‘Correcte’ bezetting van België in WOII was een mythe: ‘De Wehrmacht was even schuldig als de SS’
‘Ondankbaar België!’ riep Alexander von Falkenhausen toen hij in 1951 ons land werd uitgezet. Want als militair gouverneur had de Duitse generaal, zo vond hij, tijdens de Tweede Wereldoorlog het ene na het andere Belgische leven gered. ‘Dat hééft hij ook gedaan,’ zegt historicus Dimitri Roden, ‘maar niet uit medelijden.’ Een reconstructie.
Vooral de nazi’s van de SS hebben zich tijdens WO II misdragen, ons leger heeft zich wél aan het internationale recht gehouden: die overtuiging leefde in het naoorlogse Duitsland. ‘Dat klopte niet’, zegt Dimitri Roden, conservator van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonck. ‘Maar de Duitsers raakten ermee weg. Waarom? Omdat net toen de Koude Oorlog uitbrak: de geallieerden konden de expertise van figuren zoals raketgeleerde Wernher von Braun goed gebruiken. Toen ze de oorlogmisdadigers moesten onderscheiden van de “bruikbaren”, waren ze erg tegemoetkomend. De grote criminelen ontsprongen de dans natuurlijk niet, maar tot de jaren 80 bleef het adagium overeind dat de militairen van de Wehrmacht niet waren zoals die wrede SS’ers. Dat kwam ook doordat onderzoek naar hun gedrag vooral een Duitse aangelegenheid bleef. Veel feiten bleven onderbelicht.’
Enerzijds moest Von Falkenhausen het verzet in toom houden, anderzijds moest hij Berlijn laten zien dat hij de zaak meester was. Hij was een Realpolitiker.
In de jaren 90 kwam daar voorgoed een eind aan. Roden: ‘De Duitse tentoonstelling Vernietigingsoorlog: misdaden van de Wehrmacht 1941-1945, die van stad naar stad reisde, toonde bijvoorbeeld foto’s van soldaten die aan het Oostfront oorlogsmisdaden begingen. Er ging een schokgolf door de Duitse samenleving. Sindsdien brengen historici aan het licht dat de Wehrmacht net zo schuldig was als de rest.’
Ook in ons land, zo blijkt uit uw nieuwe boek Ondankbaar België.
Dimitri Roden: Precies. Adolf Hitler wist niet goed wat hij met ons moest aanvangen. Hij beschouwde ons als een Germaans broedervolk en dubde over onze toekomst: België annexeren of germaniseren? Hij kon geen beslissing nemen, waardoor het militaire bestuur gewoon aanbleef. België was het enige bezette West-Europese land waar de Wehrmacht echt vier jaar lang de ordehandhaving in handen had, en is daarom het land bij uitstek om te onderzoeken of het leger altijd wel zo correct heeft gehandeld als de Duitsers zelf beweerden.
De sleutelfiguur in uw boek, Alexander Von Falkenhausen, de militaire gouverneur van bezet België, heeft zijn best gedaan om die mythe in leven te houden. Tot zijn dood in 1966 is hij blijven herhalen dat hij de Belgen altijd goed behandeld had.
Roden: Dat klopt, en dat hij na de oorlog met de Belgische verzetsvrouw Cécile Vent was getrouwd, past ook in dat beeld.
Feit is: in België was geen SS-generaal langsgekomen die de zaak naar zich toetrok. Het leger vaardigde zijn eigen verordeningen en wetten uit. Belgische overtreders werden door de politiediensten van de bezetter opgespoord: sommige gearresteerden werden zonder vonnis naar een concentratiekamp gestuurd, andere stonden terecht voor een militaire rechtbank. Tienduizenden burgers kwamen tijdens de bezetting in aanraking met het Duitse krijgsgerecht. Minstens negenhonderd werden ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.
Na de oorlog beschreven vooral Belgische advocaten de geschiedenis van het Duitse krijgsgerecht in bezet België. Zij hadden zelf landgenoten voor een krijgsraad verdedigd. De Luikse strafpleiters Cassian Lohest en Gaston Kreit brachten in 1945 een boek uit over de strafzaken die zij hadden gepleit. Een paar jaar later zette de Brusselse advocaat Frédéric Eickhoff zijn ervaringen op papier. Getuigenissen van veroordeelden waren veel zeldzamer, en wellicht hadden historici er daardoor jarenlang weinig oog voor. De eerste studie over de vervolging van verzetsfeiten die gebruikmaakt van primaire bronnen, dateert pas van 2004: Tamara Altman onderzocht toen vonnissen die bewaard waren in de Duitse opsluitingsdossiers van de gevangenis van Sint-Gillis. Maar een overzichtswerk over het Duitse krijgsgerecht in heel bezet België was er niet.
Dat hiaat wilt u met Ondankbaar België wegwerken. Hoe hachelijk was die onderneming? Veel archieven zijn vlak voor de bevrijding vernietigd, of gingen tijdens de geallieerde bombardementen in vlammen op.
Roden: Het schaarse bronnenmateriaal was een groot probleem. Gelukkig heb ik de hand kunnen leggen op ongeveer 10.000 originele Duitse opsluitingsdossiers, de zogenoemde Personalakten. Verbindingsofficieren van het Belgisch Commissariaat voor de Repatriëring brachten die kort na de oorlog mee uit Duitse strafinrichtingen. Ze hebben lang stof liggen te vergaren, terwijl ze een schat aan informatie bevatten: gegevens over de aanhouding en opsluiting van veroordeelden, bijvoorbeeld, of gemotiveerde vonnissen, akten van beschuldiging of correspondentie tussen gerechtelijke instanties en de gevangenisdirecties. Ze vormen een solide basis om de gerechtelijke vervolging in bezet België te bestuderen.
Dankzij de Personalakten kon ik het soms ingewikkelde strafuitvoeringssysteem reconstrueren. Dat is nooit op papier gezet, het hing af van hoe de oorlog verliep. Tot de zomer van 1941 moesten alle veroordeelde politieke gevangenen hun straf in een Belgische gevangenis uitzitten. De militaire overheid eiste daartoe een paar vleugels op in de gevangenissen van Sint-Gillis, Gent en Brugge. De ‘zware gevallen’ werden uitzonderlijk naar Duitsland gedeporteerd. Vanaf oktober ’41 moesten alle mannelijke en vrouwelijke politieke gevangenen met een veroordeling tot drie jaar of meer hun straf in Duitse gevangenissen uitzitten. Voor kleinere straffen werden de mannen naar Leuven of Merksplas gestuurd en de vrouwen naar Vorst. Hoe minder het de Duitsers in de oorlog voor de wind ging en hoe actiever het verzet werd, hoe sneller gouverneur Alexander von Falkenhausen veroordeelden naar Duitsland stuurde.
‘Ondankbaar België!’ was een uitspraak van hem.
Roden: Toen hij in maart 1951 door de Belgische overheid het land werd uitgezet, waren zijn laatste woorden: ‘ Ingrata Belgia, non possidebis ossa mea!‘ – ‘Ondankbaar België, gij zult mijn beenderen niet bezitten!’ Of vrij vertaald: ‘Ondankbare Belgen, jullie veroordelen mij terwijl net ik jullie uit handen van de SS heb gehouden.’ Daar zat een kern van waarheid in.
Omdat de wreedheid van de SS onovertroffen was?
Roden: De SS werkte buitengerechtelijk. Wanneer je als verzetslid door SS’ers gearresteerd werd, deporteerden ze je zonder enige vorm van proces naar de concentratiekampen. Onder Von Falkenhausen werd de nadruk gelegd op juridische vervolging: verzetslui verschenen voor krijgsraden. Die processen, zo redeneerde de militaire gouverneur, zouden het verzet tot bezinning brengen. Zo kon hij ook claimen dat hij binnen het kader van het internationaal recht bleef.
De druk vanuit Berlijn om dat pad te verlaten en keihard tegen het verzet op te treden, nam hand over hand toe. Op 7 december 1941 vaardigde Adolf Hitler het beruchte Nacht undNebel-decreet uit: voortaan mochten krijgsraden alleen nog verzetslui voor zware feiten vervolgen wanneer hun veroordeling en executie binnen de week kon plaatsvinden. In alle andere gevallen werden de gearresteerden in het grootste geheim naar Duitsland overgebracht. Daar belandden ze meestal in tuchthuizen of strafkampen. De familie mocht niet ingelicht worden, zodat het leek alsof de verdachte ‘in nacht en nevel’ verdwenen was. Met zijn maatregel wilde de Führer de bevolking en het verzet in bezet gebied de stuipen op het lijf jagen. De uiteindelijke beslissing lag bij de hoogste Gerichtsherr in een ambtsgebied. In België was dat generaal Von Falkenhausen. En wat deed hij? Hij stuurde zowat iederéén naar Duitsland, ondanks protest vanuit Berlijn. Van de 4500 veronderstelde verzetslui van wie hij tijdens de oorlog zaken voorgelegd kreeg, stuurde hij er bijna 3000 naar Duitsland – meer dan 85 procent. Het merkwaardige is dat hij daarmee levens gered heeft, want Duitsland kon die instroom niet aan. Gearresteerden die hier binnen de week terechtgesteld geweest zouden zijn, moesten daar maanden of zelfs jaren wachten om te worden berecht.
Na de oorlog beweerde Von Falkenhausen dat hij zich tegen Hitlers vreselijke decreet verzet had. Dat klopt, maar niet omdat hij inzat met de gearresteerden. Hij wilde eerst en vooral zijn eigen militaire bestuur handhaven. Hij vreesde dat er hier, net als in Nederland, een burgerlijk bestuur zou komen, met de SS als ordehandhaver. Hij was een Realpolitiker. Enerzijds moest hij het verzet in toom houden, anderzijds moest hij Berlijn laten zien dat hij de zaak meester was. En dat hij keihard kon optreden. Zo liet hij tussen december 1942 en januari 1943 zestig gijzelaars executeren – zijn antwoord op een aanslagengolf van het verzet. Met succes: het verzet richtte zijn pijlen voortaan op Belgische collaborateurs. En het moet gezegd: zodra het geweld tegen Duitse militairen ophield, kwam er aan de executies van gijzelaars een eind.
Von Falkenhausen lijkt geen volbloednazi te zijn geweest.
Roden: Nee. Hij was een intrigerend man. Indirect was hij betrokken bij het verzet tegen Hitler. Niet actief, maar hij had wel contacten met de daders van de mislukte aanslag van 20 juli 1944 op de Führer. Zijn jongere broer Hans-Joachim was in 1934 door de SS gedood tijdens de fameuze Nacht van de Lange Messen. Meteen daarna ontvluchtte Alexander Duitsland, naar China. Daar werkte hij als militaire adviseur van nationalistenleider Chiang Kai-shek. Nadat in 1937 de Chinees-Japanse oorlog was uitgebroken, eiste het naziregime dat hij meteen ophield met het trainen van de Chinese troepen – het Japanse keizerrijk was tenslotte een mogelijke Duitse bondgenoot. Een jaar later keerde hij terug naar huis, en door een speling van het lot werd hij in mei 1940 aangesteld tot Militärbefehlshaber van bezet België. Hij trad zo in de voetsporen van zijn oom Ludwig Freiherr von Falkenhausen, die hier tijdens de Eerste Wereldoorlog gouverneur-generaal was.
Je kunt in Alexander von Falkenhausen een vertegenwoordiger van de Pruisische conservatieve militaire klasse zien. Hij was een aanhanger van de Pruisische ‘ Kriegsnotwendigkeit‘: volgens dat principe had een natie in tijden van oorlog het recht om met alle middelen, zowel wettige als onwettige, haar voortbestaan te verzekeren. Die mentaliteit sijpelde door in al zijn beslissingen als militaire gouverneur.
Is er begrip mogelijk voor zijn beleid?
Roden: ‘Begrip’ ligt moeilijk in deze kwestie. Ja, je kunt niet ontkennen dat dat beleid een deel van de Belgische bevolking ten goede is gekomen: in de periode’40-’42 stond Von Falkenhausen inderdaad op de rem. Maar daarna verloor hij steeds meer controle. Vanaf 1943 werden willekeurige arrestaties, deportaties zonder proces en executies de norm. In 1943 besefte de generaal dat de Duitsers de oorlog zouden verliezen. Daarna dacht hij maar aan één ding: zijn eigen hachje.
p>
Dimitri Roden p>
– Geboren in 1982 p>
– Studie: geschiedenis (KU Leuven), doctor in de geschiedenis (UGent, 2015) en in de sociale en militaire wetenschappen (KMS, 2015) p>
– Sinds 2005: historicus bij het Breendonk Memorial p>
– Sinds 2018: conservator van het Fort van Breendonk p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier