de oorlog zelfs decaan aan de Universiteit van Munster.
Guez: Van denazificatie is in de jaren na de oorlog niet echt sprake geweest. Ik ben een overtuigd aanhanger van de Europese eenmaking, maar die is er alleen kunnen komen omdat er bewust geen aandacht is gegeven aan justitie – die zou alle Duitse verantwoordelijken veroordeeld hebben.
Na de ontvoering van Eichmann uit Buenos Aires in 1960 raakte Mengele ervan overtuigd dat de Mossad, de Israëlische veiligheidsdienst, ook achter hem aanzat
Duitsland is pas over zijn verleden beginnen na te denken toen de oorlogsgeneratie ouder werd, in de jaren zeventig. De Amerikaanse tv-serie Holocaust met Meryl Streep, maakte toen een diepe indruk op de publieke opinie.
De jacht op een spook
Op 7 februari 1979, terwijl hij in de Braziliaanse kustplaats Bertioga op bezoek was bij de Bosserts, een bevriend Oostenrijks echtpaar, zou Josef Mengele tijdens een zwempartij aan een beroerte overleden zijn. Hij werd snel onder een valse naam begraven, alleen zijn familie wist van zijn dood. Nazi-jager Simon Wiesenthal dacht dat hij rondreisde tussen Chili, Bolivia en Paraguay. Een journalist beweerde dat hij niet ver van New York woonde en bij drugshandel betrokken was. Iemand zag zijn hand in het grote aantal tweelingen in een Braziliaans dorp. In 1985 kwamen in Yad Vashem, het Israëlische museum over de Jodenvervolging, overlevenden over zijn experimenten getuigen. In de epiloog van De verdwijning van Josef Mengele vertelt Guez over de jacht op een man die al jaren dood was, de jacht op een spook. ‘Dat ze pas jaren na zijn dood écht naar hem zijn beginnen te speuren’, zegt Olivier Guez, ‘is een wel heel apart facet van dit op zich al vreemde verhaal.’
Het politieonderzoek werd ondertussen niet meer gehinderd door ex-nazi’s die de familie Mengele van nakende huiszoekingen op de hoogte hielden, en zes jaar na zijn dood vond de Braziliaanse politie het graf van de nazidokter. Op 6 juni 1985 werd hij opgegraven, in 1992 bevestigde DNA-onderzoek zijn identiteit.
Postuum wachtte Josef Mengele een laatste vernedering: zijn familie weigerde zijn stoffelijk overschot. De beenderen van de Doodsengel bevinden zich nu aan de Universiteit van São Paulo, waar ze worden gebruikt om studenten forensische geneeskunde het vak te leren.
Olivier Guez
– 1974 geboren in Straatsburg
– Studie internationale betrekkingen aan het Institut d’Etudes Politiques in Straatsburg en de London School of Economics, rechten aan de Universiteit Rijsel II en politieke en bestuurswetenschappen aan het Europacollege in Brugge
– Is schrijver, journalist en scenarist. Schrijft voor Le Monde, Le Point, The New York Times en de Frankfurter Allgemeine Zeitung
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier