27 april
Adolf Eichmann begint aan de deportatie van zowat 400.000 Hongaarse Joden naar Auschwitz, ruim de helft van het totaal. Hongarije is onder regent Miklós Horthy dan nog een Duitse vazal, maar het zint Hitler niet dat hij halfslachtig werk maakt van de Jodenvervolging. Eichmann klaart zijn klus grotendeels, in minder dan drie maanden. Hij ziet persoonlijk toe op het winnen van tientallen kilo’s goud en zilver uit de tanden van zijn slachtoffers. Wanneer de Russen Boedapest bevrijden begin januari ’45, telt de Hongaarse hoofdstad nog maar 80.000 Joodse inwoners. Na zijn terdoodveroordeling in Israël, in 1961, schrijft Eichmann daarover in zijn dagboek: “Ik zag het duizelingwekkende raderwerk van de machine des doods. De meest grandioze en monumentale dodendans aller tijden – die zag ik.”
6 juni
D-day: De geallieerden landen in Normandië. De weg naar Berlijn is langer dan verwacht.
24 juli
De Russen bevrijden het eerste kamp, Majdanek in Polen.
4 augustus
Anne Frank en haar familie worden gearresteerd in Amsterdam. Ze worden naar Auschwitz gestuurd. Anne en haar zuster Margot worden later op dodenmars gezet naar Bergen-Belsen in midden-Duitsland. Anne sterft er aan tyfus op 15 maart ’45. Vlektyfus is dan de grootste plaag in het overbevolkte en uitgehongerde kamp.
6 augustus
Het laatste getto in Polen, Lodz, wordt finaal uitgemoord.
7 oktober
Een Sonderkommando komt in opstand in Auschwitz-Birkenau. De kampbeulen voelen aan dat ze rijp zijn voor de gaskamers. Ze vernielen Crematoria IV. Het laatste Jodentransport komt aan in Auschwitz op 28 oktober: 2.000 Joden uit Theresiënstadt. De gaskamers draaien voor het laatst op 30 oktober. Op 18 januari ’45 worden de overlevenden van Auschwitz op dodenmars gezet.
Knack Historia
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
