Van WO II tot Donald Trump: Amerikaanse achterdocht tegenover Europa heeft diepe historische wortels

A convoy of British and Belgian troops roll through cheering crowds of residents in the streets of Brussels, Belgium after the liberation of Belgium from German occupying forces during World War II. © Bettmann Archive
Walter Pauli

In zijn roman Hoofd vol vlammen kruipt historicus Peter Schrijvers in het hoofd van de Amerikaanse soldaten die Europa kwamen bevrijden in de Tweede Wereldoorlog. Hij plaatst het het actuele wantrouwen in historische perspectief “Amerika betaalt al tachtig jaar voor onze veiligheid, terwijl wij uitpakten met sociale zekerheid en zomervakanties.”

Het moet een coup de foudre zijn geweest. Toen Peters Schrijvers volop bezig was met de research voor De schaduw van de bevrijding (2008), een  non-fictie werk over de Tweede Wereldoorlog, botste hij plots op een beenharde foto: in het Limburgse Lanaken lijken Amerikaanse soldaten deel te nemen aan een hardhandige afrekening met collaborateurs. De correcte geschiedkundige toedracht, zo bleek al snel, viel niet meer te achterhalen. Maar het beeld liet Schrijvers niet los. ‘Ik besefte dat mijn verbeelding me meenam naar waar de bronnen me niet konden leiden. Op dat moment wist ik dat ik een roman ging schrijven.’

Het gaf hem een unieke kans om na te denken over wat zo moeilijk historisch-wetenschappelijk te vatten is: wat speelde zich af in het hoofd van die Amerikaanse soldaten? Hoe keken ze echt naar de Belgische en bij uitbreiding Europese samenleving? En wat vonden en dachten de mensen ‘van hier’ over hun bevrijders – herkenbare mannen en vrouwen en toch zo anders?

Schrijvers’ roman leest als een mix van een moordonderzoek à la Inspector Morse en een oorlogsverhaal als Band of Brothers, de bekende tv-serie over de groep Amerikaanse soldaten van ‘Easy Company’ bij de bevrijding van Europa. Niet de mannen die het onderzoek voeren zijn het ware hoofdpersonage, maar wel de oorlogsmoeë West-Europese bevolking in die eerste weken na de bevrijding, in september 1944. Plotseling ontstond er een ongekende, broeierige entente.

Amerikaanse soldaten verdreven de Duitsers en brachten vrijheid mee, en snoep. Niet alleen kauwgum en chocolade.  Belgische vrouwen vielen voor de GI’s, voor hun jazzmuziek, hun dansen en fuiven. Opeens was er een markt voor illegale alcoholproductie en drugsverkoop, voor liefde en getolereerde prostitutie, met alle zwangerschappen en venerische ziektes van dien. Maar ook voor criminaliteit en geweld in al zijn vormen. De speciale gerechtelijke eenheden van het Amerikaanse leger hadden de handen vol. Over zo’n groepje soldaten – en over Dédée, hun vrouwelijke Belgische gids – gaat de eerste historische roman van Peter Schrijvers.

Grote publiek

Na zijn Leuvense opleiding geschiedenis studeerde Schrijvers nog in de VS. Hij doceerde even in Zwitserland en daarna veertien jaar in Australië. Zijn boeken verschenen bij gevestigde Angelsaksische academische uitgevers, dus in het Engels. Doorgaans volgde daarna een Nederlandse vertaling. Nog altijd is Engels zijn schrijftaal. Zelfs bij deze roman, en nu hij toch al zeven jaar weer in België woont.

Schrijvers: ‘Sydney is een wereldstad, Australië een continent an sich, maar het is vooral een ver afgelegen eiland. Zelfs voor een lezing of congres in de Verenigde Staten ben je bijna een dag onderweg. Naar Europa is het meer dan dertig uur reizen. Ik begon Europa te missen, met zijn bakstenen gebouwen met mos op de muren en kerken die teruggaan tot de elfde eeuw. Toevallig kwam ik te weten dat in Leopoldsburg een gloednieuw museum over de Tweede Wereldoorlog in de steigers stond. Dan kon ik in mijn eigen achtertuin bezig zijn met de Tweede Wereldoorlog. En vooral: als curator van een museum kon ik aan publieksgeschiedenis doen.’

Schrijven voor het grote publiek is wat Schrijvers wil. ‘Ik heb er bewust voor gekozen om ook mijn boeken met academische credentials zo toegankelijk mogelijk te maken. Ik wil mijn publiek niet beperken tot een dozijn universitaire collega’s. Ik ben er zelfs erg trots op dat een prestigieuze academische uitgever als Yale University Press mij carte blanche gaf om mijn laatste academische boek te schrijven zoals ik dat wilde. Dus niet gericht op de academische wereld, maar op het grote publiek.’

‘Ik begon Europa te missen, met zijn bakstenen gebouwen met mos op de muren en kerken die teruggaan tot de elfde eeuw.’

Schrijvers was als student al een fan van populaire historici, zoals Stephen Ambrose, de geestelijke vader van de tv-serie Band of Brothers. ‘Toen ik nog in Leuven studeerde, was daarvoor totaal geen interesse. Met mediëvist Willem Lourdaux probeerde ik ooit een boompje op te zetten over Cornelius Ryan, toen de beroemdste en meest succesvolle historicus ter wereld. Zijn bekendste boeken waren zelfs door Hollywood verfilmd, zoals The Longest Day (over de geallieerde invasie in Normandië) en A Bridge Too Far (over de mislukte luchtlanding in Arnhem). Professor Lourdaux had nog nooit van hem gehoord. Alsof er vandaag nog een Vlaamse hoogleraar geschiedenis zou zijn die Bart Van Loo niet kent.’

Europees verval

Vandaag kan een gerespecteerd historicus als Schrijvers zich gelukkig uitleven als romanauteur en museumcurator. Vlak bij Liberation Garden, het belevingsmuseum over de Tweede Wereldoorlog, bevindt zich trouwens het graf van William Cavendish. De jonge Engelse lord (1917-1944) sneuvelde bij het bevrijden van het  Limburgse dorpje Heppen.  Hij was de echtgenoot van de eveneens vroeggestorven Kathleen ‘Kick’ Kennedy (1920-1948), een jongere zus van de in 1963 vermoorde president JFK. Dat maakt Cavendish tegelijk een oom van Donald Trumps controversiële minister van Volksgezond, Robert F. Kennedy junior. Die heeft zijn dochter ook Kathleen ‘Kick’ Kennedy genoemd, naar zijn betreurde tante.

Amerikanen en hun rol en verantwoordelijkheid tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog in West-Europa, het is nooit een evidente zaak geweest. De betrokkenheid was groot, de herinnering ambivalent. Schrijvers: ‘Mijn eerste boek, The Crash of Ruin, is in het Nederlands vertaald als De hel die Europa heet. Zo zagen de Amerikaanse troepen het oude continent. “The Crash of Ruin” is trouwens een versregel uit een gedicht van William Wordsworth: het betekent niet zomaar “ruïne”, maar echt “ineenstorting”. De Amerikanen zagen in 1917 de Eerste Wereldoorlog al als het bewijs van het Europese verval. Hun deelname aan de Tweede Wereldoorlog in 1942 bevestigde dat alleen maar. Zij vonden het bijna zielig dat zij ons alweer moesten  komen helpen. Trumps negatieve kijk op de Amerikaans-Europese relaties heeft diepe historische wortels.’

‘Amerika betaalt al 80 jaar voor onze veiligheid, en al die tijd konden wij in Europa uitpakken met onze betaalde zomervakanties. Dat gevoel van miskenning zit diep.’

Dat heeft Schrijvers zelf ondervonden tijdens zijn verblijf in de VS. ‘Ik heb vier jaar lang gestudeerd en gewerkt aan The Ohio State University in Columbus, de universiteit van vicepresident J.D. Vance. Ik ken zijn milieu van binnenuit. Columbus was toen nog redelijk internationalistisch georiënteerd. Maar in een vervallen industriestad als Cleveland was de toon al zoals die vandaag gevoerd wordt door de aanhang van Trump. Bij elke externe kritiek op de Verenigde Staten was het standaard antwoord: ‘If they are mad at us, we must be doing something right.’ Ik ben er zeker van dat veel Amerikanen die woede in de wereld nu juist zien als een bewijs dat Trump goed bezig is: ‘We’re no longer being played.’ In hun ogen zijn Europeanen sluwe, achterbakse lieden die de Amerikanen graag om de tuin leiden. Amerika betaalt al tachtig jaar voor onze veiligheid, en al die tijd konden wij in Europa uitpakken met onze sociale zekerheid en onze betaalde zomervakanties. Dat gevoel van miskenning zit diep, en het is oud.’

Fifties-nostalgie

Een van de sleutels om die frustratie te begrijpen, is migratie, zegt Schrijvers. ‘Europeanen denken dat de VS migranten altijd met open armen hebben ontvangen. Dat is niet zo. Immigratie was vooral het verhaal van het Amerika van de late negentiende, begin twintigste eeuw. Na de Eerste Wereldoorlog viel de oorlogsproductie weg. In 1924 sloten de VS de deuren voor veel migranten. Ze voerden quota in om het zo te regelen dat er voortaan vooral ‘witte’ West-Europeanen konden overkomen. Britten mochten in groten getale komen, maar voor Oost-Europese Joden was er amper nog plaats. En er moesten ook niet te veel Italianen meer bij komen: die beschouwden ze als een soort Noord-Afrikanen.’

Dat bleef natuurlijk niet zonder gevolgen voor de Amerikaanse samenleving. Schrijvers: ‘Die ultrastrenge wetgeving had zijn effecten op de demografie van de VS. In de jaren vijftig had het ‘witte Amerika’ zich verstrekt. Dat zou pas veranderen toen de Democratische president Lyndon B. Johnson in de jaren zestig de deuren weer opende. De achterban van Trump spiegelt zich vandaag aan die korte periode in de Amerikaanse geschiedenis dat het land ‘witter’ was dan ooit. In de fifties waren de VS het land van witte werkende middenklassers in nieuwgebouwde suburbs, die via nieuwe highways verbonden waren met de nieuwe fabrieken waar ze goed geld verdienden, zelfs al waren ze arbeiders zonder hoger diploma. En de zwarten namen netjes plaats achteraan in de bus.’

‘Veel  witte Amerikanen stoorden zich toentertijd aan het feit dat er hier in West-Europa al te los werd omgegaan met de zwarte soldaten.’

Dat Amerika ligt evenwel al ongeveer zeventig jaar achter ons. Schrijvers: ‘Nu liggen sommige buitenwijken er vervallen bij en zijn de fabrieken gesloten. De hardcore achterban van Trump denkt natuurlijk met veel nostalgie terug aan dat Amerika uit de fifties, zo leren enquêtes. Ze wensen zelfs het herstel ervan. Zij zijn boos dat dit in hun ogen ideale land verloren is gegaan, terwijl Europa bleef floreren, zo denken ze. Meer nog, na en zelfs door de bevrijding van Europa zou dat ideale Amerika in hun ogen ook achteruit zijn beginnen te gaan op het vlak van rassenverhoudingen. Veel  witte Amerikanen stoorden zich toentertijd aan het feit dat er hier in West-Europa al te los werd omgegaan met de zwarte soldaten. Zij vonden dat problematisch, want ze wisten dat die soldaten ooit terug naar thuis zouden komen. Dan zouden ze die nieuwe gelijkheid plots gewoon vinden. Ze waren van oordeel dat de Europeanen met hun vriendelijke omgang met de zwarte troepen een gevaarlijke grens hadden overschreden.’

Sprinkhaan

Eenzelfde onrust kenmerkte de visie van conservatief Amerika op de NAVO. In Europa ziet men de NAVO als een Amerikaans vehikel om de eigen suprematie te bevestigen. Een deel van de Amerikaanse rechterzijde zag de NAVO evenwel al van bij de oprichting als een instrument waarmee de Europese bondgenoten de VS er voortdurend bij zouden kunnen lappen. Schrijvers: ‘In 1949 hield de invloedrijke Republikeinse senator en presidentskandidaat Robert Taft een hartstochtelijk pleidooi tégen het Amerikaanse lidmaatschap van de NAVO. Zeker artikel vijf was hem een doorn in het oog: dus als één Europese lidstaat zou worden aangevallen, zouden de VS wéér de Europese problemen moeten oplossen? Ja? Zouden er wéér tienduizenden eigen Amerikaanse soldaten moeten sneuvelen? Na de Eerste Wereldoorlog kwam de Tweede en die was nog niet voorbij of de Koude Oorlog was al gestart. Steeds opnieuw betaalden en betalen de Amerikanen de hoogste prijs. Donald Trump denkt er net zo over.’

‘Sinds Trump aan de macht is, ligt mijn maag in een knoop. Wat hij zegt en beslist, doet mij enorm pijn, zeker door de abruptheid en de onbeschoftheid waarmee het gebeurt.’

Peter Schrijvers kent de VS van binnenuit, en dat maakt hem niet optimistischer. ‘Als mens ga ik hoegenaamd niet akkoord met Trump. Ik ben een product van de trans-Atlantische solidariteit, ik ben peter van een kind van vrienden die ik in de VS leerde kennen. Sinds Trump aan de macht is, ligt mijn maag in een knoop. Wat hij zegt en beslist, doet mij enorm pijn, zeker door de abruptheid en de onbeschoftheid waarmee het gebeurt.’ Maar: ‘Als historicus kan ik de geschiedkundige lijnen niet ontkennen. Veel Amerikanen vonden en vinden dat de Europeanen er een zootje van hebben gemaakt en dat zullen blijven doen. Veel Amerikaanse GI’s dachten er in 1944 eigenlijk al net zo over als Donald Trump vandaag. Het is geen toeval dat ik de openingsscène van mijn boek al jaren in mijn hoofd had. Een Belgische vrouw ziet een compagnie Amerikaanse soldaten in hun reusachtige Dodge door de Zuid-Limburgse boomgaarden rijden, met hun antennes als de voelsprieten van een reusachtige sprinkhaan die een vreemd en vijandig landschap aftast. Dat zet de toon van het verhaal.’

Peter Schrijvers, Hoofd vol vlammen, Uitgeverij Horizon, 416 blz., 24,99 euro.

Peter Schrijvers

1963: Geboren in Hasselt.

1985: Licentiaat geschiedenis (KU Leuven).

1986: Postgraduaat American Studies (KU Leuven).

1988-1989: Onderzoeker Koninklijke Militaire Academie Brussel.

1990-1994: Teaching Associate The Ohio State University.

 1995: Doctor in de geschiedenis (The Ohio State University).

1997-2001: Docent aan The Graduate Institute of International and Development Studies, Genève.

2004-2017: Senior Lecturer aan de University of New South Wales, Sydney.

Sinds 2018: Curator van Liberation Garden – WO II Museum, Leopoldsburg.

Auteur van o.m. The Crash of Ruin: American Combat Soldiers in Europe 1944-1945 (New York University Press, 2001), Liberators: The Allies and Belgian Society (Cambridge University Press, 2009), Those Who Hold Bastogne (Yale University Press, 2014).

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content