De Koloniën van Weldadigheid

De protestantse en rooms-katholieke gebedshuizen in Veenhuizen. Gebed en de preken dienden bij te dragen tot de verzedelijking. (Gevangenismuseum Veenhuizen)

Armenzorg en kleine criminaliteit zodanig aanpakken dat de hogere sociale klassen zichzelf en hun bezit veilig wanen, is een discussie die al eeuwenlang wordt gevoerd. Strenge bestraffing en beschavingsinitiatieven zijn daarbij twee opties die een eigen ideologische uitleg hebben en als slingerbeweging door het beleid en de publieke opinie worden gepromoot of verguisd.

Verbanning was in de beteugeling van landloperij en kleine criminaliteit door ‘paupers’ een gebruikelijke methode in het Verenigd Koninkrijk, de Duitse gewesten en Frankrijk. Na de onafhankelijkheid van de VS stuurden de Britten vanaf 1787 hun veroordeelden naar Australië en Tasmanië. Het stelen van een brood door een dakloze was voldoende om opgeknoopt of op transport gezet te worden. Gender of ouderdom maakten helemaal geen verschil: dura lex, sed lex. Tot 1868 werden 166.000 mannen, vrouwen en kinderen verscheept en in verschillende regimes ondergebracht, van gewone gevangenisstraf tot rehabilitatie via dwangarbeid. In 2010 werden elf van deze plaatsen in Australië erkend als Unesco World Heritage Sites. Daaronder ook de Brickendon and Woolmers Estates in Tasmanië, twee boerderijgevangenissen die overeenkomsten vertonen met de strafkolonies in Nederland (Veenhuizen) en België (Merksplas). In het assignment system kregen landbouwers gevangenen toegewezen in ruil voor voedsel en kleding. Naast een goedkope manier om land te ontginnen werd het gezien als een ideale wijze om via continu hard werk de gevangenen te hervormen. Een van de problemen met het Australische gevangenismodel was de zedeloosheid en gebrek aan beschavingsfatsoen bij vele ‘veroordeelden’. Zij wisten dat het een ticket enkele reis was en probeerden bij elke gelegenheid ’te genieten’ van een vrij moment.

DE VOORMALIGE INSTELLINGEN VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID HOPEN IN 2019 ERKENNING ALS UNESCO-ERFGOED TE VERWERVEN.

Britse voorbeeld voor Van den Bosch

Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden had na 1815 een groot probleem met landlopers en armen van alle slag. Die naar Insulinde sturen was geen optie, zeker financieel niet. Er moest dus een landelijk initiatief genomen worden. Generaal-majoor Johannes van den Bosch publiceerde in 1818 een verhandeling om de armoede te bestrijden door middel van landbouwkoloniën. Armen zouden beter leren werken, uit de armoede geraken en als surplus zou land in cultuur worden gebracht. Naast het boerenbedrijf en thuisnijverheid zouden de kolonisten moreel verheven worden door strikt toezicht op hun levenswandel en verplicht onderwijs voor hun kinderen en alle wezen die naar de koloniën zouden gestuurd worden (zie G-Geschiedenis 2013-6). Uit zijn traktaat blijkt dat Van den Bosch onder andere geïnspireerd was door de ideeen van de Britse jurist Jeremy Bentham. Tijd om met de gedachten van Britse hervormers vertrouwd te worden, had hij voldoende gekregen. Tussen 1810 en 1812 verbleef hij immers als krijgsgevangene in Engeland en kon als officier op erewoord in de buurt van Londen verblijven. Hij hoefde niet (zoals andere Nederlandse militairen en zeelieden) naar een krijgsgevangenkamp zoals Norman Cross in Huntingdonshire. Dat gevangenenkamp werd als modelinstelling door de Londense beau monde bezocht. Ook officieren als Van den Bosch die op parool vrij rondliepen zullen het allicht wel besproken hebben. Het Britse beleid met criminele paupers en krijgsgevangen heeft Van den Bosch zeker geïnspireerd. Die internationale dimensie werd naar een bruikbaar binnenlands model getransformeerd.

De imposante ingang van de gevangeniskapel van Merksplas. Donderpreken dienden de landlopers op het recht pad te helpen. (Foto auteur)
De imposante ingang van de gevangeniskapel van Merksplas. Donderpreken dienden de landlopers op het recht pad te helpen. (Foto auteur)

Vorming van kundige, nuttige en brave burgers

Tussen 1818 en 1825 werden er in Noord én Zuid vrije en onvrije koloniën opgericht, waarbij Van den Bosch de ontginning van land en de verheffing van de arme dompelaar voor ogen had. Die binnenlandse kolonisatie was doordesemd van economische argumenten. De ontginningen zouden niet alleen goedkoop zijn, het zou daarenboven een ‘nationale kweekschool ter vorming van kundige, brave, nuttige en gelukkige burgers’ worden. Het verzedelijkingsproces liep niet van een leien dakje. Zowel de vrije kolonisten, de wijkmeesters als de wezen hadden het moeilijk om de regels te volgen, eerzaam te werken en niet te deserteren. Straffen werden geregeld uitgedeeld, van enkele dagen opsluiting in een kot tot degradatie en verblijf in een onvrije kolonie. De gevallen die voor de raad van politie en tucht voorkwamen, bieden inzicht in de organisatie van een vrije kolonie, de nadruk op het belang van onderwijs en onderwijzers, het spanningsveld bij het geestelijk leiderschap van pastoors en dominees om ook in de koloniën zieltjes te winnen en de gewone menselijke zwakheden als machtsmisbruik van wijkmeesters en ‘onderbaasjes’, zelfverrijking van kolonisten, drankzucht, seksuele intimiteit tussen niet-gehuwden (wat een zware inbreuk was op de regels) en relaties met mensen buiten de koloniën.

In De strafkolonie beschrijft Wil Schackmann op basis van oorspronkelijk bronnenmateriaal ‘het leven zoals het was’ in de Noord-Nederlandse koloniën. De alledaagse realiteit van het ‘sturen’ van het beschavingsproces is aangename lectuur, ondanks alle inherente miserie die aan die authentieke verhalen verbonden is. Het kan tot nadenken stemmen in de huidige ideologische discussies over het inkrimpen van recht op onderstand aan de nieuwe generatie landlopers en paupers die voor dit ‘misgrijp’ niet meer kunnen worden opgesloten, maar wel het risico op criminalisering lopen.

MEER WETEN?

Patrick De Rynck (red.), De Koloniën van Weldadigheid. Een uitzonderlijk experiment. Van Gorcum, Assen, 2018

Thomas Keneally, A Commonwealth of Thieves: The Improbable Birth of Australia. New York, 2005

www.environment.gov.au/heritage/places/world/convict-sites

Paul Chamberlain, The Napoleonic Prison of Norman Cross. History Press, Stroud, 2018

Wil Schackmann
Wil Schackmann

De strafkolonie

Verzedelijken en beschaven in de Koloniën van Weldadigheid, 1818-1859

Dit is het vierde deel over het leven in de kolonies (in Nederland), naast eerdere volumes over de kinder-, de proef- en de bedelaarskolonie (nu allemaal heruitgegeven).

Atlas Contact, Amsterdam, 2018 342 blz. ? 21,99 ISBN 978 90 450 3611 3

Generaal-Majoor Johannes Van den Bosch. (Gevangenismuseum Veenhuizen)
Generaal-Majoor Johannes Van den Bosch. (Gevangenismuseum Veenhuizen)

Partner Content